Jan Brokken Zijn Oorlog

Max

De Nederlandse schrijver Jan Brokken was een buitenbeentje in zijn eigen gezin. Hij, de jongste van drie kinderen, had als enige nooit in Nederlands Indië gewoond. Zijn ouders Han en Olga waren in de jaren dertig naar de Nederlandse kolonie vertrokken, hadden daar Brokkens oudere broers Boris en Michiel gekregen en waren vervolgens alle vier in een Jappenkamp beland. Eenmaal terug in Nederland werd de benjamin Jan geboren, een jongen zonder Indisch verleden. En toch zouden die oorlogstrauma’s ook in zijn leven een belangrijke rol gaan spelen.

Dit is het verhaal van Jan Brokken Zijn Oorlog (55 min.), verteld door de schrijver zelf en vastgelegd door regisseur Nathalie Toisuta. De documentaire bevat tevens de nodige voorgelezen fragmenten uit de drie boeken die Brokken schreef over de Indische geschiedenis van zijn familie: Mijn Kleine Waanzin (2004), De Tuinen Van Buitenzorg (2021) en De Kampschilders (2022). Deze Indië-trilogie kon hij overigens pas voltooien toen alle andere gezinsleden waren overleden. De achterstand die Jan had opgelopen, was tegelijkertijd niet meer in te halen.

In deze reisfilm loopt Jan Brokken, veelal in zijn eentje en begeleid door een weelderige soundtrack, in Indonesië door het schuldige landschap, dat door Toisuta, met veel gebruik van droneshots, bijna idyllisch is vereeuwigd. Tot ontmoetingen met gewone Indonesiërs komt het nauwelijks. Zij worden nooit meer dan decorstukken in het relaas van de schrijver, dat wel wordt geïllustreerd met familiefoto’s en ander archiefmateriaal over Nederlands Indië. Verder zijn het Brokkens woorden, met een zeker gewicht uitgesproken of voorgelezen, die ’t moeten doen.

Lang was er volgens de schrijver weinig begrip voor het leed dat de Nederlanders aan dat andere front van de Tweede Wereldoorlog moesten doorstaan en dat in het gezin Brokken, inmiddels neergestreken in het Zuid-Hollandse dorp Rhoon, nog decennia zou doorwerken in de vorm van psychische en lichamelijke kwalen en drankmisbruik. Alsof ze daar in een soort vakantiekamp hadden gezeten! Via zijn eigen familiegeschiedenis vraagt hij nu nog eens nadrukkelijk aandacht voor dit belangrijke hoofdstuk uit Neerlands koloniale historie, dat de afgelopen jaren weer vol in de belangstelling staat.

Heysel 1985: Dans L’Enfer De La Foule

RTBF

Van de beoogde hoofrolspelers worden Liverpool-icoon Kenny Dalglish en Juventus-ster Michel Platini gedegradeerd tot onbeduidende figuranten. Wat een zinderende finale van de Europa Cup I, de voorloper van de Champions League, had moeten worden, wordt op 29 mei 1985 een ongekende veldslag in het Heizelstadion te Brussel.

En dan niet tussen de elftallen van de twee voetbalgrootmachten, maar tussen hun supporters. Het zogenaamde Heizeldrama. Ruim voor aanvang van de wedstrijd vallen Engelse hooligans hun Italiaanse opponenten aan. Zij richten een bloedbad aan in het verouderde stadion: 39 doden, vooral Italianen, en dan nog ruim zeshonderd gewonden.

In Heysel 1985: Dans L’Enfer De La Foule (84 min.) reconstrueren Christophe Hermans en Boris Tilquin (Merckx) deze zwarte bladzijde uit de voetbalgeschiedenis met een aantal direct betrokkenen: Juve-supporter Giovanni Costacurta, de (veroordeelde) Liverpool-fan Terry Wilson, Belgische politieagenten en enkele journalisten.

Hun verhalen worden gestut met beelden van de immense chaos op deze tragische dag. Terwijl er massale rellen uitbreken, supporters op de vlucht slaan en de politie te paard toesnelt om de wapenstok ter hand te nemen, meldt een mededelingenbord doodleuk: ‘UEFA and the Belgian F.A. wish you a hearty welcome in the Heizelstadium.’

Veertig jaar na dato doen de beelden van het Heizeldrama, dat zich voor het oog van de camera opnieuw ontvouwt, denken aan taferelen die we kennen uit oorlogsgebied: angstige of gewonde mensen vluchten in blinde paniek weg. Hulpverleners proberen te redden wat er te redden valt. Intussen worden er levenloze lichamen afgevoerd.

En daarna wordt er, om verdere ellende te voorkomen, gewoon afgetrapt. De Franse ster Platini zal de wedstrijd alsnog in het voordeel van Juventus beslissen. Over die Cup-winst blijft echter altijd een grauwsluier hangen. Van een bezoedelde overwinning in een wedstrijd die nooit meer gespeeld had mogen worden – ook al is voetbal dan oorlog.

De Duitse televisie weigert in elk geval om de finale uit te zenden, tonen Hermans en Tilquin. Dat geeft geen pas. En daarna laten ze zien hoe Juventus-tifosi desondanks ongegeneerd de overwinning vieren. Het gênante tafereel wordt gevolgd door uitsluiting van Britse teams aan Europese toernooien én de zoektocht naar de verantwoordelijken.

‘Gedurende het ganse proces had ik de vraag: ben ik nu schuldig of ben ik alleen maar verantwoordelijk?’ zegt Rijkswachtkapitein Johan Mahieu, die belast was met de beveiliging. Hij krijgt een voorwaardelijke straf opgelegd voor zijn aandeel in het Heizeldrama. ‘Ik heb mij nooit schuldig gevoeld, ik heb mij wel verantwoordelijk gevoeld.’

Als deze donkere dag voor het Europese voetbal helemaal is afgewikkeld, volgt nog geen vier jaar later een nieuw dieptepunt in de Liverpool-historie: Hillsborough.

Trailer Heysel 1985: Dans L’Enfer De La Foule

De Smartphone-loze Mens

Human

Hij bestaat! Hij is onlangs in levende lijve aangetroffen. Sterker: hij bleek toen bereid om voor de camera te verschijnen. Milou Gevers mocht ‘m zelfs enkele vragen stellen: De Smartphone-loze Mens (14 min.).

In de enorme digitale kudde was de Nederlandse documentairemaakster, voor deze speelse korte documentaire, op zoek gegaan naar exemplaren van ‘een bijna uitgestorven soort’. Ze trof die zowaar in het wild aan – en bereid om te praten. Zonder meel in de mond of al te tevreden over zichzelf.

Even voor de helderheid: de drie paradijsvogels die Gevers uiteindelijk heeft weten te vangen, hebben wel degelijk een telefoon. Die gebruiken ze alleen – tromgeroffel, doodse stilte, klaroengeschal – om te bellen. En, vooruit, om te sms’en, pixelige foto’s te maken of een spelletje te doen. Snake, om precies te zijn.

Milou Gevers kan haar verbazing, zo te horen, nauwelijks onderdrukken. Ze laaft zich aan de wijze woorden van deze ‘Boris’, ‘Floor’ en ‘Carlijn’, lardeert hun bespiegelingen met pixelige beelden en volgt hen ook in het wild, terwijl ze zich staande houden tussen Smartphoners, met hun kenmerkende ‘technek’.

Als bijzondere exemplaren van de menselijke soort wilden zij niet langer als digitale tot slaaf gemaakten door het leven gaan – of ze verkiezen het échte contact, met Smartphoners én Smartphone-lozen. En de praktische complicaties van het smartphone-loze bestaan nemen ze gewoon, dapper als ze zijn, op de koop toe.

Gevers heeft haar antropologische onderzoek gestut met een lekker melige soundtrack, die het relaas van deze bedreigde menssoort toch nog een luchtige toets geeft. Want uiteindelijk wacht ook hen het lot van de vinylliefhebber, oldtimerfreak en voetbalromanticus: gedoemd om ooit weer cool te worden.

