Stranded

Zeitgeist Films

Over sommige onderwerpen raken we nooit uitgesproken – of gefilmd. De Vliegramp in de Andes bijvoorbeeld, nu ruim een halve eeuw geleden. Een vliegtuig met aan boord een Uruguayaans rugbyteam en aanhang, op weg naar een toernooi in Chili, crasht in oktober 1972 op een bergtop. Het toestel wordt uiteengereten, diverse bemanningsleden en passagiers zijn op slag dood en de overlevenden moeten zich te midden van de bergen, sneeuw en ijzige kou zien te redden. Een deel van hen overleeft uiteindelijk maar liefst 72 dagen, onder meer door hun gestorven medepassagiers (deels) op te eten.

Dit ongelooflijke, afschuwwekkende en toch hoopvolle verhaal heeft inmiddels twee ijzersterke speelfilms opgeleverd: Alive (1993) en, ruim dertig jaar later, de Spaanse Oscar-kandidaat La Sociedad De La Nieve (2024). En behalve talloze tv-docu’s heeft de Andesvliegramp ook al geresulteerd in een gezaghebbende documentaire: Stranded (112 min.) uit 2007. Regisseur Gonzalo Arijon groeide op met enkele inzittenden van vlucht 571 van 13 oktober 1972 en wist alle overlevenden van de ramp en enkele familieleden zover te krijgen dat ze wilden meewerken aan zijn film. Samen keerden ze, soms vergezeld door hun inmiddels volwassen kinderen, terug naar de plek des onheils.

De stap om mensenvlees te gaan eten – waarbij de kwalificatie ‘kannibalisme’ toch echt misplaatst lijkt – krijgt daarbij vanzelfsprekend de nodige aandacht. ‘Als je de stap eenmaal hebt gezet en zogezegd aan de overkant bent beland, zie je dat er niets vreemds gebeurt’, vertelt Roberto Canessa, die als arts in opleiding een bijzondere verantwoordelijkheid voelde. ‘Natuurlijk, het was bizar, maar dit was een probleem dat we tenminste zelf konden oplossen.’ Contact met de buitenwereld was een andere zaak. Terwijl hun familie steeds hoop bleef koesteren, hadden de plaatselijke autoriteiten hen eigenlijk al opgegeven. Gewoon wachten op een reddingsactie zou hen dus fataal zijn geworden.

De zestien overlevenden waren volledig op zichzelf en elkaar aangewezen. Daar – in menselijkheid, solidariteit, moed en verbondenheid – zit de kern van hun ontzagwekkende verhaal en deze al even imposante film, die met de getuigenissen van de direct betrokkenen, gereconstrueerde scènes een bezoek aan die ijzige en verlaten gletsjer in de Andes hun ervaring op de grens van leven en dood in het midden van helemaal nergens heel behoorlijk weet te benaderen. Stranded komt tot een climax tijdens een emotioneel weerzien bij de Vallei van de Tranen, waar een gedenkplaats is ingericht voor de 29 slachtoffers van de vliegramp, die er met hun lijf voor zorgden dat de anderen konden leven.

‘Onze ouders leven verder in jullie’, zegt een zoon geëmotioneerd tegen de Andes-veteranen, terwijl ze met zijn allen gearmd in een kring gaan staan.

Trees And Other Entanglements

HBO Max

Hoe begin je een film over bomen? Met een citaat van de Bengaalse dichter en wijsgeer Rabindranath Tagore bijvoorbeeld: ‘The woodcutter’s axe begged for it’s handle from the tree. The tree gave it.’ Met daarna beelden van een bos, in de omgeving van Portland, begeleid door het geluid van tsjilpende vogeltjes. En dan introduceer je jezelf, filmmaker Irene Taylor. Deze boom leeft al langer, vertel je vervolgens aan je zoon, dan iedereen die jij kent en hun grootouders.

