Mijn Woord Tegen Het Mijne

Maasja Ooms / Cerutti Film

Ze zitten recht voor de lens, midden in beeld, en keren hun ziel binnenstebuiten voor psychiater Dirk Corstens, die vanachter de camera luistert. Zij en de stemmen die ze horen. Ze komen allebei aan het woord in een neutraal aangeklede ruimte. Samen – of juist niet samen – laten ze zich in deze therapeutische setting bevragen door de rustig zoekende stem. Over het verhaal achter de stemmen en de identiteiten die zij representeren.

In Mijn Woord Tegen Het Mijne (113 min.) kijkt en luistert documentairemaakster Maasja Ooms (AliciaRotjochies en Jason) heel aandachtig mee naar vijf Nederlanders en de stemmen in hun hoofd. Soms is dat er maar één, soms ook een paar. En een heel enkele keer maar liefst negentien. Tijdens de gesprekken met Corstens of een collega laten zij zich, aangespoord door hun begripvolle gesprekspartner, zien en horen.

Ongeveer tien procent van de mensen, stelt de psychiater, hoort volgens onderzoek wel eens een stem in z’n hoofd. Door die aan het woord te laten, zo is zijn veronderstelling als behandelaar, kunnen deze ‘stemmenhoorders’ ontdekken waarom zij in hun leven zijn gekomen en welke functie ze daarin nu vervullen. De stemmen bestoken hen met kritiek, bieden juist bescherming of proberen hen, dat ook, stelselmatig kapot te maken.

Ooms geeft deze gesprekken alle ruimte en maakt de kijker zo deelgenoot van zeer persoonlijke en intieme sessies, waarin de hoofdpersonen via of ondanks hun alter ego’s de confrontatie aangaan met zichzelf en de trauma’s die hen hebben gemaakt tot wie ze nu zijn. Die stemmen zijn er – tegen wil en dank, uit puur lijfsbehoud ook – en proberen hen iets te vertellen. Al is dat misschien niet altijd letterlijk wat ze zeggen.

Deze therapiesessies, waarbij een enkele oogopslag of de manier waarop iemand zit (of gaat verzitten) alles vertelt over wie er aan het woord is en hoe die zich voelt, zijn in deze gespreksfilm omlijst met enkele gestileerde en geladen scènes, begeleid door serene muziek. Die vertegenwoordigen diep gevoelde, veelal onverwerkte en doorgaans ook verzwegen ervaringen of weerspiegelen juist hun huidige gemoedstoestand.

Stapsgewijs vormt zich zo een beeld van de mens achter de stemmen en hoe die hen een plek kan geven, eens goed luistert naar wat ze te zeggen hebben of hun boodschap naast zich neer durft te leggen – en zo weer/een beetje/meer vrede kan sluiten met een deel van zichzelf. 

Het Complot

EO

Bloemen leggen op een begraafplaats. Het lijkt een liefdevolle daad. In het Zuid-Hollandse dorp Bodegraven krijgt dit ritueel in 2020, als het Coronavirus Nederland in z’n greep neemt, echter een zeer unheimisch karakter. De bloemen zijn bedoeld voor misbruikte en vermoorde kinderen, die daar stiekem zouden zijn begraven. En de leggers ervan, uit het hele land overgekomen, hebben zich laten aansporen door een complottheorie, op basis van hervonden herinneringen, waarvoor geen enkel bewijs is. Toch grijpt die in de krochten van het internet wild om zich heen.

In de fascinerende vierdelige serie Het Complot (175 min.) onderzoekt Joost Engelberts, die eerder ook de intrigerende podcast Onland maakte, hoe de wilde beschuldigingen van één enkele inwoner, de inmiddels in het buitenland woonachtige Joost Knevel, over Satanisch Ritueel Misbruik (SRM) door notabelen van Bodegraven konden uitmonden in intimidatie, bedreigingen en fundamenteel wantrouwen tegenover de Nederlandse overheid. Hij belandt zo in de unheimische wereld van notoire complotdenkers zoals Micha Kat en Wouter Raatgever, die het vuur in hun eigen Red Pill Journal telkenmale blijven oppoken.

