Requiem For The American Dream

De Amerikaanse Droom, het idee dat je van een dubbeltje een kwartje kunt worden, is dood, betoogt Noam Chomsky (1928) bij aanvang van Requiem For The American Dream (73 min.) uit 2015. Niet veel later zal ook de Republikeinse presidentskandidaat Donald Trump, zo’n beetje Chomsky’s tegenbeeld, diezelfde droom dood verklaren. Hun analyses over Amerika staan nochtans haaks op elkaar.

De situatie in de Verenigde Staten is volgens Chomsky te vergelijken met de crisis in de jaren dertig. In deze aangeklede monoloog, door Peter Hutchison, Kelly Nyks en Jared P. Scott samengesteld uit vier jaar interviews, ageert de invloedrijke intellectueel tegen het dominante maatschappijmodel. Hij baseert zich daarbij op tien principes rond de concentratie van macht en kapitaal.

Vanuit dit uitgangspunt verklaart Chomsky de wereld waarin wij leven. Het resultaat is een stijflinkse analyse van een zeer ongelijke samenleving, waarin de bezittende klasse succesvol zijn eigen belangen beschermt. Op kosten van de rest van de bevolking én de democratie. Deze maatschappijvisie laat zich volgens hem samenvatten als: ‘alles voor mezelf, niets voor alle anderen.’

Al te veel invloed voor de gewone man kan de elite zich helemaal niet permitteren, stelt Chomsky. En dus zet die ongegeneerd de economie en politiek naar z’n hand. Vergelijk dat eens met autofabrikant Henry Ford. Die gaf zijn eigen medewerkers ooit een flinke salarisverhoging. Zodat ook zij een auto konden kopen. Eigen belang en maatschappelijk belang gingen toen hand in hand.

In onze hedendaagse wereld worden gewone burgers gereduceerd tot, liefst volstrekt ongeïnformeerde, consumenten. Zodat ze irrationele keuzes maken en relatief eenvoudig zijn te beïnvloeden. Kijk maar naar de politiek zegt hij erbij. Alsof Chomsky dan al voorvoelt dat er een Trump-tijdperk aan zit te komen, dat is doordesemd van onderbuikgevoelens, desinformatie en marketingopzetjes.

Requiem For The American Dream is eerder een college dan een reguliere docu. De film vraagt dus aandacht, interesse en misschien ook wel een zekere maatschappijvisie. Belasting betalen zou een feest moeten zijn, zegt Chomsky bijvoorbeeld enigszins provocerend. Daarmee zorg je er immers voor dat de overbuurjongen kan studeren of je tante een goede behandeling in het ziekenhuis krijgt.

Het is een idee dat tegenwoordig bijna archaïsch aandoet. Alsof Chomsky is blijven steken in de jaren zestig, de periode waartegen Trump gedurig te hoop loopt en waarin hij zelf van zich deed spreken tijdens de protesten tegen de Vietnam-oorlog. Veel persoonlijker wordt Requiem For The American Dream overigens niet. Dit is geen Noam Chomsky-verhaal, maar een verhaal van Noam Chomsky over ons.

Een man die ruim een halve eeuw consequent de heersende moraal in de Verenigde Staten en de westerse wereld als geheel is blijven bekritiseren. Men neme bijvoorbeeld ook zijn standaardwerk over massamedia als propagandamiddel voor het kapitalisme, Manufacuring Consent. Zo gaat Chomsky ook het collectieve geheugen in: uitgesproken en dwars, maar ook coherent en consistent.

De linkse oom met de scherpe blik, priemende vinger en wollen trui die het beter weet – écht.

The Saint Of Second Chances

Netflix

‘Zou je misschien je vader willen spelen in deze film?’ vragen Morgan Neville en Jeff Malmberg aan het begin van The Saint Of Second Chances (94 min.)

‘Ik hak mijn been er niet af’, antwoordt Mike Veeck resoluut. ‘Punt uit.’

Even later zit hij desondanks, met een kalend hoofd, zonder ringbaardje en toch gewoon twee benen, tegenover een jongere uitvoering van zichzelf, de acteur Charlie Day. Het is 1975. ‘Vader’ en ‘zoon’ proosten op Bill Veecks aankoop van de honkbalclub The Chicago White Sox. ‘Het was wij tegen de wereld’, herinnert Mike, de echte, zich dat zijn vader zei. ‘We gaan iets doen waardoor we zullen opvallen.’ De jonge Mike gaat ook aan de slag bij The White Sox en houdt daar meteen een nieuw T-shirt aan over: Owners kid.

Die eigenaar is een imposante man, dan al een levende legende in het Amerikaanse honkbal. Bill Veeck verzint steeds weer een nieuwe list om geld en aandacht te trekken. De skybox bijvoorbeeld. Of een scorebord dat na elke homerun zowat explodeert. Zijn zoon kan niet achterblijven en gaat zich ook te buiten aan spectaculaire acties. Samen zullen ze The White Sox weer vol in de schijnwerpers zetten. Totdat de boel volledig in het honderd loopt door een wilde actie van zoonlief.

