The Bakersfield 3: A Tale Of Murder And Motherhood

HBO Max

Als je van een incident of affaire een groot schandaal wilt maken, dan plak je er sinds Watergate het woord ‘gate’ achter. Daarna volgden dus – een willekeurige greep – IrangateNipplegateHackgateSlapgate en Signalgate. En als je aandacht wilt voor schrijnend onrecht, dan verbind je daar een plaats en nummer aan. In het rijtje: The Beatrice SixCentral Park Five en Guildford Four zijn er nu dus The Bakersfield 3.

Drie jonge Amerikanen. Micah Holsonbake is verdwenen op 4 april 2018. Vier dagen later wordt James Kulstad vermoord. En Baylee Despot is sinds het einde van die maand ook spoorloos. In de eerste aflevering van de driedelige docuserie The Bakersfield 3: A Tale Of Murder And Motherhood (133 min.) schetst Jennifer Anderson in grove pennenstreken hun levens en de omstandigheden waaronder zij zijn verdwenen.

Hun moeders Cheryl, Di en Jane spelen daarbij een sleutelrol. Zij ontdekken gaandeweg dat de zaken verband houden met elkaar, beginnen samen op te trekken en dubben hun kinderen dus The Bakersfield 3. Naarmate de serie vordert wordt alleen duidelijk dat zij geen willekeurige slachtoffers waren. Stuk voor stuk zijn Micah, James en Baylee in de laatste jaren van hun leven in een buitengewoon ongezond milieu terechtgekomen.

De moeders beginnen zich ook ongevraagd met het onderzoek te bemoeien, weten daarbij de typisch Amerikaanse rechtschapen rechercheur Chad Garrett aan hun zijde en kunnen hun verhaal kwijt bij de al even Amerikaanse blonde verslaggeefster Olivia La Voice van de plaatselijke nieuwszender KGET. Voor allen geldt dat deze tragische geschiedenis, met de nodige lugubere ontwikkelingen, de zaak van hun leven wordt.

Deze weinig opzienbarende true crime-serie, die ook niet vrij is van enig effectbejag, zet alle verwikkelingen met het nodige aplomb achter elkaar. Intussen dreigen de belangen van Cheryl, Di en Jane ook te botsen. Want het zou zomaar kunnen dat niet al hun kinderen alleen slachtoffer zijn. Toch laten de vrouwen zich niet uit elkaar spelen. Ze blijven de zaak samen volgen – waar die hen en de andere ouders ook brengt.

Het rechtvaardigt de vraag wie nu eigenlijk de geuzennaam The Bakersfield 3 verdient: de drie jongelingen die aan de verkeerde kant van het spoor terecht zijn gekomen? Of toch hun dappere en vasthoudende ouders?

Fred And Rose West: A British Horror Story

Netflix

In wezen was het een simpele zaak, stelt rechercheur Russ Williams in Fred And Rose West: A British Horror Story (156 min.). Fred had de moorden op de vrouwen, die in het voorjaar van 1994 in hun huis aan 25 Cromwell Street in Gloucester waren aangetroffen, immers al bekend. Daar hoefden ze geen energie meer in te steken. ‘Het was wel lastig om de slachtoffers te identificeren en te bepalen wat we met Rose zouden doen.’ Want in hoeverre was Freds echtgenote op de hoogte van de moorden of er zelfs bij betrokken?

Als de verbouwereerde politie van Gloucestershire ‘t aan Fred West zelf vraagt, zoals in deze driedelige true crime-serie van Dan Dewsbury is te horen in onrustbarende geluidsopnames van zijn verhoren, is hij heel stellig: Rose wist nergens van. Ook wanneer hun voormalige oppas Carol Owens beweert dat mevrouw West al in 1972 betrokken was bij ernstig seksueel geweld tegen haar, wimpelt hij dat resoluut af. ‘Absolute rubbish.’ Toch is de kous daarmee bepaald niet af: Rose West lijkt wel degelijk bijgedragen te hebben aan de moordlust van haar echtgenoot.

Zij was pas vijftien toen ze de 27-jarige weduwnaar Fred in 1969 leerde kennen. Vanaf dat moment waren ze onafscheidelijk. Het lot had hen ook al snel voor het leven verbonden: Rose was binnen een jaar zwanger van hun eerste kind, Heather. En die zou ruim de twintig jaar later de strafzaak tegen haar ouders aan het rollen brengen. Niet bewust overigens. Zij behoorde tot de eerste slachtoffers die werden gevonden. Al jaren grapten de andere kinderen West dat ze onder de patio zouden eindigen als ze zich misdroegen. Net als Heather, die sinds 1986 werd vermist.

In deze miniserie zijn zowel homevideo’s en privéfoto’s van de familie West opgenomen als unheimische beelden van hoe Fred de Britse politie rondleidt in de directe omgeving van hun woning. Bijna achteloos wijst hij aan waar ze naar lijken moeten zoeken. Het is een huiveringwekkend tafereel: een onopvallende morsige man die zonder omhaal van woorden de meest gruwelijke misdrijven bekent. De slachtoffers, veelal ontheemde jonge meisjes, werden gedumpt als een zak botten. Enkele nabestaanden slagen er nochtans in om weer mensen van vlees en bloed van hen te maken.

A British Horror Story richt zich verder vrijwel volledig op de strafzaak tegen het gedegenereerde echtpaar en de wandaden waaraan zij zich schuldig hebben gemaakt. De karakters, achtergrond en motieven van de twee blijven grotendeels buiten beeld. Dat is echt een gemis. Hoewel de miniserie zich zeker niet schuldig hoeft te maken aan de ‘seksualisering’ van seriemoordenaars, zoals elders nog wel eens gebeurt, blijven er hier wel héél veel vragen open. Hoe ontdekten ze bijvoorbeeld bij elkaar dat de ander net zulke perfide neigingen had? En hoe konden ze daar zo lang mee wegkomen?

Een deel van de antwoorden is in elk geval te vinden in andere documentaires, zoals Fred West: The Glasgow Years en Rose West, Born Evil?.

Ceathrar Guildford: 50 Bliain Na Mbréag

TG4

Het duurt even voordat Gerry Conlon, in het archiefinterview uit 2013 dat wordt gebruikt in de tv-docu Ceathrar Guildford: 50 Bliain Na Mbréag (60 min.) van Sinéad Ingoldsby, niet meer op de karakteracteur Daniel Day-Lewis lijkt – en zijn broze vader Guiseppe niet meer op Pete Postlethwaite. In de speelfilm In The Name Of The Father (1993) gaven zij op een verpletterende manier een gezicht aan de Noord-Ierse vader en zoon Conlon, die onschuldig in de gevangenis waren beland. Guiseppe zou deze nooit meer verlaten.

Samen met Paul Hill, Carole Richardson en Paddy Armstrong werd Gerry in 1974 gearresteerd voor bomaanslagen van de IRA in twee pubs te Guildford. Ze zouden ruim vijftien jaar in een Britse cel zitten en kwamen bekend te staan als ‘The Guildford Four’. Intussen waren ook Gerry’s vader en zes andere leden van hun uitgebreide familie ingerekend vanwege het bezit van nitroglycerine, een vloeistof waarmee bommen kunnen worden gemaakt. Zij gingen door het leven als ‘The Maguire Seven’.

Voor de veroordeling van deze ‘terroristen’ uit het weerspannige Noord-Ierland was geen enkel bewijs. Hun straf was volledig gebaseerd op verklaringen die de verdachten zelf hadden afgelegd – onder zéér moeilijke omstandigheden en immense druk. En hoewel de Britse politie, toen en later, alle reden had om die getuigenissen nog eens goed onder de loep te nemen, bleven ze dat consequent weigeren. Dat was het gemakkelijkste. Die lui uit Ulster zaten netjes achter slot en grendel – of ze nu schuldig waren of niet.

Ruim een halve eeuw na dato maakt deze documentaire de balans op van die onverkwikkelijke geschiedenis. De onterechte veroordelingen stalen niet alleen vijftien jaar uit het leven van de direct betrokkenen, maar bleven hen ook naderhand parten spelen. Ze waren de lol in het leven definitief kwijt, hadden psychologische hulp nodig en/of kampten met PTSS. Gerry Conlon, die in 2014 op slechts zestigjarige leeftijd overleed, bleef volgens zijn advocaat Alastair Logan bijvoorbeeld een ‘troubled man’.

