Præst Søger Paradis

KRO-NCRV

In de afgelopen vijfhonderd jaar hebben er 45 predikanten gewoond in de pastorie van Sejerø. Zij woonden met hun vrouw en kinderen op het Deense eiland, dat twaalf kilometer lang en twee kilometer breed is. Die ‘lange sigaar’ bevindt zich in het Kattegat, op een uur reizen van het vasteland. Je kunt er alleen met een veerpont komen.

Nu is er een jonge vrouw, net van de opleiding theologie in Kopenhagen, uitgekozen door het kerkbestuur. Dat was ‘een gewaagde zet’ aldus voormalig voorzitter Esther, die nog een bijzondere rol zal spelen in deze vierdelige serie van Ina Lindgreen en Sofie Tønsberg. Josefine Frej Mikuta wordt predikant voor ongeveer 350, veelal gepensioneerde inwoners. En ze brengt haar eigen progressieve agenda mee: feminisme en zorgen over het klimaat.

Dat is in Præst Søger Paradis (Engelse titel: Pastor In Search of Paradise, 113 min.) voor beide kanten wennen. Josefine komt uit een wereld van videogames en popmuziek en moet zich nu nestelen op een plek waar conservatieve christenen eeuwenlang de toon hebben gezet. Terwijl ze als student op haar kamer in de hoofdstad graag falafel at, krijgt zij in de kolossale pastorie nu het plaatselijke gerecht Fulskager, in deeg gewikkelde gehaktballetjes, voorgeschoteld.

Tegelijkertijd worden de pensionado’s van Sejerø geconfronteerd met vegan poffertjes, een collecte voor groene kerken en lichtzwaarden tijdens catechisatielessen, voor een ‘supervet’ Jedi-rollenspel over de strijd tussen goed en kwaad. Verteller Emil Rothstein verbindt alle verhaallijntjes in deze cultuurclash op milde toon met elkaar. Zo ontstaat een klassieke vertelling over hoe een kleine gemeenschap wordt opgeschud door de komst van een vreemdeling.

Via de woke pastor, die eigenwijs, kwetsbaar, empathisch, naïef en dapper haar weg zoekt in een andere wereld tonen Ina Lindgreen en Sofie Tønsberg bovendien hoe vooruitgang en traditie niet alleen botsen, maar elkaar ook kunnen vinden. Zolang er sprake is van wederzijds respect en gemeenschapszin. Uit zowel de gesprekken met Josefine zelf als de zitinterviews met enkele bewoners van Sejerø spreekt dat ze er samen iets van proberen te maken.

De voormalige voorzitter van het kerkbestuur Esther laat de nieuwe pastoor bijvoorbeeld delen in haar eigen geluk. Behalve een fraaie miniserie over een westerse kerk in de 21e eeuw wordt Pastor In Search of Paradise daarmee ook een lievig portret van een gemeenschap in transitie. Waarbij de achtergrond van de pastor en haar motieven om juist daar haar geluk te beproeven wellicht nog wat meer aandacht hadden verdiend. Die worden wel aangestipt, maar niet uitgewerkt.

Al zou Josefine natuurlijk ook gewoon gevallen kunnen zijn voor de slogan van dat idyllische eiland in het Kattegat: ver van de stad, dicht bij elkaar.

Be The Fool

Doxy

In de zomer van 2023 komt de jarenlange zoektocht van Jade Moon Finch en zijn zus Scarlet Finch naar het verleden van hun ouders ten einde met een tribute aan hun leven en werk. Barry Finch en Josje Leeger waren in de jaren zestig onderdeel van het hippie-kunstenaarscollectief The Fool, dat sindsdien in de vergetelheid is geraakt. Samen met het andere stel in The Fool, Marijke Kooger en Simon Posthuma (de latere vader van Douwe Bob, met hem ook te zien in de documentaire Whatever Forever, Douwe Bob), bevonden zij zich in Londen, toen die stad het wild kloppende hart van de swingin’ sixties vormde.