‘Laten we een beetje door de tijd reizen’, vervolgt verteller Jeff Daniels daarna lekker laconiek het verhaal. ‘In de tien jaar daarna vergokt Mike al z’n geld. Hij begint een reclamebureau. Hij exploreert de wereld van de stimulerende middelen en blijft stug doordrinken. Hij trouwt, heeft een hartaanval en krijgt een zoon, die hij Night Train noemt.’ En deze onfortuinlijke jongen komt meteen daarna zelf aan het woord. ‘Waar moet ik beginnen?’ zegt ie. ‘Raar, hè?’ Zijn vader, Mike: ‘Zij kreeg de voogdij.’

Pas als zijn eigen vader, Bill, op 71-jarige leeftijd overlijdt, grijpt Mike zichzelf bij zijn kladden en gaat voor z’n tweede kans. En de derde. En vast ook nog een vierde of vijfde. Dit ‘heldenverhaal’ is door Neville en Malmberg met veel bravoure, cheesy muziek en lekker melige humor verfilmd. Een real life-comedy, waarin archiefmateriaal en interviews worden gepaard aan scènes met acteurs, die een typetje maken van hun personages. Ze richten zich bovendien regelmatig rechtstreeks tot de kijker.

The Saint Of Second Chances is dus zeker geen serieus portret waarmee het leven van Mike (en Bill) Veeck psychologisch wordt geduid, maar een alleszins geslaagde poging om daarvan een jolig sterk verhaal te maken, dat zelfs met een groot persoonlijk drama niet om zeep kan worden geholpen. Dat amuseert zolang het duurt en een uitgelaten gevoel achterlaat. Meer niet. Maar zeker ook niet minder.

Telemarketers

HBO Max

Ze gaan de waarheid blootleggen, zeggen Sam Lipman-Stern en Patrick J. Pespas tegen elkaar. Over de schimmige wereld die schuilgaat achter telemarketing, de belcampagnes waarvan iedereen wel eens last heeft. Zoals documentairemaker Michael Moore dat ook altijd zo overtuigend doet. De twee leerden elkaar kennen bij Civic Development Group (CDG), een rommelig telemarketingbedrijf uit New Jersey waar allerlei misfits hun brood verdienden. Dag in dag uit belden ze daar namens allerlei goede doelen mensen op voor een donatie. Voor de Disabled Veterans Association, het Cancer Survivors Fund of de Firefighters Charitable Foundation bijvoorbeeld. 

Lipman-Stern en vooral Pespas, die vanwege zijn overmatige drugsgebruik ook wel ‘Pat de Snuiver’ wordt genoemd, krijgen er handigheid in om gewone Amerikanen geld uit de zak te kloppen, toont de lekker rommelige eerste aflevering van Telemarketers (167 min.), de driedelige serie die Sam Lipman-Stern heeft gemaakt met zijn neef Adam Bhala Lough. Op de bibberige beelden die ze zelf op kantoor hebben geschoten is te zien hoe allerlei gladde praatjesmakers geroutineerd hun gesprekscripts afwerken en zo per uur honderden dollars binnenharken. Waarvan dan hooguit twintig procent bij het beoogde goede doel terecht komt.

Daar mogen ze alleen niet over liegen. Als de gebelde er expliciet naar vraagt, moeten ze dat eerlijk benoemen. Ook daarvoor bedenken David Keezer en Scott Pasch, de eigenaren van CDG, echter een list, waardoor het lijkt alsof hun marketeers daadwerkelijk werkzaam zijn bij de begunstigde organisatie en ze dus met een gerust hart kunnen zeggen dat honderd procent van de gift bij bijvoorbeeld de vakbond Fraternal Order of Police terechtkomt. Écht, met de hand op het hart. Dat kan niet goed gaan, zou je zeggen. Althans, voor gewone CDG-medewerkers. Want ook als het bedrijf publiekelijk tegen de lamp loopt, ontspringen Keezer en Pasch de dans.

En dus starten de twee voormalige telemarketeers een onderzoek naar de business waarin ze zelf jaren werkzaam waren. Dat zal jaaaaren in beslag nemen. Ze beginnen bijvoorbeeld de non-profitorganisaties waarvoor de Civic Development Group werkte op te bellen. Die moeten toch gewoon van de grootschalige zwendel hebben geweten? Misschien hebben ze er zelfs een belang bij. Zo ontstaat een vermakelijke exposé over een parasitaire business, waarbij de waarheid een rekbaar begrip blijkt. En wie kunnen er beter iemand geld aftroggelen dan… , juist, …junks en boeven? Op de werkvloer noemden ze CDG niet voor niets ‘Criminals Doing Good’.

Deze miniserie wordt bevolkt door een Jan Doedel-achtige verzameling morsige personages, die met liefde en plezier de praktijk van alledag binnen de telemarketingbranche schetsen. Het onderzoek van Lipman-Stern en Pespas komt intussen met horten en stoten op gang, ligt jarenlang stil en krijgt dan alsnog vaart, wanneer blijkt dat er een nieuw type opdrachtgevers op de markt is gekomen en nóg dubieuzere methodes om geld los te wrikken worden ingezet. Dan komen de communicatieve vaardigheden van Pespas ook nog bijzonder goed van pas.