Van de zogenaamde ‘Guildford Four’ zijn alleen Hill en Armstrong nog in leven. Die laatste participeert ook in deze film. Hij oogt opmerkelijk mild en laat zich alle aandacht aanleunen. Paddy Armstrong geniet van een schilderij dat van hem is gemaakt en bezoekt een voorstelling over zijn levensverhaal (dat eerder ook al het boek Life After Life (2017) heeft opgeleverd). Dat lijkt een keuze te zijn. Na zijn vrijlating is Paddy een nieuw leven begonnen. Bitterheid kan je opvreten. Dit wilde hij niet laten gebeuren.

Dat is niet iedereen gegeven: voor Gerry Conlons zus Bridie, die dus ook haar vader Guiseppe verloor, gaat het verleden bijvoorbeeld niet weg. Dat wil ze ook helemaal niet. Zij heeft zich vastgebeten in de zaak van The Guildford Four en Maguire Seven en probeert nog altijd geheime documenten vrij te krijgen. Hoewel er inmiddels vijftig jaar zijn verstreken sinds de Britse politie het huis van enkele onschuldige Noord-Ierse burgers binnenviel, is de zaak dus nog altijd niet naar tevredenheid afgerond.

Ceathrar Guildford: 50 Bliain Na Mbréag, dat dit verhaal van binnenuit en voor een belangrijk deel ook in de plaatselijke taal Gaelic vertelt, is daarvan het tragische bewijs. De weerslag van schrijnend onrecht, dat willekeurige burgers wordt aangedaan als de jacht op ‘een’ schuldige de zoektocht naar de waarheid volledig overvleugelt.

Beijing Spring

Wang Rui

Kunst als teken van vrijheid en daad van protest. Tijdens de zogenaamde Beijing Spring (102 min.), die grofweg van 1978 tot en met 1982 duurt, probeert een generatie Chinese kunstenaars zich te ontworstelen aan de schaduw van Mao’s Culturele Revolutie.

Sinds partijvoorzitter Mao Zedong de revolutie in 1966 heeft uitgeroepen, is ‘t hun (enige) taak geweest om de Communistische Partij en gewone arbeiders, boeren en soldaten te verheerlijken. Mao’s dood, tien jaar later, lijkt echter de grote ommekeer in te luiden. Zijn vrouw Jiang Qing, bijgenaamd Madame Mao, en de zogenaamde Bende van Vier, die China namens de grote leider met ijzeren hand hebben geregeerd, worden opgepakt en berecht. Mao’s Culturele Revolutie lijkt voorbij, maar heeft ongelooflijke hoeveelheden slachtoffers gemaakt en zal nog generaties lang nazingen.

‘Ik heb op het portret van de voorzitter gepoept terwijl ik op het toilet zat’, bekent kunstenaar Kang Wanhua, ogenschijnlijk zonder gêne. Hij legt uit: ‘Ik was een contrarevolutionair en zat in totaal vier jaar in de gevangenis. Ik schilderde achter hun rug om. Mijn familie smokkelde potloden en penselen binnen.’ De piepkleine, uiterst kleurrijke schilderijen die Kang in die periode maakte, waren op geen enkele manier verbonden met de politieke ideeën die hij van de staat moest uitdragen. ‘Als ze me hadden betrapt, was ik ten dode opgeschreven geweest.’

Na Mao’s dood komt er een democratiseringsproces op gang, waarbij er meer artistieke vrijheid lijkt te komen om te schilderen, fotograferen, schrijven, filmen en ontwerpen wat je wilt. Het blijkt een misvatting, laat deze interessante film van Andy Cohen en Gaylen Ross zien. Ook de nieuwe Chinese leider Deng Xiaoping duldt geen serieuze tegenspraak of zelfs maar het verkennen van de grenzen. Als Wei Jingsheng in het politieke tijdschrift Tansuo bijvoorbeeld het artikel ‘Willen we democratie of een nieuwe dictatuur?’ publiceert, is de officiële reactie glashelder: hij wordt gearresteerd.

De Lente van Beijing – vervat in vurige woorden, dwarse exposities en kleurrijke kunstwerken, waaronder zowaar ook naakten – zal nooit uitmonden in zomer. De Muur van de Democratie bij het Plein van de Hemelse Vrede, waar het vrije woord een tijd welig kon tieren, wordt subiet opgedoekt. Het leeuwendeel van de representanten van de Chinese kunststroming, waarvan een belangrijk deel ook aan het woord komt in Beijing Spring, verdwijnt weer het toneel: naar de gevangenis of het buitenland. Een winter van censuur en repressie krijgt China weer in z’n greep.

En vrije geesten worden veroordeeld tot het bestaan van banneling of dissident.

Gone Girls: The Long Island Serial Killer

Netflix

Toen Liz Garbus in 2020 de thriller Lost Girls uitbracht, met een indrukwekkende rol van Amy Ryan als een moeder die zich vastbijt in de verdwijning van haar dochter, tastte de Amerikaanse politie nog volledig in het duister over wie er verantwoordelijk was voor een serie vrouwenmoorden in Long Island, New York. Vijf jaar later is daarover inmiddels klaarheid gekomen en waagt Garbus, die zich in de serie I’ll Be Gone In The Dark ook al over een vergelijkbare zaak rond The Golden State Killer boog, opnieuw een poging om de schokkende misdrijven te belichten.

De zaak wordt aan het rollen gebracht door Shannan Gilbert. Zij belt op 1 mei 2010 in doodsangst naar de alarmcentrale. ‘Ze willen me vermoorden’, weet de jonge vrouw, die zich via advertenties op Craigslist aanbiedt als prostituee, nog uit te brengen. En daarna verdwijnt ze van de aardbodem. Sekswerkers hebben echter geen enkele prioriteit voor de politie van Suffolk County. Tot frustratie van Shannans moeder Mari Gilbert. ‘Hoe zou jij je voelen als niemand je kwam zoeken?’ houdt ze de toegestroomde media later voor.

Eind 2010 worden de stoffelijke overschotten van vier jonge vrouwen aangetroffen op het nabijgelegen Gilgo Beach. Het blijkt eveneens te gaan om meisjes die actief waren als escort. Shannan Gilbert is er alleen niet bij. Ze zou gemakkelijk te herkennen zijn geweest aan het titanium plaatje in haar mond. Dat heeft ze overgehouden aan een gewelddadig vriendje. Precies een jaar na de vondst van de zogenaamde ‘Gilgo Four’, eind 2011, wordt alsnog duidelijk wat er is gebeurd met de jonge vrouw, die in blinde paniek een hulplijn belde.

Daarmee eindigde zowel het boek Lost Girls: An Unsolved American Mystery (2013) van de journalist Robert Kolker, die ook in deze serie participeert, als de speelfilm die Liz Garbus daarop baseerde. Diezelfde ontdekking vormt nu het startpunt voor de driedelige docuserie Gone Girls: The Long Island Serial Killer (158 min.), waarin Garbus het vervolg van de zaak toont en weer mensen van vlees en bloed probeert te maken van al die gezichtsloze sekswerkers. Kinderen, zussen en moeders. Van gewone Amerikanen die hen nog altijd missen.

Heel veel wijzer is de plaatselijke politie in de jaren sinds hun verdwijning overigens niet geworden. Door interne perikelen heeft het onderzoek naar de verdwenen vrouwen nauwelijks prioriteit gekregen. De conclusie van deze typische true-crime productie, met enigszins opgelegde reconstructies en een nét iets te vet aangezette soundtrack, is ontluisterend: essentiële aanwijzingen zijn gemist en belangrijke sporen nooit fatsoenlijk onderzocht, waardoor er waarschijnlijk méér slachtoffers zijn gevallen dan nodig was geweest.

In de afgelopen jaren is de zaak door een ander onderzoeksteam opnieuw opgepakt en vervolgens vrijwel direct in een stroomversnelling gekomen. In de slotaflevering belicht Garbus de afwikkeling ervan en de persoon die veel te lang z’n gang heeft kunnen gaan – wellicht zelfs véél langer dan iemand vermoedde. Hoe meer ze op deze man inzoomt, met mensen uit z’n directe omgeving en aangetroffen bewijsmateriaal, hoe unheimischer het beeld wordt. Intussen groeit het vermoeden dat de bodem van deze serie gruwelijke misdrijven nog altijd niet is bereikt.

Ook de onrustbarende miniserie Gone Girls zou dus nog wel eens een vervolg kunnen krijgen.

