Coexistence, My Ass!

Autlook

Nu ze al 32 is, maakt het haar familie niet meer uit of ze met een Jood trouwt of niet, vertelt de Israëlische stand-up comedian Noam Shuster Eliassi in 2019 op de Arabische televisiezender i24 News. Zolang ze maar trouwt. In die tijd zoeken de gezworen vijanden Israël en Saoedi-Arabië net toenadering tot elkaar. Noam ziet haar kans schoon. Één en één is twee. ‘Ik dacht bij mezelf: ik wil niet zomaar iemand’, stelt ze olijk. ‘Ik mik hoog. En weet je wie ik zie als ik omhoog kijk? MBS.’ Ze kijkt recht in de camera en richt zich direct tot de omstreden Saoedische kroonprins Mohammad bin Salman: ‘You want peace in the Middle East, you’ll have a piece of this. Wink-wink.’

Ze gaat direct ‘viral’. Het blijkt een breekpunt voor Shuster, die haar carrière als vredeszoeker bij de Verenigde Naties heeft ingeruild voor een microfoon en podium en ineens een groot publiek bereikt. Ze kan daar overigens smakelijk over vertellen in haar one-woman show Coexistence, My Ass! (91 min.). Zoals ook haar jeugd in de ‘oase van vrede’ Neve Shalom / Wahat Al-Salam, een dorp waar Israëliërs en Arabieren uit vrije wil zijn gaan samenwonen, met een vette knipoog wordt belicht. Ze leerde er als kind zowel Hebreeuws als Arabisch, ontmoette haar beste (Palestijnse) vriendin Ranin en mocht bloemen overhandigen aan prominente gasten zoals Hillary Clinton en Jane Fonda.

Die stand-up comedyshow vormt tevens de onderlegger voor deze ferme documentaire van Amber Fares, die via haar protagonist de recente historie van de Israëli’s en Palestijnen belicht. Dat begint nog tamelijk luchtig, met veel ruimte voor Shusters (zelf)relativerende humor, maar wordt richting de verkiezingen van 2023, waarbij Benjamin Netanyahu en enkele radicaal-rechtse partijen aan de macht komen, allengs grimmiger. Een man noemt Noam bijvoorbeeld ‘een vijand van de staat’. Ja, beaamt zij, ‘een vijand van de fascistische staat’. De terroristische aanslagen van 7 oktober 2023 en Israëls vernietigende respons in Gaza moeten op dat moment nog komen.

Ook de overtuigingen van vredesactivisten zoals Noam Shuster Eliassi worden dan, getuige deze verfrissende film over een zwaarbeladen onderwerp, danig op de proef gesteld. Haar gevoel voor humor, broodnodig in deze hachelijke tijden, dreigt haar in de steek te laten – ook al lijkt ze zowaar, op de valreep, nog wel een kerel aan de haak te hebben geslagen.

Israël And The Palestinians: The Road To 7th October

Alamy

Voor de oorsprong van de terroristische aanval van Hamas op Israël op 7 oktober 2023 en de verwoestende oorlog in Gaza die daaruit is voortgekomen gaat de driedelige serie Israël And The Palestinians: The Road To 7th October (177 min.) twintig jaar terug in de tijd.

Dan besluit de Israëlische premier Ariel Sharon om nederzettingen en troepen terug te trekken uit Gaza. Daarmee zet hij veel kwaad bloed in eigen kring. Bovendien biedt het zeer omstreden besluit Hamas de mogelijkheid om de credits voor die terugtrekking te claimen. In 2006 wint de islamitische Palestijnse organisatie, die weigert om de staat Israël te erkennen en de gewapende strijd voorstaat, vervolgens de verkiezingen in Gaza. Sindsdien maakt Hamas daar de dienst uit en zijn andere Palestijnse partijen, zoals Fatah van president Mahmoud Abbas, steeds meer naar de zijlijn verdreven.

Deze groots opgezette miniserie van Tim Stirzaker en Norma Percy richt zich op de beslissers, diplomaten en onderhandelaars, die in de afgelopen twintig jaar – tevergeefs – hebben geprobeerd om het conflict te bezweren, in hun eigen voordeel te beslissen of te beëindigen. Zoals gebruikelijk bij het gezaghebbende Britse productiehuis Brook Lapping, dat eerder series maakte over grote onderwerpen zoals de uitdagingen voor de Europese Unie, de relatie tussen Poetin en het westen en het buitenlandbeleid van de Amerikaanse president Trump, is de opzet breed en komen alle partijen aan het woord.

Zowel regeringsfunctionarissen van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu als woordvoerders van Hamas, waaronder ook Ismail Haniyeh (die een maand na zijn interview werd gedood) blikken dus terug. Zij worden aangevuld of weersproken door adviseurs van de Palestijnse president Abbas, de voormalige premier Salam Fayyad, speciaal gezant Tony Blair en oud-premier van Israël, Ehud Olmert. Een bijzondere positie is er voor de Amerikaanse diplomaten, niet alleen in deze miniserie overigens, die de ministers van Buitenlandse Zaken Rice, Hillary Clinton en Kerry afvaardigen.

Gezamenlijk schetsen al die pratende hoofden een levensgevaarlijk labyrint, opgetrokken rond begrippen zoals bouwstop, tunnels, guerrillacampagne, blokkades en tweestatenoplossing. Intussen leven gewone Israëli’s en Palestijnen, die allebei overigens niet worden bevraagd in deze hoogover-productie, voortdurend tussen hoop en – vooral – wanhoop. ‘Grote dromen vragen een grote prijs’, stelt Hamas-leider Khaled Meshaal eufemistisch. ‘Volgens de Bijbel is er een tijd voor vrede en een tijd voor oorlog’, zet Israëls premier Netanyahu daartegenover. ‘Nu is het tijd voor oorlog.’

En dat is precies waarin deze vervloekte regio sinds 7 oktober 2023 nu alwéér terecht is gekomen.

Trailer Israel And The Palestinians: The Road To 7th October

Israel: Ministers Of Chaos

Java Films

Vóór de terroristische aanslagen van Hamas op weerloze Israëlische burgers op 7 oktober 2023 en de nietsontziende vergeldingsactie van het Israëlische leger in Gaza, was er al de vorming van de meest rechtse regering die Israël ooit had. Likud-leider Benjamin Netanyahu wist in 2022 opnieuw aan de macht te komen in het verscheurde land met de steun van twee radicaal-rechtse partijen.

In het dubbelportret Israel: Ministers Of Chaos (69 min.) licht Jéròme Sesquin de twee kopstukken van die bewegingen kritisch door: Bezalel Smotrich, leider van De Nationale Religieuze Partij – Religieus Zionisme en inmiddels minister van Financiën in het kabinet van premier Netanyahu. En minister van Nationale Veiligheid, Otsma Jehudits voorman Itamar Ben-Gvir. Volgens critici heeft Netanyahu zijn ziel aan hen verkocht – ervan uitgaande dat hij die überhaupt nog had.

Ben-Givr manifesteerde zich voor het eerst in 1993 toen de toenmalige Israëlische premier Rabin de zogenaamde Oslo-akkoorden sloot met de Palestijnse leider Arafat. De jongeling dreigde met maatregelen tegen Rabin, die enkele weken later daadwerkelijk werd vermoord door een geestverwant. Later profileerde Ben-Givr zich ook als fan van Baruch Goldstein, die in 1994 een bloedbad aanrichtte in een moskee. De huidige minister organiseerde zelfs jeugdkampen om de terrorist te eren.