Van een aandoenlijk portret van twee beroepsslackers en hun ‘shabby’ entourage heeft Telemarketers zich dan ontwikkeld tot een beurtelings spannend en hilarisch staaltje hotsknotsbegonia-onderzoeksjournalistiek. ‘Michael Moore-style’, zoals ze zelf, met enige trots, constateren. Al gaat die ongetwijfeld veel gewiekster – en daardoor minder ontwapenend – te werk dan de twee stoethaspels die zich een weg door de telemarketingjungle proberen te banen.

The Ashley Madison Affair

Disney+

In menige echtelijke slaapkamer ligt iemand de halve nacht wakker nadat Ashley Madison, de seksdatingwebsite voor gehuwden, in juli 2015 is gehackt. De privégegevens van meer dan dertig miljoen gebruikers van de site liggen ineens op straat. Er verschijnen zelfs websites waarop iedere onverlaat op naam of mailadres in de datadump kan zoeken naar een specifieke vreemdganger.

In The Ashley Madison Affair (127 min.) duikt filmmaker Johanna Hamilton in de kwestie rond de overspelsite met enkele insiders en de verplichte, soundbites ophoestende kenners. Klanten verschijnen er nauwelijks voor de camera. De honneurs worden echter waargenomen door acteurs, die verklaringen van gebruikers voordragen en ‘t er dan vaak nét iets te dik bovenop leggen. Zoals de aankleding van de driedelige serie sowieso afwisselend de ‘feel’ heeft van een reallife scifi-thriller, RTL Boulevard-reportage en softpornofilm.

Centrale figuur bij Ashley Madison is CEO Noel Biderman, die vol verve het ‘there is no bad publicity’-principe huldigt. Hij schaamt zich werkelijk nergens voor. Van ‘parasitaire marketing’, waarin ongevraagd bekende schuinsmarcheerders zoals Tiger Woods en Newt Gingrich worden betrokken, tot het inspelen op breed gedeelde haatgevoelens. ‘Affairs now guaranteed’, schreeuwt bij Ashley Madisons lancering in Zuid-Korea bijvoorbeeld een billboard met de Noord-Koreaanse dictator Kim-Jong Un. ‘Even if you look like him.’

De naam van zijn website moet nochtans vrouwvriendelijk zijn. Want een site die overspel wil faciliteren heeft eigenlijk nooit genoeg vrouwen. Vandaar ook de naam Ashley Madison, een combinatie van de twee populairste babynamen in het jaar van oprichting. Het blijft desondanks de vraag of Biderman in zijn opzet is geslaagd. Veel vrouwelijke profielen lijken compleet fake. Dus los van of Ashley Madison ethisch gezien wel door de beugel kan, is de website ook niet gewoon één grote, waardeloos beveiligde zwendel?

Deze Amerikaanse miniserie start (en eindigt) desalniettemin – natúúrlijk, zou je bijna zeggen – met een bedrogen echtgenote, die de liefde van haar leven betrapt op een affaire. Binnen de kortste keren heeft zij het huis verlaten – en kan hij gewoon de relatie voortzetten, die nu al zo’n tien jaar duurt. ‘Durf jij jonge kinderen recht aan te kijken als hun ouders gaan scheiden?’ vraagt tv-host Sean Hannity, die dan nog niet als Donald Trumps brulboei fungeert op Fox News, desondanks op moralistische toon aan de aalgladde CEO.

En natuurlijk komt boontje ook om zijn loontje bij Noel Biderman zelf, die altijd bij hoog en bij laag, met echtgenote Amanda aan zijn zijde, heeft volgehouden dat hijzelf er een volstrekt monogaam huwelijk op nahoudt. De Ashley Madison-hack eist sowieso z’n menselijke tol: echtscheiding, suïcide en afpersing bijvoorbeeld. Intussen blijft het in deze toch wel interessante serie gissen naar de motieven van de hackers, die opereren onder de geuzennaam The Impact Team. Nobele idealen? Of toch gewoon geld, wedijver en/of wraak?

Als het hackschandaal juridisch is afgehandeld, realiseert Ashley Madison zich dat het bedrijf z’n voornaamste belofte, discretie, niet heeft waargemaakt. ‘Op het gebied van privacy hebben we gefaald’, zegt Chief Strategy Officer Paul Keable daarover. ‘We begrijpen dat we het vertrouwen van onze leden moeten terugwinnen als we van deze onderneming een succes willen maken.’ Ernst & Young heeft in 2017 officieel vastgesteld dat er geen fembots meer actief zijn op het platform, vertelt hij er met een stalen gezicht bij.

Sterker: Ashley Madison heeft volgens Keable inmiddels meer vrouwelijke dan mannelijke leden. Het navolgende uitroepteken mogen we er zelf bij bedenken.

In het voorjaar van 2024 bracht ook Netflix zijn eigen Ashley Madison-docuserie uit: Ashley Madison: Sex, Lies & Scandal. En die is wat beter gelukt dan deze serie.