Maar hoe leg je daarna uit waarom die documentaire over bomen zo nodig moest worden gemaakt? Een voice-over misschien? ‘Bomen spreken de waarheid’, begint die. ‘En ze vertellen verhalen. Over een man die een zaadje plant in een donkere periode, een jongen die verstopt is in het bos, een andere jongen die verliefd wordt en een vrouw die bomen onsterfelijk maakt.’ Je vat het nog even samen: ‘Wij bewegen door de tijd, maar bomen staan stil.’

En dan kan Trees And Other Entanglements (109 min.), jouw associatieve tocht langs deze en andere personages en hun bomen, wel zo’n beetje beginnen. Over de verhouding tussen mens en natuur. Richard Furuzawa vertelt z’n zoon Matthew bijvoorbeeld over zijn eigen vader, die als Japanse Amerikaan tijdens de Tweede Wereldoorlog naar een interneringskamp werd gestuurd. Daar plantte hij een zaadje, dat de basis vormde voor een weldadige bonsaiboom.

De hoogbejaarde George Weyerhaeuser, die een houtkapbedrijf runde dat al zeker vier generaties in de familie zit, werd als negenjarige jongen ontvoerd en verstopt in, juist, een bos. Ryan Neil ging in Japan in de leer bij een echte bonsaimeester en kwam uiteindelijk van een koude kermis thuis, maar is de kunstvorm toch altijd trouw gebleven. En de fotografe Beth Moon maakt overal in de wereld portretten van bomen, die nogal eens ten dode opgeschreven blijken te zijn.

Het is een bont gezelschap dat voor jou vanuit allerlei verschillende gezichtspunten de relatie tussen mens en boom kan optekenen. En soms krijgt zo’n persoonlijk verhaal ineens een heel ruw randje, zoals bij de zwarte schrijfster Carolyn Finney. Haar ouders beheerden bijna vijftig jaar een landgoed van vijf hectare. Nadat ze waren vertrokken, werd het gebied tot erfgoed uitgeroepen. Alleen met de kersenboom die Carolyns vader aan haar moeder had gegeven liep ’t niet goed af.

En dat is dan weer de link met je eigen vader. De man die jarenlang als een enorme eik boven jou uittorende, waarover je eerder de persoonlijke films Hear And Now en Moonlight Sonata hebt gemaakt, begint nu door dementie het contact met zijn wortels te verliezen. De man kan ieder moment worden geveld. Waar wordt gehakt, moet echter dringend worden herbouwd. Dat vindt tenminste bomenplanter Dirk Brinkman die al bijna een miljoen bomen op z’n naam heeft staan.

Zo ongeveer, maar toch heel anders, meandert Trees And Other Entanglement langs allerlei bewegende mensen, stilstaande bomen en adembenemende vergezichten, in een film die gaandeweg, bijna tot je eigen verbazing, menig hart verovert.

Gerlach

Docmakers / Cinema Delicatessen

Voor de boerderij staat een goudgele ‘G’, met daaronder een rood bordje met ‘Gerlach’s‘ erop. Het is een directe verwijzing naar het nabijgelegen McDonald’s-restaurant, dat hem regelmatig van zijn nachtrust berooft. Hier is Gerlach’s Aardappel Paradijs gevestigd. Hij noemt zichzelf de laatste akkerbouwer. Om hem heen, onder de rook van Schiphol, is verder nauwelijks nog een boer te vinden.

De verstedelijking rukt steeds verder op. Vliegtuigen vliegen af en aan. Er zit een bedrijventerrein in de planning. En de sneltram naar Amsterdam komt er naar verluidt ook aan. Over enkele jaren zal die er wel liggen, denkt Gerlach (75 min.), dwars over zijn eigen land. ‘s Mans boerderij, al sinds jaar en dag in de familie, dreigt zelfs onteigend te worden door de gemeente Amstelveen.