Merckx

Gusto Entertainment

‘Op de fiets was hij net als zijn vader Jules: serieus, koppig en vasthoudend’, vertelt wielerjournalist Rodrigo Beenkens in deze archieffilm over de grootste wielrenner aller tijden. ‘Maar eenmaal van de fiets af was hij net als zijn moeder Jenny: emotioneel, melancholiek en vrijgevig. De ambivalentie van Eddy Merckx.’

In de documentaire Merckx (83 min.) richten Christophe Hermans en Boris Tilquin zich op de hoogtijdagen van de Belgische wielrenner die, bijvoorbeeld, vijf keer de Tour de France won, eveneens vijfmaal zegevierde in de Ronde van Italië, de Vuelta één keer won en nog eens drie keer wereldkampioen werd. Tussendoor schreef hij ook nog zo ongeveer alle wielerklassiekers op zijn naam. Nee, voor andere wielrenners was er van pakweg 1967 tot 1975 doorgaans héél weinig aan.

Eddy Merckx was een echte vechter die nooit van opgeven wilde weten, stelt zijn Nederlandse coureur Joop Zoetemelk, die mede door de verrichtingen van zijn Belgische rivaal de bijnaam ‘de eeuwige tweede’ verwierf. Verder komen in deze documentaire ook Merckx’s zus Micheline en broer Michel, zijn biograaf Johny Vansevenant, soigneur Guillaume Michiels en zijn concurrenten Jan Janssen, Felice Gimondi, Lucien van Impe, Cyrille Guimard en Bernard Thévenet aan het woord.

Zij blijven buiten beeld. En ook in het fraaie archiefmateriaal is vooral Eddy Merckx zelf te zien: demarrerend, terughalend, klimmend, tijdrijdend en sprintend. Winnend, dat vooral. Een tijd was hij de wielervariant op Duitsland in de boutade ‘voetbal is een eenvoudig spelletje, waarbij 22 mannen negentig minuten achter een bal aanrennen en op het einde Duitsland altijd wint’. Iedere coureur reed zich het snot voor ogen en moest daarna aanzien hoe hij toch weer als eerste de meet passeerde.

De Merckx van na de finish, toen hij zijn fiets definitief in het vet had gezet, bestaat in deze film niet. En zijn jeugd, met een moeder die in eerste instantie weinig fiducie had in de wielercarrière van haar kind en een vader die hardhandig ingreep als het joch weer eens nauwelijks te hanteren was, wordt in tamelijk ruwe pennenstreken afgedaan. Heden ten dage zou Eddy waarschijnlijk met ADHD worden gediagnosticeerd, toentertijd probeerden ze hem gewoon in het gareel te houden.

Hoe hij daar zelf naar kijkt, daarnaar blijft ’t overigens gissen in deze film. De man zelf – en ook zijn echtgenote Claudine, eerder wel prominent aanwezig in Joël Santoni’s Eddy Merckx: La Course En Tête uit 1973 – komen alleen aan bod in archiefinterviews en -reportages. Eddy mag eeuwig jong blijven, de man die Vlamingen en Walen voor de verandering eens trots maakte dat ze Belg waren – al werden wielerfans van buiten de landsgrenzen allengs strontziek van Merckx’s dominantie.

De bijnaam ‘De Kannibaal’ geldt als een weerslag van die weerzin. Merckx was er zelf naar verluidt niet blij mee. Bij de Tour de France van 1975 zou hij de eerste renner in de geschiedenis gaan worden die de ronde zes keer had gewonnen. Een chauvinistische Franse fan kon dat echter niet verkroppen en bracht de Belgische favoriet een slag toe. Merckx reed zich daarna volgens eigen zeggen helemaal kapot. Hij heeft na deze tour ook nauwelijks nog een overwinning van betekenis geboekt. 

Een geboren winnaar was een gewezen winnaar geworden – en Eddy, die enigszins verlegen Belgische jongen, niet langer Merckx, de beste wielrenner van zijn (en wellicht elke) tijd.

Churchill At War

Netflix

Zoals ze daar zitten, gebroederlijk naast elkaar op twee stoeltjes in Casablanca, lijken ‘t heel even twee heel gewone oude mannetjes, vrienden voor het leven wellicht, die samen genieten van het zonnetje. In werkelijkheid gaat ’t om twee beeldbepalende leiders uit lang vervlogen tijden, voor de gelegenheid ingekleurd. Om hen van de twintigste eeuw, waarin ze allebei een prominente rol speelden, naar de éénentwintigste te tillen. De één zit er breed glimlachend bij, ogenschijnlijk een gulle politicus. De ander kijkt enigszins zuinig, het toonbeeld van de onverzettelijke leider.

De Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt en Britse premier Winston Churchill hebben elkaar, na even zoeken, gevonden in hun strijd tegen nazi-Duitsland en Japan. Er is zowaar iets van vriendschap ontstaan, betogen enkele historici in Churchill At War (235 min.). Die krijgt echter al snel een serieuze knauw als de Russische leider Stalin zich tijdens een volgende top in Teheran bij het duo voegt en de leider van het grote Britse rijk het mikpunt van spot wordt. Daar, in die ‘schoolpleindynamiek’ van 1943, wordt al de basis gelegd voor de naoorlogse wereld en de Koude Oorlog.

Zulke sfeertekeningen behoren tot de pluspunten van deze vierdelige historische serie, waarin regisseur Malcolm Venville traditionele documentaire-elementen zoals authentiek (hoewel dus ingekleurd) archiefmateriaal en commentaar daarbij van bekende historici zoals Douglas Brinkley, Dan Snow en Jon Meacham, Churchills kleindochter Emma Soames en de prominenten Boris Johnson, George W. Bush en David Petraeus ‘verrijkt’ met uitgebreide gedramatiseerde scènes, waarin de Britse acteur Christian McKay het larger than life-personage Winston Churchill vertolkt.

En daar, bij die combinatie van non-fictie en fictie, wringt ’t ook meteen. Want die twee komen, zoals wel vaker, slechts zelden geloofwaardig bij elkaar. De Churchill van McKay blijft te allen tijde een rol. Ook doordat hij, samen met Venville, soms echt het clichébeeld van de man opzoekt: de moeilijk kijkende bullebak, met z’n hoed, vlinderstrik en die eeuwige sigaar, die regelmatig onbehouwen uit de hoek komt, maar ‘t eigenlijk niet zo slecht meent en ‘t in elk geval als beste weet. Het is de Winston Churchill die al in talloze dramaproducties is opgetekend. Meer icoon dan mens.

Uit ‘s mans nalatenschap zijn bovendien vijf miljoen gepubliceerde en zes miljoen uitgesproken woorden gedestilleerd, meldt Churchill At War bij aanvang trots. Die hebben, zo nodig met kunstmatige intelligentie omgezet in audio, hun weg gevonden naar een narratief over een geboren leider met een vooruitziende blik: hij herkende al heel vroeg het gevaar van Adolf Hitler, muntte de term ‘Het IJzeren Gordijn’ en had wellicht zelfs voorzien, of erop gespeculeerd, dat hij zelf postuum alleen nog maar aan belang zou winnen.

2073

Neon

2073 wordt een ongelooflijk teringjaar. Daar was 1984 nog helemaal niets bij. Of, nu ik er toch over nadenk: 1933. In 2073 (85 min.) hebben de Verenigde Staten wel iets te vieren: partijvoorzitter Trump is dan dertig jaar aan de macht. Ivanka, bedoel ik. Dat zou trouwens ook een reden kunnen zijn om – als ik deze, ahum, hybride van sciencefiction en docu mag geloven – je kop door een muur te beuken en hem daarna af te hakken.

Kijk maar naar die vrouw met de Spartaanse coupe, die me echt aan Samantha Morton doet denken. Uit Minority Report, weet je wel. Ook al zo’n – ik moet even kijken hoe ik dit spel – dystopie. Zie hoe ongelukkig ze uit haar ogen kijkt. Zou ik overigens ook doen. Alles lijkt kapot, het is er pikkedonker en er is nauwelijks een ander mens te zien. Geen wereld om naar te verlangen, zou ik zo op z’n janboerenfluitjes zeggen.