Nothing Lasts Forever

Showtime

Synthetische diamanten zien er volgens Dusan Simic beter uit en zijn nog goedkoper ook. Waarom zouden we dan nog echte diamanten zoeken? wil filmmaker Jason Kohn weten. ‘Dat is een goede vraag’, antwoordt de edelsteendeskundige met een schalkse blik. ‘Sommige mensen willen nu eenmaal iets wat echt bij de aarde hoort. Iets wat is gemaakt door God, niet in één of ander laboratorium. Wat vind je van dat antwoord?’

Even later introduceert Kohn precies zo’n figuur in zijn tragikomische exploratie van de wereld achter (synthetische) diamanten: Martin Rapaport. Daarbij moet meteen wel gezegd worden dat Rapaport een zeker belang heeft bij een duidelijk onderscheid tussen die nepdiamanten van menselijke makelij en de diamanten die écht voor altijd zijn  Als voorzitter van de zogenaamde Rapaport Group stelt hij, vanuit een kantoor aan de Diamond Jewelry Way, immers de prijzen van diamanten vast. Een synthetische diamant verkopen als verlovingsring is volgens hem een ernstige inbreuk op de ethische code van de diamantindustrie. ‘Je schopt mensen in hun emotionele ik-hou-van-jou plek’, zegt de sleutelfiguur binnen het diamantkartel gedecideerd, alsof hij ‘t zelf gelooft. ‘Wat is mijn huwelijk waard, wat is mijn relatie waard?’

Op die vraagstelling valt natuurlijk wel wat af te dingen. En dat gebeurt dus ook in Nothing Lasts Forever (83 min.). ‘De diamant was ook nooit echt’, stelt de messcherpe juwelenontwerpster Aja Raden bijvoorbeeld, niet zonder ‘Schadenfreude’. ‘Dat was ook altijd al een leugen. Een synthetische diamant is dus niet meer dan een leugen over een leugen. Ik vind dat hilarisch en verrukkelijk.’ Stephen Lussier, een gesoigneerde topman van het toonaangevende diamantbedrijf De Beers in Botswana, maakt zich desondanks niet druk om ‘vervalsingen’. Hij weet immers, zegt hij met een triomfantelijk bedoelde glimlach, ‘waartoe De Beers in staat is’. Maar of ‘parasieten’ zoals John Janik van Xtropy Lab-Grown Diamonds, die de ‘diamantdroom’ proberen te stelen, zich daardoor werkelijk laten afschrikken?

En laten we eerlijk zijn: in China staan ze ongetwijfeld al te popelen om een diamant-lopende band te laten draaien, terwijl in India nu al druk wordt gehandeld in diamanten met een dubieuze herkomst. ‘Want je bent pas een dief als je gepakt wordt’, stelt Tehmasp Printer van het International Gemological Institute. ‘Tot dat moment ben je een eerlijk mens.’ Met zichtbaar plezier prikt Kohn in deze kostelijke film, geïllustreerd met fraaie beelden van diamantproductie en -controle en verluchtigd door een afwisselend enerverende en joyeuze soundtrack, de ene na de andere mythe van de diamantwereld door. Totdat alles een illusie lijkt – of superieure marketing. Gaandeweg zou een buitenstaander wel eens het idee kunnen krijgen dat diamanten in werkelijkheid vooral van lucht worden gebakken.

HyperNormalisation

BBC

In plaats van het richting geven aan een alsmaar gecompliceerdere wereld verkiezen leiders aan het einde van de twintigste eeuw steeds vaker een aansprekend verhaal. Tijdens het bewind van de Amerikaanse president Ronald Reagan (1981-1989) dubben zijn medewerkers dit stiefbroertje van ouderwetse propaganda ‘perception management’. Met sterke verhalen beginnen ze actief de collectieve beleving van de werkelijkheid te sturen, zodat gewone Amerikanen zich voortaan met het verhaal over de werkelijkheid bezighouden, in plaats van met de werkelijkheid zelf die veler bevattingsvermogen sowieso te boven gaat.

Het is slechts één van de voorbeelden van HyperNormalisation (166 min.) die de Britse essayist Adam Curtis (The Century of The Self en Can’t Get You Out Of My Head) in deze epische film uit 2016 inzet om zijn betoog te stutten. Daarin weerklinkt opnieuw zijn geheel eigen stem. Letterlijk: die typisch Britse woordkeus en lekker pedante dictie. En figuurlijk: die volstrekt eigenzinnige visie, dwarsverbanden en interpretatie van welbekende en de meest buitenissige archiefbeelden. Waarmee geopolitieke ontwikkelingen op onnavolgbare wijze worden gekoppeld aan ideeën van denkers, kunstenaars en wetenschappers. Zo krijgen Tarkovsky’s sciencefictionfilm Stalker, de workout-video’s van Jane Fonda en wat we nu TikTok-filmpjes zouden noemen een min of meer logische plek binnen een doolhof over de schijn van het zijn, waarvan alleen Adam Curtis de uitgang kan vinden.