Gerlach van Beinum nam het akkerbouwbedrijf, waar bijvoorbeeld ook tarwe, graan en bieten worden verbouwd en waar hij nog altijd aardappelen en groenten aan de deur verkoopt, op zijn veertiende over van zijn zieke vader, die enkele jaren later overleed. Sindsdien runt Gerlach, die al een half leven kampt met reuma, de boerderij in zijn eentje, zo nu en dan ondersteund door familie of vrienden.

Als zijn beste vriend Rinus, die inmiddels is gestopt met zijn spruitenbedrijf, in deze hartveroverende film van Aliona van der Horst en Luuk Bouwman op bezoek komt bij Gerlach en ze samen op de akker werken, aardbeien besproeien of binnen een kommetje soep naar binnen lepelen en met heel weinig woorden toch heel veel zeggen, lijkt de zelfverklaarde laatste akkerbouwer volledig in z’n element.

Dit is zijn wereld. Waar op de één of andere manier veel minder lijkt te hoeven, toch elke dag hard wordt gewerkt en er simpelweg meer minuten in elk uur lijken te zitten. Met geduld, compassie en oog voor de schoonheid daarvan vereeuwigen Van der Horst en Bouwman in deze film, die op het IDFA werd uitgeroepen tot beste Nederlandse documentaire, dit leven en land – en de man die dat nuchter en toch liefdevol bestiert. Als een rentmeester uit vervlogen tijden.

Tegelijkertijd maken ze ook de eindigheid van Gerlachs paradijsje invoelbaar: de oprukkende bebouwing, het onophoudelijke lawaai van een 21e eeuws bestaan en de hoosbuien die in het huidige klimaat geen uitzondering meer zijn. Gerlach van Beinum probeert gewoon door te leven zoals hij dat altijd heeft gedaan en houdt zo, voor zolang als het duurt, de ‘vooruitgang’ nog even tegen.

Gaandeweg wordt de gedachte echter onvermijdelijk: die gele ‘G’ gaat wijken voor de onvermijdelijke ‘M’, de menselijke maat voor het gezichtsloze kapitalisme. Intussen groeit deze film uit tot een troostrijke ode aan de eenvoud – en de mannen en vriendschap die daarmee soms gepaard gaan.

Songs Of Earth

Bantam Film

Sinds ze toen hij een peuter was zijn rechtgezet, hebben de voeten van Jørgen Mykløen nooit meer stilgestaan. Dik in de tachtig is hij nu. Talloze stappen hebben ze achtergelaten in de West-Noorse vallei Oldedalen in Vestland. En dat geldt voor zijn volledige familie: Jørgens opa heeft er, naar verluidt nog vóór 1900, een spar geplant. De zogenaamde ‘Weide Spar ‘ torent inmiddels boven alle andere bomen in het glooiende landschap uit en neemt ook een bijzondere plek in binnen de familiegeschiedenis. Zijn oom deed Jørgens tante bijvoorbeeld een huwelijksaanzoek onder die spar. 

En Jørgens dochter Margreth Olin heeft de geliefde boom nu voor de rest van de wereld vereeuwigd in de documentaire Songs Of Earth (originele titel: Fedrelandet, 91 min.), een aubade aan haar ouders en de ontzagwekkende wereld die hen, en haarzelf, heeft voortgebracht. Zij woont al dertig jaar niet meer op het Nordfjord, maar kan en wil zich niet losmaken van wat ze nog altijd als thuis beschouwt en grijpt haar kans, de allerlaatste waarschijnlijk, om zich een jaar lang onder te dompelen in de imposante omgeving waarin haar familie thuishoort en de mens zich wel nietig moet voelen.

Terwijl Jørgen door de bergen trekt, gletsjers aanschouwt of aanbelandt bij blauwgroene meren, klinkt steeds het getik van zijn wandelstokken, als de hartslag van een leven dat stilaan zijn einde nadert. Hij vertelt intussen over hun voorouders en hoe zij waren overgeleverd aan de elementen, indringende verhalen die zo nu en dan worden verlevendigd met oude foto’s en zwart-wit beelden. Zijn tocht, die hem ook langs allerlei verschillende dieren voert, wordt begeleid door een immersieve soundtrack van het London Contemporary Orchestra.

