The Six Billion Dollar Man

Charlotte Street Films

Regisseur Eugene Jarecki hamert ‘t er bij de start van The Six Billion Dollar Man (129 min.) nog even in: vóórdat Julian Assange een hacker, een verkrachter en een spion werd (genoemd), was hij de man die in 2010 met WikiLeaks de beruchte Collateral Murder-video publiceerde. Schokkend beeldmateriaal waarmee ondubbelzinnig werd aangetoond dat Amerikaanse militairen zich in Irak schuldig maakten aan oorlogsmisdaden.

Want daar ligt de oorsprong van al wat Assange daarna overkwam: een beschuldiging van seksueel misbruik in Zweden, een jarenlang verblijf als verstekeling op de Ecuadoriaanse ambassade te Londen en daarna nog een tragische periode van eenzame opsluiting in de Engelse gevangenis Belmarsh. Een rechtsgang – lees: martelgang – die in totaal toch al gauw veertien jaar in beslag heeft genomen.

Dat proces is natuurlijk al op diverse momenten en vanuit verschillende gezichtspunten opgetekend in gewaardeerde documentaires zoals We Steal Secrets: The Story Of WikiLeaks (2013), Ithaka: A Fight To Free Julian Assange (2021) en A Dangerous Boy (2024). Niet eerder werd dit verhaal echter zo compleet, goed gedocumenteerd en meeslepend gepresenteerd als in deze essentiële film van Eugene Jarecki.

Jarecki (The Trials Of Henry Kissinger, The House I Live In en The King) moest zijn film volgens eigen zeggen in Duitsland maken, omdat in het huidige Amerika niemand z’n vingers eraan wilde én wil branden. Niet vreemd: Julian Assange wordt, zéér overtuigend, geportretteerd als het slachtoffer van een buitengewoon geraffineerde Amerikaanse lastercampagne, die in feite neerkomt op ‘een slow-motion publieke executie’.

De documentairemaker kan daarvoor terugvallen op een ware sterrencast, met Edward Snowden, Sigurdur ‘Siggi The Hacker’ Thordarson, Naomi Klein, Yanis Varoufakis en Chelsea Manning. Zelfs Vivienne Westwood en, jawel, Pamela Anderson, die Assange opzochten tijdens zijn ballingschap, sluiten nog even aan. Alleen de man zelf ontbreekt. Hij wordt vertegenwoordigd door zijn vrouw Stella Moris en advocate Jennifer Robinson.

De onkreukbare Robinson, Assanges trouwste metgezel in een episch juridisch gevecht, fungeert tevens als verteller. Zij scheidt, vanuit het perspectief van haar cliënt, het kaf van het koren in een tragische zaak die uiteindelijk uitmondt in koehandel tussen de leiders van Ecuador en de Verenigde Staten, Moreno en Trump. Voor een slordige zes miljard dollar wordt de banneling van de hand gedaan – en in een Britse cel gesmeten.

The Six Billion Dollar Man belicht de zaak in z’n volle omvang. Rond een man die – of je nu sympathie voor hem hebt of niet; alsof dat er eigenlijk toe doet – stelselmatig kapot is gemaakt. Een kwaadaardig geval van ‘kill the messenger’, waarvan iedereen die belang hecht aan het vrije woord ernstige buikpijn zou moeten krijgen. Julian Assange bekent uiteindelijk wel schuld: ‘I plead guilty to journalism’, zegt de Man van Zes Biljoen cynisch.

Holding Liat

MetFilm / EO

Vol spanning neemt Yehuda Beinin de telefoon op. Zijn vrouw Chaya luistert al even gespannen mee als hun contactpersoon bij het Israëlische leger direct van wal steekt. ‘We hebben net de lijst gekregen’, zegt die gelaten. ‘En helaas staat Liat ook vandaag niet op de lijst. Hopelijk heb ik morgen beter nieuws.’

Als ook de dag erop geen goed nieuws brengt, is Yehuda er even helemaal klaar mee. ‘Mijn hoofd staat eerlijk gezegd niet naar dit soort spelletjes’, zegt de Amerikaanse Israëliër, een ferme criticaster van de Israëlische regering. ‘Waar wachten ze op? Kom op, dit lijkt wel een stom spelletje op het schoolplein tussen de twee grootste bullebakken, om te kijken wie er het sterkste is.’

Zijn 49-jarige dochter Liat Beinin Aztili, docent geschiedenis en maatschappijleer in de kibboets Nir Oz, is bij de aanslagen van 7 oktober 2023 door Hamas ontvoerd. Ook haar echtgenoot Aviv is vermist geraakt. Slechts twee weken later sluiten regisseur Brandon Kramer en zijn team al aan bij hun familie en volgen daarna van binnenuit hoe zij zich staande houden in deze onmogelijke periode.

Terwijl zijn echtgenote Chaya in hun eigen kibboets Shomrat wacht op nieuws over hun ontvoerde dochter, die in Gaza zou worden vastgehouden, trekt Yehuda naar de Verenigde Staten om te lobbyen bij Amerikaanse politici. Tegelijkertijd wil hij zich beslist niet lenen voor Israël-propaganda of voor het karretje worden gespannen van Bibi Netanyahu, een leider die hij ten diepste verafschuwt.

Holding Liat (93 min.) is de aangrijpende weerslag van hun balanceeract tussen hoop en vrees, waarbij Yehuda en Chaya Beinin ook samen niet altijd op hetzelfde spoor zitten. Zeker Yehuda raakt soms overmand door woede. Hij kan zich bijvoorbeeld woest maken over religieuze fanatici die de situaties van de gegijzelden misbruiken voor hun eigen politieke doeleinden. ‘Of ze nu Joods of moslim zijn.’

Deze film toont tegelijkertijd hoe lastig ’t is om vast te houden aan idealen wanneer het dierbaarste bezit van een mens, z’n kinderen, op het spel komt te staan. Het is allemaal vervat in dat ene indringende beeld: op sommige schoolkluisjes, bij het klaslokaal waar Liat lesgeeft, zijn stickers geplakt. Ze vertellen, samen en los van elkaar, hun eigen verhaal: ontvoerd, vrijgelaten of vermoord.

The White House Effect

Netflix

Mensen die zich druk maken over het broeikaseffect, zegt de Amerikaanse vicepresident en Republikeinse presidentskandidaat George H. Bush tijdens de hittegolf van 1988, vergeten The White House Effect (97 min.). Als president wil Bush namelijk korte metten maken met de opwarming van de aarde, die voor extreem hoge temperaturen en aanhoudende droogte zorgt.

In 1977 is één van zijn voorgangers, de Democraat Jimmy Carter, in een memorandum al gewaarschuwd voor ‘een catastrofale klimaatverandering’ en dringend opgeroepen om over te schakelen naar non-fossiele brandstoffen. Carter houdt een alarmerende speech en neemt concrete initiatieven om de situatie te verbeteren, bijvoorbeeld op het gebied van zonne-energie. ‘Energiebesparing moet een manier van leven worden.’