De term hypernormalisatie ontleent hij aan een karakterisering van de Sovjet-Unie als een samenleving waarin iedereen weet dat de leiders onzin verkopen. Met eigen ogen kunnen gewone Russen immers vaststellen dat de economie bezig is om te imploderen. Tegelijkertijd moeten ze het spel dat alles geweldig is gewoon meespelen. Want wat is het alternatief? Later schetst Curtis hoe Vladislav Surkov, als rechterhand van de Russische president Poetin, doelbewust begint te morrelen aan het concept waarheid, zodat diezelfde gewone Russen nooit zeker kunnen weten wat waar is en wat niet. Een strategie die vervolgens in de Verenigde Staten wordt toegepast door presidentskandidaat Donald Trump, die eerder in deze film al is opgevoerd als een gemankeerde ondernemer die als geen ander de façade van succes weet op te houden. De politicus Trump verslaat zo de journalistiek, stelt Curtis, want hij maakt de waarheid waarnaar zij zoeken volstrekt irrelevant.

Het is de slotsom van een nauwelijks te reproduceren narratief waarin op de één of andere miraculeuze manier ook Prozac, zelfmoordaanslagen, de voormalige Syrische dictator Hafiz al-Assad, cyberspace, de therapeutische computer ELIZA en het steeds weer, al naar gelang de behoefte van het westen, rebranden van de Libische leider Muammar Gaddafi tot vrijheidsstrijder of superschurk nog zijn geïncorporeerd. Met de grandeur van een ziener die de wijsheid al een leven lang in pracht heeft – en die trouwens ook wel van een lekker tegendraads muziekje houdt – toont Adam Curtis zijn toehoorders en -schouwers hier de wereld op een manier waarop ze die vast nooit eerder hebben gezien en zonder hem ook nooit meer zullen zien.

Hidden Letters

Hu Xin / Cargo Film

Met de officiële opening van het Nushu Beijing International Culture Exchange Center is ‘Nushu’ daadwerkelijk erfgoed geworden. Duizenden jaren schreven Chinese vrouwen heimelijk hun zielenroerselen en ontberingen van zich af. Deze teksten, in een soort geheimtaal, belandden op waaiers en zakdoekjes, waren voor buitenstaanders nauwelijks toegankelijk en gingen doorgaans ook mee het graf in. Nu ‘de woorden van mieren’ een officieel thuis hebben gekregen, valt één ding op: tijdens de openingsceremonie staan er alleen mannen op het podium. En die vinden dat de nichecultuur nu maar eens goed moet worden vermarkt. Ze denken aan speciale smartphones of kwaliteitsaardappelen en overwegen samenwerking met Kentucky Fried Chicken.

Het is in elk geval níet belangrijk, zeggen de directeur van het centrum en een mannelijke medewerker zonder al te veel tact tegen hun twee vrouwelijke collega’s, dat Chinese vrouwen leren om Nushu te lezen of schrijven. Ze zijn immers geen liefdadigheidsinstelling. Het gesprek is exemplarisch voor hoe ideaal en praktijk met elkaar botsen in Hidden Letters (87 min.). Met de mond belijden die mannen soms nog wel dat het andere geslacht een volwaardige rol in de samenleving moet innemen, maar in de praktijk verwachten ze eigenlijk toch gewoon onderdanige types. Zoals de voormalige directeur van het Nushu Museum het uitdrukt: zolang vrouwen waarden als gehoorzaamheid, acceptatie en veerkracht in ere houden, gaat het goed met onze samenleving.

In deze gestileerde, met voorgelezen en -gezongen Nushu-teksten verrijkte film portretteren Violet Du Feng en Qing Zhao twee moderne Chinese vrouwen die zich bezighouden met het eeuwenoude vrouwelijke schrift. Hu Xin verzorgt rondleidingen in het aan Nushu gewijde museum in Jiangyong en treedt op in binnen- en buitenland. Na een ongelukkig huwelijk, waarbij haar ex-man duidelijk de broek aan had, woont ze tegelijkertijd ook weer in bij haar ouders en vraagt zich af wat haar maatschappelijke status eigenlijk heeft te betekenen. ‘Iedere vrouw droomt van een gelukkig gezin: haar eigen kind en een liefhebbende echtgenoot’, constateert ze somber. ‘Mijn prestaties maken me nog niet tot een goede vrouw.’

Hu Xin heeft een speciale relatie opgebouwd met een bejaarde Nushu-beoefenaar, He Yanxin. Met een ontwapenende glimlach spoort deze vertegenwoordiger van een eerdere generatie, die haar peren beslist heeft gezien in het leven en die dit altijd kwijt heeft gekund in persoonlijke en poëtische teksten, haar liefdevol aan om toch maar een vriend te gaan zoeken. Simu Wu, de andere hoofdpersoon van deze fraaie documentaire, staat op het punt om te trouwen en wil daarna liefst direct moeder worden. Haar verloofde benadrukt echter dat ze eerst een huis moeten gaan kopen. ‘Je moet de logica begrijpen’, doceert hij, alsof ze even op haar plek moet worden gezet. ‘Als jij eenmaal zwanger bent, komt mijn moeder helpen. Waar moet zij dan verblijven?’