Naarmate de jaargetijden voorbijglijden, te midden van al dat natuurschoon, kruipt het leven stiekem naar zijn einde. Margreths moeder Magnhild denkt dat ‘t het beste is als zij eerst gaat. ‘Het idee alleen al Jørgen te verliezen is ondraaglijk.’ Hij denkt er niet al te veel aan. ‘Het leven loopt uiteindelijk af voor ons allebei. Het is niet aan ons wie als eerste gaat.’ Jørgen Mykløens bestaan, dat zich volledig heeft afgespeeld in het adembenemende decor van het Nordfjord, is het particuliere dan allang ontstegen. Met zijn leven drukt hij tot het eind zijn eerste liefde uit: de natuur.

El Eco

Bantam Film

Toño mag zijn bord op tafel laten staan, zegt zijn vader, die in de stad werkt en daardoor doorgaans weinig thuis is. Afruimen is vrouwenwerk, vindt hij. Zijn vrouw zorgt dus voor het huishouden. Of ze nu wil of niet. Toño’s oudere zus Monse, de hoofdpersoon van El Eco (Engelse titel: The Echo, 102 min.), droomt intussen van een ander leven, buiten dit afgelegen dorp in het Noorden van Mexico. Ze is er opgegroeid en sinds kort, als vanzelfsprekend, ook belast met de zorg voor haar erg broze oma.

Het dagelijks leven in het Mexicaanse dorp El Eco speelt zich grotendeels buiten af, tegen een imposant decor van groene heuvels en dramatische luchten, en wordt gekenmerkt door hard werken. Schapen scheren, hout sprokkelen, mais oogsten en lammetjes halen. De levens van mens en dier zijn er op een vanzelfsprekende manier met elkaar vervlochten. Het is een ogenschijnlijk idyllische wereld, die door regisseur Tatiana Huezo en haar cameraman Ernesto Pardo ook heel fraai is vereeuwigd.

Kalm observeren zij het leven op het Mexicaanse platteland, waar iedereen zijn eigen rol heeft – en ook moet spelen. Bij Monse knelt dat. Met haar paard wil de tiener zich bijvoorbeeld meten met de mannen in het dorp. Haar moeder, zelf op jonge leeftijd getrouwd en gestopt met werken, wil daar niets van weten. En dat noopt het meisje, in haar eigen coming of age-drama, om eindelijk de stoute schoenen aan te trekken. Dit is het dramatische hoogtepunt van een film waarin vaak nagenoeg niets lijkt te gebeuren.

Schijn bedriegt. In de interactie tussen de kinderen onderling, het contact met hun ouders en hoe zij zich verhouden tot al wat leeft in hun omgeving vertellen kleine details grote verhalen over hoe de levens van de kinderen en de generaties die hen voorgingen op elkaar (moeten) lijken. Huezo versterkt dit idee nog met een subtiel dwingende soundtrack en enkele fraaie liederen. Zo bouwt ze een verstilde vertelling, waarin iedereen, die daarvoor de rust in zichzelf kan vinden, volledig kan verdrinken.

Zo Dood Als Een Pier

Human

Over honderd jaar zijn jullie allemaal dood. En ik ook. Dat besef, van de onvermijdelijke eindigheid van het leven, is voor kinderen, zo mogelijk, nog moeilijker te bevatten, dan voor ons, door de wol geverfde volwassenen.

Sara Kolster verloor als kind haar driejarige zusje Anna en werd zo al jong met de neus op de feiten gedrukt: ooit zijn we allemaal, juist, Zo Dood Als Een Pier (60 min.). Dit thema heeft ze eerder al eens aangeraakt in de bekroonde radiodocumentaire Toen Ik 5 Was (2017) en de prachtige jeugddocu Wolkenzusje (2020), over het Limburgse meisje Kess dat zich afvraagt of en hoe ze haar overleden zusje Bo moet meenemen naar de middelbare school.