Engelberts spreekt ook met Knevel zelf, die van de rechter voortaan zijn mond moet houden over deze gevoelige kwestie. Hij is er echter niet op uit om nu hém aan de schandpaal te nagelen, maar wil oprecht begrijpen waar Knevels beschuldigingen vandaan komen en hoe die konden leiden tot een naargeestige samenzweringstheorie. Engelberts kijkt daarna ook voorbij Bodegraven: naar de angst van bepaalde christelijke stromingen voor de Duivel, de ‘Satanic Panic’ die de Verenigde Staten ooit in z’n greep kreeg en hoe onverantwoord media, ook in Nederland, soms berichten over vermeend grootschalig kindermisbruik.

Het kost Engelberts moeite om mensen te vinden die hem te woord willen staan over dit gevoelige thema. Menigeen wil daar zijn vingers liever niet aan branden. Christiaan van der Kamp, de voormalige burgemeester van Bodegraven, en Johan, een dorpsbewoner wiens overleden broer onterecht in verband werd gebracht met Satanisch Ritueel Misbruik, stemmen uiteindelijk wel in met een gesprek. En gaandeweg, als hij uitzoomt naar het grotere thema van complotten over kindermisbruik, komen daar een officier van justitie, rechercheurs, therapeuten, theologen, een Amerikaanse podcastmaakster én enkele SRM-gelovers bij.

Samen met hen waadt Engelberts, die het onderzoek aanstuurt met zijn betrokken vertelstem, behoedzaam door een moeras waarin ‘t makkelijk verdwalen of verzuipen is. Hij kijkt bijvoorbeeld naar de oorsprong van complottheorieën over ritueel kindermisbruik, die al duizenden jaren steeds weer de kop lijken op te steken. Nog niet zo lang geleden ook in Nederland, waar therapeuten werden beïnvloed door Amerikaanse verhalen over seksueel misbruik en de Dissociatieve Identiteitsstoornis (DIS), die daarmee soms wordt geassocieerd. Twee vrouwen vertellen bijvoorbeeld hoe zij tijdens hun behandeling pijnlijke ‘herinneringen’ hervonden.

Bij cases rond SRM is er vaak sprake van omgekeerde bewijslast, laat Engelberts tevens zien. Want hoe kun je nu bewijzen dat iets niet bestaat en nooit is gebeurd? En mensen die onterecht van de gruwelijkste wandaden worden beschuldigd en volgens de criminoloog Marnix Eysink-Smeets, die over de treurige kwestie in Bodegraven het rapport Bloemen Op De Begraafplaats schreef, dus het slachtoffer zijn van ‘famacide’, reputatiemoord, waken er wel voor om olie op het vuur te gooien en zichzelf opnieuw tot doelwit te maken.

In dit vacuüm kan er, aangejaagd door een maatschappelijke crisis zoals het Coronavirus, ruimte ontstaan voor een kwalijke samenzweringstheorie rond het dierbaarste van het menselijke ras: onze kinderen. In Het Complot tast Joost Engelberts dit zeer gevoelige thema met zowel oprechte interesse, empathie en respect als doortastendheid en een kritische blik af. Het eindresultaat raakt het hart van wat wij/zij geloven.

@omroepeo

Nieuw bij de EO: ‘Het Complot’. Aan het begin van de coronaperiode leggen honderden mensen bloemen op de begraafplaats in Bodegraven, na verhalen over satanisch ritueel misbruik. Maker Joost Engelberts onderzoekt in ‘Het Complot’ hoe dit verhaal kon uitgroeien tot een maatschappelijk explosief dossier en wie erbij betrokken waren. In de eerste aflevering is o.a. de toenmalige burgermeester van Bodegraven aan het woord. Hij vertelt over de gebeurtenissen in zijn dorp en hoe hij deze heeft beleefd. Ben je benieuwd naar deze EO docu-serie? 📲 Kijk vanavond om 22.10 uur naar de eerste aflevering van ‘Het Complot’ op NPO 2. 🔶 Alle afleveringen zijn ook te zien via NPO Start.