‘Ik had nooit kunnen bedenken dat een crimineel die veroordeeld is vanwege terrorisme de minister zou kunnen worden die verantwoordelijk is voor het bestrijden van terrorisme’, stelt de voormalige Israëlische premier Ehud Olmert. Netanyahu’s minister van Financiën houdt er intussen ‘een maximalistische visie op het beloofde land’ op na. Israël zou volgens hem zowel de Palestijnse gebieden als delen van Jordanië, Syrië, Libanon, Irak, Egypte en Saudi-Arabië moeten inlijven.

Bezalel Smotrich deed op 24-jarige leeftijd voor het eerst van zich spreken toen hij werd gearresteerd vanwege mogelijke betrokkenheid bij terrorisme. Nadat premier Sharon in 2005 besloot om zich terug te trekken uit Gaza en ook de huizen van kolonisten daar liet ontruimen, zou Smotrich een gewelddadige actie hebben voorbereid. Volgens Dvir Kariv van de Israëlische geheime dienst Shin Bet had Smotrich nooit volksvertegenwoordiger of minister kunnen worden als bekend zou zijn geraakt wat hij van plan was.

Zowel Smotrich als Ben-Gvir, twee politici die de verhouding graag op scherp zetten en gedurig olie op het vuur gooien, spelen nu echter een absolute hoofdrol in het drama dat zich voltrekt in hun land. Terwijl familieleden van op 7 oktober gegijzelde Israeli’s zich wanhopig beijveren voor hun terugkeer, richt de minister van Nationale Veiligheid zich bijvoorbeeld op het verder bewapenen van de Israëlische bevolking en het invoeren van de doodstraf voor Palestijnse terroristen.

Het resulteert in de meest schrijnende scène van dit kritische dubbelportret, waarin de jonge activist Gil Dickmann, die aandacht vraagt voor zijn ontvoerde nicht Carmel Gat, woedend uitvaart tegen Ben-Gvir en de minister hem vervolgens, duidelijk tegen zijn zin, een verzoenende kus op het hoofd geeft. Extremisten exploiteren cynisch hun leed, stelt Dickmann. Juist in tijden waarin nuchterheid en redelijkheid meer nodig lijken dan ooit, zijn burgers zoals hij overgeleverd aan onverzoenlijke scherpslijpers.

Israel & Gaza: Into The Abyss

Top Hat

Wat te zeggen over Israel & Gaza: Into The Abyss (90 min.)?

Dat de indringende en tegelijkertijd bijzonder moedeloos makende documentaire van de Britse regisseur Robin Barnwell (Mariupol: The People’s Story) met zes gewone Israëli’s en Palestijnen een afgewogen beeld probeert te schetsen van de terroristische aanslagen van Hamas op 7 oktober 2023 en de tegenaanval van het Israëlische leger in Gaza – die een jaar later nog altijd voortduurt?

Dat het lot van de Joodse vrouw Bat-Sheva – die bij de aanval van Hamas op de Nir Oz-kibboets haar echtgenoot Ohad gewond zag raken, waarna die werd meegenomen naar Gaza – net zo schrijnend is als dat van fotograaf Ibrahim uit het vluchtelingenkamp Jabalia in datzelfde Gaza – die bij Israëlische, veelal door hemzelf vastgelegde, acties zowel zijn huis als talloze familieleden kwijtraakte?

Dat de Israëlische tiener Agam – die samen met haar moeder en twee broers, als onderdeel van de in totaal 251 gegijzelden, werd ontvoerd naar Gaza, nadat eerder haar vader en zus al waren vermoord – net zo weinig hoopvol over de toekomst lijkt te zijn als het ooit zo vrolijke Palestijnse meisje Ghada – dat zichzelf en haar familie filmt, terwijl ze de ene na de andere ontbering moeten doorstaan?

Dat de Joodse moeder Gali uit de Nahal Oz-gemeenschap – die op 7 oktober een dochter verloor en daarna haar echtgenoot Tsachi ontvoerd zag worden – evenzeer haar begrip voor ‘de andere kant’ lijkt te zijn verloren als de Palestijnse dokter El-Ran – die als chirurg van een hospitaal probeerde te redden wie/wat er te redden was en later werd opgepakt omdat hij banden met Hamas zou hebben?

En dat het schier onoplosbare conflict, in deze film met niet eerder vertoonde privébeelden nog eens in al z’n ellendigheid opgeroepen, dat al zoveel Israëlisch en Palestijns bloed heeft gekost nog altijd ongenadig door ettert – sterker: aan beide kanten weer heel veel nieuwe wonden heeft geslagen, die moeten worden gelikt, verzorgd en vast ook gewroken?

Bij deze.

Jimmy Carter: Man From Plains

Sony Pictures Classics

‘I’m only trying to make it to vote for Kamala Harris.’ Vanuit het hospice waar hij sinds februari 2023 wordt verpleegd, komt begin augustus het bericht dat Jimmy Carter hoopt dat hij nog eenmaal mag stemmen. Daarna kan de voormalige Amerikaanse president (1977-1981), die op 1 oktober ook honderd jaar oud wordt, zich met een gerust hart voegen bij zijn vrouw Rosalynn, die in november 2023 op 96-jarige leeftijd is overleden.

‘s Mans buitengewone leven begint op een eenvoudige pindaboerderij in Georgia, de staat waarvan hij later gouverneur zal worden. Van daaruit zet hij de stap naar een presidentschap, dat zeker niet door iedereen als een succes wordt beschouwd. Dat geldt wél voor de dik veertig jaar erna, als de ‘elder statesman’ Carter overal in de wereld strijdende partijen bij elkaar probeert te brengen en essentiële vredesakkoorden weet te sluiten. Het levert hem in 2002 de Nobelprijs voor de Vrede op.

Enkele jaren later, in het najaar van 2006, sluit regisseur Jonathan Demme (The Silence Of The Lambs, Philadelphia en Stop Making Sense) aan bij de politicus, inmiddels in de tachtig, voor Jimmy Carter: Man From Plains (125 min.). Carter heeft dan net een controversieel boek uitgebracht, Palestine: Peace Not Apartheid, waarover hij in gesprek gaat met Amerikaanse media. Die hebben in zijn optiek ‘abominabel’ bericht over de Palestijnse kwestie. Ze zijn veel te veel op de hand van Israël.

Daarvoor is, naast eigenzinnigheid, ook politieke moed nodig. Behalve woedende opiniestukken, kritische vragen van interviewers als Charlie Rose, Larry King en Wolf Blitzer en allerlei boze burgers krijgt Carter echter ook lof van gewone Amerikanen (en Palestijnen, die hem komen bedanken voor zijn bijdrage aan het debat). Over het algemeen houdt Carter zich tijdens zijn boektour zonder al te veel moeite staande, ook tijdens geladen interviews met de Israëlische televisie en Al Jazeera.