En dus, begrijpt Simu Wu, moet werken nu voorop staan voor haar. Wat betekent dit dan voor haar grote passie Nushu? Manlief antwoordt bot: ‘Hoe kun je een hobby vergelijken met een echte baan?’ Het is, opnieuw, een treffende metafoor voor hoe lastig het is voor moderne vrouwen om hun weg te vinden in een land dat al sinds mensenheugenis achter hen aan hobbelt en dat die achterstand maar niet schijnt te kunnen of willen inlopen. Tegelijkertijd kunnen zij zich vasthouden aan de eeuwenoude Nushu-traditie, die inmiddels door menigeen op waarde wordt geschat en die ook zij wellicht weer verder kunnen brengen.

Branson

HBO Max

Die afscheidsboodschap, voor als het onverhoopt mis zou gaan, kost Richard Branson meerdere takes. Het is vrijdag 25 juni 2021. Over zestien dagen gaat hij de ruimte in. En de realisatie dat dit verkeerd kan aflopen hakt er toch in bij de Britse rasentrepreneur. Dat hij misschien afscheid moet nemen van de mensen die hem dierbaar zijn – of beter: dat zij afscheid moeten nemen van hem, de man die altijd en overal voor reuring zorgt.

Het is een treffende openingsscène voor de vierdelige serie Branson (251 min.): even een kwetsbare kant van de durfal die alles wat hij aanraakt in goud lijkt te veranderen. ‘Sir’ Richard Branson had ooit zijn eigen tijdschrift, begon het platenlabel Virgin Records, opende overal muziekwinkels, kocht een Caribisch eiland, startte een vliegmaatschappij, probeerde records te verbreken met zijn boot, werd ballonvaarder, kreeg gegijzelden vrij uit Irak, manifesteerde zich als klimaatactivist, richtte zijn eigen ruimtevaartmaatschappij Virgin Galactic op en wil daarmee nu, in 2021, de eerste beroemde rijkaard in de ruimte te worden, nét voor die andere miljardairs Jeff Bezos (Blue Origin) en Elon Musk (SpaceX).

Bransons kamerbrede glimlach verhult een slimme zakenman, handige verkoper en keiharde onderhandelaar, zeggen mensen die het kunnen weten in deze productie van Chris Smith (American Movie, The Yes Men en Jim & Andy: The Great Beyond). Daarin komen behalve medewerkers, (zaken)partners, journalisten en deskundigen op terreinen als ondernemerschap, (personal) branding en ruimtevaart ook zijn moeder, zussen, vrouw, dochter en zoon aan het woord. Als jongen met dyslexie uit een Brits upper class-milieu ontwikkelde Branson een enorme geldingsdrang. En energie had hij altijd al in overvloed. Volgens één van zijn zussen zou Richard als kind nu beslist met ADHD zijn gediagnosticeerd. Die heeft hem voortgedreven, van de ene naar de andere onbereikbare droom, die met het nodige kunst- en vliegwerk vaak tóch kon worden gerealiseerd.

In dit, ondanks de nodige kanttekeningen en kritische noten, overwegend positief ingestoken portret geeft Smith zijn hoofdpersoon, aan de vooravond van diens ongetwijfeld weer doldwaze ruimte-avonturen, de gelegenheid om de balans op te maken van die ruim zeventig jaar waarin grenzen er vooral waren om verlegd te worden, soms ook ten koste van de idealen die hij zegt aan te hangen of de mensen in zijn directe omgeving. Maar wat de tegenslag of weerstand ook is, Richard Branson ploegt, meestal best wel moedig, voorwaarts. Zodat hij weer ergens, bij de één of andere nieuwe mijlpaal, een smakelijk soundbite kan voeren aan de verzamelde pers – en daarmee aan de wereld die zich blijft vergapen aan al zijn strapatsen.

All The Beauty And The Bloodshed

Cinéart

Het is alsof Nan Goldins complete leven een aanloop is geweest naar haar huidige rol als Nemesis van de Amerikaanse familie Sackler. Die verdiende via het bedrijf Purdue Pharma miljarden dollars met de pijnstiller OxyContin, een medicijn dat zo verslavend bleek te zijn dat er in de Verenigde Staten een heuse Opioid Crisis ontstond. Die zou inmiddels in totaal zo’n half miljoen Amerikanen het leven hebben gekost. Intussen kochten de Sacklers zich met hun ‘bloedgeld’ in bij allerlei goede doelen en musea.

Nan Goldin, die na een turbulente jeugd als fotografe doorbrak met de intieme serie The Ballad Of Sexual Dependency, raakte in 2014 na een operatie zelf verslaafd aan de pijnmedicatie en wist drie jaar later na een overdosis slechts met heel veel moeite weer af te kicken. Sindsdien is ze één van de drijvende krachten van de actiegroep P.A.I.N. (Prediction Addiction Intervention Now). Met guerrilla-acties attaqueert deze groep specifiek de filantropie van de Sacklers, die zich nog altijd comfortabel in de hoogste kringen bewegen.