Dat ‘t mis zou lopen – in 2036, bij het één of andere apocalyptische ‘event’, zo heb ik me laten vertellen – kon je zien aankomen. Positief bekeken: dan hebben we nog een jaar of twaalf om er een nog veel grotere janboel van te maken. Tell it against them, Asif. Kapadia, bedoel ik. Van Senna, Amy en Diego Maradona. Aan het eind van hun tunnel zag ie nog wel licht – ook al is dat bij alle drie inmiddels lang en breed uitgedoofd.

Duterte, Modi, Johnson en Trump zijn natuurlijk ongelooflijke klootzakken. Maar de echte linkmiegels heten Zuckerberg, Bezos en Musk. Nou vergeet ik bijna Peter Thiel. En dat is precies zijn bedoeling. Deze libertariër trekt het liefst achter de schermen aan de touwtjes. Zodat hij en die andere autistische überegoïsten al het geld en de macht krijgen – en de rest, wij dus, helemaal niets. Survival of the richest, volgens Asif.

‘Ze’ houden ons graag continu in de gaten. Zodat je geen stap verkeerd kunt zetten. En zij bepalen dus wat verkeerd is, gesnopen? En als er nog iets van levensplezier over is, knijpt artificial intelligence – tis en blijft Tegenlicht voor dummies, in een afgekeurd Philip K. Dick-verhaal – dat laatste beetje er ook nog wel uit. De aarde gaat trouwens toch naar de ratsmodee. Dus al het voorgaande doet er in wezen ook niet toe, toch?

Sorry, nou heb ik alles eigenlijk al verraden.

The Rise And Fall Of Boris Johnson

Channel 4

Het verhaal is bekend. Aan de vooravond van het referendum van 23 juni 2016, waarbij wordt bepaald of Groot-Brittannië in de Europese unie moet blijven, schrijft Boris Johnson twee columns: eentje om te pleiten voor een Verenigd Koninkrijk binnen Europa en een andere waarin hij zich sterk maakt voor Brexit. En geen mens weet welke kant hij zal opgaan. Het vervolg is al even bekend: het kopstuk van de Conservative Party pleit uiteindelijk voor vertrek en geeft de hoog oplopende maatschappelijke discussie zo misschien wel een beslissende zet. Met een minimale meerderheid zegeviert het Leave-kamp – en kandideert Boris Johnson zich nóg nadrukkelijker als partijleider van de Tories en prime minister.

Het is Johnson ten voeten uit: een berekenende politicus, met het imago van een losbol. ‘Hij was er zeer op gespitst dat ik zijn leven zou optekenen’, vertelt Johnsons biograaf Andrew Gimson bij de start van The Rise And Fall Of Boris Johnson (207 min.), een puike vierdelige docuserie van Barry Ronan. ‘En toen kreeg hij toch last van koudwatervrees en vroeg me hoeveel ik betaald zou worden voor dit boek. Dat wilde ik hem niet zeggen. Het ging om een bescheiden bedrag. En toen probeerde hij me uit te kopen. Elke keer dat ik hem ontmoette, bood hij me meer geld om dat boek niet te schrijven. Als het een boek is waarin ik er flink doorheen word gehaald, zei hij, kan ik dat best hebben. Niets is echter zo beschadigend als een boek waarin de waarheid wordt verteld.’

Gimson probeert een enigszins zelfvoldane glimlach te verbergen. De biograaf realiseert zich dat zijn anekdote een wezenlijk kenmerk van de hoofdpersoon blootlegt: Boris Johnsons problematische verhouding tot de waarheid. Als journalist, die vanuit Brussel regelmatig deels verzonnen stukken over Europa publiceerde, huldigde hij al het uitgangspunt dat je een goed verhaal niet moet dood checken. En als politicus is hij geen haar beter, toont deze boeiende miniserie nog maar eens ten overvloede aan. Met vrienden, collega’s, medewerkers, politieke tegenstanders én Petronella Wyatt en Jennifer Arcuri – vrouwen met wie hij buitenechtelijke affaires had – probeert Ronan vat te krijgen op de man die z’n eigen personage werd, BoJo.

Verteller Kate Fleetwood legt intussen gedurig verbanden tussen het heden en verleden van de Brit die zowel ‘de machtigste leugenaar uit de geschiedenis’ als een verlegen en eenzaam joch wordt genoemd. Terwijl Boris zichzelf na Brexit slinks richting het premierschap manoeuvreert, maakt deze serie uitstapjes naar het getroebleerde gezin Johnson, zijn studie in Oxford (waar hij belangrijke medestanders en rivalen zoals David Cameron en Michael Gove leerde kennen) en z’n relationele leven, waarin hij ’t dus niet altijd even nauw nam met de huwelijkse trouw. Zo ontstaat een gelaagd portret van een gecompliceerde man, die zich niet laat vangen in het overbekende clichébeeld van de elitejongen, die zich heeft vermomd als een man van het volk.

‘Ik zou heel graag eens in het hoofd van Boris Johnson willen kijken en zien wat ik dan tegenkom’, zegt voormalig Labour-leider Jeremy Corbyn over zijn politieke tegenstander, die zich na Brexit steeds nadrukkelijker begon te manifesteren als een Britse evenknie van Donald Trump en net als de Amerikaanse president in ernstige politieke problemen zou komen door de Coronacrisis. ‘Want ik denk dat er een heel intelligente, calculerende persoon inzit, die zich het imago heeft aangemeten van iemand die het tegendeel daarvan is.’

Putin And The West: At War

Alamy / VPRO

Ruim twee jaar na dato is de Russische invasie van Oekraïne inmiddels op alle mogelijke manieren in beeld gebracht in documentaires. Van de gevolgen op de grond voor de Oekraïense burgerbevolking in ooggetuigenverslagen zoals Mariupol: The People’s Story20 Days In Mariupol en de Nederlandse productie Eddy’s Oorlog tot de diplomatieke schermutselingen van westerse mogendheden met Rusland voor aanvang van die oorlog in Un President, l’Europe Et La Guerre, waarin de Franse president Macron alles op alles zet om zijn Russische ambtsgenoot Vladimir Poetin van gedachten te doen veranderen, en de gezaghebbende miniserie Putin And The West, die Poetins betrokkenheid bij de oorlog in Syrië en de jarenlange aanloop naar ’s mans aanval op z’n buurland Oekraïne vanuit allerlei verschillende gezichtspunten belicht.

Het tweeluik Putin And The West: At War (118 min.), eveneens van regisseur Tim Stirzaker (Trump Takes On The World) en het gereputeerde Britse productiehuis Brook Lapping, gaat verder waar die laatste productie eindigde. Als Poetin zijn troepen op 23 februari 2022 richting de Oekraïense grens heeft gedirigeerd. De invasie wordt nota bene opgestart als de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties net bijeen is en veroorzaakt alom ontzetting: er komt dus daadwerkelijk weer oorlog in Europa. Stirzaker probeert de verwikkelingen in het navolgende jaar in kaart te brengen met een indrukwekkende rij politici en topdiplomaten, waaronder de Oekraïense president Zelensky, de regeringsleiders van Groot-Brittannië, Senegal, Indonesië, Finland en Zweden, NAVO-secretaris-generaal Stoltenberg, VN-secretaris-generaal Guterres, voorzitter Michel van de Europese Raad, de Chinese hoogleraar Xiang Lanxin en enkele topfunctionarissen uit de regering van de Amerikaanse president Biden.

Samen met een aantal ministers van Buitenlandse zaken, ministers van Defensie en VN-ambassadeurs schetsen zij de diplomatieke achterkant van de Russische inval: hoe de belangrijkste westerse landen alles in het werk stellen om de oorlog niet verder te laten escaleren en tegelijk Poetin tot de orde proberen te roepen, Oekraïne moeten beschermen en China en Afrikaanse landen niet van zich willen vervreemden. Deze veelheid aan belangen, die regelmatig met elkaar conflicteren, zorgt voor druk op de onderlinge verhoudingen, versterkt ook de behoefte om de NAVO te versterken en uit te breiden met landen als Zweden en Finland en zorgt bovendien in grote delen van de wereld voor zorgen over de voedselproductie. Zou deze oorlog tot grote tekorten elders op aarde kunnen leiden? Ook het Russische perspectief op al deze onderwerpen ontbreekt niet, met bijdragen van VN-ambassadeur Vasili Nebenzja en Andrea Kelin, de Russische ambassadeur in het Verenigd Koninkrijk.