Nu volgt een vierdelige serie waarin kinderen van de 7e Montessori-school in Amsterdam vertellen over van wie ze zoal afscheid hebben moeten nemen. Van de juffen Tineke en Pleun om te beginnen – en nu is er ook nog een andere juf ongeneeslijk ziek. Van oma ook. En van enkele huisdieren. En net als in Wolkenzusje vloeien fly on the wall-documentairescènes en zwierige animaties, die de belevingswereld van de schoolkinderen verbeelden, daarbij op een wonderschone manier samen.

De kinderen krijgen hun eigen plek in de schooltuin toegewezen en worden gevolgd tijdens één complete cyclus, van het zaaien tot het oogsten. Van leven naar dood naar weer leven. ‘Je wordt geboren uit niks en je gaat weer terug naar de aarde uiteindelijk’, legt hun vlotte meester Thijs uit. ‘En dan eten beestjes en plantjes je op en je komt terug in de aarde en wordt weer deel van de natuur.’ En daar wordt ieder van ons, stelt hij samen met zijn gehoor vast, ‘wormenpoep’.

Want, nee, in het leven kun je niet, zoals in een willekeurige game, weer ‘rejoinen’ als je dood bent geweest, constateren de vriendjes Mo en Anthony. Kolster vangt zulke terloopse gesprekjes tussen de kinderen terwijl ze druk bezig zijn met, lekker vlot gemonteerde, andere dingen. Ze laat hen daarnaast ook nadenken over de dood: wat dat eigenlijk is, hoe je dood kunt gaan en wat er daarna met je gebeurt. Hoe ziet de hemel er bijvoorbeeld uit en kun je die hier, gewoon op aarde, alvast maken?

Sara Kolster vervat al die bespiegelingen in ronduit joyeuze beeldtaal. Haar aanpak kenmerkt zich sowieso door lichtvoetigheid. Met humor en, jawel, levenslust gaat ze samen met de kinderen de dood te lijf. Want het leven mag dan niet kunnen bestaan zonder de dood, zonder Moeder Natuur heeft die dekselse Magere Hein ook geen emplooi. Zo legt Zo Dood Als Een Pier voor jong en oud zowel de onverbiddelijkheid van de natuur als het troostrijke karakter ervan bloot.

Want over honderd jaar… juist. Ja, jij ook.

De Laatste Kans

VPRO

De stem is er weer. Die eerder was te horen in Stuk (2019) de baanbrekende documentaireserie over de patiënten en medewerkers van revalidatiecentrum Heliomare in Wijk aan Zee.

De stem die namens hen tot ons sprak en verwoordde wat er in hen omging. Over de grote dingen des levens en de kleine dingetjes waar de menselijke geest zich soms ook aan kan vasthaken. De stem van Jurjen Blick, een Nederlandse filmmaker die risico durft te nemen. Die onze gewone mensenwereld nu opnieuw probeert te bezielen met een ‘docuroman’. In vijf delen, ditmaal. Geïnspireerd door literatuur, ingefluisterd door een redacteur, Soraya Pol, die hun hoofdpersonen het hemd van het lijf heeft gevraagd en bijgestaan door zo’n beetje de voltallige Stuk-crew.

Die stem heeft nu zijn eigen arena gecreëerd. Laat zich niet langer belemmeren door een tijd, plaats of situatie. Hij verlaat zich ditmaal op een idee dat hij had met eindredacteur Maarten Slagboom over De Laatste Kans (250 min.) die een mens krijgt om een levensdoel te verwezenlijken. Het do or die-moment waarop we ons ware gezicht tonen. Als het nu niet gebeurt, dan gebeurt het nooit meer. Als, dan. Als Brigitte bijvoorbeeld haar hoogbejaarde moeder nu niet dwingt om te vertellen wie haar vader is, desnoods met juridische middelen, dan zal ze het nooit te weten komen.