In de driedelige serie The Gilgo Beach Killer: House Of Secrets komen zowaar de vrouw en dochter van de verdachte uitgebreid aan het woord.

Ik Was Een Kind

Doxy / EO

‘Wat heb ik van die man gehouden!’ constateert Anneloes van ‘t Licht aan het einde van Geertjan Lassches indringende film Ik Was Een Kind (76 min.). Het is een bijzonder wrange conclusie. Diezelfde man – haar eigen vader, inmiddels overleden – heeft haar ook gesloopt.

Als zestienjarig meisje deed Anneloes aangifte tegen hem, een bekende SGP-politicus. Vanwege seksueel misbruik. Incest. Nu, 25 jaar later, overziet ze de schade die dat heeft veroorzaakt in haar leven. De manier waarop ze na die aangifte, ook tegen haar broer, werd behandeld vond ze nog erger dan het misbruik zelf. Ze werden bovendien niet veroordeeld – ook niet in hoger beroep. Het bewijs zou onrechtmatig zijn verkregen.

Voor deze documentaire heeft Anneloes brieven rondgestuurd, in de Gereformeerde gemeenschap waarbinnen ze opgroeide. De brief aan haar moeder heeft ze persoonlijk bezorgd. Slechts een enkeling – een broer van vader, een nicht, een gezinsverzorgster – blijkt bereid om met haar in gesprek te gaan. Net als tal van hulpverleners, die ze in die heftige periode en het van tragiek doortrokken leven daarna, op haar pad vond. 

Van ‘t Licht nodigt hen uit, om de maalstroom van gebeurtenissen die haar hebben getekend door te nemen, om er samen vat op te krijgen. Lassches camera is daarbij permanent gericht op de hoofdpersoon, die centraal in beeld zit. De anderen zijn niet meer dan passanten in haar schrijnende relaas. ‘Ik moet dit doen’, houdt ze zichzelf voor in dagboekfragmenten die de ontmoetingen inkaderen. ‘Voor mezelf, voor m’n kinderen.’

Met deze documentaire wil Anneloes zichzelf laten zien, ‘met alles wat er in mij zit’. Woede bijvoorbeeld. Over de ‘victim blaming’, verhalen over ‘seksueel wervend gedrag’. ‘Dat jullie ‘t in het verborgene willen houden, ergens snap ik het zelfs nog’, zegt ze boos tegen de camera. ‘Maar stóp met mij de schuld geven. Ík heb niet mezelf misbruikt.’ Ze laat een stilte vallen. ‘En ma, u weet, u wéét, dat ik de waarheid spreek. U wéét het.’

Ik Was Een Kind is echter niet zozeer een keiharde afrekening met haar familie als wel een poging om te begrijpen wat er is gebeurd, waarom haar dierbaren hebben gehandeld zoals ze deden en wat dit nu voor haar betekent. De film markeert wel het afscheid van een waardensysteem en de bijbehorende zwijgcultuur, waarvan Anneloes niet langer deel uit wil en kan maken – ook al zit dit, of ze nu wil of niet, diep in haar verankerd.

Die worsteling met het verleden, haar familie en zichzelf is pijnlijk om te zien. Een lijdensweg, een afspiegeling van de weg die ze daadwerkelijk heeft moeten afleggen, die in het hier en nu, voor de camera, nog eens wordt opgeroepen, om die dan, als ‘t enigszins kan, definitief achter zich te laten. Zodat de vrouw, die gedwongen door de omstandigheden altijd kind moest blijven, nu eindelijk in het heden kan gaan leven.

A Body In The Snow: The Trial Of Karen Read

HBO Max

‘Hos long to die in the snow?’ Die Google-zoekopdracht, ingetoetst in de nacht van 29 januari 2022, biedt Karen Read wellicht een uitweg. De vraag van haar kennis Jennifer McCabe, inclusief tikfout, impliceert dat die ervan op de hoogte is dat Reads geliefde, politieman John O’Keefe, op dat moment in de buurt van het huis van McCabes zus Nicole Albert in de sneeuw ligt dood te gaan. Na een avondje stappen waren ze met z’n allen nog wat gaan borrelen bij de Alberts aan 34 Fairview in Canton, Massachusetts.

Karen Read, een financieel analist van nét in de veertig, wordt nu Johns dood aangewreven. Ze zou na die dronken avond, al dan niet bewust, tegen hem zijn aangereden en hem vervolgens in de directe omgeving van het huis van de Alberts hebben achtergelaten in de kou. Toen zijn lichaam enkele uren later levenloos werd aangetroffen, sprak ze dat ook uit. ‘Did I hit him? Coud I have hit him?’ Later herhaalde ze die gedachte volgens getuigen. ‘I hit him.’ Drie keer achter elkaar maar liefst.

Ze hadden die dag ruzie gehad, geeft Karen Read toe. En ja, ze liet die nacht woedende boodschappen achter op zijn voicemail. Maar nee, ze is niet schuldig aan O’Keefes dood. Om die boodschap kracht bij te zetten geven Read en haar advocaten filmmaakster Terry Dunn Meurer ruim baan om hen voor en tijdens de rechtszaak te filmen. Het resultaat ligt er nu, nét voordat die zaak een nieuwe fase ingaat: de vijfdelige true crime-serie A Body In The Snow: The Trial Of Karen Read (215 min.).

Hoewel de serie vast was bedoeld als onderdeel van de verdedigingsstrategie, laat Dunn Meurer ook personen uit de entourage van John O’Keefe en onafhankelijke deskundigen aan het woord, die zich soms genoodzaak zien om de wilde theorieën te ontzenuwen die Team Read rondstrooit. Want dat wil vooral twijfel zaaien en richt zich in het bijzonder op Michael Proctor, de leider van het politieonderzoek die wordt neergezet als een variant op Mark Fuhrman, de ‘bad cop’ die O.J. Simpson erin zou hebben geluisd voor moord.

Het standpunt van de verdediging wordt ook uitgedragen door de losgeslagen influencer Aidan Kearney, alias Turtleboy, die een heuse Free Karen Read-beweging heeft opgestart. Ingefluisterd door Team Read. Bij de rechtbank maken demonstranten luidkeels duidelijk dat zij onschuldig is. In roze shirts. Tegenover ‘blauw’ voor de mensen die willen dat Read wordt veroordeeld voor de dood op een politieman. De zoektocht naar de waarheid is dan allang verworden tot een ongelooflijk mediaspektakel.

Deze serie is daar natuurlijk onderdeel van. Alles komt op tafel: bodycambeelden van de agenten die het lichaam vonden en de verdachte aanhielden, persoonlijke berichten van vrijwel alle mensen die betrokken raakten bij de zaak en beelden uit de rechtbank, van soms tamelijk verbijsterende getuigenverklaringen. Waarbij toch onmiskenbaar de indruk ontstaat dat Read en haar team het ‘flooding the zone with shit’-principe hanteren. Zodat alle betrokkenen besmeurd raken – en de waarheid uit het zicht.

De family O’Keefe ontbreekt overigens in deze aardige weerslag van dat ontluisterende proces. Die heeft volgens dit artikel van Vanity Fair z’n medewerking al toegezegd aan een Netflix-productie over John O’Keefes dood. Want, ja, zo gaat dat in true crimeland. In elk misdrijf zit in potentie een saillant verhaal, dat televisiemakers maar al te graag willen vertellen. En elke partij in zo’n zaak zoekt dus de meest geschikte samenwerkingspartner.

De Stad Was Van Ons

IDFA

Woningnood en leegstand. Die duivelse combinatie noopt halverwege de jaren zestig tot actie. Het studentenblad Propria Cures roept op tot ‘Red een pandje‘. In 1966 lanceert de protestbeweging Provo bovendien het Witte Huizenplan. Vanuit zulke initiatieven ontstaat gaandeweg ook de Amsterdamse kraakbeweging. Een groep jonge idealisten besluit het recht in eigen handen te nemen en verschaft zich ongevraagd toegang tot lege panden in de hoofdstad. Al snel komt het tot pittige confrontaties met de politie.

In de historische documentaire De Stad Was Van Ons (93 min.) uit 1996 kijkt Joost Seelen met sleutelfiguren uit de kraakbeweging terug op de cruciale jaren 1975-1988. Hun herinneringen komen bovendien tot leven in het beeldmateriaal dat één van hen, Erik Willems, destijds heeft geschoten toen ‘t bij de ontruimingen van illustere kraakpanden zoals De Groote Keijser, De Vondelvrijstaat en De Lucky Luijk tot keiharde clashes kwam met de Mobiele Eenheid en knokploegen van pandjesbazen.