Net als in de echte wereld leidt dit ook in deze tweedelige documentaire soms tot bijna absurde taferelen. Als president Zelensky begin april 2022 bijvoorbeeld een video van Russische oorlogsmisdaden heeft laten zien bij de VN-veiligheidsraad, zegt Valentin Rybakov, de VN-ambassadeur van Ruslands bondgenoot Wit-Rusland: ‘Je moet zeker weten dat dit geen nep is, want ik heb video’s gezien met dezelfde doden die opstaan en een sigaretje gaan roken en dan weer gaan liggen alsof ze dood zijn. In deze informatieoorlog weet je het nooit honderd procent zeker.’ Zoals de waard is, denkt een buitenstaander daarbij vrijwel automatisch, vertrouwt ie z’n gasten. Tegelijkertijd heeft elke spreker in dit tweeluik natuurlijk z’n eigen agenda, binnen een wereldwijd conflict dat nog altijd ongenadig voortwoekert en dat hier alvast met potlood is opgetekend door een aantal hoofdrolspelers en belangrijke bijfiguren.

Putin’s Shadow War

VPRO

De ontwikkelingen aan het front in Oekraïne zijn voor de hele wereld zichtbaar. Daarachter wordt echter nog een andere oorlog gevoerd. Met spionnen, saboteurs, geheimagenten, trollen en buitenlandse actoren. Een select gezelschap van Scandinavische onderzoeksjournalisten probeert in Putin’s Shadow War (oorspronkelijke titel: Skyggekrigen, 157 min.) de vinger te krijgen achter Ruslands inspanningen om het westen in het geniep te peilen, destabiliseren en attaqueren.

Zo stuiten ze in deze collageachtige driedelige serie van Boris Bertram op Russische marineschepen die zich stiekem bezighouden met onderwatersurveillance. De Admiral Vladimirsky probeert bijvoorbeeld de energie-infrastructuur van enkele Europese landen, waaronder windmolenparken op zee, in kaart te brengen. Zodat die, als de situatie erom vraagt in de ogen van de Russische president Vladimir Poetin, vermoedelijk direct buiten werking kunnen worden gesteld.

Andere leden van het team onderzoeken Russische diplomaten die in het westen spioneren. ‘Spionage is de belangrijkste bijdrage aan de wereldvrede’, heeft voormalig Poetin-adviseur Sergei Markov daarvoor een wel heel opmerkelijke verklaring. ‘Veel oorlogen ontstaan omdat regeringen informatie missen over andere, hen niet vriendelijk gezinde landen en het gevaar daarvan dan overschatten.’ Een geïnformeerd land is minder bang. ‘Er is een Russisch gezegde: angst heeft grote ogen.’

Verder is er een rechtszaak rond industriële spionage bij Volvo en Scania. Yevgeny Umerenko, een Russische geheimagent met een diplomatieke status, zou een Zweedse medewerker met financiële problemen hebben geworven om informatie over de zelfrijdende auto  te stelen. ‘Het is onze inschatting dat deze informatie kan worden ingezet voor militaire doeleinden’, zegt Daniel Stenling, hoofd van de afdeling contraspionage van de Zweedse geheime dienst daarover.

En dan is er, natuurlijk, de sabotage van de Nord Stream-gasleidingen in het najaar van 2022. ‘Oh, fuck’, verzucht journalist Niels Fastrup tijdens een gespannen meeting, als ze via het Deense ministerie van Defensie beelden van ‘een vulkaan op zee’ krijgen toegespeeld. ‘Dit ziet er echt uit als oorlog.’ Er lijkt sprake van onderwaterexplosies. ‘Zoiets als dit is er nog nooit gebeurd in de tijd dat ik leef’, reageert Fastrup ontzet. Het is een geladen moment, dat de ernst van de situatie onderstreept.

Zo kijkt deze miniserie over de schouder mee als het team van journalisten onderzoek doet, (geanonimiseerde) bronnen uit de schimmige wereld van de internationale spionage bevraagt of zelf ter plaatse poolshoogte gaat nemen – en dan bijvoorbeeld tegenover Russische scheepslui met een doorgeladen wapen komt te staan. Daarbij begeven ze zich op onbekend terrein, met hulp van bronnen en organisaties met eigen belangen, zoals het Dossier Center van Poetins vijand Mikhail Khodorkovsky.

Het is oorlogsverslaggeving 2.0. Van een strategische strijd die veelal buiten het blikveld van de wereld en, soms letterlijk, in het duister wordt uitgevochten. Of vanuit ambassades, in trollenfabrieken en op al dan niet door Rusland georganiseerde nepdemonstraties. Waarbij niets is wat het lijkt. En elke keuze – identiteit en gezichten van Russische geheimagenten openbaren of niet bijvoorbeeld? – ook weer een rol kan spelen in de spionageoorlog tussen Rusland en z’n opponenten.

Putin’s Shadow War is hier te bekijken.

Boom! Boom! The World vs. Boris Becker

Apple TV+

Twee keer heeft Alex Gibney de voormalige toptennisser Boris Becker gesproken voor dit portret, vertelt hij aan het begin van Boom! Boom! The World vs. Boris Becker (212 min.): in 2019, op 51-jarige leeftijd, als de drievoudige Wimbledon-winnaar net vanwege mogelijke fraude in het vizier van justitie is gekomen. En drie jaar later, in het voorjaar van 2022, enkele dagen voordat hij daadwerkelijk de gevangenis in moet. Ze ogen als twee verschillende mensen: een goed geconserveerde charmeur versus een gebroken mens, een oudere man ineens, met waterige ogen, die maar niet kan begrijpen wat hem is overkomen.

De eerste Boris Becker heeft duidelijk de overhand in het eerste deel van deze tweedelige documentaire, waarin Alex Gibney de start van zijn carrière doorlicht. Van zijn eerste overwinning op Wimbledon in 1985 als zeventienjarige serve & volley-speler tot het moment dat hij de nummer 1-positie op de wereldranglijst claimt, na een heroïsche overwinning op Ivan Lendl tijdens de Australian Open van 1991. Behalve de voormalige tennistopper komen daarbij ook Beckers ex-vrouw Barbara, legendarische manager Ion Tiriac en opponenten als Björn Borg, John McEnroe en Mats Wilander aan het woord – ook over de sport tennis zelf, een grote liefde van Gibney.

De eerste helft van deel 2 benut hij voor de nazomer en herfst van Beckers carrière, waarin hij er een sport van maakt om overwinningen voor de poorten van de hel weg te slepen. Die wedstrijden worden door Alex Gibney, met behulp van een zeer uitgesproken soundtrack, weergegeven als shootouts in een spaghettiwestern. Wanneer de situatie hopeloos lijkt, haalt Boom Boom Boris het allerbeste in zichzelf naar boven. De filmmaker ziet er een metafoor in voor het leven van zijn protagonist. Eerst laat hij de boel volledig ontsporen, om de zaak daarna alsnog vlot te trekken en als een Houdini te ontsnappen – of er op zijn minst een goed verhaal aan over te houden.

Want Alex Gibney herkent ook de verhalenverteller in Boris Becker: een man die zijn eigen versie van de waarheid liever niet dood checkt. Dat doet Gibney dus voor hem: met een voice-over grijpt hij enkele keren in na een interviewfragment en meldt dan dat wat zijn hoofdpersoon hem zojuist heeft verteld wellicht toch nét iets anders ligt. Het is een betwistbare werkwijze – reparatie in de montage in plaats van directe confrontatie – van een verhalenverteller die er een specialiteit van heeft gemaakt om omstreden persoonlijkheden te portretteren (Julian Assange, Lance Armstrong en Elizabeth Holmes) en daarbij niet schroomt om ze zo nodig ook te ontmaskeren.