Als bokser Delano geen medaille wint, wordt hij vervangen door een jongere concurrent. Als Ebru nu niet zwanger raakt, blijft ze kinderloos. Als historica Anne-Goaitske geen Friese walvisvaarders strikt voor haar podcast, zijn ze straks allemaal overleden. Als ecoloog Janneke niet ingrijpt, raakt half Nederland overwoekerd door de watercrassula-plant. Als Charissa nu geen tekeningen maakt met haar dochtertje, kan het door de spierziekte PSMA straks niet meer. Als Johnny zijn leven niet betert, is hij thuis niet meer welkom. En als Scooby een kind aanvalt, krijgt ie vast geen nieuw baasje meer.

Als, dan… Steeds weer. De vanzelfsprekende eenheid in tijd en plaats van Stuk en de daarmee gepaard gaande dramatische setting heeft Blick losgelaten. Hij verlaat zich ogenschijnlijk nog meer op de stem in zijn hoofd. Die moet daardoor wel harder werken. Om de verhaallijnen te verbinden en de losse eindjes aan elkaar te knopen. In de rug gedekt door vertrouwde elementen: het zowel observerende als gestileerde camerawerk, de ingenieuze montage, een tot de verbeelding sprekende soundtrack en projecties op de muur, om het verleden van zijn personages weer te geven.

Die stem laat hen boven zichzelf uitstijgen. Zij worden pionnen in Blicks intrigerende spel over levensdoelen, obsessies en het accepteren dat alles eindig is. Zoals de poster van de serie zich afvraagt: ‘Wat krijg je nog voor elkaar als de tijd je op de hielen zit?’ Dat pakt nét iets minder aangrijpend uit dan in Stuk, dat de lat natuurlijk erg hoog heeft gelegd.

Deze bespreking is na elke aflevering aangevuld.

Warnow – Reis Naar Het Noorderlicht

Periscoop Film

Het is zo’n onbezonnen avontuur dat wel tot sterke verhalen moet leiden. Of het ook leuke verhalen zijn, valt alleen nog te bezien. Net zoals op voorhand ook niet zeker is dat iedereen ervan terugkeert. Want hoewel ze niet al te veel zeilervaring hebben, besluit een bont gezelschap van acht muzikale vrijbuiters in 2013 om met hun boot de Warnow naar het Noorderlicht te gaan zeilen. De tocht begint thuis in Schiedam en moet via Engeland en Schotland naar Noorwegen leiden. 

Het plan is om er meteen ook een documentaire van te maken en die dan voor grof geld te verkopen. Zodat ze daar later weer een reis naar Mexico of de Caribische eilanden van kunnen betalen. De realiteit blijkt echter weerbarstiger – en stormachtiger – dan het romantische idee dat de Nederlandse alto’s er van tevoren van hadden. Ten noorden van het Britse kustplaatsje Whitby dreigen ze met hun boot eerst opgeslokt te worden door het woelige water en later te pletter te slaan op de rotsen.

En dan is Warnow – Reis Naar Het Noorderlicht (98 min.), de enerverende documentaire die Wim van der Aar heeft gemaakt van het door henzelf gefilmde beeldmateriaal, de audioquotes die hij uit interviews met enkele opvarenden van de Warnow heeft gehaald en de getuigenissen van mensen die ze op hun dollemanstocht tegenkwamen, nog niet eens halverwege. Tegen die tijd ligt allang de vraag op tafel of de Warnow überhaupt dat beoogde Noorderlicht zal bereiken.

Want hoewel de avonturiers zich maanden hebben voorbereid op de trip, worden ze onderweg toch overvallen door de verraderlijke Noordzee en het leven aan boord. Enkele opvarenden zien al snel scheel van de zeeziekte. En hun boot blijkt toch echt aan de kleine kant voor acht mensen en een hond. De groep dreigt daardoor uit elkaar te vallen en weet slechts met enkele onstuimige concerten op hun pleisterplaatsen de eenheid te bewaren. Voor zolang als het duurt.