Amsterdam leek het toneel geworden van een burgeroorlog, waarbij er zowaar tanks door de straten reden. Dat was natuurlijk koren op de molen van ideologisch gedreven krakers, zoals bijvoorbeeld de alomtegenwoordige alfaman Theo van der Giessen, die met liefde en plezier het complete politieke systeem omver zou hebben geworpen. Hij lijkt in 1996 nog altijd een onwrikbaar geloof te hebben in zijn eigen uitgangspunten en de nietsontziende manier waarop die in de praktijk moesten worden gebracht.

De gespannen situatie in de hoofdstad kwam tot een gedenkwaardige uitbarsting op 30 april 1980, de dag dat Beatrix haar moeder Juliana opvolgde als koningin. Onder de noemer ‘Geen Woning, Geen Kroning!!‘ versjteerden rellende krakers wat een nationale feestdag had moeten worden. De meningen over die dag lopen ook binnen de beweging uiteen. Hardliners zien de veldslag in het centrum van Amsterdam als de kroon op hun werk, terwijl anderen zich kapot schamen voor de ravage die is aangericht in hun stad.

Tegen die tijd waren de interne verhoudingen al flink verzuurd, getuige deze film waarin een tumultueuze periode in de kraakhistorie in kaart wordt gebracht. Seelen houdt zich daarbij zoveel mogelijk afzijdig en zet simpelweg de verschillende lezingen van wat er zich destijds heeft afgespeeld naast en tegenover elkaar. Van der Giessen en zijn kompaan Jack van Lieshout lijken in elk geval een sleutelrol te hebben gespeeld. Zij zijn duidelijk van de harde lijn. En daar houden ze ook in eigen kring aan vast.

Die periode – een oorlog wordt ’t ook wel genoemd – heeft diepe wonden geslagen. Andere krakers stellen dat ze (fysiek) zijn geïntimideerd door de ‘politiek-militaire eenheid’ Van der Giessen en Van Lieshout, die heel veel – zo niet: alles – geoorloofd vond (en in ‘96 nog altijd vindt) om z’n eigen doelen te verwezenlijken. Een strijd die ooit is begonnen met mooie idealen, laat deze interessante docu zien, is dan allang ontaard in een grimmig gevecht om de macht over wat en van wie de kraakbeweging is.

Dialogpolisen

TriArt Film

Of ‘t nu nazi’s, klimaatactivisten, christenen, vredesdemonstranten of fundamentalistische moslims zijn, in Stockholm probeert de politie daadwerkelijk hun beste vriend te zijn. Althans, de Dialogpolisen (Engelse titel: The Dialogue Police, 89 min.). Een kleine unit binnen de Zweedse politie die is opgericht na de rellen tijdens de Eurotop van 2001 in Gothenburg. Deze agenten proberen onlusten te voorkomen en willen tegelijk het in de grondwet vastgelegde demonstratierecht en recht op vrijheid van meningsuiting borgen.

De medewerkers met de gele Dialog Polis-hesjes moeten een dempend effect hebben in een wereld waarin burgers hun rechten kennen, gebruiken en vaak ook proberen op te rekken en anderen daarmee tot last zijn, tegen zich in het harnas jagen of helemaal overstuur maken. Het is voortdurend spitsroeden lopen voor deze politieagenten, die de verschillende crises met hun tong moeten proberen te bezweren: demonstranten hun ding laten doen, tegelijk de openbare veiligheid bewaken en, als ‘t enigszins kan, zelf ook nog heelhuids uit de strijd komen. En dat is, in vaak onoverzichtelijke situaties, minder vanzelfsprekend dan het lijkt.

Regisseur Susanna Edwards hanteert in deze observerende film met verve het ’show, don’t tell’-principe. Ze registreert haar hoofdpersonen terwijl ze zich staande proberen te houden in de frontlinie van de democratie en voegt daar alleen muziek en – soms ook een uit interviews samengestelde ‘inner voice’ – aan toe. Zij worden in deze enerverende film bijvoorbeeld geconfronteerd met mensen die zich hebben vastgeketend aan hun fiets, proberen hoog oplopende spanningen tijdens een demonstratie tegen het Iraanse regime in te dammen en dreigen aangereden te worden door een man die op weg zegt te zijn naar een medische afspraak.

Een vaste klant die alles van hun diplomatieke gaven vraagt is Rasmus Paludan, de leider van de Deense extreemrechtse partij Stram Kurs. Met het wetboek in de hand eist deze dwarse scherpslijper het recht op om in het openbaar Korans te verbranden. Terwijl Paludan continu olie op het vuur gooit en opzichtig tegendemonstranten blijft provoceren, proberen de Dialoogagenten, met een combinatie van een ijzeren wil en engelengeduld, de gemoederen weer tot bedaren te brengen – en ondertussen ook andere, minder op de dialoog georiënteerde politieagenten binnen de grenzen van de wet te houden.

Via de idealistische agenten van de Dialogpolisen, die het gedachtegoed van westerse democratieën verdedigen op plekken waar ’t erom gaat, vangt Edwards meteen de mores van onze tijd. In een wereld die steeds onoverzichtelijker is geworden kunnen overal botsingen ontstaan en vereist het enorm veel zelfbeheersing, Fingerspitzengefühl en ook gewoon kunst en vliegwerk om alles in goede banen te leiden.

The Takedown: American Aryans

HBO Max

Het was ongelooflijk wat ze in 2008 aantroffen in het huis van Aryan Brotherhood of Texas-generaal Steve ‘Stainless’ Cooke in Tomball, Texas. Gewoon in een plastic opbergbak. ‘Alsof je de Tien Geboden had gevonden in de Ark van het Verbond’, herinnert voormalig Openbaar Aanklager Malcolm Bales zich. ‘Het was een verbijsterend verslag van ABT in woord en beeld. Allerlei documenten over de Aryan Brotherhood of Texas. Als je het vergelijkt met de maffia is het alsof iemand de geschiedenis van de vijf New Yorkse families had opgeschreven en in een Tupperwarebak had gestopt.’

De vondst markeert het begin van het einde voor de neonazi’s. Speciaal Agent Richard Boehning en de andere leden van het speciaal samengestelde onderzoeksteam beginnen vat te krijgen op de Texaanse bende die zich, behalve met het verheerlijken van Hitler en het witte ras, bezighoudt met intimidatie, vrouwenhandel en de productie van en handel in allerlei soorten drugs, metamphetamine in het bijzonder. In de vierdelige serie The Takedown: American Aryans (172 min.) reconstrueert Neil Rawles de jarenlange operatie waarmee de ABT een kopje kleiner wordt gemaakt.

Het herkauwen van die jacht is niet het meest interessante deel van deze miniserie. Dat wordt nooit meer dan een clichématig kat- en muisspel tussen de politie en een groep ‘trashier than white trash’-verdachten. Boehning en enkele andere rechtschapen ‘cops’ lijken dagenlang rond te rijden in hun auto, om herinneringen op te halen aan hoe ze de Aryans destijds achter de tralies wisten te krijgen. De algehele sfeer is donker, de reconstructiescènes zijn nét iets gelikt en de montage en het sounddesign geven het geheel een sensatierandje. Eerder rauwe reality dan een serieuze documentaireserie.

Interessanter is wat er in de kantlijn wordt opgediept over de interne machinerie van de Aryan Brotherhood of Texas. Deze organisatie werd in de jaren tachtig in de gevangenis opgericht. Er was dus vanaf het allereerste begin een link met criminaliteit. ABT is sterk hiërarchisch opgebouwd (met een militaire rang, van generaal tot voetsoldaat, voor alle leden), houdt er zowaar inschrijfformulieren en ledenlijsten op na en blijkt zelfs een eigen grondwet te hebben. De essentie daarvan is terug te brengen tot veertien woorden:’ We must secure the existence of our people and a future for white children.’

Iedereen die wordt toegelaten tot de broederschap krijgt het ABT-embleem door een ander lid op z’n lijf getatoeëerd. Dat wordt er overigens ook weer uitgesneden of afgebrand als ie onverhoopt uit de club moet worden gekickt. Vrouwen kunnen sowieso geen lid worden. Zij worden ‘Featherhoods’ genoemd. In de praktijk betekent dit dat ze volledig ondergeschikt zijn aan de mannen, die hen als voetveeg of te verkopen lichaam behandelen – en niet schromen om hen op een gruwelijke manier te martelen en om het leven te brengen, als ze vermoeden dat die vrouwen hen hebben verraden.