Als The Fool, een verwijzing naar de tarotkaart De Dwaas, hielden Barry en Josje zich bezig met kunst, mode, muziek, design, poëzie en fotografie. De avant-garde kunstenaars ontwierpen bijvoorbeeld de winkel van The Beatles (Apple Boutique), brachten een elpee uit die doorgaat voor het allereerste wereldmuziekalbum, ontwierpen daarna in hun eigen boetiek The Chariot in Los Angeles kleding voor artiesten als Jim Morrison, Joni Mitchell en Led Zeppelin, en brachten in de jaren zeventig de muziekcultuur van Ibiza op gang met concerten van Eric Clapton, UB40 en Bob Marley.

In Be The Fool (79 min.) van regisseur Joris Postema maken broer en zus een trip nostalgia langs de plekken die hun ouders hebben gevormd – en die door hen zijn gevormd. Onderweg ontmoeten ze uiteenlopende artiesten zoals Hollies-zanger en Crosby, Stills, Nash & Young-lid Graham Nash (met wie The Fool z’n titelloze debuutalbum opnam), singer-songwriter Donovan (die bij Barry ‘de honger’, de drang om te communiceren, herkende, waarover hij zelf ook beschikte) en Iron Maiden-boegbeeld Bruce Dickinson (de metalzanger, waarvoor Josje ravissante podiumkledij ontwierp).

Tegelijkertijd proberen Jade en Scarlet enkele sleutelscènes uit de nooit uitgevoerde muziekvoorstelling Fools Paradise, een zoektocht naar identiteit die hun ouders ooit schreven na het succes van de musical Hair, alsnog tot leven te brengen met de actrice Marieke op den Akker. Postema gebruikt deze theatrale sequenties om het levensverhaal van The Fool – een personage dat volgens Jade Moon de waarheid vertelt die niemand anders durft uit te spreken – verder in te kaderen. ‘Be the fool’, is de boodschap die hij daar zelf, als zoon en als mens, uit heeft gehaald. Durf de dwaas te zijn.

Achter al die creatieve uitspattingen gaat een tragisch familieverhaal schuil, waarnaar in deze film meermaals wordt gehint en dat uiteindelijk, na enig aandringen door Postema, ook wel ter sprake komt – al wordt nooit helemaal duidelijk wat er precies is gebeurd. Duidelijk is wel dat het verleden, zowel de fraaie buitenkant als de tragische binnenzijde ervan, hen allen heeft getekend. En die woelige geschiedenis is nu zwierig opgetekend voor alle hedendaagse en toekomstige dwazen, die nodig met The Fool in contact moesten worden gebracht.

Trailer Be The Fool

Paved Paradise

Amstelfilm

Nadat hij in de openingsscène van Paved Paradise (92 min.) enthousiast is begonnen om de pracht en praal van de natuur te bezingen, schakelt bioloog Hidde Boersma al snel, en ogenschijnlijk automatisch, door naar een alarmerend betoog over de zesde extinctiegolf. Want daar zitten we blijkbaar middenin. Driekwart van de dieren en planten zou daarbij wel eens kunnen uitsterven. ‘En de oorzaak?’ doceert Boersma. ‘Dat zijn wij. Dat is de mens…’

‘Hee, droeftoeter’, onderbreekt regisseur Karsten de Vreugd zijn vriend die net lekker op stoom begint te komen. ‘Gaan we nou weer een depressieve film maken, waarmee we mensen een kutgevoel geven?’ Nee, daarvan zijn er al genoeg, concluderen ze gezamenlijk. Tegelijkertijd blijft Hidde van mening dat ze het moeten hebben over de voornaamste oorzaak voor die extinctiegolf. ‘En nee, dat is dus niet klimaatverandering.’ Dat is namelijk ons voedselsysteem.