Niet veel later staan er echter lange rijen bij Amerikaanse tankstations. En die worden Carter aangewreven. Bij de presidentsverkiezingen van 1980 wordt hij verslagen door Ronald Reagan en zijn vicepresident Bush, een echte ‘oilman’ uit Texas. Zij nemen zich voor om bedrijven weer veel meer armslag te geven. Indachtig Reagans fameuze oneliner: Government is not the solution to our problem. Government is the problem.’

Dat blijkt vragen om problemen, laat deze archieffilm van Bonni Cohen, Pedro Kos en Jon Shenk nog eens fijntjes zien. ‘We kunnen óf proberen om onze samenleving aan te passen aan het leven op een warmere planeet’, constateren onderzoekers van oliegigant Exxon al in 1984 in een intern rapport, ‘óf, om dat probleem te voorkomen, het gebruik van fossiele brandstoffen sterk inperken.’ Maar regulering wil Exxon niet.

Hoewel hij volgens zijn Democratische opponent Michael Dukakis behoort tot de ‘milieusloopploeg’, wil George Bush in 1988 wél werk gaan maken van het milieu. Als president geeft hij de natuurbeschermer William K. Reilly een toppositie in zijn regering. Die wordt direct geconfronteerd met een gigantische milieuramp als de olietanker Exxon Valdez op Bligh Reef botst en tientallen miljoenen liters olie in de zee begint te lekken.

Binnen de regering Bush klinken er, via chefstaf John Sununu, alleen ook tegengeluiden. De fossiele industrie fluistert hem in dat hun belangen moeten worden beschermd. In de slotverklaring van de internationale klimaatconferentie in Noordwijk van 1989, geïnitieerd door de Nederlandse milieuminister Ed Nijpels, wordt 2000 als streefjaar voor de reductie van CO2-uitstoot dus geschrapt – en economische groei toegevoegd.

Het blijkt een scharnierpunt in het Amerikaanse klimaatbeleid. De fossiele industrie is zich dan ook in het publieke debat gaan mengen. Tegenover vooraanstaande wetenschappers zoals Stephen Schneider plaatsen zij de klimaatsceptici Richard Lindzen, Patrick Michaels, Fred Singer en Sherwood Idso. Over ‘false balance’ gesproken: échte deskundigen versus door de business betaalde charlatans.

Met bestaand archiefmateriaal en interne documenten vanuit het Witte Huis en de fossiele industrie, aangevuld met onrustbarende statistieken, toont deze docu ondubbelzinnig aan dat die desinformatiecampagne werkt. De wetenschappelijke consensus over de oorzaken van het broeikaseffect is in twijfel getrokken. En intussen is er ook een valse tegenstelling gecreëerd tussen ‘het milieu’ en ‘de economie’.

The White House Effect zet de hele flikkerse boel nog eens op een rijtje. Over hoe door ontzettende kortzichtigheid, ingegeven door financiële, sociale en electorale belangen, elk zicht op de lange termijn wordt ontnomen. Want ook president George H. Bush verkoopt, na lang twijfelen, zijn ziel weer en gooit z’n klimaattsaar Reilly tijdens de zogeheten ‘Earth Summit’ van Rio de Janeiro in 1992 rücksichtslos voor de bus.

De ironie wil overigens dat Bush’ opvolger Bill Clinton, met het uiterst groene congreslid Al Gore als zijn vicepresident, er intern een duidelijk uitgangspunt voor de campagne op nahoudt: it’s the economy, stupid. Uitroepteken.

Game Of Truth

Domino Production

De bom is nog niet afgegaan op 4 december 1971 of een nauwelijks te geloven verklaring doet de ronde, die een dag later ook in de Britse kranten zal staan: de explosie, die vijftien bezoekers van de katholieke pub McGurk’s in de Noord-Ierse hoofdstad het leven kost en nog eens zeventien cafégangers verwondt, is niet het gevolg van een aanslag door loyalistische extremisten. Nee, het gaat in werkelijkheid om een ‘eigen goal’ van hun tegenstanders, de Irish Republican Army (IRA). De bom zou per ongeluk zijn afgegaan toen een IRA-lid even de kroeg inging.

In de indringende documentaire Game Of Truth (83 min.) concentreert Fabienne Lips Dumas zich op zulke psychologische oorlogsvoering tijdens ‘The Troubles’, de volledig ontspoorde strijd om het lot van Noord-Ierland: aansluiten bij Ierland, zoals de katholieke IRA wil, of ‘gewoon’ in het Verenigd Koninkrijk blijven, zoals protestante loyalisten en de Britten voorstaan? Van eind jaren zestig tot aan de Goede Vrijdag-vredesakoorden in 1998 is Noord-Ierland niet alleen het toneel voor een serie bloedige acties, aanvallen en aanslagen, Ulster wordt automatisch ook een podium voor propaganda, desinformatie en dubbelagenten.

Zo zou de Britse generaal Frank Kitson, een specialist in psychologische oorlogsvoering, de hand hebben gehad in het nepnieuws dat na de loyalistische aanslag op McGurk’s werd verspreid. De grootmoeder van Ciarán Mac Airt werd daarbij vermoord. Namens andere nabestaanden wil hij dat de onderste steen boven komt. Ook de vrouw en zoons van Pat Finucane verlangen antwoorden. De advocaat, die de befaamde hongerstakers van de IRA had bijgestaan, werd op zondag 12 februari 1989 vermoord. Gewapende mannen drongen binnen in zijn huis en schoten hem tijdens het avondeten voor het oog van zijn gezin dood. Veertien kogels bleven achter in zijn lichaam.

Lips Dumas zoomt verder in op de afrekening met de (vermeende) informant Joseph Mulhern bij de Irish Republican Army, de IRA-aanslag op de protestante viswinkel Frizzell aan Shankill Road in Belfast (waarvan de Britse politie vooraf al op de hoogte zou zijn geweest) en de moord op Raymond McCord, die nooit fatsoenlijk werd onderzocht omdat er een clandestiene medewerker van Britse paramilitairen bij betrokken zou zijn geweest. Ze reconstrueert deze dramatische gebeurtenissen met game-achtige animaties, laat ze inkaderen door direct betrokkenen en deskundigen en spreekt met de nabestaanden over hun frustrerende zoektocht naar de waarheid.

Van de ruim 3500 moorden tijdens The Troubles is een groot deel nog altijd onopgelost – hoewel menigeen, inclusief Britse overheidsfunctionarissen, wel degelijk weet wie ervoor verantwoordelijk is. Zo duurt de smerige oorlog, ruim 25 jaar na het tekenen van de vrede, nog steeds voort. Game Of Truth agendeert deze kwestie overtuigend, met oog voor de menselijke gevolgen van deze tragedies.

Mr. Nobody Against Putin

Made In Copenhagen / Pink

De oorlog in Oekraïne dringt ook door tot het klaslokaal. De Russische president Vladimir Poetin heeft de militaire operatie om het buurland te demilitariseren en te denazificeren nog niet aangekondigd of basisscholen in heel Rusland ontvangen marsorders om het curriculum een meer patriottisch karakter te geven.