Want dat hele broederschap, met al z’n voorschriften en regels, is natuurlijk alleen maar een voorwendsel voor pure barbarij.

Mr. Nobody Against Putin

Made In Copenhagen / Pink

De oorlog in Oekraïne dringt ook door tot het klaslokaal. De Russische president Vladimir Poetin heeft de militaire operatie om het buurland te demilitariseren en te denazificeren nog niet aangekondigd of basisscholen in heel Rusland ontvangen marsorders om het curriculum een meer patriottisch karakter te geven.

Ook de basisschool van Karabash, ‘de meest vervuilde stad van de Oeral’, moet er in februari 2022 aan geloven. Voortaan worden leerkrachten geacht om de kinderen dagelijks staatspropaganda voor te schotelen en zo de oorlog in Oekraïne te ondersteunen. Pavel ‘Pasha’ Talankin, de jonge evenementenorganisator en videograaf van de school, ziet daar helemaal niets in. Hij blijft alle officiële activiteiten en festiviteiten gewoon filmen, maar begint gaandeweg, als daad van stil verzet, ook de voorbereidingen en de gesprekken naderhand vast te leggen. Zo legt hij feilloos vast hoe Poetins oorlog ook het gewone Rusland overneemt.

Al snel begint Pavel Abdulmanov bijvoorbeeld een steeds prominentere rol op school te claimen. De kleurloze geschiedenisleraar – overtuigd fan overigens van Lavrenti Beria, het hoofd van Stalins geheime politie, en andere Sovjet-functionarissen die er geen been in zagen om vuile handen te maken – ziet er bijvoorbeeld op toe dat de dagelijkse ceremonie met het Russische volkslied ordentelijk verloopt. ‘Het is belangrijk om afwijkende meningen te elimineren, zodat er geen verdeeldheid ontstaat in ons land’, houdt hij zijn leerlingen bovendien voor tijdens de les. ‘Houden van je moederland is een plicht. Zoals je nu eenmaal ook houdt van je moeder.’

Commandanten winnen geen oorlogen, stelt Vladimir Poetin op televisie. Leraren winnen oorlogen. Al snel wordt er dus gemarcheerd door de schoolgangen, schrijven leerlingen (verplicht) brieven naar soldaten aan het front en organiseren Wagner-huurlingen een wedstrijdje granaat gooien. Intussen moeten enkele oud-leerlingen zich melden bij het Russische leger. Een kleine 1500 kilometer van Moskou tekent Pasha de verwikkelingen trouw op, als onderdeel van zijn strijd van Mr Nobody Against Putin (90 min.). Deze film van David Borenstein, begin 2025 op het Sundance Film Festival bekroond met een Special Jury Award, is daarvan de intrigerende weerslag.

Tegelijkertijd moet de idealistische leraar ook afwegen hoe en waar hij zijn eigen toekomst ziet. Want zodra de machthebbers, of hun vertegenwoordiger ter plaatse Abdulmanov, zicht krijgen op waarmee hij stiekem bezig is, laat zijn lot zich raden.

Free At Last: Onopgeloste Verhalen Over Apartheid

VPRO

Ruim veertig jaar was Zuid-Afrika, onder de noemer Apartheid, een volledig gesegregeerd land. Een kleine minderheid van witte Afrikaners, veelal van Nederlandse afkomst, regeerde met harde hard over de zwarte meerderheid van de bevolking. Nelson Mandela, de leider van het African National Congress (ANC) zat bijvoorbeeld bijna dertig jaar in de beruchte gevangenis van Robbeneiland.

Premier Hendrik Verwoerd (1958-1966), die wordt beschouwd als de architect van Apartheid, bleef volgens zijn kleinzoon Wilhelm altijd stug volhouden dat het systeem een voorbeeld van ‘goed nabuurschap’ was: iedere etnische groep kreeg immers z’n eigen thuisland. Toen Apartheid in 1990 officieel werd afgeschaft en Mandela enkele jaren later president werd namens het ANC, had de zwarte bevolking echter nog heel wat wonden te likken.

Via een Truth & Reconciliation Commission (TRC) probeerde Zuid-Afrika in die jaren schoon schip te maken. De driedelige docuserie Free At Last: Onopgeloste Verhalen Over Apartheid (152 min.) van Xoliswa Sithole, Misha Wessel en Thomas Blom laat zien dat zo’n waarheidscommissie zeker geen wondermiddel is. Van de driehonderd zaken die de TRC destijds wilde laten vervolgen, heeft er nog niet één tot een veroordeling of gevangenisstraf geleid.

De wonden van het bloedbad in Sharpeville in 1960, waarbij de Zuid-Afrikaanse politie het vuur opende op ongewapende demonstranten tegen de Apartheidspolitiek, blijken ruim zestig jaar later bijvoorbeeld nog altijd niet geheeld. Volgens nabestaanden en direct betrokkenen waren er destijds veel meer doden dan het officiële aantal van 69. Erkenning daarvoor is altijd uitgebleven – zoals ook het lot van sommige slachtoffers nog altijd onduidelijk is.

De politieke activist Ahmed Timol zou verder in 1971 uit het raam zijn gesprongen bij het John Vorster Square Police Station in Johannesburg. Zijn broer Mohammad is ervan overtuigd dat hij in werkelijkheid naar beneden is geduwd. Die mening wordt gedeeld door Tilana Stander, de dochter van politieman Joao Rodrigues. Hij zou verantwoordelijk zijn geweest voor de marteling en dood van Timol. Zijn dochter besluit nu om het onderzoek een handje te helpen.

Via zulke voorbeelden toont deze krachtige miniserie, waarvoor de Zuid-Afrikaanse journaliste Iman Rappetti als verteller fungeert, hoe het verleden nog altijd de hedendaagse verhoudingen dicteert. Chappie Klopper, die als voormalig lid van het moordcommando Vlakplaas tegen z’n ex-collega’s getuigde en zich nu voor het eerst voor de camera uitspreekt over zijn eenheid, moet bijvoorbeeld nog altijd over zijn schouder kijken. Hij voelt zich nergens veilig.

Ephraim Mfalapitsa wordt eveneens gehaat. Hij was ooit lid van de gewapende ANC-vleugel MK, maar verliet de organisatie omdat hij medeplichtig werd gemaakt aan een interne afrekening. Tegenwoordig staat hij te boek als de informant die in 1982 de de zogenaamde ‘Cosas Four’ verlinkte bij Vlakplaas. De vader van Tshepo Mokgatle werd daarna vermoord door het commando. Sindsdien vecht zijn zoon, destijds nauwelijks een maand oud, tevergeefs voor gerechtigheid.

‘Mensen zoals ik, die hebben gemoord, moeten praten’, stelt Stefaans Coetzee, een voormalig lid van een witte extreemrechtse militie dat tot inkeer is gekomen. ‘Die verhalen zijn nodig om Zuid-Afrika te laten helen.’ Dat gaat alleen zeker niet vanzelf. Zolang bepaalde (in)direct betrokkenen de verantwoordelijkheid voor hun daden kunnen ontlopen, blijven het verdriet en de pijn van slachtoffers en nabestaanden onverminderd opspelen en voor spanningen zorgen.

Afgaande op Free At Last gaan er nog wel wat jaren overheen voordat Zuid-Afrika zich definitief heeft bevrijd van het juk van Apartheid.

De Restaurantmoord

KRO-NCRV

‘Op een gegeven moment weet je van: moet ik haar nog wel geloven?’ noteert de politieagent die Jane heeft verhoord. ‘Bij de verhoren van Jane wist je eigenlijk niet meer wat waar was en wat niet waar was. Uit angst kwam ze met het goede verhaal.’

Op basis van de verklaringen van deze beïnvloedbare getuige/verdachte zijn desondanks drie jonge mannen en drie jonge vrouwen, waaronder zijzelf, veroordeeld voor De Restaurantmoord (144 min.) op 4 juli 1993. Op die fatale zaterdagnacht werd oma Mok vermoord in Peacock, het Chinese restaurant dat ze had overgedaan aan haar zoon.

Deze vierdelige serie van het team van KRO-NCRV dat eerder De Villamoord en De Pompmoord doorlichtte lijkt weer een gerechtelijke dwaling op het spoor te zijn. En opnieuw heeft een bekennende verklaring daarin een sleutelrol gespeeld. Van een jonge kwetsbare vrouw, waarvan bekend was dat haar fantasie soms met haar op de loop ging.