En daarover gaan ze het dus hebben in deze film, die is opgetrokken rond de permanente dialoog tussen Boersma en De Vreugd en de gesprekken die ze tussendoor voeren met deskundigen zoals schrijver/zoöloog George Monbiot, hoogleraar landgebruiksplanning Martha Bakker en GroenLinks-Europarlementariër Bas Eickhout. Met hen wil het Nederlandse tweetal onderzoeken hoe (en of) biodiversiteit en voedselproductie met elkaar kunnen worden gecombineerd.

Is de biologische landbouw, die wordt gepropageerd vanuit Europa, wel de oplossing voor de huidige problematiek? Zulke ‘land sharing’ heeft voor dezelfde opbrengst immers meer grond nodig. En juist daaraan is een tekort. Samen komen ze tot een in eerste instantie contra-intuïtieve conclusie: de biodiversiteit is juist gebaat bij intensivering, meer voedsel produceren op minder land. Daarnaast moet er meer ruimte komen voor landschapsbeheer. Ofwel, met een Engelse vakterm: ‘land sparing’.

Met veel tongue-in-cheek humor, straffe muziekjes en montagegrapjes baant het druk pratende duo zich vlot een weg langs allerlei mensen en initiatieven. In eigen land, maar ook in Engeland, Portugal én Costa Rica, het enige land ter wereld dat, in de jaren tachtig, van ‘land sparing’ officieel beleid heeft gemaakt. Door de toenmalige minister van milieu Alvaro Umana laten Boersma en De Vreugd zich nu bijpraten over dit revolutionaire beleid dat een succesverhaal lijkt te zijn geworden.

Intussen waken de twee Nederlanders er wel voor dat ze geen depressieve film maken – al dreigt Paved Paradise daardoor soms wel een beetje De Hidde & Karsten Show te worden. Al met al heeft deze documentaire ook voor de stoïcijnse en sceptische kijker echter genoeg te vertellen, een boodschap te verkondigen zelfs, om het denken over de toekomst van de Nederlandse landbouw verder op gang te brengen en wellicht zelfs een beetje te kantelen.

Daarvoor moeten alle landbouwministers van Europa dan wel eerst op vakantie naar Costa Rica.

Paradise

IDFA

Het vuur kan niet worden gestopt. Hooguit vertraagd. Totdat de regen komt. Áls de regen komt. ‘Het ontwijkt ons en laat zich niet vangen’, heeft Vasya, één van de onverzettelijke inwoners van het Siberische dorp Shologon, al geconstateerd. ‘Daarom noemen we het “De Draak”. Alsof ‘t ons kan horen.’ Die draak kan hen inmiddels ook al bijna zien en ruiken.

Shologon ligt aan de rand van een zogenaamde ‘Controlezone’, een zeer afgelegen of dunbevolkt gebied waar de Russische overheid, volgens een tamelijk bizarre federale wet uit 2015, niet meer verplicht is om natuurbranden te bestrijden. Tenminste, als de kosten van het blussen de geschatte schade – de materiële, welteverstaan – lijken te gaan overstijgen.

Tijdens de hittegolf van de zomer van 2021 zijn de inwoners van het dorp op de taiga van Jakoetië in het Noord-Oosten van Siberië dus volledig op zichzelf aangewezen. Zeker als de speciaal ingevlogen ‘smoke jumper’ Pavel, een in bosbranden gespecialiseerde brandweerman, ook nog eens wordt teruggeroepen naar kantoor en ze ’t echt samen zullen moeten doen.

Regisseur Alexander Abaturov observeert in Paradise (89 min.), op het IDFA beloond met de Award voor beste cinematografie, van dichtbij hoe de mannen en vrouwen de alarmerende situatie het hoofd proberen te bieden. Ze moeten de draak die alles bedreigt wat hen lief is proberen in te dammen, afleiden of de kop afhakken en zijn daarbij volledig afhankelijk van elkaar.