Ook de basisschool van Karabash, ‘de meest vervuilde stad van de Oeral’, moet er in februari 2022 aan geloven. Voortaan worden leerkrachten geacht om de kinderen dagelijks staatspropaganda voor te schotelen en zo de oorlog in Oekraïne te ondersteunen. Pavel ‘Pasha’ Talankin, de jonge evenementenorganisator en videograaf van de school, ziet daar helemaal niets in. Hij blijft alle officiële activiteiten en festiviteiten gewoon filmen, maar begint gaandeweg, als daad van stil verzet, ook de voorbereidingen en de gesprekken naderhand vast te leggen. Zo legt hij feilloos vast hoe Poetins oorlog ook het gewone Rusland overneemt.

Al snel begint Pavel Abdulmanov bijvoorbeeld een steeds prominentere rol op school te claimen. De kleurloze geschiedenisleraar – overtuigd fan overigens van Lavrenti Beria, het hoofd van Stalins geheime politie, en andere Sovjet-functionarissen die er geen been in zagen om vuile handen te maken – ziet er bijvoorbeeld op toe dat de dagelijkse ceremonie met het Russische volkslied ordentelijk verloopt. ‘Het is belangrijk om afwijkende meningen te elimineren, zodat er geen verdeeldheid ontstaat in ons land’, houdt hij zijn leerlingen bovendien voor tijdens de les. ‘Houden van je moederland is een plicht. Zoals je nu eenmaal ook houdt van je moeder.’

Commandanten winnen geen oorlogen, stelt Vladimir Poetin op televisie. Leraren winnen oorlogen. Al snel wordt er dus gemarcheerd door de schoolgangen, schrijven leerlingen (verplicht) brieven naar soldaten aan het front en organiseren Wagner-huurlingen een wedstrijdje granaat gooien. Intussen moeten enkele oud-leerlingen zich melden bij het Russische leger. Een kleine 1500 kilometer van Moskou tekent Pasha de verwikkelingen trouw op, als onderdeel van zijn strijd van Mr Nobody Against Putin (90 min.). Deze film van David Borenstein, begin 2025 op het Sundance Film Festival bekroond met een Special Jury Award, is daarvan de intrigerende weerslag.

Tegelijkertijd moet de idealistische leraar ook afwegen hoe en waar hij zijn eigen toekomst ziet. Want zodra de machthebbers, of hun vertegenwoordiger ter plaatse Abdulmanov, zicht krijgen op waarmee hij stiekem bezig is, laat zijn lot zich raden.

Riefenstahl

Beta Cinema

Ze kan zichzelf er niet toe brengen om ‘t te zeggen. Was uw innige samenwerking met Adolf Hitler uw grootste fout? wil de interviewer, aan het begin van het postume portret Riefenstahl (115 min.), weten van de dame op leeftijd tegenover hem. Leni Riefenstahl (1902-2003) kijkt eens ongemakkelijk naar de vragensteller en doet er verder het zwijgen toe. De begenadigde cineaste zou dik een halve eeuw kritische vragen over haar werk voor de nationaalsocialisten moeten beantwoorden en legde daarbij soms een naïviteit aan de dag die totaal ongeloofwaardig was.

Ze hoorde volgens eigen zeggen begin 1932 voor het eerst van ‘Der Führer’, de demonische redenaar die Duitsland de Tweede Wereldoorlog en het morele niets in zou inloodsen. Letterlijk: toen hij in Berlijn sprak over ‘mijn landgenoten’ liepen de rillingen haar over het lijf. Afgaande op de foto’s uit haar nalatenschap in deze gezaghebbende documentaire van Andres Veiel moet Leni Riefenstahl toen een bekoorlijke vrouw zijn geweest. Ze viel alleen voor de verkeerde man – en zijn verderfelijke ideologie – en werd via hem een zeer effectief werktuig van de Duivel.

‘Het is vrijwel onmogelijk om te zeggen: Ich habe es nicht gewusst’, zegt ze geagiteerd in een talkshow uit 1976. ‘Want niemand gelooft je.’ Ze oogstte er zowaar ook veel lof mee. Brieven met steunbetuigingen – en van overtuigde nazi’s – bleven binnenstromen en kregen een plek in haar zorgvuldig bijgehouden persoonlijke archief, dat het fundament vormt voor deze documentaire die zowel haar filmografie doorloopt – van haar gevierde film Das Blaue Licht tot de dubieuze propagandafilms Triumph Des Willens en Olympia – als een psychologisch portret van de gewraakte vrouw wil zijn.

Daarbij komt ze vooral zelf aan het woord, via archiefbeelden van de vele interviews die ze tijdens haar lange leven heeft gegeven – en een enkele keer ook via de aanvaringen die ze tijdens of na die gesprekken met anderen had. Veiel heeft de verleiding weerstaan om daarbij allerlei deskundigen op te voeren, die een poging moeten doen om die briljante, ijdele en immorele vrouw te helpen begrijpen en in haar tijd en omgeving te plaatsen. De context en duiding zitten in het intrigerende beeldmateriaal zelf of komen van een verteller, die alle elementen uit Riefenstahls levenswandel verbindt. 

Als zij beweert dat ze niets van de vernietigingskampen wist – en sowieso niet de kans krijgt om eerlijk over die tijd te praten, omdat ze dan meteen wordt weggezet als nazi – introduceert hij b-roll beelden van de vijftig Sinti en Roma-vrouwen en kinderen uit een interneringskamp die de filmmaakster als figurant gebruikte bij opnamen in 1940 voor haar laatste nazifilm Tiefland, die pas na de oorlog werd afgerond en uitgebracht. Later stelde Leni Riefenstahl dat ze allemaal nog in leven waren. Officiële documenten vertellen een heel ander verhaal: stuk voor stuk afgevoerd naar Auschwitz.

In de kantlijn van haar beruchte werk voor het nazi-regime behandelt Veiel tevens Riefenstahls privéleven en relatie met mannen. Haar vermeende romance met Hitler, de avances van diens propagandaminister Joseph Goebbels (die haar met alle geweld, desnoods letterlijk, de zijne wilde maken, volgens Riefenstahls memoires) en haar levenslange contact met nazi-architect Albert Speer bijvoorbeeld, maar ook haar fascinatie voor zwarte mannen van de Nuba-stam in Soedan en de relatie die ze vanaf 1967 had met de veertig jaar jongere cinematograaf Horst Kettner (1942-2016).

Met al die verschillende elementen fabriceert Andres Veiel een intrigerende karakterschets van een gecompliceerde vrouw en kunstenares, die een heel leven lang niet meer los kwam van (en ook bleef teren op) haar reputatie als Hitlers sterregisseur.

Requiem For The American Dream

De Amerikaanse Droom, het idee dat je van een dubbeltje een kwartje kunt worden, is dood, betoogt Noam Chomsky (1928) bij aanvang van Requiem For The American Dream (73 min.) uit 2015. Niet veel later zal ook de Republikeinse presidentskandidaat Donald Trump, zo’n beetje Chomsky’s tegenbeeld, diezelfde droom dood verklaren. Hun analyses over Amerika staan nochtans haaks op elkaar.