♬ origineel geluid – EO

Anak Indië

Scarabee Films / vanaf donderdag 26 juni in de bioscoop

Hij was een Indo, zei de vader van Adriaan van Dis. In Nederland Door Omstandigheden. INDO. Even daarvoor heeft Van Dis in Anak Indië (122 min.), als de verteller van een weelderig vormgegeven explainer waarmee deze documentaire wordt opgestart, al de historische achtergronden daarvan geschetst: hoe Nederland ooit terecht kwam in een eilandengroep in Azië, die bijna anderhalve eeuw als kolonisator bestierde onder de noemer Nederlands Indië en vervolgens na de Tweede Wereldoorlog ook weer vertrok uit het land dat zich Indonesië zou gaan noemen.

In de jaren vijftig kwam er vervolgens een breed samengestelde groep Indische Nederlanders naar Nederland, waaronder Peranakan-Chinezen, Molukse KNIL-militairen en Indo-Europeanen. En daar weten we eigenlijk véél te weinig van, heeft documentairemaakster Hetty Naaijkens-Retel Helmrich dan al betoogd in de openingsscène van deze film: een persiflage op het populaire televisieprogramma De Slimste Mens met presentator Philip Freriks, waarin de drie kandidaten werkelijk geen enkel goed antwoord weten te produceren op de vraag ‘wat weet u van Indo’s?’

Die vraag gaat Naaijkens, die eerder al onder andere Buitenkampers en Klanken Van Oorsprong maakte, nu dus beantwoorden met andere Indische Nederlanders, zoals actrice/zangeres Wieteke van Dort, schrijfster Yvonne Keuls, tekenaar Thé Tjong Khing, componist/pianist Mariëtte Hehakaya, theatermaker Jaro Wolff, Indië-veteraan Loek Middel, fotograaf Claude Vanheye, tekenaar Peter van Dongen, muzikant Steffen de Wolff, vliegeraar Rubens Agaatsz, dichter Robin Block, kris-deskundige David Gallas en de hoofdredacteur van het Indische tijdschrift Moesson, Vivian Boon.

In tegenstelling tot een andere recente documentaire over de erfenis van de voormalige Nederlandse kolonie, Tussen Wal En Schip – Geruisloos Indisch van Juliette Dominicus en Sven Peetoom, zoekt Naaijkens-Retel Helmrich in eerste instantie niet de pijn daarvan op – of het Indisch zwijgen daarover – maar belicht ze juist hoe Indische Nederlanders ons land hebben verrijkt. Met badminton, de vierdaagse en natuurlijk de Indische rijsttafel. En, dat ook, met spiritualiteit en bijgeloof. En later in de film volgen ook de geesten van het verleden die hen en hun families ‘s nachts bezoeken.

Vlot fladdert Naaijkens langs al die herinneringen, beelden en gevoelens, die elk ook hun eigen uitingsvorm hebben gekregen. In Wieteke van Dorts typetje Tante Lien bijvoorbeeld, de muziek van The New Diamonds (een voortzetting van het bekende duo The Blue Diamonds), KNIL-re-enactments of de cabaretvoorstellingen van Ricky Risolles. De filmmaakster gebruikt bovendien opnames uit haar eigen familiearchief, zet historisch beeldmateriaal van Indië en Indische Nederlanders in en heeft Stefan Venbroek gevraagd om het geheel van fraaie bloemrijke animaties te voorzien.

Anak Indië wordt zo een ongegeneerde, ietwat vluchtige viering van het Indische culturele erfgoed, waarin elke Indische Nederlander wel iets van zichzelf – en alle andere Nederlanders wel iets in hun eigen leven – zullen herkennen.

Stemmen Van Naoorlogse Generaties 

Documentary Collective / Mokum

Driekwart eeuw nadat Indonesië onafhankelijk werd, is er in diverse Nederlandse documentaires volop aandacht voor Nederlands Indië. Indië Verloren… belicht bijvoorbeeld de (geo)politieke machinaties rond de vrijmaking van de voormalige kolonie, Als Ik Mijn Ogen Sluit vertelt de verhalen van de vrouwen en kinderen in de Jappenkampen en Kleinkinderen Van De Oost laat het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger herleven.

Van dat niveau is deze film zeker niet. In Stemmen Van Naoorlogse Generaties (81 min.) richten schrijfster Simone Berger en fotograaf/filmmaker Armando Ello zich op de psychische en emotionele wonden die de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog heeft geslagen. Angst en stress zijn, veelal onbewust, doorgegeven aan volgende generaties, die getekend worden door een koloniaal verleden en een oorlog waarvan ze zelf nooit deel hebben uitgemaakt.