All The Beauty And The Bloodshed (117 min.), de documentaire die de fotografe maakte met regisseur Laura Poitras (My Country, My CountryThe Oath en Oscar-winnaar Citizenfour), valt in dat opzicht meteen met de deur in huis: The Sackler Wing van The Metropolitan Museum in New York wordt op 10 maart 2018 overgenomen door demonstranten onder leiding van Goldin die en masse pillenpotjes droppen en een ‘die-in’ organiseren, waarbij ze voor dood op de grond gaan liggen en onderwijl de leus ‘Sacklers lie, people die’ scanderen.

Zulke acties, waarmee de omstreden familie steeds verder in het nauw wordt gedreven, lopen als een rode draad door deze meeslepende documentaire, die er in september op het Filmfestival van Venetië zowaar met de Gouden Leeuw voor beste film vandoor ging. Patrick Radden Keefe, de auteur van de bestseller Empire Of Pain, geeft daarbij context over OxyContin en de agressieve marketing waarmee het middel door Purdue Pharma aan de man is gebracht, ook toen allang duidelijk was hoe verslavend ‘t was.

Dat klassieke Big Pharma-verhaal is door documentairemaker Alex Gibney al eens tot in detail opgetekend in The Crime Of The Century. Poitras verrijkt dit met enerverende protestacties en blikt parallel daaraan met Goldin terug op haar bijzonder turbulente leven, dat al heel vroeg ernstig werd ontregeld door de psychische problemen van haar zus Barbara en de inadequate reactie van haar ouders daarop. Zij zou al snel helemaal op drift raken. In fotografie – volgens Goldin een sublimatie van seks en meestal ook beter dan seks – vond ze uiteindelijk een uitweg.

De opwinding, hardheid en tristesse van dat leven, waarbij de AIDS-epidemie van de jaren tachtig en de bijbehorende Act Up-acties vormend blijken te zijn geweest, worden door Poitras verbonden aan Goldins activisme, dat haar leven extra scherpte en richting lijkt te hebben gegeven. Zo stuurt deze topdocu aan op een bijzonder geladen apotheose, waarin Nan Goldins P.A.I.N. daadwerkelijk vruchten begint af te werpen en zij zelf oog in oog komt te staan met enkele prominente leden van de gehate Sackler-familie.

Neymar: The Perfect Chaos

Netflix

Met allerlei mensen die vervelende dingen over mij zeggen, antwoordt Neymar zonder dralen. Regisseur David Charles Rodrigues heeft de voetballer zojuist gevraagd hoe hij zelf deze documentaireserie zou beginnen. Het is een treffend moment aan het begin van Neymar: The Perfect Chaos (164 min.). De Braziliaanse sterspeler realiseert zich dat de ‘haat’ die hem vanuit grote delen van de voetbalwereld ten deel valt niet kan ontbreken in een geloofwaardig portret. Tegelijkertijd wordt de bal daarvoor ondubbelzinnig bij hem – en niemand anders – neergelegd.

En inderdaad, in de driedelige serie wordt vervolgens getoond hoe hij steevast theatraal doorrolt na overtredingen – en hoe daar in de halve wereld weer de draak mee wordt gestoken. Ook is te zien hoe hij een tijdlang stelselmatig wordt beschimpt door de fans van zijn eigen club. En natuurlijk mag de breed in de pers uitgemeten beschuldiging van verkrachting, inclusief het filmpje waarmee dat zou worden bewezen, ook niet achterwege blijven. Waarbij Neymar en de zijnen vanzelfsprekend zijn onschuld bepleiten.

Zo tikt deze (auto)biografie alle welbekende pijnpunten in het leven van de flegmatieke aanvaller aan, inclusief zijn veelbesproken vertrek bij FC Barcelona, waarop zijn voormalige ploeggenoten Suárez en – vooral – Messi nog altijd erg zuinig reageren. Nieuwe inzichten levert het doorlopen van zijn carrière verder niet op. Wel enkele fraaie jeugdfilmpjes. Over zijn privéleven geeft de Braziliaan, die zich soms gewoon te midden van zijn vaste entourage aan vrienden laat interviewen, ook niet al te veel prijs. Al komt zijn hele familie, inclusief zijn inmiddels tienjarige zoon Davi Lucca, regelmatig langs.

Het interessantst wordt deze miniserie als ook Neymar Sr. in beeld komt. Vader leidt NR Sports, een bedrijf met ruim tweehonderd medewerkers dat de carrière en het imago van zijn zoon beheert. Zij hebben er gezamenlijk voor gezorgd dat Neymar Jr. een internationaal merk met meer dan tweehonderd miljoen volgers op social media werd. De relatie tussen vader en zoon is desondanks/daardoor afstandelijker geworden, aldus het merk zelf. Professioneel, in zijn woorden. En soms wordt de spanning tussen hen in deze serie echt zichtbaar.