Het laatste uur van zijn tweeluik reserveert Gibney voor Beckers leven ná de sport, het beruchte zwarte gat, waarin hij nog een periode coach is van Novak Djokovich (die zich hier lovend over hem uitlaat) en verder vooral ernstig boven zijn stand leeft.  Zo manoeuvreert hij zich steeds nadrukkelijker in de problemen én in de Duitse Boulevardbladen. Want over drie dingen raakt het land volgens de übercelebrity nooit uitgepraat: Adolf Hitler, de hereniging van Oost- en West-Duitsland én Boris Becker. Als de problemen hem boven het hoofd groeien, meldt ook Boris 2 zich weer, ontzet over hoe het leven hem nu kansloos achter volstrekt onmogelijke ballen aan laat rennen. 

Een roemloze nederlaag lijkt onvermijdelijk, waarbij Alex Gibney zich ook steeds vaker opstelt als geduchte tegenstander, met bovendien een bijzonder gevaarlijk wapen: die venijnige voice-over waarmee hij zijn hoofdpersoon rücksichtslos kan fileren. Daarmee licht hij ditmaal met name Beckers financiële bokkensprongen kritisch door. Tot een totaal demasqué van de Bekende Duitser leidt dit niet. Boom! Boom! is krachtiger als psychologisch portret van een begenadigde tennisser – en daarmee van het wezen van een sport, die twee mensen fysiek en psychologisch volledig tegen elkaar uitspeelt. Totdat één van beiden omvalt.

In dat spel is en blijft Becker een nooit te onderschatten opponent. Gibney vervat dit in een dramatisch shot van die fractie van een seconde waarop hij zijn racket laat neerdalen voor alwéér een machtige service. Als Boris zijn zinnen écht zet op de overwinning en die opslag begint te lopen, dan is er meestal geen houden aan. Zoals zijn voormalige coach Günther Bosch ‘t ooit verwoordde: Becker speelt doorgaans vooral tegen Becker. Als hij die verslaat, wint hij meestal ook wel de wedstrijd.

Kelly

Prime Video

Samen met Valentijn de Hingh, Nikkie de Jager en Loiza Lamers behoort Kelly van der Veer, of ze dat nu wil of niet, tot de beeldbepalende figuren van de Nederlandse transgemeenschap. Door het reality-programma Big Brother werd ze in 2001 ineens een Bekende Nederlander. In de navolgende jaren trok Kelly (91 min.), rondgereden door haar vader Anton in zijn camper, zingend door het discothekencircuit. Ze hield er volgens eigen zeggen een enorme hekel aan het woord ‘transseksueel’ aan over. Want elke keer als zij arriveerde zette iemand dat ene nummer weer op: ‘Hij is een transseksueel / Hij werkt in een bordeel / Van ’s avonds negen tot vijf / Is het een omgebouwd wijf’.

Inmiddels is Kelly, die zou kunnen doorgaan voor een jongere zus van Patty Brard en Rachel Hazes, daadwerkelijk actief als sekswerker in Antwerpen. Ze zegt in deze film van June te Spenke, die eerder een schrijnende miniserie over Famke Louise maakte, dat ze geniet van haar werk. En als zij vanachter dat raam een klant met ‘enge ogen waar geen ziel inzit’ ontwaart, dan laat ze die gewoon niet binnen, zegt ze met kenmerkende bravoure. Moeder Liesbeth heeft ook geen moeite met het werk van haar dochter, zegt ze. ‘Nee hoor. Hoort bij haar, past bij haar.’ Ze hebben Kelly ook nooit hoeven te redden, heeft ze eerder al verteld. ‘Want ze redt zichzelf wel. Dat heeft ze altijd gedaan.’

Dat gaat dan wel met vallen en opstaan, blijkt uit de verhalen van Kelly zelf, haar ouders en zus Amber. Zij worden aangevuld door Nikkie de Jager (die als kind een rolmodel vond in Big Brothers Kelly), vriend Boris Itzkovich Escobar, Travestieshow-deelnemer Edson de Randamie en vriendin Norma Miedema. Bridget Maasland neemt bovendien de gelegenheid te baat om zich, geëmotioneerd, te verontschuldigen voor het feit dat ze Kelly ooit heeft geschoffeerd in een tv-uitzending. Samen portretteren deze sprekers een (trans)vrouw die in haar roerige leven zo ongeveer overal mee heeft geworsteld: met zichzelf, met de liefde, met drugs en met de wereld, die haar maar niet wil accepteren.

Te Spenke kleedt al die smeuïge en dramatische verhalen aan met fly on the wall-beelden van Kelly aan het werk, gestileerde sequenties van haar in allerlei verleidelijke poses en erg dikke muziek. Smaakvol is niet de eerste gedachte die daarbij opkomt. En ook niet de tweede. Het is wel een dramatisch levensverhaal, dat stiekem tóch onder de huid kruipt. Voormalig Big Brother-deelnemer Andries de Jong, die ooit met haar zoende en toen geen idee had dat ze was geboren als jongen, vat het eigenlijk wel treffend samen: ‘Ik dacht altijd: weet je, laat ze mij uitschelden voor Kelly-neuker. Als ik dat al heb… Kelly heeft dat keer tien, hè? Of keer honderd. En dat haar hele leven al gehad.’

Putin And The West

VPRO

Op 24 februari 2022 vallen Russische troepen hun buurland Oekraïne binnen. Het is de schokkende afsluiting van een periode waarin de spanning tussen de twee landen stelselmatig is opgevoerd. Deze doortimmerde driedelige docuserie van Tim Stirzaker reconstrueert de weg naar die oorlog en start in het najaar van 2013 als de Oekraïense president Viktor Janoekovitsj plotseling besluit om een jarenlang voorbereid associatieverdrag met de Europese Unie níet te ondertekenen. Twee weken later zet hij in Moskou wél zijn handtekening onder een deal met Rusland.

Deze stap – weg van het vrije westen, terug naar wat nog niet zo lang geleden de Sovjet-Unie was – zou zijn afgedwongen door Vladimir Poetin en leidt tot massale protesten op Maidan, het Onafhankelijkheidsplein in Kyiv. Die worden in de navolgende winter met brute kracht neergeslagen door het bewind van Janoekovitsj. In het volgende jaar annexeert Rusland De Krim, zogezegd om de Russische inwoners van dit deel van Oekraïne te beschermen, en wordt vlucht MH17, met bijna tweehonderd Nederlandse passagiers, uit de lucht geschoten door pro-Russische separatisten.

Deze dramatische gebeurtenissen, gereconstrueerd in de eerste aflevering van Putin And The West (180 min.), vormen de aanloop naar het epische conflict dat zich in de navolgende jaren aftekent tussen de Russische leider, die het uiteenvallen van de Sovjet-Unie liefst direct terugdraait, en het westen, dat ‘s mans ambities als een gevaar voor de wereldvrede beschouwt. Daarbij gaat het er soms stevig aan toe. ‘Ik lieg tegen je’, vat de Britse Minister van Defensie Ben Wallace de Russische houding samen. ‘Jij weet dat ik lieg. Ik weet dat jij dat weet. En ik ga tóch tegen je liegen.’

Aflevering 2 verlegt de aandacht naar het Midden-Oosten, waar de Arabische Lente, de opkomst van Islamitische Staat en met name de oorlog in Syrië voor internationale spanningen zorgen. Poetin kiest daarbij de kant van Bashar al-Assad, een dictator die er niet voor terugdeinst om zijn eigen bevolking aan te vallen met chemische wapens. Rusland dekt hem in de rug met het bombarderen van Syrische steden. De slotaflevering werkt vervolgens toe naar de Russische invasie van Oekraïne, die gaandeweg onvermijdelijk begint te worden, hoezeer Rusland ook blijft ontkennen.

De vorm van dit soort geopolitieke series van het Britse productiehuis Brook Lapping (9/11 – Life Under Attack, Inside Europe: Ten Years Of Turmoil en Trump Takes On The World) is doorgaans traditioneel. De kracht zit hem vooral in de sprekerslijst. Behalve allerlei regeringsfunctionarissen en topdiplomaten komen ditmaal de Oekraïense leiders Poroshenko en Zelezny, EU-president Barroso, de Britse premiers Cameron en May, secretaris-generaal van de NAVO Stoltenberg, de Franse president Hollande en de Nederlandse eurocommissaris Frans Timmermans aan het woord.