Tussendoor bezoekt hij zijn eigen Carter Center in Atlanta, een non-profit organisatie die de strijd aanbindt met wereldwijde thema’s als armoede, ziekte en onrecht, en steekt hij de handen uit de mouwen voor Habitat For Humanity, dat zich dan bezighoudt met het herbouwen van huizen in New Orleans, nadat de orkaan Katrina daar in 2005 ongenadig huis heeft gehouden. Intussen beijvert zijn echtgenote Rosalynn zich voor betere geestelijke gezondheidszorg voor Amerikaanse jongeren.

Zij is ‘t ook die herinneringen ophaalt aan hoe haar echtgenoot in 1978 het vredesakkoord tussen Israël en Egypte mogelijk maakte. Volgens Rosalynn trok Carter als president de besprekingen vlot door de kleinkinderen van de toenmalige Israëlische leider Begin erbij te betrekken. Op gezette moment snijdt Demme intussen door naar crisissituaties in Israël en de Palestijnse gebieden, om de noodzaak van een blijvende oplossing voor dit nog altijd door etterende conflict te benadrukken.

Deze observerende documentaire uit 2007 moet ’t verder niet hebben van dramatische ontwikkelingen of messcherpe confrontaties. Daarvoor is de hoofdpersoon ook een te vriendelijke en beheerste man. Illustratief is een scène van Jimmy op reis. Als hij een vliegtuig instapt – gewoon een reguliere vlucht, geen privétoestel – krijgt elke afzonderlijke passagier een hand. Waarbij het de vraag is, of hij inderdaad ‘heel gewoon’ is gebleven of toch ‘gewoon’ een doorgewinterde politicus is.

Jimmy Carter: Man From Plains toont in elk geval een man die dan al de huidige leeftijd van president Joe Biden heeft bereikt en die onvermoeibaar blijft pleiten voor de zaken die hem aan het hart gaan. En zeventien jaar later is hij er dus nog steeds: een heel eind uitgeleefd, maar klaar om een stem uit te brengen op de Democratische kandidaat die wellicht de eerste vrouwelijke president van de VS gaat worden.

In de fijne documentaire Jimmy Carter: Rock & Roll President (2020) wordt overigens belicht hoe de Democratische president in het Witte Huis een podium bood aan allerlei muzikanten zoals Bob Dylan, Bono, Nile Rodgers, Gregg Allman en Willie Nelson. Zij betonen hem in deze film alle eer.

Death In Gaza

BBC

‘Israëlische burgers zijn in de afgelopen tijd het slachtoffer geweest van dodelijke terreuraanslagen door militante Palestijnen’, meldt een tekst aan het begin van de documentaire Death In Gaza (80 min.). Die vervolgt: ‘Israëlische kiezers hebben een leider gekozen die heeft beloofd dat hij verdachte militanten in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever zal opjagen en doden.’ Alleen het jaartal (2000) en de naam van die leider (Ariel Sharon) zijn niet meer accuraat, maar verder is die tekst bijna 25 jaar na dato nog altijd volstrekt actueel.

Begin 2003 zijn de 34-jarige Britse cameraman James Miller en verslaggever Saira Shah naar de Gazastrook vertrokken voor een documentaire over hoe ‘t is om op te groeien in een conflictgebied. Slechts enkele maanden later, op 2 mei, zal Miller met zijn eigen leven betalen voor die missie. Samen met Shah heeft hij dan al enkele Palestijnse kinderen geportretteerd, aan hun Israëlische tegenhangers zijn ze nooit toegekomen. Deze schrijnende film uit 2004, bekroond met enkele BAFTA- en Emmy Awards, vormt de indringende nalatenschap van de gesneuvelde cameraman.

Een documentaire met ontwapenende Palestijnse kinderen en hun tragische verhalen. ‘Hij is zo aardig voor mij’, zegt de twaalfjarige Mohammed bijvoorbeeld over zijn boezemvriend Ahmed. ‘Ik wil ook aardig zijn voor de hele wereld. Behalve voor onze vijanden, de Joden.’ Niet veel later krijgt Ahmed door gemaskerde paramilitairen een raketwerper in de hand gedrukt. Zodat hij er alvast aan kan wennen. De elfjarige Abdul Sattar kan ook bijna niet wachten tot hij zijn speelgoedgeweer, waarmee hij met zijn vriendjes gedurig het spelletje ‘Joden en Arabieren’ speelt, mag inruilen voor een werkend exemplaar.

‘Het leven is een en al wanhoop’, constateert het zestienjarige meisje Najla ondertussen somber. ‘Ik heb al acht jonge familieleden verloren.’ En in deze film zal er opnieuw een martelaar bijkomen. De kinderen en hun directe omgeving lijken intussen volledig vertrouwd met het oorlogsjargon, dat nog altijd wordt gebezigd in het conflict tussen de Israëli’s en Palestijnen. Termen als: Intifadah, bulldozergeweld, stenen gooien, nederzettingen, zelfmoordaanslag, de bezetter, Jihad en, ja, martelaren. Hun namen zijn op de muren gekalkt, zodat zij niet tot de naamloze slachtoffers van dit eindeloze conflict gaan behoren.

En dan bereiken Miller, Shah en hun medewerkers in deze grimmige documentaire – waarin hun werkoverleg, dat normaal gesproken wordt weggeknipt, laat horen hoe ze te werk gaan en een opzwepende soundtrack de dramatiek van alle gebeurtenissen nog eens extra aanzet – de laatste dag van hun bezoek aan de Gazastrook: vrijdag 2 mei 2003. De dag waarop zowel de film zelf als het leven van de maker ervan zal eindigen. De contouren van Millers tragische dood, waarbij een witte vlag en alle afgegeven signalen dat ze journalisten zijn toch niet mogen baten, worden vereeuwigd door een lokale filmcrew.

Van maker is James Miller dan definitief onderwerp geworden van deze film: dood in Gaza.

H2 – The Occupation Lab

Imad Abu Shamsiya / VPRO

In Hebron, de grootste stad op de Westelijke Jordaanoever, wonen zo’n 250.000 Palestijnen. In hun midden bevinden zich achthonderd Joodse kolonisten. Zij leven in een afgeschermd gedeelte van het oude stadscentrum, dat permanent wordt bewaakt door het Israëlische leger. In dit stadsdeel, dat H2 wordt genoemd, ligt ook de Grot van de Patriarchen, een heilige plek voor zowel Joden als moslims. Daar ligt hun gemeenschappelijke voorvader Abraham/Ibrahim begraven.

Van vreedzame co-existentie is evenwel nauwelijks sprake. Op z’n best is er in Hebron sprake van gewapende vrede, waarbij de spanningen regelmatig uitmonden in geweldsuitbarstingen. In H2 – The Occupation Lab (94 min.), een titel die verwijst naar het imago van de Joodse enclave als een testlocatie voor Israëls nieuwste veiligheidsmaatregelen, belichten Noam Sheizaf en Idit Avrahami de woelige historie van Hebron, dat tijdens de Zesdaagse Oorlog van 1967 in Israëlische handen is gekomen.

Vrijwel direct melden zich dan weer Joodse kolonisten in de stad, die voor hen zowel van historisch als religieus belang is. Na het zogenaamde Bloedbad van Hebron in 1929, een scharnierpunt in de strijd om de stad, leken zij daar van het toneel te zijn verdwenen. Met indringend archiefmateriaal en direct betrokkenen van Palestijnse en Israëlische zijde, zowel gestaalde militairen als mensenrechtenactivisten, reconstrueren Sheizaf en Avrahami hoe het leven in en om H2 zich vervolgens heeft ontwikkeld.