Abaturov begeeft zich in hun kielzog naar de poorten van de hel – inderdaad werkelijk adembenemend in beeld gebracht door cameraman Paul Guilhaume – waarvoor ze dan een overwinning op en uit het vuur proberen te slepen. Die kan nooit meer dan een voorlopig of tijdelijk karakter hebben. Zeker sinds de klimaatverandering ook de Poolgebieden bedreigt.

Hun strijd, met behulp van een bulldozer, hun eigen schouders en gecontroleerde branden, wordt begeleid door een oud sprookje, op fluistertoon voorgelezen door een plaatselijk meisje, over de onberekenbare wind die over een heilige berg blaast. Diezelfde wind bepaalt nu in welke richting De Draak ‘de vingers van het vuur’ uitstrekt en zorgt voor ingehouden spanning bij de dorpelingen. 

Diverse buurgemeenten van Shologon zijn al ten prooi gevallen aan de toorn van De Draak. Wanhoop niet, luidt nochtans het advies aan de dorpelingen. Geef niet op. En: We weten niet van welke kant de wind waait. Verzamel je kostbaarste spullen en zorg dat je op alles voorbereid bent. Blijf alert, zegt de spreker tot slot bemoedigend, maar raak niet in paniek.

Totdat de regen komt. Of toch de wind, het vuur en de rook.

Shangri-La, Paradise Under Construction

Mokum

Misschien werkt het zo: dat als je maar tradities verzint, ze vanzelf ook ontstaan. Dat als je, nu zo’n jaar of vijftien geleden, een ‘Ancient City’ bouwt, dat dit automatisch, ooit, een levend monument wordt – en tot die tijd kan doen alsof. Zoals die pleindansers in Shangri-La City: ze zwieren er elke dag rond, steeds voor een nieuwe groep toeristen. Alsof ze dat al eeuwenlang doen.

Misschien werkt het zo: dat het paradijselijke oord, dat de Britse romanschrijver James Hilton in 1933 verzon, werkelijkheid kan worden. Zomaar in Zhongdian, in het Tibetaanse deel van China. Ze hebben er zelfs wetenschappelijk bewijs voor gevonden. En bovendien een replica van het neergestorte vliegtuig gemaakt, waarmee de auteur van de bestseller Lost Horizon, in zijn fantasie tenminste, op deze hemel op aarde, ergens tussen tot de verbeelding sprekende bergen, kloosters en Tibetanen, is aanbeland.

Misschien werkt het zo: dat de Nederlandse documentairemaakster Mirka Duijn, buiten beeld ondersteund door Nina Spiering, struinend door een willekeurig archief een willekeurige pagina van een al even willekeurige krant openslaat en daar de krantenkop ‘Shangri-La is found’ aantreft. Waarna haar reizigersbloed begint te kriebelen en Shangri-La, Paradise Under Construction (91 min.) in gang wordt gezet. ‘Hoe dichter bij Shangri-la ik kwam, hoe meer ik me afvroeg: wat gebeurt er eigenlijk met een plek die voorbestemd is om het paradijs te zijn?’

Misschien werkt het zo: dat de plaatselijke bevolking is gaan geloven in de droom van Shangri-La en dat sommigen van hen zich daadwerkelijk herinneren hoe er een vliegtuig neerstortte – of het verhaal via de overlevering hebben meegekregen van hun ouders of grootouders. Van de brokstukken hebben ze ooit een scheermes gemaakt. En in het dorp Jie Di zijn zelfs nog onderdelen van het toestel te vinden. ‘Op dat moment wist ik: dit verhaal wordt een detective’, stelt Duijn. ‘Het is tenslotte een zoektocht naar bewijs.’