En die maken van hun hart geen moordkuil. De voormalige Britse premier Boris Johnson klapt bijvoorbeeld uit de school over een ontmoeting met Vladimir Poetin. ‘Boris, ik wil je natuurlijk niets aandoen’, zei die volgens Johnson. ‘Maar met een raket zou het niet meer dan een minuut duren.’ Zulke inkijkjes, al dan niet bewust opgedist om de opponent in een kwaad daglicht te stellen, geven deze serie sjeu en zorgen tegelijk voor inzicht in het hoofd van de mannen die onze wereld bestieren. Zij laten zich soms net zo goed leiden door rancune of (gekrenkte) trots als door het land of belang dat ze zeggen te dienen.

In het voorjaar verschijnt het tweeluik Putin And The West At War.

Un Président, l’Europe Et La Guerre

VPRO

36 Dagen zijn er nog te gaan op vrijdag 19 januari 2022 voordat Rusland Oekraïne binnenvalt. De Franse president Emmanuel Macron wordt namens zijn land voorzitter van de Europese Unie. Als documentairemaker Guy Lagache bij hem aansluit voor Un Président, l’Europe Et La Guerre (114 min.), een vlieg op de muur-film waarmee de achterkant van die oorlog in beeld wordt gebracht, is duidelijk dat Macron de situatie direct als bijzonder ernstig inschat. Tijdens een persoonlijk onderhoud met de Russische leider Vladimir Poetin in Moskou, zeventien dagen voor D-Day, probeert hij het tij te keren.

Tevergeefs, zoals we nog altijd dagelijks kunnen waarnemen. Tijdens een gesprek van ruim vijf uur, tegenover elkaar gezeten aan een wel heel lange tafel, bereiken de twee wereldleiders helemaal niets. Ook een navolgend telefoongesprek levert onder de streep weinig op. Het is desondanks fascinerend om via medewerkers van Macron mee te luisteren naar de pas de deux tussen de ogenschijnlijk amicale ‘Emmanuel’ en ‘Vladimir’. Ze lijken zelfs een principeakkoord te bereiken over een topontmoeting met de Amerikaanse president Biden. Die zal er alleen nooit komen.

Lagache mag tevens aanhaken bij bilateraaltjes van Macron met zijn ambtgenoten Olaf Scholz (Duitsland), Mario Draghi (Italië) en Boris Johnson (Groot-Brittannië) en tijdens persoonlijk contact met de Oekraïense president Volodymyr Zelensky. ‘Ben je zelf veilig?’ wil de Franse president weten van zijn collega die zomaar een oorlog in is gesleurd. ‘Niemand in Kiev is op dit moment helemaal veilig’, antwoordt die uiteindelijk. In de stad kunnen zich zomaar vijandige krachten bevinden, waaronder handlangers van de Russen die het op hem persoonlijk hebben gemunt.

Guy Lagache blijft in de navolgende maanden Europa’s pogingen documenteren om Poetin, bijvoorbeeld met economische sancties, verder onder de druk te zetten en de crisis te bezweren. Deze geopolitieke powerplay met een onberekenbare opponent, en de achterliggende diplomatie en onderhandelingen, wordt van context voorzien door de Franse topdiplomaat Emmanuel Bonne. Naarmate de film vordert krijgt hij steeds nadrukkelijker de rol van getuige-deskundige bij de humanitaire en politieke ramp die zich tijdens Frankrijks voorzitterschap ontwikkelt.

Op Dag 113 van de oorlog, woensdag 16 juni, brengen Macron en enkele andere regeringsleiders een bliksembezoek aan Kiev om Oekraïne een hart onder de riem te steken. Daar eindigt deze sobere maar doeltreffende film, waarin geregistreerde scènes bijeen worden gehouden met verbindende teksten, een subtiele soundtrack en korte interviewtjes ter plaatse. De filmmaker bevraagt zijn hoofdpersoon dan nog eens indringend over hoe hij Vladimir Poetin (tevergeefs) heeft proberen in te dammen. Waarom blijft Macron praten met iemand die duidelijk niet voor rede vatbaar is of wil zijn?

Ennio

Periscoop

Voor een man die zoveel succes heeft gehad, die tot de absolute top binnen zijn métier behoort, oogt hij opvallend nederig in Ennio (156 min.). De Italiaanse componist Ennio Morricone (1928-2020) was dan ook van eenvoudige komaf. Volgens medestudenten ging hij op het conservatorium zelfs gebukt onder een minderwaardigheidscomplex, dat hij maar moeilijk van zich kon afschudden. Nadat Morricone begin jaren zestig muziek had geschreven voor enkele westerns werd hij gevraagd door regisseur Sergio Leone. Ze bleken bij elkaar in de klas te hebben gezeten op de lagere school. Samen zouden de oude schoolmakkers filmgeschiedenis schrijven en met de zogenaamde Dollars-trilogie de spaghettiwestern uitvinden, niet in het minst door Morricone’s geweldige opera-achtige muziek.

Zijn vroegere leermeester op het conservatorium, Goffredo Petrassi, en Morricone’s traditionelere oud-studiegenoten zagen er alleen weinig in. Daar begon je toch niet aan als componist, zo’n ‘anti-artistieke’ samenwerking met een filmmaker? Voor een academisch geschoolde musicus was dat zo ongeveer vergelijkbaar met prostitutie. ‘Schuldig’, bekent de componist in kwestie. ‘In het begin voelde ik me ook schuldig, maar langzamerhand werd dat minder. Ik wilde met het schrijven wraak nemen.’ De stem en lippen van de oude meester beginnen te trillen. Zoals wel vaker tijdens het centrale interview voor deze definitieve biografie raakt hij overmand door emoties. ‘Ik wilde het overwinnen, dit schuldgevoel.’

Met de man zelf, allerlei Italiaanse componisten en musici, zijn vakbroeders John Williams en Hans Zimmer en kopstukken uit de film- en muziekwereld zoals Bernardo Bertolucci, Quincy Jones, Wong Kar-Wai, Bruce Springsteen, Clint Eastwood, Joan Baez, Barry Levinson, Pat Metheny, Oliver Stone en James Hetfield loopt Giuseppe Tornatore Morricone’s bijna 75-jarige carrière door. In die periode werkte hij met toonaangevende regisseurs zoals Terrence Malick, Brian De Palma en Quentin Tarantino. Alleen voor Stanley Kubrick moest hij passen. Die had hem gebeld voor A Clockwork Orange. Sergio Leone overtuigde zijn collega er echter van dat Ennio te druk was met zíjn film. Morricone heeft er nog altijd hartzeer van.

Intussen liet de waardering vanuit de serieuze Italiaanse musici nog altijd op zich wachten. Zij hadden volgens componist Nicola Piovani moeite om het talent van Ennio Morricone te (h)erkennen. Het duurde enkele decennia voordat ze eindelijk ‘wilden buigen voor zijn genialiteit.’ ‘s Mans laatste samenwerking met Leone, voor de klassieker Once Upon A Time In America (1984), bracht uiteindelijk de ommekeer. ‘Die muziek kan alleen maar geschreven zijn door een musicus in hart en nieren’, stelt zijn oud-studiegenoot Boris Porena in dit epische portret. Hij schreef, als een soort publieke boetedoening, zelfs een excuusbrief aan zijn vakbroeder.

En daarna resteert in Ennio, dat natuurlijk prachtige filmscènes en werkelijk majestueuze muziek bevat, alleen nog de jacht op een Oscar. Want verder heeft Morricone echt alles bereikt wat hij in zijn stoutste dromen had kunnen bedenken.