Het is een tamelijk moedeloos makend relaas.  Als er zoiets als vreedzame co-existentie lijkt te (kunnen) ontstaan, melden zich altijd weer hardliners die de situatie destabiliseren. In dat opzicht staat Hebron symbool voor de tragische situatie waarin de Israëliërs en Palestijnen samen verzeild zijn geraakt. Met H2 als een onvervalste trial & error-plek, die in deze stevige film uiteindelijk vooral foutmeldingen afgeeft.

Bye Bye Tiberias

Lightdox

In Tiberias, een stadje in het Noordoosten van Israël, liggen de roots van Lina Soualem. De Palestijnse filmmaakster is zelf echter geboren in Parijs. Haar moeder was hun moederland ontvlucht om carrière te gaan maken als actrice. Dat lukte. Tijdens een lange loopbaan bemachtigde Hiam Abbas rollen in speelfilms als Munich, The Visitor en Blade Runner 2049. En de afgelopen jaren was ze te zien in de gelauwerde tv-serie Succession, als de vrouw van pater familias Logan Roy, Marcia.

Toen Hiam naar het westen vertrok, was de familie echter allang weg uit Tiberias. Net als veel andere Palestijnse families werden ze in 1948 van huis en haard verdreven door de Israëli’s. Lina’s overgrootmoeder Um Ali en haar echtgenoot Hosni belandden ruim dertig kilometer verderop in Deir Hanna. Hosni bleef echter ontroostbaar. ‘Heb je mijn koeien gezien?’ vroeg hij volgens de overlevering aan zowat elke voorbijganger. ‘Mijn ezel? Mijn leven?’ Hij stierf uiteindelijk van verdriet.

Hun dochter Nemat, Lina’s oma, had nog mogen studeren op een prestigieuze school. Enkele maanden voor haar diplomering brak de oorlog van ’48 echter uit. Ze was pas zestien toen haar leven voorgoed veranderde. Nemat zou een groot gezin voortbrengen, waarvan de vijfde dochter dus de wijk nam naar Parijs. Hiam voelde zich bekneld, te midden van dat volk zonder thuis. Ze verbrak alle banden met haar familie en herstelde die pas enkele jaren later toen Lina het levenslicht zag.

En zij, dat kind van twee werelden, onderzoekt in de persoonlijke film Bye Bye Tiberias (82 min.) nu de geschiedenis van haar familie, de drie vrouwen die haar voorgingen in het bijzonder. Ze staan nog samen op de foto: de kleine peuter Lina, als onderdeel van vier generaties in haar familie. ‘Vrouwen die leerden om alles achter te laten en elders opnieuw te beginnen’, legt zij als verteller uit. De foto is onderdeel van een soort stamboom, waarmee ze haar familie in kaart heeft gebracht.

Via het persoonlijke verhaal van deze vrouwen, haar moeder in het bijzonder, schetst Lina Soualem in deze intieme film de impact die de Nakba heeft (gehad) op Palestijnse families. Ieder van hen heeft z’n eigen verliezen geïncasseerd en daarna toch weer een weg naar voren moeten vinden. ‘Achter onze glimlach’, vertelt ze nadat ze met z’n allen uitgelaten voor een groepsfoto hebben geposeerd, ‘zit de angst die in ons slaapt. Wat als zelfs de resten van deze plek straks zijn verdwenen?’

Praying For Armageddon

UpNorth Film

‘Nooit eerder in de geschiedenis van de wereld hebben alle spelers zich op het toneel gemeld’, houdt televisiedominee John Hagee van Cornerstone Church zijn gehoor voor. ‘Iran, Rusland, China, Europa, Amerika… Alles is helemaal perfect. Het eindgevecht om wereldheerschappij zal de moeder aller oorlogen worden. Armageddon.’

En om dat laatste gaat het de oprichter van de belangengroep Christians United For Israel (CUFI), een organisatie die maar liefst tien miljoen leden heeft en zo’n honderd miljoen evangelische Amerikanen, dertig procent van het totale electoraat, tot zijn natuurlijke achterban mag rekenen. De staat Israël is een voorwaarde om te komen tot de grote eindstrijd, liefst zo snel mogelijk, die in de Bijbel wordt aangekondigd en de terugkeer van Jezus Christus mogelijk maakt. Op ‘Judgment Day’ zullen evangelische Amerikanen en Israëlische Joden vervolgens recht tegenover elkaar komen te staan. En John Hagee heeft er geen enkele twijfel over wie er dan zal – en moet – zegevieren.

Tot die tijd is er een logisch verbond tussen de twee partijen. Vanuit conservatief en christelijk Amerika krijgt Israël dan ook vrijwel ongelimiteerde steun, zowel in moreel als financieel opzicht. Naar verluidt werd in 2021 door CUFI bijvoorbeeld 3,3 miljard dollar verzameld voor militaire steun aan Israël. Net als Maya Zinshteins ‘Til Kingdom Come (2020) verdiept Praying For Armageddon (97 min.) zich in de wereld daarachter. Van conservatieve religieuze leiders zoals Hagee en Robert Jeffress tot de op een Harley rondreizende dominee Gary Burd, die oogt als een Hells Angel en een soort ridderorde om zich heen verzamelt voor de bloedige strijd die is aangekondigd.

Tegenover deze ‘Evangelical Christian Zionists’ plaatst documentairemaakster Tonje Hessen Schei criticasters zoals de Israëlische rabbi en mensenrechtenactivist Arik Ascherman, de voormalige evangelische prediker Frank Schaeffer en de oud-militairen Lawrence Wilkerson en Michael Weinstein (die de Military Religious Freedom Foundation runt). Weinstein laat zien hoe christelijke symboliek, Bijbelverzen of de merknaam Crusader Arms bijvoorbeeld, inmiddels letterlijk op wapens is terug te vinden. En dat lijkt hem koren op de molen van wervers voor Amerika’s ideologische tegenstanders, zoals Islamitische Staat, Boko Haram en de Taliban.

Journalist Lee Fang van The Intercept fungeert als verbindende factor in deze unheimische film. Hij probeert in gesprek te gaan met de belangrijkste spelers uit het invloedrijke verbond tussen christelijke Amerikanen, die van hun land best een theocratie willen maken, en Israeli’s, die in hun eigen natie niets minder dan het beloofde land zien. Via hen schetst deze dramatisch getoonzette documentaire een volstrekt twijfelloze wereld, waarin roestvrijstalen religieuze idealen samenkomen met ongebreidelde geweldsfantasieën. Het is een angstaanjagend perspectief, dat zonder al te veel moeite kan – of, dramatischer gesteld: wel moet – leiden tot een bloedige oorlog.

De Amerikaanse generaal Jerry Boykin, nog niet zo lang geleden onderminister van Defensie, verwoordt het in een eigen interpretatie van het Bijbelboek Openbaringen en het daarin geschetste Armageddon als volgt: ‘Als de Heer terugkeert, komt hij als een strijder. Rijdend op een wit paard, in een met bloed bevlekt wit gewaad, met een zwaard in zijn hand. En ik geloof dat het zwaard dat hij dan draagt een AR-15 is.’