Misschien werkt het zo: dat je door een auto met een kapotte band een essentiële getuige op het spoor komt. Dat je, grasduinend in je eigen en andermans fantasie, en ondertussen alsmaar archieven uitpluizend, steeds weer op nieuwe verhaallijnen stuit. En dat je via allerlei dwaalsporen tóch iets waarachtigs kunt vinden. Voorbij Tibetaanse kloosters, de verloren horizon of het aardse paradijs: ‘Shangri-La, whatever you imagine it to be!’ Want ook al is de waarheid nog zo snel, de leugen achterhaalt hem wel. Of was het andersom?

Hoe dan ook: dat werkt (wonder)wel.

Greta Thunberg: A Year To Change The World

Greta Thunberg heeft haar schoolcarrière weer een jaar op pauze gezet. Niet om te backpacken in Azië, Zuid-Amerika of Australië, maar om overal haar boodschap over de zorgwekkende toestand van de aarde kracht bij te zetten. Te beginnen in oktober 2019, bij een groots opgezette klimaatdemonstratie tegen de gevolgen van oliewinning in Canada.

Een maand eerder heeft ze tijdens een klimaattop in New York de leiders van die wereld nog van onder uit de zak gegeven. ‘Hoe durven jullie?’ voegde ze hen woedend toe tijdens een speech, die haar definitief tot ‘s werelds bekendste klimaatactivist zou maken. Het bizarre tafereel – van een tiener die haar woede ongegeneerd botviert op de machtigste mannen op aarde – vormde tevens de krachtige climax van het meeslepende portret I Am Greta (2020).

Wij zijn als de keizer zonder kleren, doceert de Zweedse tiener nog maar eens bij de start van Greta Thunberg: A Year To Change The World (173 min.). En alleen een kind durft daarover de waarheid te zeggen. In deze driedelige BBC-serie wordt de activiste gevolgd tijdens haar jaar vrijaf, waarin het Coronavirus (als aankondiging van nóg ingrijpendere ontwrichting?) de aarde in zijn greep zal krijgen en ook Greta zelf te pakken neemt.

Samen met vader Svante, die zijn dochter gaandeweg los zal moeten laten, bezoekt ze niet alleen conferenties en demonstraties, maar ook de plekken waar klimaatverandering nu al voor problemen zorgt. Het Californische stadje Paradise bijvoorbeeld, dat ten prooi viel aan natuurbranden. Lapland, waar de plaatselijke Sami-bevolking merkt dat hun rendieren steeds moeilijker kunnen overleven. Of de Poolse regio Silezië, waar de laatste mijnwerkers bang zijn dat ze hun baan kwijtraken.

Dat reizen gebeurt overigens consequent zonder vliegtuig. Want idealen beleid je nu eenmaal niet alleen met je mond. Als Greta in november 2019 met een zeilboot de Atlantische Oceaan wil oversteken, beleeft Svante ‘de meest stressvolle dag van mijn leven’. Voor hun reis van de Amerikaanse oostkust naar Madrid zullen ze opnieuw enkele weken op zee moeten verblijven, in een tijd van het jaar waarin die woest tekeer kan gaan.

De persoonlijke wederwaardigheden van Thunbergs reis en het publieke leven waarvoor ze, ondanks zichzelf, heeft gekozen, staan in deze serie echter nadrukkelijk in dienst van het educatieve karakter van haar missie. Greta’s tocht, die ook ontmoetingen met geestverwant David Attenborough en allerlei deskundigen omvat, is doorsneden met quotes van wetenschappers die de door haar geschetste klimaatcrisis van een feitelijke fundering voorzien.

En dan gooit de Coronacrisis ook bij haar roet in het eten, moet Greta Thunberg zich in deze gedegen serie bezinnen op haar ideaal en hoe dat het beste kan worden verwezenlijkt en staat er tenslotte ook weer een nieuw schooljaar voor de deur.