De situatie in de Verenigde Staten is volgens Chomsky te vergelijken met de crisis in de jaren dertig. In deze aangeklede monoloog, door Peter Hutchison, Kelly Nyks en Jared P. Scott samengesteld uit vier jaar interviews, ageert de invloedrijke intellectueel tegen het dominante maatschappijmodel. Hij baseert zich daarbij op tien principes rond de concentratie van macht en kapitaal.

Vanuit dit uitgangspunt verklaart Chomsky de wereld waarin wij leven. Het resultaat is een stijflinkse analyse van een zeer ongelijke samenleving, waarin de bezittende klasse succesvol zijn eigen belangen beschermt. Op kosten van de rest van de bevolking én de democratie. Deze maatschappijvisie laat zich volgens hem samenvatten als: ‘alles voor mezelf, niets voor alle anderen.’

Al te veel invloed voor de gewone man kan de elite zich helemaal niet permitteren, stelt Chomsky. En dus zet die ongegeneerd de economie en politiek naar z’n hand. Vergelijk dat eens met autofabrikant Henry Ford. Die gaf zijn eigen medewerkers ooit een flinke salarisverhoging. Zodat ook zij een auto konden kopen. Eigen belang en maatschappelijk belang gingen toen hand in hand.

In onze hedendaagse wereld worden gewone burgers gereduceerd tot, liefst volstrekt ongeïnformeerde, consumenten. Zodat ze irrationele keuzes maken en relatief eenvoudig zijn te beïnvloeden. Kijk maar naar de politiek zegt hij erbij. Alsof Chomsky dan al voorvoelt dat er een Trump-tijdperk aan zit te komen, dat is doordesemd van onderbuikgevoelens, desinformatie en marketingopzetjes.

Requiem For The American Dream is eerder een college dan een reguliere docu. De film vraagt dus aandacht, interesse en misschien ook wel een zekere maatschappijvisie. Belasting betalen zou een feest moeten zijn, zegt Chomsky bijvoorbeeld enigszins provocerend. Daarmee zorg je er immers voor dat de overbuurjongen kan studeren of je tante een goede behandeling in het ziekenhuis krijgt.

Het is een idee dat tegenwoordig bijna archaïsch aandoet. Alsof Chomsky is blijven steken in de jaren zestig, de periode waartegen Trump gedurig te hoop loopt en waarin hij zelf van zich deed spreken tijdens de protesten tegen de Vietnam-oorlog. Veel persoonlijker wordt Requiem For The American Dream overigens niet. Dit is geen Noam Chomsky-verhaal, maar een verhaal van Noam Chomsky over ons.

Een man die ruim een halve eeuw consequent de heersende moraal in de Verenigde Staten en de westerse wereld als geheel is blijven bekritiseren. Men neme bijvoorbeeld ook zijn standaardwerk over massamedia als propagandamiddel voor het kapitalisme, Manufacuring Consent. Zo gaat Chomsky ook het collectieve geheugen in: uitgesproken en dwars, maar ook coherent en consistent.

De linkse oom met de scherpe blik, priemende vinger en wollen trui die het beter weet – écht.

Ukraine’s War: The Other Side

Otherside Press / VPRO

Collega’s hebben ‘t hem afgeraden. Ze zijn er zeker van dat hij toch de waarheid niet zal kunnen vertellen. De Britse oorlogsjournalist Sean Langan laat zich daardoor echter niet weerhouden. In oktober 2022, acht maanden na de Russische inval in Oekraïne, vertrekt hij naar Rusland en het door de Russen bezette deel van Oekraïne, de Donbas-regio, voor Ukraine’s War: The Other Side (88 min.).

Op dat moment lijkt Oekraïne aan de winnende hand, in een oorlog die zeker in de Donbas al sinds 2014 woedt. De Russische president Poetin heeft dan net een gedeeltelijke militaire mobilisatie afgekondigd, in de hoop het tij te kunnen keren. Langan, die als jonge buitenlandcorrespondent verslag deed van het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, heeft van de Russische autoriteiten een persvisum gekregen om zelf poolshoogte te gaan nemen. Hij wordt begeleid door een lokale fixer. De Brit vraagt zich alleen af of deze Sasha voor hem werkt of in werkelijkheid is ingehuurd om over hem te rapporteren.

De ervaren Britse journalist heeft eerder met dit bijltje gehakt. In de documentaire The Hostage Takers (2023) moest hij bijvoorbeeld twee leden van ‘The Beatles’ van Islamitische Staat te vriend houden, om hen informatie over gegijzelde westerlingen te kunnen ontfutselen. Sean Langan blijft in zulke situaties lang vriendelijk en beleefd, maar stelt wel de vragen die gesteld moeten worden, bijvoorbeeld als de Russische militaire blogger Timofey Yermakov begint te oreren over de naziregering in Kyiv. En met zijn voice-over kadert Langan z’n belevenissen in en deelt de gedachten en bedenkingen die hij daarbij heeft.

Tijdens zijn reizen, onderbroken door tripjes naar huis en het opnieuw aanvragen van een visum, spreekt de oorlogsjournalist met allerlei Russische militairen: jonkies, oude rotten en hardliners. Onderweg, in de loopgraven of aan het front. Een man die van 2001 tot 2011 in de Oekraïense marine diende en nu zowaar aan Russische zijde vecht, vertelt dat hij zelf ook niet helemaal begrijpt hoe het zover heeft kunnen komen. Hij beschouwt Oekraïne tegenwoordig echter als onderdeel van Rusland, zegt hij. Mannen zoals hij papegaaien nogal eens ongegeneerd de alomtegenwoordige Russische propaganda na.

In Donetsk ontmoet Langan gewone burgers die proberen te overleven terwijl de stad onder vuur wordt genomen, zoals Nina en haar kleindochter Yulia. De tiener kan zich nog herinneren hoe Rihanna en Beyoncé bij hen kwamen optreden. Nu leeft ze met haar oma in de wetenschap dat elke dag de laatste kan zijn. Dat gevoel, van burgers en voetsoldaten die vaak door een wrede speling van het lot in deze oorlog terecht zijn gekomen, overheerst in deze boeiende film die een ander – en toch ook een min of meer vergelijkbaar – perspectief toont op de oorlog die nu al ruim twee jaar voortwoekert.

Hitler: A Life In Pictures

BBC / HBO Max

‘Hij is de architect van één van de grootste rampen ooit’, stelt historicus Keith Lowe bij aanvang van elke aflevering van Hitler: A Life In Pictures (176 min.). ‘De meest gefotografeerde leider van het begin van de twintigste eeuw’, vult verteller David Harewood aan. ‘Hij oefende z’n poses urenlang voor de spiegel’, beweert professor Maiken Umbach zelfs. ‘Elke foto was een optreden.’