Tantura

Real Peek Films

Toen Teddy Katz eind jaren negentig zijn masterthesis over de gebeurtenissen in Tantura publiceerde, gebaseerd op gesprekken met meer dan honderddertig direct betrokkenen, brak de hel los. Zijn conclusie dat Israëlische soldaten na de inname van het Palestijnse stadje in 1948 een bloedbad hadden aangericht, waarbij zo’n tweehonderd inwoners werden vermoord, bleek onverteerbaar. Katz werd gedwongen om publiekelijk het boetekleed aan te trekken, zijn thesis werd bovendien in de ban gedaan. Maar had hij het ook bij het verkeerde eind?

Gewapend met diens opnametapes wil regisseur Alon Schwarz ruim twintig jaar later voor Tantura (94 min.) opnieuw een ronde maken langs mensen die bij de zaak betrokken raakten, wetenschappers, historici én de inmiddels hoogbejaarde mensen die Katz destijds sprak voor zijn onderzoek, om ze eens te laten luisteren naar wat er destijds is besproken. Let op, waarschuwt Teddy Katz, die door deze kwestie een soort volksvijand is geworden in Israël, de documentairemaker nog: ‘Voor je het weet word je net zo opgejaagd als ik.’ 

‘Dit is niet wie wij zijn’, zegt Gavriel Kofman, een voormalig lid van de Israëlische Alexandroni Brigade, als hij even later naar een tape van zijn medesoldaat Micha Vitkon luistert. Vitkon vertelt dat een commandant, die later een belangrijke functie op het ministerie van Defensie zou krijgen, de ene na de andere Arabier doodschoot in Tantura. Kofman weigert het te geloven: ‘Iemand in zijn hoofd schieten met een Parabellum, dat is precies wat de Nazi’s deden. Ik geloof dat niet. Ik heb er destijds niets van gehoord, dat staat vast, maar ik geloof er nu ook niks van.’

Dat blijkt later toch nét even anders te liggen, als in deze fascinerende documentaire gebeurtenissen rond de stichting van de staat Israël – ‘Al-Nakba’, ofwel De Catastrofe, noemen Palestijnen diezelfde periode – kritisch tegen het licht worden gehouden. Want ook al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel. Ooit, welteverstaan. Als de strijd allang is gestreden, of als er weinig meer is te verliezen. Want het tragische relaas van Teddy Katz toont tevens aan dat diezelfde leugen, als er maar genoeg vanaf hangt, verdacht lang kan worden volgehouden.

Zeker als dit woekeren met de waarheid één van de fundamenten vormt onder het signatuurverhaal van de nobele natie, die een veilige haven moest worden voor een volk dat getraumatiseerd uit de Tweede Wereldoorlog kwam. Zo’n verhaal mag niet bezoedeld raken door zaken die het daglicht niet kunnen velen – en die, zoals de gebeurtenissen in Tantura, zelfs wel eens aan de wandaden van de nazi’s zouden kunnen doen denken. Daarbij past zwijgen en zo nodig keihard ontkennen, ook als daarmee een wetenschapper, en met hem de waarheid, wordt geslachtofferd.

Alon Schwarz neemt de kijker mee in zijn eigen zoektocht door het doolhof dat rond Tantura is opgetrokken, plaatst de gebeurtenissen binnen hun historische context en laat zien hoe de publieke opinie met een slinkse mediacampagne doelbewust werd gemanipuleerd. Het blijft onwerkelijk en schokkend om te zien hoe enkele oud-militairen, aaibare oudjes inmiddels, 75 jaar na dato nog altijd volharden in aperte onwaarheden – of hoe anderen, al even schokkend, nu ineens met een verontschuldigende glimlach alsnog bekennen.

Soldaat Amitzur Vohen van de Alexandroni Brigade vertelt bijvoorbeeld dat hij nooit over Tantura sprak, ook niet met zijn vrouw. ‘Wat moest ik haar vertellen?’ zegt de vriendelijke oude baas met de markante snor. ‘Dat ik een moordenaar was?’

The Devil’s Drivers

Amstelfilm

Thuis, op de Westelijke Jordaanoever, is geen droog brood te verdienen. En om in Israël aan de slag te mogen, hebben Palestijnen een werkvergunning nodig. Tenminste, als ze getrouwd zijn. Bij alleenstaande mannen vindt Israël het risico op zelfmoordaanslagen sowieso te groot. Achthonderd kilometer muur moet Palestijnen ervan weerhouden om toch zonder vergunning de oversteek te maken. Bij het zuidelijke dorp Jenba is de muur echter nog niet klaar en kunnen smokkelaars alsnog illegaal arbeiders naar de Israëlische stad Be’er Sheva brengen.

Hamouda Al-Daes uit Yatta, een Palestijnse stad ten zuiden van Hebron, is één van The Devil’s Drivers (93 min.), die voortdurend op en neer pendelen naar Israël. Ze worden opgejaagd door het Israëlische leger, dat ook informanten (tegen wil en dank) inzet om de clandestiene taxichauffeurs en hun passagiers in te kunnen rekenen. Als Hamouda begin 2012 samen met zijn neef/buurman Ismail daadwerkelijk wordt gearresteerd, is zijn vrouw zes maanden zwanger. En hij zit nog altijd in de militaire gevangenis Ofer wanneer zijn zoontje wordt geboren.

Gedurende acht jaar volgen de Duitse filmmaker Daniel Carsenty en zijn collega Mohammed Abugeth de smokkelaars Hamouda en Ismail. Ze nemen bijvoorbeeld met de camera plaats in hun auto voor spannende ritten, waarbij medestanders zoals Ali, een oudere man uit Jenba, een uitkijkpost bemensen. Het komt desondanks menigmaal tot een enerverend kat- en muisspel met het Israëlische leger. Voor Ismail zal één van die smokkeltochten bijzonder slecht aflopen: hij raakt zijdelings betrokken bij de eerste terroristische aanslag van Islamitische Staat in Israël.

Tussendoor portretteren Carsenty en Abugeth de chauffeurs en hun handlangers thuis, bij hun vrouwen en kinderen, een leefomgeving die regelmatig wordt bezocht door agressief opererende Israëlische militairen en inmiddels ook wordt omgeven door Joodse nederzettingen. Zo ontstaat een indringend beeld van de schrijnende situatie van de Palestijnse gemeenschap, die nog eens van context wordt voorzien met prachtige animaties. Het is een tamelijk troosteloos verhaal. Al driekwart eeuw moeten Palestijnen zien te overleven binnen een staat die geen thuis voor hen kan of wil vormen.

Never Stop Dreaming: The Life And Legacy Of Shimon Peres

Netflix

Als na ruim zes minuten de toch al behoorlijk aanwezige klassieke muziek verder aanzwelt en de titel van de documentaire – Never Stop Dreaming: The Life And Legacy Of Shimon Peres (129 min.) – in beeld verschijnt, heeft verteller George Clooney eigenlijk het complete levensverhaal van Peres al afgeraffeld: hij werd geboren in Oost-Europa, ontwikkelde zich in zijn nieuwe vaderland Israël van een onvervalste havik tot een prominente vredesduif en bleef tot op hoge leeftijd politiek actief.