JB Meijers: JB’s Paradise

De Coproducent

Geef hem een instrument en hij maakt het zich eigen. Al is hij op geen enkel terrein een echte meester geworden. Dat vindt Jan-Bart Meijers tenminste zelf. Met de nodige zelfspot noemt hij zichzelf in JB Meijers: JB’s Paradise (58 min.) ‘de Bob Ross van alle instrumenten’. Één ding is zeker: de loftrompet wordt in dit popportret beslist beter bespeeld door Huub van der Lubbe, Barry Hay, Ilse de Lange en Carice van Houten, met wie hij stuk voor stuk samenwerkte. Net als met de Duitse zanger Peter Maffay en de Amerikaanse alternatieve popband Mercury Rev trouwens.

Nu staat de ideale ‘sideman’ op het punt om te verkassen naar Bonaire, om de Nederlandse winters achter zich te laten en een nieuwe draai aan zijn carrière te geven. Regisseur Bram van Splunteren concentreert zich echter vooral op ‘s mans inmiddels ruim dertig jaar omspannende loopbaan, die hem bij ondermeer Charming Children, Shine, Eboman, De Dijk, The Common Linnets en The Analogues heeft gebracht. Van Splunteren, ooit de drijvende kracht achter allerlei muziekprogramma’s van VPRO-televisie, heeft bovendien zijn hele kaartenbak met Nederlandse musici nog eens doorgespit en daarin JB-kompanen als Richard Janssen, Bart van Poppel, Jeroen Hofs en Wouter Planteijdt gevonden.

Hun verhalen, gecombineerd met archiefbeelden van Meijers in allerlei verschillende hoedanigheden en acts, zijn beslist vermakelijk. De fraaiste scène komt misschien wel op het conto van Ilse de Lange die op haar telefoon de allereerste opname vindt van wat later de Common Linnets-hit Calm After The Storm zal worden. Al die leuke fragmenten willen alleen maar geen eenheid vormen en akkederen ook nauwelijks met het persoonlijk leven van JB Meijers, dat met behulp van zijn vrouw en moeder, tamelijk schetsmatig en fragmentarisch uit de doeken wordt gedaan.

Je zou kunnen betogen dat deze grabbelton van een film mooi aansluit bij de grillige loopbaan van de hoofdpersoon ervan, die zich als ultieme rechterhand ook steeds naar een andere frontman of band moet plooien. Uiteindelijk blijft echter vooral het beeld hangen dat JB Meijers zelf toch nét wat leuker en interessanter is dan deze aan hem gewijde tv-docu, die vooral een select publiek van popkenners op z’n wenken bedient.

Rebuilding Paradise

National Geopgraphic

‘Het is 11.38 uur in de ochtend in het paradijs en zo ziet dat eruit’, zegt een radio-omroeper op 8 november 2018, terwijl een natuurbrand Paradise overspoelt. Het Californische stadje – want dat bedoelde de man natuurlijk – is veranderd in een levende hel. Beter: het vuur is springlevend en verspreidt zich als een dolle. En mens en dier moeten in leven zien te blijven. Een enorm gebied brandt binnen een dikke week vol-le-dig af. Daarbij vallen 85 doden. De ramp is nauwelijks te overzien. Zelfs president Trump komt even poolshoogte in – hij zegt het echt – ‘Pleasure’. 

Paradise’s voormalige burgemeester Woody Culleton, volgens eigen zeggen tevens jarenlang de plaatselijke ‘town drunk’, probeert naderhand de schade op te maken. Van het hele stadje is niets meer over. Van de huizen, openbare gebouwen en directe omgeving. In hoeverre is ook de lokale gemeenschap nu ten dode opgeschreven? Dat is tevens de vraag die Rebuilding Paradise (88 min.) drijft. Kan iedereen terugkeren en dat verloren leven weer opbouwen? En willen ze dat überhaupt? ‘Heb jij nog iets te zeggen over Paradise?’ vraagt een vrouw bijvoorbeeld aan haar dochtertje. ‘Fire’, zegt de kleuter direct. ‘Fire!’