Naarmate Neymar: The Perfect Chaos vordert, komt de nadruk echter steeds meer te liggen op de sportieve prestaties van de Braziliaanse sterspeler, die in de zomer van 2020 met Paris St. Germain opstoomt naar de finale van de Champions League. Dan wordt elke poging om dit portret nog van diepgang of een persoonlijke dimensie te voorzien terzijde geschoven, ten faveure van de gebruikelijke gezwollen wedstrijdimpressies, vergezeld van clichématige quotes van PSG’ers over de wil om te winnen, het belang van teamgeest en het drama dat verliezen heet.

Met die finale, nu toch alweer enkele Coronagolven en anderhalf voetbalseizoen geleden, wordt de serie naar een climax gebracht, waarna alleen nog een tamelijk zijig einde rest. Over de liefde voor de bal en hoe de held die bij kinderen uit zijn geboorteomgeving probeert te stimuleren. En daarmee laadt regisseur Rodrigues meteen de verdenking op zich dat het uiteindelijke doel van deze serie toch in het verlengde ligt van de missie van NR Sports, het bedrijf van de Neymarretjes.

One Man And His Shoes

Piece Of Magic

Wat valt er na de geweldige documentaireserie The Last Dance, die diep in de ziel van het Amerikaanse basketbal en zijn grootste ster kijkt, nog te vertellen over Michael Jordan? Nou, bijvoorbeeld dat hij na The Chicago Bulls ook het sportmerk Nike in de vaart der volkeren opstootte.

In One Man And His Shoes (83 min.), waarin die ene man zelf overigens schittert door afwezigheid, wordt dat verhaal uitgediept. Het besluit om van de jonge Jordan, die op dat moment nog nauwelijks wat heeft gepresteerd, het gezicht te maken van Nike wordt op het conto geschreven van scout Sonny Vaccaro. Hij ziet in het cocky talent een ‘crossover person’, een icoon in de dop dat zijn eigen prestaties, team en sport kan ontstijgen. ‘Give it to the kid’, zou Vaccaro hebben gezegd. En zo geschiedde.

De ontwikkeling en promotie van de ‘Air Jordan’-schoen in de jaren tachtig en negentig was op zichzelf ook revolutionair: met een uitgekiende marketingcampagne werd de teamsporter Michael Jordan in de markt gezet als een individuele topsporter, compleet met zijn eigen schoenenlijn en kekke Spike Lee-commercials. Die keuze zou een gouden zet blijken te zijn: Nike werd een toonaangevend sportmerk, Jordan liep helemaal binnen en sneakers groeiden uit tot een gigantische rage, die tot op de dag van vandaag nog altijd niet is uitgewoed.

Zo diepgravend en enerverend als The Last Dance wordt deze aardige bijsluiter van Yemi Bamiro (natuurlijk) nooit, maar One Man And His Shoes brengt met ingewijden als voormalig Jordan-manager David Falk, sportschrijver Scoop Jackson, NBA-bobo David Stern en een hele sloot marketeers wel degelijk een belangrijk scharnierpunt in de Amerikaanse sportmarketing in kaart. Toen een doodgewone sportschoen het statussymbool voor een complete generatie werd.

The Century Of The Self


Voor Adam Curtis zijn documentaires een soort hoorcolleges. Waarbij hij zelf als alwetende verteller niets minder dan ‘de wereld’ doceert. De documentairemaker als bevlogen leraar, aan wiens lippen we – of we nu willen of niet – blijven hangen.

Een controversiële leraar, dat wel. Met een geheel eigen kijk op de mens en zijn wereld en geschiedenis. Die hij ons met dwingende stem en (die verzin ik er nu even bij) priemende ogen oplegt. Hij ondersteunt zijn betoog bovendien met een overdonderende collage van (archief)beelden. Opdat wij nooit zullen vergeten.

Dat uitgangspunt heeft al een hele zwik intrigerende televisiedocumentaires opgeleverd, waarbij het nog een hele opgave is om te reproduceren waarover ze précies gaan. The Century Of The Self (234 min.), een essay in vier delen uit 2002, verbindt in elk geval de theorieën van Sigmund Freud over het onderbewuste met het gedachtengoed van zijn neef Edward Bernays, de aartsvader van de Public Relations en propaganda.

Dat heeft volgens Curtis niet alleen geleid tot businessmodellen die de mens via zijn onderbewuste stelselmatig uitbuiten, maar ook tot een fnuikend maatschappijmodel waarbinnen de elite, een terugkerend thema in het omvangrijke oeuvre van de Britse regisseur, het volk nét iets te gemakkelijk onder de duim kan houden. Geloof ik.

Als documentaires tot (kritisch) nadenken moeten aanzetten, dan is Adam Curtis de ultieme documentairemaker. Geen brug is hem te ver; van de paralellen tussen het Amerikaanse neoconservatisme en moslimfundamentalisme (The Power Of Nightmares) tot de alternatieve realiteit die hedendaagse machthebbers creëren om controle te houden (zijn nieuwste film HyperNormalisation).

Op het YouTube-account van Adam Curtis zijn deze en nog een aantal andere films van hem te bekijken. Ter leering ende vermaeck.