In diezelfde zes minuten hebben drie Amerikaanse presidenten (Bill Clinton, George W. Bush en Barack Obama) alsmede de voormalige Britse premier Tony Blair, zangeres Barbra Streisand en Simon Peres’ zoon Chemi en kleindochter Mika al gul de loftrompet laten schallen over de hoofdpersoon, waarna die de kijker hoogstpersoonlijk nog een persoonlijke opdracht meegeeft. ‘Altijd optimistisch zijn, maar nooit tevreden’, zegt hij. ‘Toe maar, droom!’ En dan heeft deze lijvige (auto)biografie nog ruim twee uur te gaan…

Natuurlijk begint regisseur Richard Trank daarna gewoon weer bij het begin: ‘s mans geboorte op 2 augustus 1923 in het Joodse dorp Vishnjeva in (dan nog) Polen. Hij werkt vervolgens netjes zijn leven af totdat dit in 2016 vredig eindigt. Peres zal in die ruim negentig jaar betrokken raken bij vrijwel alle kerngebeurtenissen in Israëls woelige historie, met als dieptepunt de moord op premier Yithzak Rabin in 1995. Samen sloten ze twee jaar eerder een vredesakkoord met de Palestijnse leider Yasser Arafat.

De gelauwerde hoofdpersoon, zelf ook meermaals minister-president van zijn nieuwe vaderland, krijgt alle ruimte om zijn kant van het verhaal goed in de verf te zetten en wordt daarbij terzijde gestaan door zijn biograaf Michael Bar-Zohar. De film is goed gedocumenteerd en behandelt consciëntieus alle hoogte- en dieptepunten uit het veelbewogen bestaan van deze gelauwerde politieke overlever, maar is tegelijkertijd ook wel erg braaf en conventioneel van opzet. Maar dat was al na zes minuten al glashelder.

Little Palestine: Diary Of A Siege

IDFA

‘Jullie kunnen ons niet verdrijven uit ons eigen kamp’, staat er op een muur gekalkt. In Kamp Yarmouk, in de Syrische hoofdstad Damascus, leven zo’n 100.000 Palestijnen. Sommigen wonen er al sinds 1948, het jaar dat de staat Israël werd gesticht en Palestijnen van hun land werden verdreven. Als in Syrië een heftige burgeroorlog uitbreekt, sluit president Assad het kamp volledig af. De belegering van Yarmouk zal van 2013 tot 2015 duren.

In Little Palestine: Diary Of A Siege (89 min.) legt Abdallah Al Khatib, zelf geboren in het vluchtelingenkamp, samen met enkele vrienden vast hoe het leven in Kamp Yermouk, dat eerder al het strijdtoneel vormde voor de documentaire Dance Or Die, gewoon doorgaat – moet! – als het halve kamp kapot wordt geschoten, een nijpend tekort aan voedsel en medicijnen ontstaat en de gemeente dodelijke slachtoffers krijgt te betreuren.

Terwijl sommige kampbewoners, zoals Abdallahs moeder Umm Mahmoud, zich blijven bekommeren om kwetsbare ouderen, laat de woede in het kamp zich nauwelijks meer beteugelen. Er ontstaan massale protesten over de deplorabele leefomstandigheden en het feit dat de wereld nauwelijks oog lijkt te hebben voor, in de woorden van secretaris-generaal Ban-Ki Moon van de Verenigde Naties, ‘de binnenste cirkel van de hel’.

‘Als je wordt belegerd, is individuele rouw een luxe en geheime rouw een onvergeeflijk verraad’, stelt Al Khatib in één van de filosofische voice-overs waarmee hij zijn schrijnende film aanstuurt. ‘Voor de belegerden is collectieve pijn een verworvenheid en onderdeel van het pad naar overleving. Als je wordt belegerd, verberg je je verdriet niet voor anderen als een held, maar voel je de pijn en huil je met elkaar zoveel je kan.’

Little Palestine wil echter méér zijn dan een oneindige treurzang van woede en verdriet. Te midden van de ravage is er ook ruimte voor hoop, medemenselijkheid en dromen over een betere toekomst. Zo kan er, in een prachtige scène, ineens een gedragen lied klinken als een groepje jongeren, begeleid op piano, gewoon op straat de ellende van zich afzingt. Op de achtergrond klinken schermutselingen, de soundtrack van het leven in het kamp.

En dan moeten Islamitische Staat en de Russen zich nog melden in Kamp Yarmouk…

Blue Box

Norma Productions / VPRO

Een land zonder mensen voor mensen zonder land. Vanuit die gedachte ging Joseph Weits begin jaren dertig aan het werk. Hij probeerde land op te kopen dat later tot de staat Israël zou gaan behoren. Soms kocht hij de grond daarbij onder de voeten van de Palestijnen die erop werkten vandaan. Als hij dan een deal had gesloten met de eigenaar ervan, een rijke Arabier in Damascus, Beiroet of Caïro, was het zijn taak om de werkers van het land te verdrijven. Ondanks gewetensnood zette Weits door, voor de goede zaak.

Hij werd er een held van de Zionistische beweging mee. Toch heeft zijn (achter)kleindochter Michal Weits gaandeweg ambivalente gevoelens gekregen over de man die in de familie op handen wordt gedragen. Haar opa raakte er door de jaren heen van overtuigd dat Joden en Palestijnen niet samen in één land kunnen leven en orkestreerde vervolgens na de Tweede Wereldoorlog dat het land van Palestijnen werd geconfisqueerd en de eigenaren ervan naar het buitenland werden verdreven.

In Blue Box (82 min.) bestudeert Michal Josephs dagboeken om vat te krijgen op wat er toen is gebeurd. Fragmenten daaruit, ingesproken door de acteur Dror Keren, vormen samen met krachtige archiefbeelden het hart van deze persoonlijke film. Daarnaast spreekt de filmmaakster met familieleden over ‘s mans erfenis. Behalve talloze Joodse nederzettingen en verdreven Palestijnen bestaat die ook uit tientallen nazaten die zijn vernoemd naar zijn jongste zoon Yehiam. Die stierf in 1946 bij een bomaanslag en zou Joseph Weits z’n hele leven blijven achtervolgen.

Via het levensverhaal van haar omstreden overgrootvader krijgt Michal Weits grip op de zwangerschap, geboorte en jonge jaren van de staat Israël, waarvan zijzelf een inmiddels volwassen kind is. Daarvoor moet ze in deze spannende exercitie, laverend tussen trots en schaamte, wel het verleden van haar natie en geslacht kritisch tegen het licht houden. En zeker niet al haar familieleden zijn daar even gelukkig mee.

Alsof Ík Palestina Heb Gestolen

Laat Frans ter plekke maar schuiven. Zolang wij als nijvere redactie urgente onderwerpen bedenken en daarbij de juiste mensen binnen harken, haalt hij op locatie, ergens in Nederland, het verhaal wel boven. En van het materiaal waarmee hij vervolgens thuiskomt, boetseren wij dan weer een lopende vertelling.