Regisseur Ron Howard, die in de afgelopen jaren steeds meer toelegt op documentaires in plaats van Hollywood-blockbusters, volgt enkele inwoners van Paradise, zoals de plaatselijke politieagent, schoolconciërge en psycholoog, in het jaar na de verpletterende natuurbrand. Hoe ze hun eigen levens weer bij elkaar rapen, beginnen met de wederopbouw van de stad en daarbij ook – natuurlijk, zou je bijna zeggen – de strijd moeten aangaan met de instanties. In dit geval: een energiebedrijf, dat verantwoordelijk zou zijn geweest voor het ontstaan van de brand. Los van de hogere temperaturen en aanhoudende droogte, welteverstaan.

‘We lost our home’, zegt een vrouw tijdens een lokale festiviteit. ‘But we’re coming back.’ Terwijl inwoners zoals zij niet kunnen wachten op de vergunning om te herbouwen, overwegen anderen juist een definitief vertrek. Weg van de plek en de herinnering. Howard doorsnijdt de ontwikkelingen binnen de gemeenschap met huiveringwekkende amateurfilmpjes van het allesverzengende vuur. Die flashbacks illustreren nog maar eens de bewonderenswaardige veerkracht van de mens, die (blijkbaar) steeds weer de moed en kracht weet te verzamelen om door te gaan. Hoe en waar dan ook. Zelfs in Pleasure. Of: het Paradijs.

Farewell Paradise

Persicoop Film

De mise-en-scène spreekt boekdelen. Een stemmige interviewsetting met twee stoelen. Links neemt een oudere man plaats in een gemakkelijke zwarte stoel: vader Ueli. Rechts op een witte fauteuil gaat vervolgens een dame op leeftijd zitten: moeder Dorine. Ze worden gescheiden door een veelzeggende zwarte streep. Van ver klinkt kindergezang, ondersteund door idyllische beelden van een gezin aan het strand, met vier dochters in matchende rode badkleding. Waarna de titel van de film in beeld verschijnt: Farewell Paradise (96 min.).

Filmmaakster Sonja Wyss legt aan haar ouders uit wat ze van plan is: ze wil hun kant van het verhaal horen over hun gezamenlijke verleden. Dat begint met een zwart-wit foto: van hun vertrek uit de Bahama’s. Niet veel later nemen ook haar drie oudere zussen in hetzelfde decor plaats. Eerst Kathrin, dan Chriggi en tenslotte Bettina. Gezamenlijk ontleden ze hun roerige familiegeschiedenis, die hen aan het eind van de jaren zestig van een tropisch eiland naar het koude Zwitserland leidt en die ieder van hen voor de rest van hun bestaan met zich zal meedragen.

Sonja Wyss spaart haar familieleden niet in deze persoonlijke interviewfilm, waarin enkele goed getimede intermezzo’s de openhartige ontboezemingen van de talking heads zo nu en dan kleur geven. Zo pleegt ze vivisectie op een huwelijk, kindertijd en familiesysteem, waarbinnen mensen zichzelf en elkaar zowel kunnen kwijtraken als (weer) terugvinden. Daarmee zegt Wyss iets over haar eigen gezin, maar benadert ze ook het wezen van elke familie.

Fire In Paradise

Netflix

De kinderen waren geëvacueerd. Ze zaten al in de bus. Hun onderwijzeres Mary Ludwig stapte ook maar in. Ze was doodsbang. Om hen heen rukte het vuur gekmakend snel op. Het Californische stadje Paradise dreigde volledig te worden verzwolgen door de vlammen. En toen kwam de bus met schoolkinderen vast te zitten in het verkeer. Voor hun ogen ging de McDonald’s in rook op. Hoe konden zij deze hel overleven?