Aan de hand van zeldzame en gedigitaliseerde beelden belicht deze vierdelige serie van Jonathan Mayo de opkomst en ondergang van Adolf Hitler, een leider die heel zorgvuldig zijn eigen imago heeft geconstrueerd en ondertussen delen van zijn ware identiteit aan het oog probeerde te onttrekken. ‘Hitler schiep een ongekend beeld van politieke roem dat daarvoor nog niet bestond’, stelt historicus Guy Walters. ‘De manipulatie van de media, de presentatie van zichzelf, is te vergelijken met wat film- en popsterren tegenwoordig doen.’

Kijkend naar de propagandafoto’s die Hitlers persoonlijke fotograaf Heinrich Hoffmann van zijn leider maakte bij de Anschluss van Oostenrijk in 1938, ziet professor Nicholas O’Shaugnessy bijvoorbeeld dat hij consequent wordt geportretteerd als ‘de Messias van een seculiere religie’. De fotograaf voedt volgens hem de Führercultus. ‘Hoffmann creëert, zoals zo vaak, een symbolisch beeld. Hitler is het stille middelpunt van een draaikolk van opperste extase, waarin het volk bevangen raakt door een soort opperste euforie.’

Hoffmann, die zich dan ook al bedient van Photoshop-trucs avant la lettre, is daarmee een cruciale figuur in de beeldvorming rond de Führer. Ook filmmaakster Leni Riefenstahl, verantwoordelijk voor de nazi-propagandafilm Triumpf des Willens, en cameraman Walter Frentz spelen een essentiële rol in de constructie van Adolf Hitlers imago als leider, volksheld en krijgsheer, stellen diverse historici, beelddeskundigen en psychologen (waarbij Mayo, via B-roll beelden, tevens de setting laat zien, waarbinnen zij zijn geïnterviewd).

Tegenover zijn publieke profiel, eerder al onderzocht in de Nederlandse serie Hitler En De Macht Van Het Beeld (2022), staat de privépersoon Adolf Hitler. Die is te zien in de homemovies van zijn vriendin Eva Braun. Zij filmde ook regelmatig bij de Berghof, Hitlers huis op de Obersalzberg in de Beierse Alpen. De beelden, waarop haar man ontspannen verpoost met nazi-kopstukken zoals Joseph Goebbels, Heinrich Himmler, Martin Bormann, Reinhard Heydrich en Albert Speer, waren lang spoorloos, maar doken uiteindelijk weer op.

Zeker zo interessant is de achterkant van het naziregime zelf, die in deze boeiende miniserie naar voren komt in opgediepte foto’s en filmpjes. Zoals een uitstapje van de SS’ers van het vernietigingskamp Auschwitz en hun echtgenoten. In de natuur bij de zogenaamde Solahütte houden zij een ontspannen wedstrijdje bosbessen eten. ‘Het is opzichtige, agressieve pret, in weerwil van alles’, stelt Maiken Umbach. ’Dit is geen onschuldig vermaak. Ze zitten letterlijk in de schaduw van de grootste genocide ooit.’

Tegenover het beeldenbombardement van de nazi’s konden hun slachtoffers slechts hun eigen menselijkheid plaatsen. De Joodse fotograaf Henryk Ross besloot bijvoorbeeld om het gewone leven in het getto van de Poolse stad Lódz vast te leggen. Behalve de verschrikkingen van de oorlog liet hij tevens een verliefd stelletje, een kinderfeestje en een moeder die haar kind kunst zien. Ook deze foto’s hebben de tand des tijds doorstaan en definiëren nu het tijdperk van Adolf Hitler, dat onuitwisbare beelden heeft nagelaten.

HyperNormalisation

BBC

In plaats van het richting geven aan een alsmaar gecompliceerdere wereld verkiezen leiders aan het einde van de twintigste eeuw steeds vaker een aansprekend verhaal. Tijdens het bewind van de Amerikaanse president Ronald Reagan (1981-1989) dubben zijn medewerkers dit stiefbroertje van ouderwetse propaganda ‘perception management’. Met sterke verhalen beginnen ze actief de collectieve beleving van de werkelijkheid te sturen, zodat gewone Amerikanen zich voortaan met het verhaal over de werkelijkheid bezighouden, in plaats van met de werkelijkheid zelf die veler bevattingsvermogen sowieso te boven gaat.

Het is slechts één van de voorbeelden van HyperNormalisation (166 min.) die de Britse essayist Adam Curtis (The Century of The Self en Can’t Get You Out Of My Head) in deze epische film uit 2016 inzet om zijn betoog te stutten. Daarin weerklinkt opnieuw zijn geheel eigen stem. Letterlijk: die typisch Britse woordkeus en lekker pedante dictie. En figuurlijk: die volstrekt eigenzinnige visie, dwarsverbanden en interpretatie van welbekende en de meest buitenissige archiefbeelden. Waarmee geopolitieke ontwikkelingen op onnavolgbare wijze worden gekoppeld aan ideeën van denkers, kunstenaars en wetenschappers. Zo krijgen Tarkovsky’s sciencefictionfilm Stalker, de workout-video’s van Jane Fonda en wat we nu TikTok-filmpjes zouden noemen een min of meer logische plek binnen een doolhof over de schijn van het zijn, waarvan alleen Adam Curtis de uitgang kan vinden.

De term hypernormalisatie ontleent hij aan een karakterisering van de Sovjet-Unie als een samenleving waarin iedereen weet dat de leiders onzin verkopen. Met eigen ogen kunnen gewone Russen immers vaststellen dat de economie bezig is om te imploderen. Tegelijkertijd moeten ze het spel dat alles geweldig is gewoon meespelen. Want wat is het alternatief? Later schetst Curtis hoe Vladislav Surkov, als rechterhand van de Russische president Poetin, doelbewust begint te morrelen aan het concept waarheid, zodat diezelfde gewone Russen nooit zeker kunnen weten wat waar is en wat niet. Een strategie die vervolgens in de Verenigde Staten wordt toegepast door presidentskandidaat Donald Trump, die eerder in deze film al is opgevoerd als een gemankeerde ondernemer die als geen ander de façade van succes weet op te houden. De politicus Trump verslaat zo de journalistiek, stelt Curtis, want hij maakt de waarheid waarnaar zij zoeken volstrekt irrelevant.

Het is de slotsom van een nauwelijks te reproduceren narratief waarin op de één of andere miraculeuze manier ook Prozac, zelfmoordaanslagen, de voormalige Syrische dictator Hafiz al-Assad, cyberspace, de therapeutische computer ELIZA en het steeds weer, al naar gelang de behoefte van het westen, rebranden van de Libische leider Muammar Gaddafi tot vrijheidsstrijder of superschurk nog zijn geïncorporeerd. Met de grandeur van een ziener die de wijsheid al een leven lang in pracht heeft – en die trouwens ook wel van een lekker tegendraads muziekje houdt – toont Adam Curtis zijn toehoorders en -schouwers hier de wereld op een manier waarop ze die vast nooit eerder hebben gezien en zonder hem ook nooit meer zullen zien.