Zo ongeveer stel ik me voor dat er wordt gewerkt bij &Bromet, het bedrijf waarmee Frans Bromet, dik in de zeventig inmiddels, al jaren de ene na de andere tv docu de wereld instuurt. Geen onderwerp of taboe blijft daarbij onbesproken; van de Amsterdamse taxioorlog tot oorlogstrauma’s, van dementie tot Rechts Nederland en van orgaandonatie tot mannen in de knoop. Frans is bereid om met alles en iedereen in gesprek te gaan.

En nu komt antisemitisme aan de beurt in de degelijke interviewfilm Alsof Ík Palestina Heb Gestolen (57 min.). Of: kritiek op de staat Israël. Ik bedoel: opkomen voor de rechten van Palestijnen. Die dingen mag je niet door elkaar halen of verbinden – al gebeurt dat natuurlijk wel vaak. En het blijkt, steeds weer, verdomd lastig om het één van het ander te onderscheiden – en onderweg niet te worden uitgemaakt voor Israël-propagandist of antisemiet.

De kwestie Palestina-Israël is sinds jaar en dag een gigantisch mijnenveld, waar vrijwel niemand ongeschonden uit tevoorschijn komt. Frans Bromet stapt er nochtans dapper in. Eerst gaat hij op bezoek bij Joodse Nederlanders die te maken hebben gekregen met intimidatie en geweld. Daarna begeeft hij zich op de Amsterdamse Dam tussen demonstranten voor een vrij Palestina en de zelfverklaarde Vrienden van Israël. Beide partijen krijgen een podium.

Hij gaat verder in gesprek met de directeur van het CIDI en laat ook criticasters daarvan, van de organisaties Een Ander Joods Geluid en The Rights Forum, aan het woord. Waarna influencer Youness Ouaali, die ooit de woede van Joods Nederland over zich afriep met een anti-Israël statement, zijn beklag mag doen over hoe elke discussie wordt gekaapt door antisemitisme-roepers en oud-premier Dries van Agt geëmotioneerd tegen het beleid van de staat Israël pleit.

In deze serieuze, soms wat lang uitgevallen gesprekken – waarbij er (natuurlijk) ook verschil van mening is of Jodenhaat in Nederland nu toeneemt of niet en wie dat dan kan/mag bepalen – gaat Bromet op zoek naar de scheidslijn tussen kritiek op Israël en antisemitisme. Waarbij het de vraag blijft of die echt is te trekken. De vraag stellen lijkt ook in dit geval hem… juist.

En daarna, als alles is benoemd en de kwestie toch nog lang niet is uitgepraat, staat vast alweer volgende draaiklus in de agenda van Frans…

Debriefing Drone-Operator

Human

Alleen de joystick ontbreekt. Waarmee je over het zwart-witte land op het beeldscherm kunt bewegen. En straks, op het moment suprême, zult afdrukken. Debriefing Drone-Operator (10 min.) brengt je virtueel naar Afghanistan of de Gazastrook. In het hart van de strijd tegen de Taliban, Al-Qaeda of Palestijnse strijders. Én in de positie om te beschikken over leven en dood.

Zoals de mannen die je ondertussen hoort in deze korte videobrief van Jack Faber. ‘We hadden er jaren naartoe gewerkt, maar je kunt niet vergeten dat je uiteindelijk hebt meegewerkt aan de dood van iemand, zegt één van de drone-bestuurders. ‘Vanuit de lucht kun je niet inzoomen’, stelt een collega. ‘Je ziet geen mensen, geen gezichten. Dat is gemakkelijker te verwerken.’

Zonder geluid en ogenschijnlijk doelloos beweegt je cursor tegelijkertijd over het scherm. Hoog boven de bordkartonnen gebouwen, rijdende speelgoedauto’s en een enkel bewegend poppetje. Totdat het doel is geïdentificeerd. Dramatische muziek zwelt aan. De tijd van zoeken, nadenken of twijfelen is voorbij. Vuur! Een explosie maakt zich meester van het beeldscherm.

Zoals in de shooter games die je wellicht al eens hebt gespeeld. Dertienduizend drone-aanvallen werden er zo al uitgevoerd, naar verluidt duizenden tegenstanders uitgeschakeld. Vanaf een veilige afstand. ‘Ik trek geen champagne open en maak geen vreugdedans’, houdt een operator je voor. ‘Maar ik vergiet ook geen tranen en kan ’s nachts goed slapen.’

GAME OVER

‘Til Kingdom Come

IDFA

Totdat de grote eindstrijd losbarst bij Armageddon, waarbij ze volgens de Bijbel recht tegenover elkaar komen te staan, trekken evangelische Amerikanen en Israëlische Joden gezamenlijk op. Teneinde Het Beloofde Land van een bloeiend bestaan te verzekeren. Het is een ‘strategische samenwerking van God’, die de twee partijen vooralsnog geen windeieren legt. Aan beide zijden van de Atlantische Oceaan werd in 2018 het besluit van de regering Trump om Jeruzalem te erkennen als Israëls hoofdstad en de Amerikaanse ambassade naar die stad te verplaatsen bijvoorbeeld met gejuich begroet.

Jaarlijks doneren conservatieve christenen zo’n 130 miljoen dollar aan The International Fellowship Of Christians And Jews van Yechiel Eckstein en zijn dochter/beoogde opvolger Yael, die in ‘Til Kingdom Come (76 min.) het Amerikaanse heartland afreist om hun boodschap te verkondigen en de bijbehorende giften te incasseren. Dat geld wordt naar verluidt besteed aan Israëliërs die onder de armoedegrens leven, Holocaust-overlevenden en ‘veiligheidsprojecten’. Joodse kolonisten zijn in elk geval bepaald niet ongelukkig met hun werk. Palestijnen, de christenen (!) in het bijzonder, voelen zich intussen ongehoord en behandeld als tweederangs burgers die het land uit worden gejaagd.

‘Waarin verschilt dat van moslims, die zeggen dat ze een mandaat hebben om een Jihad te starten en alle ongelovigen van hun land te verdrijven’, vraagt de Palestijnse dominee Munther Isaac van The Evangelical Lutheran Christmas Church in Bethlehem bijvoorbeeld aan zijn Amerikaanse collega Boyd Bingham IV, die net als zijn vader en grootvader predikant is van de Binghamtown Baptist Church in een tobbend stukje Kentucky. ‘Omdat zij niet ónze God aanbidden’, is het ontluisterende antwoord. Even later is de jeugdige Bingham, die in deze delicate documentaire de spreekwoordelijke godsvruchtige Amerikaan met een vuurwapen vertegenwoordigt, nog duidelijker: volgens de Bijbel is dit Heilig Land. Daarbij passen helemaal geen Palestijnen, christelijk of niet.

Het is een rechtlijnige wijze van denken – nee: geloven – en een gewiekste manier van opereren die steeds weer de kop opsteekt in ‘Til Kingdom Come. De Israëlische filmmaakster Maya Zinshtein, die eerder de oerrechtse voetbalclub Beitar Jerusalem F.C. portretteerde in de explosieve documentaire Forever Pure, maakt daarin een rondgang langs kerkgemeenschappen, lobbygroepen en organisaties die De Joodse Zaak dienen en laat diverse sleutelfiguren daarvan, zoals de Amerikaanse tv-dominee Pat Robertson die de twee partijen bij elkaar bracht, aan het woord. Zo legt ze een labyrint van connecties bloot, dat een nieuw licht werpt op de vooralsnog bijzonder succesvolle Amerikaans-Israëlische combi.