The Man Putin Couldn’t Kill

Voor de vlucht had hij nog even geposeerd voor de selfie van een andere passagier. Het had zomaar de allerlaatste foto van hem in levende lijve kunnen worden. 20 augustus 2020. Onderweg van Tomsk in Siberië naar de Russische hoofdstad Moskou werd Aleksej Navalny plotseling ernstig ziek. Hij belandde in coma. De voornaamste criticaster van president Poetin bleek te zijn vergiftigd. Hij overleefde de moordaanslag ternauwernood en werd daarmee, tot nader order, The Man Putin Couldn’t Kill (86 min.).

De aanslag op Navalny past in een naargeestige Russische traditie. Iedereen die Vladimir Poetin publiekelijk de voet dwars zet loopt het risico om te worden neergeschoten, doodgeslagen of vergiftigd. Daarvan zijn legio voorbeelden: van de vergiftigde geheimagent Aleksander Litvinenko tot Navalny’s politieke mentor Boris Nemtsov, die gewoon op straat werd geliquideerd. Deze acties zijn natuurlijk gericht tegen de tegenstanders zelf, maar ook tegen hun directe omgeving. Zij denken nog wel eens goed na voordat ze zich in het openbaar uitspreken tegen de almachtige leider, met dat geheimzinnige KGB-verleden.

Met talloze insiders plaatst regisseur Jon Blair de poging om Navalny definitief kalt te stellen nadrukkelijk binnen die context. Tegelijkertijd duikt hij – aan de hand van wat het onderzoekscollectief Bellingcat daarover heeft ontdekt – ook in de precieze toedracht van de aanslag op Navalny. En die blijkt een stuk klunziger te zijn aangepakt dan verwacht. John le Carré zou er in zijn gelauwerde spionageromans in elk geval niet mee wegkomen. In de woorden van verteller Marcel Theroux: de daders gingen te werk als James Bond-wannabe’s met de kwaliteiten van Rowan Atkinsons karikatuur van een spion, Johnny English.

Aleksej Navalny is zonder enige twijfel als morele winnaar uit die kwestie gekomen – al zit hij inmiddels alweer enige tijd in een Russische cel. Blair schuwt desondanks ook de omstreden elementen uit ‘s mans verleden niet. Zo ontstaat een goed gedocumenteerd portret van een belangrijke opinieleider, waarin sommigen de toekomstige leider van Rusland zien. Zolang die positie wordt geclaimd door ene Vladimir Poetin zijn Navalny en de zijnen hun leven echter bepaald niet zeker. Dat wordt nog eens, wellicht ten overvloede, aangetoond in de apotheose van deze donkere rondgang door Poetins Rusland.

Homecoming: Marina Abramovic And Her Children

Een trip nostalgia van de Servische kunstenares Marina Abramovic, die in haar videokunst en performances gedurig met zelfpijniging en uitputting in de weer is geweest, kan nooit echt comfortabel worden. Dat gebeurt dan ook niet.

Terwijl ze zich in 2019 met de overzichtstentoonstelling The Cleaner opmaakt voor een bezoek aan haar geboortestad Belgrado in het voormalige Joegoslavië, reist Abramovic door haar eigen leven en loopbaan. Dat begint al direct in stijl. ‘De nacht voordat ik werd geboren droomde mijn moeder dat ze een gigantische slang zou baren’, vertelt ze, met kenmerkend gevoel voor drama. ‘De volgende dag, na een partijbijeenkomst, braken haar vliezen.’

De kunstenares claimt zelf de rol van verteller in de boeiende documentaire Homecoming: Marina Abramovic And Her Children (83 min.) van regisseur Boris Miljkovic en doet daarin ankerpunten uit haar eigen persoonlijke geschiedenis aan. Haar jeugd bijvoorbeeld, gedomineerd door een zeer strikte moeder en het regime van de communistische leider Tito. Die zijn oneindige inspiratiebronnen gebleken voor haar.

Ook Marina Abramovic’s samenwerking/relatie met kunstenaar Ulay kan vanzelfsprekend niet ontbreken. Ze waren twaalf jaar samen. ‘En ik zou nog net zo lang door hem moeten lijden’, voegt ze er onderkoeld aan toe. Daarna volgt niettemin een als performance verpakt emotioneel weerzien, begeleid door de lekker melodramatische muziek van Antony and the Johnsons. In het aangezicht van haar voormalige andere helft houdt de hoofdpersoon ‘t niet droog.

De enerverende ontmoeting vormt, samen met reprises van bekende performances van Marina Abramovic, de opmaat naar een verrassend warmbloedige apotheose: een spontane groepsperformance in haar eigen Belgrado, waarvoor ze haar participanten zowaar een onversneden positieve opdracht meegeeft. Geef elkaar onvoorwaardelijke liefde.

Putin: A Russian Spy Story

Eens KGB, altijd KGB. Vladimir Poetin mag dan al zo’n twintig jaar aan de macht zijn in Rusland. In zijn hart blijft hij altijd een medewerker van de Russische inlichtingendienst, waar hij halverwege de jaren zeventig in dienst trad. De jonge Poetin spiegelde zich destijds aan het fictieve personage Max Otto von Stierlitz, de Russische tegenhanger van James Bond (al zien wij, in het westen, tegenwoordig eerder diens aartsvijand Ernst Stavro Blofeld in hem, een slechterik die altijd plannen smeedt om de wereld naar zijn hand te zetten of anders te vernietigen).

Sindsdien is er heel veel en tegelijkertijd heel weinig veranderd, betoogt de driedelige serie Putin: A Russian Spy Story (140 min.). Poetin is allang niet meer die onopvallende en plichtsgetrouwe KGB-medewerker, maar hij bedient zich nog altijd van de methoden die hem ooit werden bijgebracht bij de geheime dienst. Chantage bijvoorbeeld. Desinformatie. En moord. Waarbij opvallend vaak het ultieme spionnenwapen wordt ingezet: vergif (dissident Alexander Litvinenko, dubbelspion Sergej Skripal en onlangs oppositieleider Alexej Navalny). En natuurlijk ook gewoon bot geweervuur (politiek tegenstander Boris Nemtsov en onderzoeksjournaliste Anna Politkovskaja, nota bene op Poetins verjaardag).

Deze intrigerende ongeautoriseerde biografie van Nick Green benadert Poetins leven en werk vanuit het gezichtspunt van de eeuwige geheimagent. Insiders, critici en deskundigen schetsen een man die nog altijd in het geniep op allerlei borden schaakt, rücksichtslos stukken ervan afslaat als ze hem in de weg staan en streeft naar absolute dominantie, zowel in eigen land als internationaal. Waarbij het streven naar een sterk Rusland allang lijkt te zijn ingehaald door een alles verterende behoefte om koste wat het kost vast te houden aan de macht. Intussen, zo luidt de onvermijdelijke conclusie, vergiftigt hij de wereld, zijn land en zichzelf.

Lamentations Of Judas

Witfilm

‘Wanneer hoorde je voor de eerste keer het woord ‘Apartheid’?’ wil de interviewer weten van Domingos Carlos. ‘Toen ik dat woord voor het eerst hoorde, was ik geschokt’, antwoordt het voormalige lid van Bataljon 32, een eenheid van zwarte huurlingen die in de jaren zeventig door Zuid-Afrika werd ingezet om de prille communistische volksrepubliek Angola te destabiliseren. ‘Dat was niet goed.’

‘Had je niet het gevoel dat je zelf het witte Apartheidsregime hielp tegen de zwarte bevolking?’ vraagt de interviewer door. ‘Dat gevoel had ik wel’, bekent Domingos tijdens het gesprek, dat plaatsvindt terwijl hij participeert in een re-enactment van het lijdensverhaal van Jezus Christus.  ‘Maar ik was aan het werk. Ik probeerde mijn kost te verdienen.’

Volgende vraag dan maar: ‘Toen we daarnet Jezus filmden, was jij één van zijn Apostelen. Wat ging er toen door je heen?’ De man gaat eens verzitten. ‘Ik dacht dat we iets goeds deden.’ De interviewer duwt door: ‘Waar dacht je aan toen die Romeinse soldaten Jezus arresteerden?’ Domingos: ‘Ik vond het vervelend voor Jezus, want hij kwam om goede dingen te doen voor de mensen. De bewakers die hem pakten waren bezeten door de Duivel.’