Hitler En De Macht Van Het Beeld

Heinrich Hoffmann / NOS

Al lang voordat hij een machtige leider was, werd Adolf Hitler al als zodanig geportretteerd. Dat was een weloverwogen keuze: als het beeld maar krachtig genoeg is, volgt de werkelijkheid vanzelf. Centraal in die bepalende beeldvorming was Heinrich Hoffmann, de fotograaf van de NSDAP, betoogt Hitler En De Macht Van Het Beeld (135 min.).

Hoffmann zorgde er bijvoorbeeld voor dat Hitler op foto’s altijd centraal in beeld stond, dan streng in de camera tuurde en zo overkwam als een sterke leider. Een echte staatsman, die achter de schermen stiekem op grote gebaren oefende. Beelden waarop de aanstaande Führer als een gewoon kwetsbaar mens was te zien werden natuurlijk zorgvuldig weggehouden van gewone Duitsers. Tegelijkertijd moest hij als een echte man van het volk worden geportretteerd.

Die delicate balanceeract vormt de kern van de eerste aflevering van dit interessante journalistieke drieluik, waarin de beeldonderzoekers Erik Somers en René Kok van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD), die onlangs het boek Adolf Hitler, De Beeldbiografie uitbrachten, worden gevolgd bij hun pogingen om Hitlers beeldvoering te reconstrueren. Daarbij komen ook diverse historici, direct betrokkenen en overlevenden aan het woord.

Deel 2 van de miniserie van Mélinde Kassens en Arjan Nieuwenhuizen belicht de periode dat Hitler, na de door propagandaminister Joseph Goebbels gedirigeerde verkiezingscampagne Hitler Über Deutschland, aan de macht komt: de slinkse campagnes om de jeugd aan deze vader des vaderlands te binden, Richard Wagners bombastische muziek, het massamedium radio, de duivels knappe propagandafilms van Leni Riefenstahl en het ultieme witwasevenement, de Olympische Spelen van Berlijn.

In het slot buigt Hitler En De Macht Van Het Beeld zich over de oorlogsjaren, als Adolf Hitler steeds meer een geïsoleerde leider wordt. Op de beelden van die tijd blijft hij echter het onbetwiste ‘Dreh- und Angelpunkt’ van de Duitse oorlogsmachine. Intussen is het onafwendbare verlies van nazi’s nooit te zien. Zulke beelden zijn pas achteraf, toen Hitlers nederlaag al was bezegeld, beschikbaar gekomen. En toen zou er nog veel meer bewijsmateriaal tegen de nazi’s boven tafel komen…

Als Der Führer zijn land, miljoenen mensen en zichzelf in de afgrond heeft gestort, krijgt zijn beeltenis ook zijn definitieve karakter: als verpersoonlijking van het kwaad. Deze miniserie drukt eenieder echter nog eens goed met de neus op de feiten: een leider die de media van zijn tijd beheerst, zowel letterlijk als figuurlijk, kan tot ongekende hoogten stijgen – of voorgaan in een afdaling richting de hel.

In The Same Breath

HBO

Het jaar 2020 – en daarmee ook In The Same Breath (98 min) – begint in China als een musicalversie van het leven. Enorme volksmassa’s luiden op een groot plein het nieuwe jaar in met een zoetgevooisd lied. ‘Mijn moederland en ik zijn niet van elkaar te scheiden’, zingen de zorgvuldig geplaceerde mannen en vrouwen, terwijl ze parmantig met een rood vlaggetje zwaaien. ‘Waar ik ook naartoe ga, ik zal haar lof toezingen.’ De Chinese leider Xi Jinping levert eveneens zijn bijdrage aan de feestvreugde. ‘Patriottische gevoelens zorgen voor tranen in onze ogen’, zegt hij op gedragen toon. ‘Patriottisme vormt de ruggengraat van onze natie.’

Op diezelfde 1 januari 2020 is er ook nog ander nieuws, vertelt de Chinese documentairemaker Nanfu Wang, die al negen jaar in de Verenigde Staten woont. De politie van Wuhan laat een officiële verklaring voorlezen op de staatstelevisie: ‘acht mensen zijn bestraft voor het verspreiden van geruchten over een onbekende longziekte.’ Acht doctoren, welteverstaan. Het is een bericht dat al snel naar de achtergrond verdwijnt, ten faveure van de nieuwjaarsactiviteiten. Zo gemakkelijk laat COVID-19 zich echter niet beteugelen. Terwijl de Chinese overheid iedereen die iets wil zeggen over het nieuwe virus de mond probeert te snoeren en een lockdown afkondigt in Wuhan, gaat het verhaal van de pandemie rond op de sociale media.

Het werkelijke verhaal komt zo ook Nanfu Wang ter ore. Ze is inmiddels teruggekeerd naar de VS, maar heeft haar tweejarige zoontje achtergelaten bij haar ouders in China. En dit roept weer wrange herinneringen op aan een oud trauma rond haar vader. Wang voelt zich verplicht om het nieuws over de crisis wereldwijd onder de aandacht te brengen. Ze vraagt allerlei landgenoten om stiekem te gaan filmen. Zo vangt ze de eerste Coronagolf, maar ook hoe de Chinese overheid die met alle mogelijke middelen probeert te framen. Positieve berichtgeving moet er komen, ten koste van (bijna) alles. De staatsmedia werken maar al te graag mee en leveren de heldenverhalen die een gevoel van trots moeten creëren over hoe de heilstaat China de pandemie bezweert.

Genadeloos legt Wang, die in One Child Nation eerder de Chinese eenkindpolitiek fileerde, het menselijke drama, de onvoorstelbare hypocrisie en het bureaucratische gedoe bloot, die de Corona-uitbraak sinds begin 2020 (nee: eind 2019) begeleiden. Halverwege de film schakelt ze even door naar haar huidige thuisbasis, waar de geschiedenis zich op een gênante manier herhaalt. Neem alleen de eerste reactie van Amerikaanse gezagsdragers en deskundigen, die de situatie volledig onderschatten en de humanitaire ramp gewoon laten gebeuren. En de volksmenners natuurlijk, die hun achterban aanpraten dat er sprake is van een ‘plandemic’ waarmee gewone Amerikanen van hun grondrechten worden ontdaan. ‘Accurate informatie is essentieel’, zegt een vrouw met een ‘Make America Great Again’-pet op. ‘We hebben te veel mensen die blindelings de leider volgen. En die leider kan ze zo naar de rand van een klif leiden, waarna ze zich in het ravijn storten.’

Dan keert Nanfu Wang toch weer terug naar haar geboortegrond, waar het communistische bewind een grauwe deken van staatspropaganda – vervat in potsierlijke loftuitingen op ‘China’s superieure systeem’ – blijft leggen over de gruwelen van de eerste Coronagolf. Intussen hebben ziekenhuizen patiënten in kritieke toestand (moeten) weigeren en kunnen mensen in een hospitaal sterven, zonder dat hun verwanten het weten of er een uitvaart komt. Daarmee wordt In The Same Breath, dat uiteindelijk tot een even virtuoze als naargeestige climax wordt gebracht, behalve een verpletterende film over de eerste COVID-19 brandhaard ook een nietsontziend portret van het moderne China.