Op basis van Jane’s bekentenis zijn dan weer anderen door de politie verhoord. ‘Die verdachten gokken maar iets, omdat ze ‘t niet weten’, stelt oud-rechercheur Dick Gosewehr, die zich heeft gespecialiseerd in justitiële dwalingen en eerder ook al meewerkte aan De Villamoord. ‘Maar ze zitten tegenover iemand die ‘t ook niet weet.’

Met waarheidsvinding heeft dit volgens Gosewehr niets te maken. En ook Geert-Jan Knoops en Joost Loevendie, de advocaten van de verdachten die bekend zijn geworden als de Zes van Breda, zijn vanzelfsprekend kritisch op de verhoormethoden. Zij worden in deze miniserie bovendien geconfronteerd met nieuwe informatie uit het strafdossier.

Regisseur Joost van Wijk beschikt ditmaal niet over gelekte beelden van de oorspronkelijke politieverhoren. Hij compenseert dit met uitgebreide reconstructies met acteurs, die zijn gebaseerd op informatie uit het dossier. Dat komt net wat minder hard binnen, maar geeft hem nóg meer ruimte om het verhaal in te kleuren met straffe muziek.

Uit zijn spitwerk komt een nieuwe teamleider bij de plaatselijke politie, bijgenaamd ‘De Slimmerik’, naar voren, die de zaak hoe dan tot klaarheid wil brengen en op voorhand al lijkt te weten waar hij de oplossing moet zoeken: bij een soort studentenhuis voor kwetsbare meisjes aan de Teteringsedijk, dat is verworden tot een ‘Marokkanenhol’.

Alle kaarten gaan op de Zes van Breda, waarvan de drie meisjes uiteindelijk tot twee jaar gevangenisstraf worden veroordeeld en de drie jongens, die zelf participeren in deze serie, tot twaalf jaar. Intussen worden andere sporen consequent genegeerd – of zelfs doelbewust verstopt in het strafdossier. Zodat niemand daarover lastige vragen stelt.

Van Wijk deelt deze bevindingen met zijn gesprekspartners, waaronder ook forensisch deskundige Martin Eversdijk en de rechtspsychologen Robert Horselenberg en Eric Rassin. Zij maken stuk voor stuk gehakt van het politieonderzoek, de tunnelvisie die daaruit spreekt en de herziening van de zaak door de Hoge Raad in 2015.

Er blijkt belangrijke informatie achtergehouden die de vijftien rechters die deze zaak behandelden en de advocaten van de veroordeelden wel hadden moeten hebben. Alle reden om – daarover lijken alle sprekers ’t wel eens – de gewelddadige dood van oma Mok nader te onderzoeken.

Zodat Van Wijk en de rest van KRO-NCRV’s onderzoeksteam wellicht weer nieuwe input krijgen voor een vervolg op deze interessante true crime-serie. Zoals het onderzoek naar die andere geruchtmakende moorden, in een Arnhemse villa en bij een pompstation in Warnsveld, ongetwijfeld ook nog open staat.

Sons Of Ecstacy

HBO Max

Nadat eerst de regels van het spel – een gevecht om de XTC-markt van Arizona, aan het begin van de jaren negentig – zijn uitgelegd, zetten Elli Hakami en Julian P. Hobbs de pionnen op het bord voor hun misdaaddocu Sons Of Ecstacy (88 min.): de tegenpolen Gerard Gravano en English Shaun. Eerst wordt het doopceel van de één gelicht, daarna dat van de ander. Om en nabij een kwartier per persoon. 

Gerard Gravano is de zoon van de New Yorkse gangster en huurmoordenaar Salvatore Gravano, alias Sammy The Bull. In 1985 heeft die voor maffiabaas John Gotti diens voorganger Big Paul Castillo omgelegd. Sammy ontwikkelt zich vervolgens tot ’s mans onderbaas bij de beruchte Gambino-familie. Wanneer hij zich zes jaar later alsnog tegen Gotti keert en uit de school klapt tegenover de politie, wordt ‘de rat’ in een getuigenbeschermingsprogramma geplaatst. Hij belandt in Phoenix, Arizona, waar Sammy’s zoon Gerard zowaar direct het criminele pad vindt dat zijn vader eerder ook al heeft bewandeld.

Een stief kwartier later is het de beurt aan English Shaun. Diens wieg stond in de omgeving van Liverpool. Hij studeerde er bedrijfskunde en raakte verzeild in de Britse Acid House-scene. Toen Shaun was afgestudeerd, vertrok ie naar een tante in Phoenix, om nog vóór zijn dertigste miljonair te worden in het land van de onbegrensde mogelijkheden. Hij werkte eerst als effectenhandelaar, maar merkte al snel dat er in de ravescene van Arizona serieus behoefte was aan pretpillen. En omdat ‘greed’ in die tijd, met dank aan Gordon Gekko, werd beschouwd als ‘good’, hield niets hem tegen om op industriële schaal pillen te gaan lossen. 

En dan is er nog – de docu is dik een half uur onderweg – een serieuze spelbreker: de Amerikaanse politie.  Die wil die hele XTC-markt het liefst direct wegvagen en grijpt de machtsstrijd tussen de rivaliserende bendes van Gerard Gravano en English Shaun aan om hen tegen elkaar uit te spelen en achter slot en grendel te krijgen. Hakami en Hobbs tekenen dat in wezen vrij simpele misdaadverhaal gelikt op met een combinatie van lekker archiefmateriaal, nogal dikke reconstructies en een heel arsenaal aan sterke (misdaad)verhalen.

Zeker Salvatore Gravano blijft lekker in zijn rol van eeuwige voetsoldaat van de Cosa Nostra. Hij schiet op commando weliswaar iedereen een kogel tussen de ribben, zo wil de man doen geloven, maar gaat voor zijn vrouw en kinderen natuurlijk door het vuur. Een klassieke gangster, zogezegd. Of, anders gesteld: een cliché gangster. Zo’n man die leeft volgens de regels van een dubieuze erecode en die zich bijna niets ergers kan voorstellen dan ‘disrespect’. En hij heeft zijn zoon, die volgens eigen zeggen een veel zachtere inborst heeft, daarin meegetrokken.

Als aan het einde van Sons Of Ecstacy duidelijk is wie het spel heeft gewonnen – spoiler: zo’n spel kent doorgaans vooral verliezers – kan de rekening worden opgemaakt: wat hebben al die criminele activiteiten nu feitelijk opgeleverd en gekost?

Vergiss Meyn Nicht

Omroep Zwart

De 360 graden-camera waarmee filmstudent Steffen Meyn alle verwikkelingen in het activistische boomhuttendorp in het Hambacher-bos en de pogingen van de Duitse overheid om dat te ontruimen documenteert, legt ook rücksichtslos vast hoe hij zelf tijdens die uitzetting, op 19 september 2018, bij een tragisch ongeval om het leven komt. In de openingsscène van Vergiss Meyn Nicht (Engelse titel: Lonely Oaks, 102 min.) vindt een politieagent de camera, die Meyn op zijn fietshelm had bevestigd. De man raapt hem op en pakt hem in, hij heeft alleen niet door dat ook dit wordt geregistreerd.

In deze boeiende documentaire van Fabiana Fragale, Kilian Kuhlendahl en Jens Mühlhoff brengt diezelfde camera van binnenuit de jarenlange bezetting van de klimaatactivisten van het Hambi-bos, gelegen tussen Keulen en Aken, en hun strijd tegen de vervuiling door de nabijgelegen kolencentrales in beeld. Medebewoners van Steffen Meyn, volgens hen een stadsjongen met hoogtevrees, blikken ondertussen terug op hun woelige periode in het boomhuttendorp, waar ‘t tot stevige confrontaties met de Duitse politie kwam – en ook intern mensen soms recht tegenover kwamen te staan.

Een deel van de autonome bosbewoners doet z’n verhaal anoniem – omdat hun identiteit er volgens hen niet toe doet of simpelweg om uit handen van de Duitse justitie te blijven – en gaat dan ook in op leven (en sterven) voor een groter ideaal, welke methoden geoorloofd zijn om het gemeenschappelijke doel te bereiken en twijfels over hun eigen activisme. ‘Ik vind het belangrijk om in iets te geloven, ook in dingen die belangrijker zijn dan ikzelf’, zegt een oud-bewoonster van het dorp bijvoorbeeld. ‘Maar dit kan ook betekenen dat je je eigen leven wegcijfert ten faveure van het collectief.’