Tenminste, totdat de Messias zich meldt in het Beloofde Land…

Skies Above Hebron

Doxy

‘Soldaat!’ roept de Joodse overbuurvrouw naar militairen van de legerpost als de Palestijnse broers Amer (11) en Anas (7) te dichtbij komen met de duiven die ze houden op hun dak. Tegen de jongens: ‘Deze plek is niet van jullie. Wegwezen!’

‘Ga zelf weg’, roepen ze terug. ‘Houd je mond!’ De broers weten dan al hoe laat het is. ‘Nu komen de soldaten eraan’, zegt Anas. Hij maakt er schietgeluiden en –bewegingen bij. Als de Israëlische militairen zich daadwerkelijk melden, raken de gemoederen snel verhit. ‘Ik zweer bij God dat ik je hoofd verbrijzel als je mijn zoon meeneemt’, zegt de moeder van de broers.

‘Ze hebben iets gedaan’, legt één van de soldaten uit. ‘We moeten ze boven aan een officier laten zien. Alle kinderen. Nu! Anders kom ik vannacht terug en arresteer ik iedereen in huis.’

Skies Above Hebron (56 min.) is nauwelijks vijf minuten onderweg en de situatieschets is compleet: Hebron, een stad aan de Westelijke Jordaanoever waar de Palestijnse bevolking en Joodse kolonisten op voet van oorlog met elkaar leven. Het is de plek waar de broers Quneibi en een andere Palestijnse jongen, Marwaan Sharabati, opgroeien. Die heeft als elfjarige al een foto gemaakt van een ‘martelaar’ die werd doodgeschoten door een Israëlische soldaat.

‘Ik was daar aan het spelen’, vertelt hij, bij zijn huis tegenover een grote Israëlische nederzetting. ‘Daar beneden viel hij neer, bij die witte steen. Hij vervolgt: ‘Een oude kolonist richtte zijn geweer op me. Hij schoot en ik bukte. De kogel ging net langs me heen.’ Toen kwamen er soldaten, die het geheugenkaartje van Marwaans telefoon wilden hebben. Dat liet hij niet gebeuren. Met vastberaden blik toont de jongen zijn foto. Die gun je geen enkel kind.

Esther Hertog en Paul King volgen de opgroeiende jongens gedurende enkele jaren. Het conflict dat rondom hen woedt werkt vormend. Ook zij worden, of ze dat nu willen of niet, meegezogen in de tragische waan van de dag. Waarbij camera’s worden ingezet als wapen, kinderen aan een waterpijp lurken om de stress te managen en Joden, en Joodse kinderen, automatisch tot vijand worden gebombardeerd.

Totdat iedereen, zo laat Skies Above Hebron trefzeker zien, zijn voorbestemde plek in de strijd heeft ingenomen of eieren voor z’n geld besluit te kiezen. Intussen proberen Amer en Anas gewoon hun duiven in leven te houden. In een wereld die daarin geen potentieel vredessymbool herkent, maar ze gewoon betrekt in de strijd.

When Are You Coming Back, Kees?

Movies That Matter

Terug naar ‘het geroofde land’. In 1987 maakte Kees Schaap als filmstudent De Kinderen Van Mevrouw Al Areidy, een documentaire over enkele Palestijnen die zich verzetten tegen de Israëlische bezetting van hun geboortegrond. Die film is echter nooit uitgezonden en heeft dus geen enkel verschil gemaakt. Schaap voelt zich er nog altijd schuldig over. Terwijl zijn eigen carrière daarna goed op gang kwam, raakten zijn Palestijnse vrienden alleen maar verder in de verdrukking. Joodse kolonisten pikten stelselmatig hun land in.

Samen met zijn zoon Mark besluit de Nederlandse filmmaker zijn toenmalige hoofdpersonen te gaan opzoeken. Schaap heeft de voormalige strijder Adnan Al Areidy, diens moeder Oem Mohammed en zijn eigen vertaler Hisham Sharabati 31 jaar niet gezien. When Are You Coming Back, Kees? (54 min.) is de weerslag van die trip nostalgia naar de Westelijke Jordaanoever, waarbij Kees herinneringen ophaalt en de balans opmaakt met zijn oude kameraden en zijn zoon met hun kinderen in gesprek gaat.

Kees en Mark Schaap doorsnijden hun lotgevallen met passages uit de dertig jaar oude documentaire. Uiteindelijk moet het ook tot een vertoning van die film komen, zodat pa Schaap eindelijk, en dat voelt wat gekunsteld, zijn excuses kan aanbieden aan de familie Al Areidy. Ook zijn film heeft hun land niet kunnen redden. Intussen kan die nieuwe documentaire, constateert zoon Mark nuchter, misschien bewerkstelligen dat diezelfde familie voor het eerst in tijden weer eens als eenheid opereert.

De Puinhopen Van Irak

VPRO

’Ik eet geen vlees en tomatensoep meer’, zegt een grafdelver in de Iraakse hoofdstad Bagdad. ‘Die doen me denken aan de gruwelijkheden. Al die ellende. Onze kleren zaten altijd onder het bloed.’ De man leeft volgens eigen zeggen van brood en thee. En als hij aan al die verminkte lichamen denkt, krijgt-ie helemaal geen hap meer door zijn keel. Hij is helemaal kapot. ‘Ik drink elke dag om te kunnen slapen.’

In de vijfdelige documentaireserie De puinhopen van Irak (125 min.) neemt Sakir Khader de menselijke schade op van de oorlog in het verscheurde land, dat generaties lang met ijzeren vuist werd geregeerd door Saddam Hoessein. De voormalige dictator, in 2003 afgezet door de Amerikanen, is in bepaalde contreien nog altijd populair, constateert de Palestijns Nederlandse filmmaker in één van zijn bespiegelende voice-overs.

En de Amerikanen kunnen bij veel Irakezen nog altijd weinig goed doen. Effenden zij niet gewoon het pad voor Islamitische Staat? ‘We gaan je zo eerst te eten geven’, grapt een man bijvoorbeeld, die door een Amerikaanse scherpschutter een broer verloor, als hij van Khader hoort dat Nederland participeerde in de invasie van Irak door de Verenigde Staten. ‘Daarna maken we je af.’

Hoe dichter hij naar zijn Arabische roots reist, constateert Sakir Khader, hoe groter de conflicten worden. In elke aflevering probeert hij, soms enigszins geforceerd, zijn eigen geschiedenis te verbinden met z’n riskante trips door Irak. Met zijn persoonlijke betrokkenheid, lef en doorzettingsvermogen slaagt hij erin om de tegenstellingen in het land, en het brute geweld dat daaruit voortvloeit, in kaart te brengen via gewone Irakezen.

Net als Sinan Can maakt Khader zo een wereld toegankelijk die we vooral kennen van mistroostige berichten in de media. De boodschap is overigens niet per definitie optimistischer. ‘Misschien ben ik dood wel beter af dan in leven’, stelt de mijnenruimer Hassan bijvoorbeeld mismoedig. Net als veel landgenoten is hij het leven, in elk geval dít leven, moe. Maar hoe kan deze cyclus van geweld worden doorbroken?