In de korte documentaire Fire In Paradise (40 min.) van Drea Cooper en Zackary Canepari reconstrueren bewoners van Paradise, politieagenten, brandweerlieden en hulpverleners de zogenaamde Camp Fire, de dodelijkste natuurbrand ooit in Californië. die op 8 november 2018 een complete gemeenschap in lichterlaaie zette. Het concept voor de film is simpel: de hoofdpersonen kijken recht in de camera en zien nog eenmaal hun angst in de ogen.

‘We baden dat we zouden sterven door het inhaleren van rook’, bekent Mary Ludwig. Intussen moest ze zich groot houden voor ‘haar’ kinderen. Fire In Paradise legt zo de onmogelijke dilemma’s bloot, waarmee gewone mensen door de brand worden geconfronteerd. De 911-telefoniste die zich realiseert dat de vuurgrens steeds dichter bij haar eigen huis komt. Een vrouw, die alleen een deken en gebeden heeft om haar kinderen te beschermen. En de brandweercommandant die uiteindelijk voor zijn eigen veiligheid moet kiezen.

Hun beklemmende verhalen worden ondersteund door amateurfilmpjes en foto’s van de ontzaglijke natuurramp die zich voor hun ogen voltrekt. De ravage in Paradise is naderhand immens. Behalve verdriet is er ook vertwijfeling: met de huidige droogte kan er elke dag een nieuw vuur uitbreken. Die constatering geeft deze treffende film extra gewicht.

A Fool’s Paradise

‘Ben ik dan racistisch opgevoed?’, vraagt Saskia Vredeveld zich hardop af. ‘En heb ik me daar nooit van losgemaakt?’ De documentairemaakster groeide op in Kaapstad, toen Zuid-Afrika nog volledig in de ban was van Apartheid. In de witte wijk waar de kleine Saskia woonde, was het leven echter perfect. Veilig en vrij. Je zag er geen zwarten.

Het was A Fool’s Paradise (78 min.), vindt ze nu. Je schaamt je ervoor dat je er ooit gelukkig was. Behalve de plekken van haar jeugd bezoekt de Zuid-Afrikaanse Nederlandse voor deze film ook de plaatsen waar ze destijds uit de buurt moest blijven, townships die je als witte alleen met zwarte begeleiding kunt betreden. Zou ze zich nog altijd thuis kunnen voelen in het land, dat ze op zeventienjarige leeftijd verliet voor de geboortegrond van haar ouders, Nederland?

Zo wordt deze bespiegelende roadmovie, langs plaatsen met vertrouwd klinkende plaatsnamen als Haarlem, Middelburg en Amersfoort, een heel persoonlijke zoektocht door heden en verleden van Zuid-Afrika. Vredeveld zelf fungeert daarbij als gids. Haar familiefilmpjes – waarin de comfortabele achterkant van het Apartheidsregime, van bevoorrechte blanken zoals de prille Saskia, wordt getoond – vormen daarbij een prima routebeschrijving: wat staat er op die beelden en voor welke herinneringen zorgen die? En, vooral, wat ontbreekt er in dat ogenschijnlijk idyllische verleden?

Ze ontmoet gewone Zuid-Afrikanen, zwarte inwoners en Afrikaners, en portretteert hen binnen hun eigen uithoek van het land dat ze dacht te kennen. Samen maken ze de balans op over het huidige Zuid-Afrika, waarbij de filmmaakster haar eigen geschiedenis, denkbeelden en (schuld)gevoelens steeds verbindt met de turbulente recente historie van het nog altijd door tegenstellingen, armoede en geweld verscheurde land.

A Fool’s Paradise is zeker geen rozige, slechts door weemoed ingegeven trip nostalgia. Vredeveld, tegelijkertijd insider en buitenstaander, gaat in deze moedige film tevens de confrontatie aan met haar eigen (vroegere) vooroordelen en probeert in het reine te komen met het roomblanke leven dat ze leidde in een inktzwarte periode van haar (voormalige) vaderland. In ‘Dat Andere Zuid-Afrika’ dat nooit meer terugkomt en toch steeds weer op haar netvlies verschijnt.