Camera’s fungeren tijdens hun strijd als wapen: om het gedrag van agenten ter plaatse te beteugelen of anders naderhand aan de kaak te kunnen stellen. Die functie hebben ze ook in deze film, waarmee de strijd om het Hambi-bos letterlijk vanuit hun perspectief is mee te beleven. Hoe een eco-activiste die zich aan een boom heeft vastgeketend bijvoorbeeld hardhandig wordt overmeesterd. Ondanks die ene camera laat de documentaire natuurlijk geen 360 graden-blik van de situatie zien. Politiemensen worden bijvoorbeeld grotendeels gereduceerd tot gezichtsloze vijand.

Tegenover zulke domme krachten die, namens een op z’n minst onverschillige overheid, de belangen van het kapitaal verdedigen, zet ‘extreemlinks’ zich schrap, een stel autonomen en outsiders die zich met hand en tand verdedigt tegen de vernieling van de aarde. Tot, in elk geval bij Steffen Meyn, de dood erop volgt – al zou je die ook het gevolg van een stom ongeluk kunnen noemen.

The Body Next Door

Videoland

Vooralsnog is het een whoisit, stelt rechercheur Gareth Morgan. In plaats van een whodunnit, waarin de nadruk ligt op het achterhalen van de dader van een misdrijf. Eerst moet de Welshe politie ontdekken wie het slachtoffer is: de man van middelbare leeftijd die zorgvuldig in plastic is gewikkeld en op 24 november 2015 wordt gevonden bij een appartementencomplex in het dorpje Beddau in Zuid-Wales. Pas daarna kan de vraag worden beantwoord wie hem heeft vermoord en vervolgens als een mummie heeft achtergelaten.

Buurvrouw Leigh Sabine zou het antwoord vermoedelijk wel hebben kunnen geven. Zij is alleen een maand voordat The Body Next Door (138 min.) wordt gevonden zelf overleden. De excentrieke dame op leeftijd spreekt tot de verbeelding van de dorpsbewoners, die in deze intrigerende driedelige true crime-serie van Gareth Johnson hun licht laten schijnen over de raadselachtige zaak. Was Leigh nu verpleegster, zangeres of hondenfokster geweest? En waar kwam zij eigenlijk vandaan? Uit Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika of toch gewoon – niet eens zo ver van Wales – uit Reading?

Kortom: whowasshe? Zou het antwoord op die vraag kunnen bijdragen aan een oplossing van het mysterie rond het lijk dat is aangetroffen bij haar appartement aan Trem-Y-Cwn 57 in het voormalige Welshe mijnwerkersdorp? En hoe zit ‘t met die vijf kinderen waarover Leigh Sabine net voor haar dood ineens terloops had gesproken? Bestaan die werkelijk? Of zijn zij een product van de ongebreidelde fantasie van de oudere vrouw, die altijd rookgordijnen rond zich optrok? De ene vraag is nog niet beantwoord in deze puike productie of de volgende dient zich alweer aan.

Whydunnit bijvoorbeeld. Waarom is die onbekende man door wie gedood? Gaandeweg openbaart zich aan de hand van zulke vragen een opzienbarende geschiedenis, die door Gareth Johnson bovendien fraai is vormgegeven en zeer ingenieus wordt uitgepakt. Als een delicaat geoffreerd cadeautje, dat stukje bij beetje z’n geheimen prijsgeeft – en dat dan vaak nét iets anders uitvalt dan de oplettende kijker zelf al had zitten te bedenken. Niet onbelangrijk daarbij: ook terug redenerend blijft het verhaal rond dat vacuüm verpakte lichaam kloppen. En de daarin opgevoerde personages krijgen intussen alsmaar meer diepte.

Trefzeker stevent The Body Next Door zo af op een even ontluisterende als bevredigende ontknoping. Als er nog één laatste vraag wordt beantwoord: whendunnit?

The Bibi Files

September Film

De zaak is in wezen redelijk simpel, stelt journalist Raviv Drucker. Benjamin ‘Bibi’ Netanyahu en zijn derde vrouw Sara zouden cadeaus ter waarde van een kwart miljoen dollars hebben gekregen van Arnon Milchan. In ruil daarvoor heeft Netanyahu allerlei hand- en spandiensten verricht voor de Joodse Hollywood-producer. Een eenvoudig geval van omkoping. Het betreft alleen wel de langst zittende premier van Israël.

Voor een man in zijn positie lijkt Bibi zich wel heel goedkoop te hebben laten strikken. Voor sigaren, champagne en juwelen, werkelijk waar. Het goeie leven, dat hem uiteindelijk zwaar is bekomen. Kwestie van ‘L’etat c’est moi’, stelt de politieke insider Nimrod Novik in The Bibi Files (115 min.). Geen onderscheid meer zien tussen de staat en jezelf. Dat zou zijn begonnen bij zijn onverwachte verkiezingsoverwinning in 2015.

Volgens deze krachtige documentaire van Alexis Bloom heeft Netanyahu ook geïntervenieerd voor een andere tycoon, Shaul Elovitch. In ruil voor positieve berichtgeving op Elovitch’s nieuwswebsite Walla. ‘We begonnen ons te voelen als een restaurant dat aan slechts één gast serveert’, stelt voormalig hoofdredacteur Avi Alkalay. Ook hiervoor geldt: corruptie, klip en klaar. Als het tenminste kan worden aangetoond.

Om haar betoog te stutten maakt Bloom gebruik van uitgelekte beelden van de politieverhoren van Benjamin Netanyahu en andere direct betrokkenen. King Bibi komt er niet goed vanaf. De man die erom bekend staat dat hij het geheugen van een olifant heeft, kan zich opvallend vaak niets meer herinneren. Hij beweert bovendien consequent dat hij zich van geen kwaad bewust is en bijt flink van zich af naar zijn verhoorders.

Ook zijn vrouw Sara, die hele tirades houdt tegen haar gesprekspartners, en hun zoon Yair, een activist/podcaster met zéér rechtse denkbeelden, schminken zichzelf flink af op de verhoorbeelden. Ze ogen als Israëlische varianten op Imelda Marcos of Don Trump Jr., die liegen alsof ‘t gedrukt staat en routineus afgeven op critici en de linkse media. Ook zij kunnen echter niet voorkomen dat er een rechtszaak wordt opgestart tegen Netanyahu.

Door die beschuldigingen komt Bibi ook politiek steeds meer alleen te staan. Andere partijen besluiten hem te boycotten. Om toch premier te blijven – en uit de handen van zijn eigen minister van justitie, die hem in staat van beschuldiging heeft gesteld – wendt Bibi zich tot de extremisten Itamar Ben-Gvir en Bezalel Smotrich, politici die hij enkele jaren geleden nog meed als de pest. Nu zijn ze allebei minister in zijn kabinet.

Met zulke onverzoenlijke lieden aan z’n zijde werd Netanyahu met de terroristische aanslagen van Hamas op 7 oktober 2023 geconfronteerd. De navolgende vergeldingscampagne in Gaza, het eindpunt van The Bibi Files, was in zekere zin dus te voorspellen. Een permanente oorlog, stellen critici cynisch in dit ontluisterende portret, is sowieso een ideaal middel om aan de macht en uit de cel te blijven.

Doodstrijders

Powned

Samen met zijn dochter Tamar oefent Loek de verklaring die hij wil afleggen in de rechtbank. ‘Edelachtbaar college’, begint hij geëmotioneerd. ‘Nooit heb ik uit minachting voor de wet deze willen overtreden. Mijn actieve rol op het gebied van hulp bij zelfdoding heb ik altijd uitgevoerd om anderen te helpen dezelfde wens te vervullen die ik zelf ook had: beschikking te hebben over Middel X, om te zijner tijd, vroeger of later, de mogelijkheid te hebben zelf invulling te geven aan het levenseinde wanneer anderen daar niet toe bereid zouden zijn.’

Tegen de voormalig humanistisch geestelijk raadsman bij het Ministerie van Justitie wordt een celstraf van tweeëneenhalf jaar geëist, waarvan een jaar voorwaardelijk. Drie dagen na de laatste dag van de strafzaak komt Loek op tachtigjarige leeftijd te overlijden. Een natuurlijke dood – al willen de politie en het Openbaar Ministerie dat nog wel even zeker weten. Zijn lichaam wordt onderzocht voordat het wordt vrijgegeven. ‘En dan krijg je je vader terug met een open gezaagde schedel’, zegt z’n dochter bitter. Net als de andere Doodstrijders (61 min.) van de Coöperatie Laatste Wil is Loek door zijn idealisme hard in aanvaring gekomen met de wet en voor de rechter beland.