Influence

Hij werd zelfs geridderd voor zijn werk: Lord Tim Bell. De ultieme beloning voor de public relationsman in hart en nieren. Bell werd groot bij het reclamebureau Saatchi & Saatchi en sloeg via de Britse premier Margaret Thatcher z’n vleugels uit richting politiek. Met zijn eigen firma Bell Pottinger werd hij vervolgens een gevierde mannetjesmaker, een spin doctor par excellence, een meester in strategische communicatie.

Dat hij daarbij regelmatig aan de verkeerde kant van de geschiedenis terecht kwam? Soit. Part of business. Tegen een billijke vergoeding zette Lord Tim ook voor mannen als Pinochet, Lukashenko en Zuma zijn beste beentje voor. Hij werd een expert in, zoals Ketso Gordhan van het African National Congress ‘t in Influence (91 min.) formuleert: het bijsturen van het verhaal, zaaien van twijfel en inspelen op angst. De klant is immers koning en moet dat vooral ook blijven.

Bell stak bijvoorbeeld met liefde en plezier zijn handen uit de mouwen voor Asma Al-Assad, de vrouw van de gevreesde Syrische dictator. ‘Ze was heel aardig’, zegt hij daarover in deze film van Richard Poplak en Diana Neille, ontspannen lurkend aan een eeuwige sigaret. ‘Ze dreigde nooit om mensen te doden of baby’s in brand te steken. Daarin had ze geen interesse. Dat deed haar echtgenoot terwijl zij druk bezig was om aardig te zijn.’

Met die attitude kwam zijn firma Bell Pottinger soms ook in opmerkelijk vaarwater terecht: aan de zijde van zwarte Zuid-Afrikanen bijvoorbeeld, die de witte elite wilden aanpakken. Stiekem natuurlijk. Andile Mngxitama, de oprichter van de Black First Land First Party, kan het nog altijd niet geloven. ‘Leg me dan maar eens uit hoe het kan dat een Britse bedrijf, dat was gelieerd aan Margaret Thatcher, het een goed idee vond om te gaan strijden tegen de witte monopoliepositie? Dat slaat toch nergens op?’ De interviewer heeft een eenvoudige verklaring. ‘Het antwoord daarop is dat ze voor geld tot alles bereid zijn.’

Met de morele implicaties daarvan moet je Tim Bell natuurlijk niet al te veel lastigvallen. Dat doet hij zelf ook niet. Hij noemt zichzelf amoreel – ‘niet immoreel!’ – in deze boeiende documentaire. Tegelijkertijd wordt glashelder wat de maatschappelijke gevolgen kunnen zijn als communicatieprofessionals hun geweten volledig uitschakelen – wat in sommige gevallen overigens niet al te veel inspanning lijkt te kosten – en rücksichtslos hun werk uitvoeren. Een thema dat in tijden van ‘fake news’ actueel blijft.

‘Als we de waarheid niet kunnen herkennen’, zegt één van de sprekers in Influence, ‘hoe kunnen we dan de oorlog tegen de waarheid herkennen?’ Lord Tim Bell, in 2019 overleden, kent zijn hele leven in elk geval maar één waarheid: die van de keiharde pecunia en – vooruit – de daarbij behorende positie en status.

Agents Of Chaos

HBO

‘Maakt het wat uit wie er heeft gehackt?’ glimlacht Vladimir Poetin vilein als hem wordt gevraagd of Rusland achter de gestolen e-mails van Hillary Clinton zit. ‘Het gaat om de inhoud van wat er is gehackt.’ In de wereld van een autocratische leider kan dat bijna doorgaan voor een bekentenis. Duidelijk is dat de publicatie van Clintons mails, naar verluidt ontvreemd door de Russische hackersgroep Fancy Bear, in 2016 ernstige schade heeft toegebracht aan de door Poetin zo gehate presidentskandidaat. En dat speelde de uiteindelijke winnaar van die verkiezingen, Donald Trump, natuurlijk in de kaart.

Met Agents Of Chaos (237 min.) begeeft de Amerikaanse documentairemaker Alex Gibney zich op bekend terrein. In We Steal Secrets: The Story Of Wikileaks (toevallig ook de club die de Clinton-mails de wereld in hielp) en Zero Days drong hij al door tot de diepste krochten van het internet, waar schimmige (informatie)oorlogen worden uitgevochten. Aan de hand van de in onmin geraakte Russische oligarch Mikhail Khodorkovsky exploreerde Gibney in Citizen K bovendien de duistere uithoeken van Poetins regime. En Trump werd onder handen genomen in The Confidence Man, een episode van Gibneys reeks Dirty Money, en komt binnenkort ongetwijfeld weer aan de beurt in Totally Under Control, een nog voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen te verschijnen film over de respons van zijn regering op het Coronavirus.

Nee, goed voor het vertrouwen in de mens zijn de films van Alex Gibney niet. En daarin brengt dit tweeluik over Ruslands clandestiene buitenlandpolitiek geen verandering. Deel 1 richt zich op de Russische desinformatiecampagne via sociale media, waarbij de insteek vooral lijkt om in het westen tweespalt te creëren of bestaande tegenstellingen te vergroten. Vanuit trollenfabrieken in Sint-Petersburg worden dus zowel Black Lives Matter- als Blue Lives Matters-accounts beheerd, die in Amerikaanse steden demonstraties en de bijbehorende tegendemonstraties organiseren. De implicaties daarvan zijn lastig te kwantificeren. In hoeverre hebben webcampagnes zoals ‘I won’t vote, WILL YOU?’, speciaal gericht op de zwarte gemeenschap, bijvoorbeeld daadwerkelijk de opkomst bij de verkiezingen van 2016 beïnvloed? In Detroit gingen 75.000 mensen die vier jaar eerder nog op Obama hadden gestemd niet naar de stembus. Clinton verloor de staat Michigan uiteindelijk met slechts 10.000 stemmen verschil. Overwinning voor Trump, maar ook voor Poetin?

Het tweede deel richt zich volledig op Russiagate en de inmenging van het Kremlin in de Amerikaanse verkiezingen. Gibney reconstrueert deze kwestie minutieus met belangrijke spelers en deskundigen, zoals Andrew Weissmann (hoofdonderzoeker Müller-onderzoek), Andrew McCabe (adjunct-directeur FBI), Timothy Snyder (historicus en Rusland-deskundige), John Brennan (directeur CIA) en John Podesta (Clinton-campagneleider). Over het feit dat Poetin zijn Agents Of Chaos opdracht heeft gegeven om de Amerikaanse verkiezingsstrijd te beïnvloeden, bestaat nauwelijks verschil van mening. Of dat ook tot de conclusie leidt dat Team Trump daarin actief heeft geparticipeerd en zich dus, in de woorden van Rusland-deskundige Celeste Wallander (National Security Council), schuldig heeft gemaakt aan hoogverraad, blijft een kwestie van interpretatie. Feit is dat Amerika z’n eigen Agent Of Chaos in het Witte Huis heeft gekregen, met de steun en goedkeuring van zijn vrind Vladimir.