Kampbewakers maakten het leven van de vader van schrijfster Dido Michielsen bijvoorbeeld onmogelijk met het dagelijkse dreigement dat zij zijn rechterhand zouden afhakken. Volgens haar at hij daardoor zijn hele leven alsof de Duivel hem op z’n hielen zat. Het maakte hem ook ‘een beetje sadistisch’. Als de kleine Dido naar zijn smaak te langzaam at, deed vader alsof hij de politie belde. Zodat zij in de veronderstelling was dat ze elk ogenblik kon worden opgehaald.

Berger en Ello geven verder de auteurs Adriaan van Dis, Marion Bloem, Reggie Baay en Sylvia Pessireron, die stuk voor stuk over hun Indische verleden publiceerden, ruimte voor hun persoonlijke verhaal. Ze laten performances van dichter/muzikant Robin Block, zangeres Esmay Usmany en danseres Cheroney Pelupessy zien. En ze spreken met therapeuten van de Trauma Company en laten een soort explainers over ‘de invloed van angst en stress op lichaam en brein’ zien.

Stuk voor stuk interessante elementen, die echter maar moeilijk een eenheid vormen. En daarbinnen moet dan ook nog ruimte worden gevonden voor het familieverhaal van de makers zelf en een interview met de Arnhemse burgemeester Ahmed Marcouch over het belang van herdenken. Het resultaat is een onevenwichtige film, waarin alle aspecten van dat beladen verleden naar hun plek zoeken.

Adriaan van Dis, Een Wanhopig Optimist

c: Carel Schutte

Een journaalitem over zijn ruzie met Willem Oltmans. Of, met een beetje geluk, over zijn gebakkelei met W.F. Hermans. Daar kon het wel eens bij blijven als hij het tijdelijke voor het eeuwige verwisselt, denkt Adriaan van Dis. Hij zou overigens liever hebben dat ze dan melden dat hij mooie boeken heeft geschreven.

De schrijver, televisiemaker en journalist Van Dis is inmiddels 75 en heeft zich een paar dingen voorgenomen, vertelt hij aan Coen Verbraak in Adriaan van Dis, Een Wanhopig Optimist (53 min.): Gij zult niet verbitteren. Gij zult niet klagen noch zeuren. En zorg dat je in ieder geval een mate van onafhankelijkheid bewaart. Zo niet, daar maakt hij ook geen geheim van, dan is er een uitweg.

Samen met Verbraak bezoekt Van Dis de plekken die ertoe doen in zijn leven: Bergen aan Zee, het decor voor een tamelijk ongelukkige jeugd. De Noord-Franse stad Arras, waar zijn moeder voor het eerst vertelde over haar kampervaringen. En zijn voormalige domicilie Parijs, waar hij enkele boeken schreef. Daar dist de geboren verteller, met plezier en bravoure, de verhalen van zijn leven op.

Dat is ook wel een beetje de beperking van deze tv-film: Adriaan is een zeer onderhoudende causeur en heeft smeuïge verhalen in overvloed – over het jongetje dat te dom was om te studeren, zijn eerste seksuele ervaring bij een prostituee en die vader waarvan het zo moeilijk houden was – maar of hij ook het achterste van zijn tong laat zien of zichzelf verrast tijdens de gesprekken met Verbraak?

‘s Mans ontmoetingen met zijn redacteur Tilly Hermans, de Zuid-Afrikaanse schrijver en anti-Apartheidsactivist Breyten Breytenbach en regisseur Ellen Jens (van zijn bekende televisieprogramma Van Dis In De IJsbreker), ogen verder wat opgeprikt en leveren vooral anekdotisch materiaal op, waarmee in het oog springende elementen uit die driekwart eeuw Adriaan van Dis kleur krijgen.

Met tamelijk feitelijke voice-overs brengt Coen Verbraak vervolgens ordening aan in dit nette portret waaraan geen mensch zich een buil zal vallen, maar dat ook niet echt nieuw licht werpt op Adriaan van Dis of echt onder de oppervlakte lijkt te komen bij hem.