‘Welke straf zouden ze die bewakers moeten geven?’ probeert de interviewer het nog eens. Het kwartje wil echter niet vallen bij Domingos. Of waarschijnlijker: hij wil het niet laten vallen. Wat zijn gesprekspartner ook doet, hij weigert het verband te leggen tussen het verraad van Judas Iskariot en zijn rol bij Bataljon 32, bijgenaamd ‘The Terrible Ones’. Verder dan zijn eigen variant op ‘Befehl ist Befehl’ komt hij niet.

Het ongemakkelijke gesprek raakt aan het hart van Lamentations Of Judas (98 min.), waarin filmmaker Boris Gerrets de strijders die zijn achtergebleven in het Zuid-Afrikaanse woestijndorp Pomfret in de juiste geestestoestand probeert te brengen om écht te reflecteren op hun dubieuze rol in Angola: in hoeverre hebben zij zich destijds als verraders gedragen? En hebben ze daarover nu schuldgevoelens?

Deze gestileerde documentaire, waarin Gerrets alterneert tussen een sfeervolle verfilming van het lijdensverhaal van Jezus en indringende zitinterviews met figuranten daaruit, vraagt even tijd en investering, maar kruipt stilaan onder de huid als enkele mannen hun schild laten zakken en de confrontatie met het verleden aangaan.

Your Mum And Dad

‘They fuck you up, your mum and dad’, stelt Philip Larkin in zijn gedicht This Be The Verse, dat als leidmotief fungeert voor deze egodocu van Klaartje Quirijns. ‘They may not mean to, but they do. They fill you with all the faults they had. And add some extra, just for you.’ Het is geen opwekkend beeld van het ouderschap dat Quirijns, via Larkin, aan het begin van Your Mum And Dad (76 min.) oproept: kinderen worden op jonge leeftijd voorgoed verminkt door hun vader en moeder.

Tegelijkertijd kunnen die ouders zelf er ook niets aan doen. ‘They were fucked up in their turn by fools in old-style hats and coats who half the time were soppy-stern and half at one another’s throats.’ Over vicieuze cirkels gesproken. Of, treffender: familiesystemen. En die probeert de Nederlandse filmmaakster te onderzoeken in deze film: haar eigen familie en die van een Amerikaanse vriend, die eveneens grip probeert te krijgen op zijn jeugd en gezin.

Deze Michael Moskowitz, zelf psycholoog, is door haar jarenlang gefilmd als hij in New York letterlijk op de sofa plaatsneemt bij psychoanalyticus Kirkland Vaughans die hem, nog net niet pijprokend, uitvraagt en terugkoppeling geeft. Deze sessies verbindt Klaartje Quirijns met gesprekken met haar eigen moeder, haar twee dochters en haar vader Kees, die ze de laatste jaren uit het oog was verloren. Waarbij het de vraag blijft of de film een middel is om het contact met hem te herstellen of dat contact een middel om deze film te kunnen maken.

De twee familiegeschiedenissen komen in elk geval zonder al te grote kunstgrepen bij elkaar en vertellen zo daadwerkelijk een groter verhaal. De Engelstalige voice-over van Quirijns zelf, die jarenlang in Amerika woonde, vormt daarbij een belangrijke verbindende factor. Die voelt echter wat onnatuurlijk. Is het de tekst zelf, waarmee ze haar betoog een diepere laag wil geven, of toch vooral de manier waarop die is ingesproken? Feit is dat ze als verteller, ondanks de zeer persoonlijke thematiek van deze film, wat op afstand blijft.

Met de bijbehorende beelden, een spannende collage van super 8-home movies van de twee families en archiefbeelden van willekeurige mensen in voor iedereen herkenbare situaties, geeft Quirijns samen met editor Boris Gerrets de film een universeel karakter. Dit is, zoveel wordt duidelijk, een verhaal dat ieder van ons aangaat en raakt. Over het doorgeven, of juist proberen te vermijden, van wat je zelf (onbedoeld) geleerd hebt. Van mensen die zelf ook weer hebben doorgegeven of vermeden.

Een alternatief is er niet. Of je moet het advies van Larkin willen opvolgen: ‘Get out as early as you can and don’t have kids yourself.’

Putin’s Witnesses

’Waarom stalk je me zo?’ wil Natalja van haar echtgenoot Vitaly weten. Hij filmt haar terwijl ze op televisie naar de afscheidsspeech van de Russische president Boris Jeltsin zit te kijken. Het is 31 mei 1999. Jeltsin heeft zelf een opvolger geselecteerd. ‘Ik ben geschokt’, fulmineert Natalja. ‘Eindelijk hebben ze nu de sterke man waar het volk zo van houdt.’ De vertrekkende leider is ondertussen aan het eind van zijn oudejaarsboodschap gekomen. Waarna het vuurwerk, letterlijk en figuurlijk, kan losbarsten en Vladimir Poetin voor het eerst het volk mag toespreken als (waarnemend) staatshoofd van de Russische Federatie.

Na die openingsscène in huiselijke kring richt Vitaly Mansky zich in Putin’s Witnesses (95 min.) op de nieuwe president zelf. De filmmaker was in de tijd van Poetins opkomst werkzaam voor de Russische staatstelevisie en moest, met het oog op de presidentsverkiezingen die enkele maanden later zouden plaatsvinden, een promofilm voor de nieuwe leider maken. Bijna twintig jaar later kunnen met het ruwe beeldmateriaal daarvan de eerste stappen van Ruslands huidige autocraat worden gereconstrueerd. Om Poetin, die zich officieel niet verwaardigde om campagne te voeren, neer te zetten als een hartelijke leider ensceneerde Mansky bijvoorbeeld hoogstpersoonlijk een bezoek aan zijn oude schooljuf.

De campagne om Vladimir Poetin op het schild te hijsen, concludeert Mansky in één van de voice-overs waarmee hij de film bijeenhoudt, begon eigenlijk enkele maanden eerder. Op 8 september 1999, om één minuut voor middernacht, om precies te zijn. Toen werd in Rusland de eerste van enkele flatgebouwen opgeblazen, aanslagen die tegenwoordig vooral in verband worden gebracht met Poetins geheime diensten. Naderhand weerklonk in Rusland de roep om een sterke man. Poetin was op dat moment zegge en schrijve 22 dagen premier onder president Jeltsin en kon de crisis goed gebruiken om zichzelf in de markt te zetten. Dat werd vervat in een uitspraak die tegenwoordig wordt beschouwd als de start van zijn presidentscampagne: ‘We verdelgen ze tot op de plee.’

Met de wijsheid van nu voorziet Mansky bijna twintig jaar na dato de gebeurtenissen voor zijn camera van commentaar. Wat in dat eerste regeringsjaar nog onbetekenende details leken, bleken bijvoorbeeld kiemen voor de politiek die Poetins Rusland zou gaan kenmerken. En sommige mensen die destijds nog tot de directe entourage van de nieuwe president behoorden, zouden later tot persona non grata worden gebombardeerd of simpelweg uit de weg geruimd. In het land dat Vladimir Poetin, voor de lens van Vitaly Mansky, naar zijn hand begon te zetten, zou dat allemaal tot de mogelijkheden gaan behoren.

Zijn voorganger Boris Jeltsin begon dat enkele maanden na zijn vertrek al te beseffen, zo blijkt uit een spannende scène die werd opgenomen tijdens de verkiezingsavond op 26 maart 2000. De zojuist officieel tot president verkozen Poetin neemt al niet eens meer de moeite om de man te bedanken die hem enkele maanden eerder in het zadel hielp. Aan het eind van de film, als Poetins eerste jaar als president erop zit, lijkt bij Jeltsin het besef in te dalen dat hij zelf een volstrekt irrelevante figuur is geworden en dat de Vladimir Vladimirovitsj, die hij na enkele ontmoetingen selecteerde als zijn opvolger, wel eens een wolf in schaapskleren zou kunnen zijn geweest.

Intussen vraagt Vitaly Mansky zich in deze interessante, maar ook wat trage film af of hij als ooggetuige misschien medeplichtig is geworden aan het land dat Rusland onder de leiding van Vladimir Poetin is geworden.