Alex Gibney, die deel twee heeft geregisseerd samen met Javier Alberto Botero, presenteert zijn bevindingen op karakteristieke wijze: met een sturende voice-over, Hollywood-vormgeving en een hele stoet aan schimmige personages, waaronder ook nog Trumps omstreden zakenpartner Felix Sater (met wie hij tot diep in de presidentscampagne een Trump Tower in Moskou probeerde te realiseren), zijn dubieuze buitenlandadviseur Carter Page, een medewerker met gewetensbezwaren van de Russische trollenfabriek The Internet Research Agency en de eindredacteur van Poetins propagandazender Russia Today, Margarita Simonyan. Vanuit hun eigen invalshoek belichten zij de slimme/slinkse wijze waarop Rusland zijn grote tegenstrever Amerika bespeelt. Donald Trump lijkt daarbij eerder een min of meer toevallige passant in Poetins machtsspel dan een doortrapte samenzweerder die zelf aan de touwtjes trekt. Deze boeiende afdaling naar het riool van de wereldpolitiek fungeert zo als een ferme waarschuwing voor ongetwijfeld weer een turbulent verkiezingsjaar.

Opa Blitz En De Zilveren Theelepeltjes

EO

‘Opa is tijdens de Tweede Wereldoorlog opgepakt met Oranje-propaganda. Samen met een compagnon. En die compagnon, die was de volgende dag weer thuis, maar opa is nooit meer teruggekomen.’ Veel meer had sportpsycholoog/auteur Peter Blitz, die in 2015 overleed, niet over zijn vader Simon te vertellen. Peters zoon David wil echter véél meer weten over de grootvader die hij nooit heeft gekend en gaat op zoek naar het verhaal achter Opa Blitz En De Zilveren Theelepeltjes (52 min.).

‘Het begint me duidelijk te worden dat er een vuil spelletje met je is gespeeld’, constateert David halverwege zijn reis door het verleden, waarvoor hij in een blitze auto langs de plekken rijdt die zijn grootvader op weg naar zijn dramatische einde heeft aangedaan. ‘Dat kan haast niet anders. Ik hoor allerlei verschillende toonaarden van hetzelfde liedje, dat eigenlijk niet verteld had mogen worden. Er is verraad in het spel, dat op de één of andere manier binnen de kringen van de familie een eigen leven is gaan leiden.’

Niemand wil eigenlijk weten wat er precies gebeurd is, concludeert David Blitz. Niemand, behalve hij. En dus gaat de filmmaker in deze traditionele egodocu het gesprek aan met z’n eigen broer, zijn neven en nichten en de tweede vrouw van zijn vader. Hij wil weten wat zij van dat familieverleden hebben meegekregen en confronteert hen met wat hij in de archieven heeft ontdekt over de lepeltjes van zijn opa, gemaakt van zilveren muntjes met een afbeelding van koningin Wilhelmina erop, en hoe die Simon Blitz uiteindelijk op 37-jarige leeftijd in Auschwitz fataal zijn geworden.

Dat klinkt als een redelijk stereotype oorlogsverhaal, waarin de protagonist het verleden van een familielid uitpluist en dan tot schokkende ontdekkingen komt. Zoals er elk jaar rond Bevrijdingsdag wel een paar van zulke verhalen (opnieuw) worden verteld. Toch is de toonzetting ditmaal anders: Davids centrale voice-over, met Amsterdamse tongval, is lekker los en bevat veel humor. Hij ondersteunt zijn relaas bovendien met bezigheden in het hier en nu, zoals mediteren en wielrennen. En het geheel wordt lekker tegendraads aangekleed met edgy songs van Massive Attack, Stiff Little Fingers, Herman Brood, Nina Hagen en Iggy & The Stooges, die Blitz’s verleden in allerlei (punk)bandjes verraden.

Een frisse interpretatie van een inmiddels vertrouwd thema, kortom, die actueel aanvoelt, geen moment topzwaar wordt en – als het tragische levensverhaal van Simon Blitz naar z’n onvermijdelijke climax gaat en zijn kleinzoon even alle reserve laat varen – toch verduiveld hard binnenkomt. En dan is er nog dat ene theelepeltje…

Our New President

Als het niet zo gevaarlijk en ontwrichtend was, zou het grappig zijn. De manier waarop de Russische televisie – de omschrijving staatsomroep is hier wel op zijn plaats – Hillary Clinton op alle mogelijke manieren zwart heeft gemaakt. Het begint in Our New President (78 min.), een documentaire die volledig is opgebouwd uit beelden van Russische makelij, al direct prachtig: in 1997 zou Clinton tijdens een bezoek aan Rusland als Amerika’s first lady de vloek van een mummie-prinses over zichzelf hebben afgeroepen.

De gevolgen daarvan zijn verpletterend: haar man Bill begint een affaire met Monica Lewinsky, zij gaat zich ronduit bizar gedragen en later volgen serieuze gezondheidsproblemen. Heeft ze epilepsie of wordt ze misschien dement? En zo gaat Russia Today, dat sinds 2013 helemaal onder controle staat van president Vladimir Poetin, vrolijk verder: Hillary blijkt een fervente cokegebruiker, runt haar eigen pedonetwerk en is waarschijnlijk ook verantwoordelijk voor al die mysterieuze sterfgevallen in haar directe omgeving (‘Killary’).

Intussen wordt haar tegenstrever bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016, Donald Trump, ongegeneerd op het schild gehesen als een selfmade man, die het volledig verrotte systeem van de Amerikaanse elite komt opschonen. Hij is, opmerkelijk genoeg, ook enorm populair bij gewone Russen, die de moeite nemen om een liedje aan hem op te dragen, de man openlijk de liefde verklaren of een tribute-filmpje voor hem opnemen. In Rusland is zelfs een heuse collectie Trump-merchandise te koop.

Propaganda en censuur zijn woorden uit de vorige eeuw, aldus Dmitry Kiselyov, de hoofdredacteur en blikvanger van Russia Today die liefde voor het vaderland heeft gelijkgeschakeld aan steun voor de regering Poetin. Al die loftuitingen aan het adres van de huidige Amerikaanse president zijn nochtans onderdeel van een grootscheepse propagandacampagne, zo betoogt deze zinsbegoochelende documentaire van Maxim Pozdorovkin. Zonder het uitdrukkelijk zo te stellen. Die conclusie mag de kijker zelf trekken.

De stortvloed aan suggestieve beelden met bijna absurde voice-overs, aangezet met een unheimische soundtrack, werkt intussen regelmatig op de lachspieren en oogt soms ronduit onwerkelijk. Letterlijk alles wordt uit de kast gehaald om de tegenstander, of die zich nu in eigen land of aan de andere kant van de Beringstraat bevindt, te koeioneren. Niemand is uiteindelijk veilig. Zodra Donald Trump eenmaal is geïnstalleerd als president, wordt ook hij aangepakt en geridiculiseerd in deze oncomfortabele film, die een angstaanjagende schijnwereld blootlegt.