‘Heel eerlijk gezegd vraag ik me af hoeveel machinisten ik, door te zijn wie ik ben en te hebben gedaan wat ik gedaan heb, heb voorkomen dat zij een mens voor de trein kregen’, zegt Tineke (74), die er niet omheen draait dat ze Middel X heeft verstrekt, in deze documentaire van Christien van der Aar en Manon Hoornstra. Dat verstrekken wordt overigens pas strafbaar als er daadwerkelijk een zelfdoding volgt. In de woorden van Tineke worden zij dan ‘gestraft voor medemenselijkheid’. Overtuigde Laatste Wil-strijders zoals zij vinden dat ze recht hebben op zelfbeschikking: ‘baas over eigen sterven’. En dus zoeken ze de grenzen van de wet op, omdat die moet worden verlegd.

Tegenover zulke activisten staan in deze film enkele ervaringsverhalen. Zo is Bart (44) er bijvoorbeeld nog altijd verdrietig over dat zijn partner Kevin (32) in 2021 zelf het Middel X moest nemen en zo geheel alleen uit het leven stapte. Of Kevin daadwerkelijk de beoogde ‘zachte dood’ heeft gekregen, weet Bart dus niet. De zussen Eefje en Martine hebben geconstateerd dat Middel X bij hun 92-jarige vader Dick in elk geval niet voor een waardig einde heeft gezorgd. Het was ‘een griezelfilm’ volgens Eefje (60). Nu Martine (62) zelf ongeneeslijk ziek is, geeft het haar rust dat zij zelf in aanmerking komt voor euthanasie en niet een vergelijkbaar pijnlijk stervensproces hoeft mee te maken.

Zo brengt deze boeiende en urgente documentaire de uitdrukkelijke wil van een aantal oudere idealisten om de (euthanasie)wet te verruimen in beeld, maar schromen Van der Aar en Hoornstra ook niet om de complicaties van het gekozen middel en de strafrechtelijke gevolgen van hun acties in kaart te brengen. Jos van Wijk (75), de ex-voorzitter van de Coöperatie Laatste Wil, blijft nochtans optimistisch. ‘De geest is uit de fles en die gaat er niet meer in terug’, stelt hij. ‘Dit is nog lang geen gelopen strijd. Sterker nog: die zelfbeschikking en Middel X om een einde aan je leven te maken is geen kwestie van óf ’t gaat gebeuren maar wanneer ’t gaat gebeuren.’

900 Días Sin Anabel

Netflix

Probeer ‘t eens. Sla de eerste vier minuten en vijftien seconden over en begin daarna, zonder enige voorkennis, aan de driedelige docuserie 900 Días Sin Anabel (155 min.). Dan stap je onvoorbereid in de taak waarvoor de Spaanse opsporingsleider Jaime Barrado, gespecialiseerd in ontvoeringen, zich in 1993 ziet gesteld. Hij wordt belast met de ontvoering van een 22-jarige jogger, Anabel Segura Foles. De jonge vrouw uit de welgestelde Intergolf-gemeenschap, een ‘gated community’ in de omgeving van Madrid, is op 12 april door enkele mannen in een wit busje meegenomen.

Als je de eerste vier minuten van de eerste aflevering mijdt, kun je langzaam in Anabels geruchtmakende ontvoering zakken en gaandeweg alle uithoeken van de zaak ontdekken. Als je de beginsequentie wél kijkt – wat natuurlijk de bedoeling is van de verantwoordelijke streamer Netflix, om je als adrenalinejunk direct bij je lurven te pakken – zijn die allemaal al bekend en wordt de rest in feite een herhalingsoefening, met overbekende true crime-ingrediënten, zoals terugblikinterviews met politiemensen, journalisten en officials, slim geplaatste cliffhangers en een oplopend tellertje voor het aantal dagen dat de jonge vrouw nu al verdwenen is.

Niet dat dit misdaadverhaal dan geen spannende elementen bevat. Men neme bijvoorbeeld de diverse pogingen om het losgeld over te dragen, de meningsverschillen tussen de politie en Anabels familie én – voor het eerst te horen – het telefonische steekspel met de ontvoerders. Regisseur Mónica Palomero dient dit op met smeuïge reconstructiebeelden. Denk aan: een ouderwetse telefoon die van de haak ligt, lopende bandrecorders en – aardig detail – een brandende sigaret in een asbak, om het langzaam verstrijken van de tijd weer te geven. Want we hebben in totaal, de titel indachtig, immers negenhonderd dagen te gaan.

Ook die voorkennis – dat de ontknoping bijna drie jaar op zich zal laten wachten – doet enigszins afbreuk aan de kijkervaring. Anabels tragische geschiedenis zou ongetwijfeld het hardst binnenkomen als volstrekt ongewis was óf, hoe en wanneer die tot een einde komt. Zoals ’t ook in het echt ging: Anabels ouders – José en Sigrid Seguro participeren overigens niet in deze miniserie – tasten volledig in het duister over het lot van hun dochter. Totdat… De aandachtspanne van hedendaagse kijkers vereist echter, volgens de Netflixen van deze wereld, dat je hen direct bij de hand neemt en vervolgens stapsgewijs naar een voorgekookte conclusie leidt.

Zodat je je, als kijker die liever langzaam bij de keel wil worden gegrepen, aan het eind toch heel even afvraagt: zouden bij de huidige opzet misschien ook alleen de eerste vier en laatste vier minuten van 900 Days Without Anabel hebben volstaan? En zou een documentaire(serie) die niet geheel voorspelbaar is opgezet de tragedie rond Anabel Seguro niet meer recht hebben gedaan?

Gość

IDFA

Tussen Polen en Belarus is in 2021 doelbewust een stuk niemandsland gecreëerd. Een verboden zone van drie kilometer breed. De Belarussische dictator Loekasjenko, een handlanger van de Russische president Poetin, gunt vluchtelingen er zogenaamd een vrije doortocht naar de Europese gemeenschap. De Poolse grenspolitie stuurt hen vervolgens linea recta weer terug. Ontheemde mensen komen zo vast te zitten in een moerasachtig bos, om er misschien wel voorgoed in te verdwalen.

Maciek, een Poolse man van weinig woorden, en zijn gezin hebben daar, in die inhumane woestenij van zoekacties, politiecontroles en pushbacks, een uitgeputte vluchteling aangetroffen. Hij was zowaar nog in leven. Ze hebben de 27-jarige Syriër Alhyder tijdelijk in huis genomen. Communicatie met The Guest (oorspronkelijke titel: Gość, 78 min.) is echter lastig. Met behulp van een basale vorm van Engels en Google Translate kunnen ze elkaar alleen op een elementair niveau verstaan. Tegelijk begrijpen de twee elkaar uitstekend.

‘I am inside problem, you are outside problem’ zegt Alhyder tegen de man die hem, bijna tegen wil en dank, heeft opgevangen. ‘Why you go inside problem?’ Maciek antwoordt resoluut: ‘No, this world is problem.’ Daarmee is hun gezamenlijke probleem alleen nog niet de wereld uit. Waar kan Alhyder heen? En hoe lang kan hij nog gebruik maken van de gastvrijheid van het Poolse gezin? De Syriër, die via zijn mobiele telefoon contact probeert te onderhouden met thuis, begint zich allengs een ongenode gast te voelen.

In deze donkere, unheimische film, vol nauwelijks op te vullen stiltes en ongemakkelijk geformuleerde gedachten, verkennen Zvika Gregory Portnoy en Zuzanna Solakiewicz met coregisseur Michał Bielawski de patstelling tussen de gastheer, zijn vrouw Renata, hun zoon Patryk en de vreemdeling, die volledig afhankelijk van hen is. Tussendoor tonen zij tevens de ongure wereld om hen heen, de zone waar vluchtelingen niet meer dan opgejaagd wild zijn, media doorgaans worden geweerd en zomaar de directe toekomst van Alhyder weer zou kunnen liggen.

Het is een ontluisterende situatie, die aan het begin en einde van The Guest nog eens pijnlijk wordt aangezet met het officiële volkslied van de Europese unie, Beethovens Ode An Die Freude. Alle Menschen werden Brüder… juist.