Er is duidelijk onheil op komst. Het lijkt alleen de vraag of die zich aandient in de vorm van fatale frictie aan boord of een ongeluk op zee, al dan niet vergezeld van Lord Of The Flies-achtige taferelen. Want uit wie er aan het woord komen in deze documentaire volgt automatisch ook wie er niet aan het woord komen – en de vraag wat er met hen is gebeurd. Van der Aar werkt gestaag toe naar het moment waarop de kaarten worden verdeeld en tekent daarna op wat die voor eenieder in petto hebben.

Zijn film groeit desondanks uit tot een ongegeneerde ode aan het avontuur en zij die, zonder er verder al te diep over na te denken, bereid en in staat zijn om daarvoor alles achter zich te laten. Zonder de garantie dat ze het nog ooit terugzien – of dat zij nog ooit worden teruggezien. Op weg naar een stip op de horizon, die misschien altijd buiten bereik blijft. Omdat de reis nu eenmaal belangrijker is dan de bestemming.

Geographies Of Solitude

Bantam Film

Is het een natuurdocumentaire? Ja, als de menselijke natuur daar ook toe wordt gerekend. Diens geestdrift, creativiteit en doorzettingsvermogen bijvoorbeeld. Beter: van Zoe Lucas. In 1971 kwam ze voor het eerst op Sable Island, een eiland in het noordelijke deel van de Atlantische Oceaan, 160 km van de kust van Nova Scotia. Dertig kilometer lang, twee breed. Als kunstacademiestudent kwam Lucas er in eerste instantie vooral voor de paarden. En toen werd ze verliefd op dat eiland.

Inmiddels heeft ze er volgens haar eigen berekeningen zo’n negenduizend dagen gespendeerd. Al het andere heeft ze uit het oog verloren. Ze kan nog altijd bevangen raken door de schoonheid ervan. De prachtige luchten, waterspiegelingen en sterrenhemels. De zeehonden, pissebedden, jan-van-gents, kevers en – natuurlijk! – wilde paarden. Toen Zoe Lucas voor het eerst op het eiland kwam waren dat er ruim honderdvijftig. Inmiddels zijn er al gauw vijfhonderd van de edele dieren.

Ze leven er in volledige vrijheid. Net als hun beschermvrouwe. Die koestert het ontbreken van andere exemplaren van de menselijke soort. Alhoewel, voor Geographies Of Solitude (104 min.) heeft ze gezelschap gekregen van documentairemaker Jacquelyn Mills. Die laaft zich aan de manier waarop Lucas leeft voor, door en met haar omgeving, die ze secuur bestudeert, verzamelt, documenteert in spreadsheets en vereeuwigt met beeld- en geluidsopnames.

Over het persoonlijke leven van Zoe Lucas, haar achtergrond en of ze er ook een sociaal bestaan op nahoudt komt de kijker uiteindelijk betrekkelijk weinig te weten. Over haar oneindige fascinatie voor al wat leeft en sterft – hoe dan, wat blijft er achter en hoe zorgt dit weer voor nieuw leven? – des te meer. En ze weidt tevens uit over het afval – kabels, ballonnen, flesjes, afkomstig uit de halve wereld – dat het strand en de duinen van Sable Island bereikt. Dit dreigt de harmonie te verstoren.

‘Hou je van dit eiland?’ vroeg Jacques Cousteau, de man die ooit de wereldzeeën toegankelijk maakte voor een tv-publiek, haar nu alweer zo’n veertig jaar geleden. ‘Jazeker’, antwoordde zij toen. ‘Het is mijn thuis, eigenlijk.’ Deze contemplatieve film, doorsneden met stukjes 16mm-film die Mills en Lucas met behulp van paardenmest, zeewier en planten hebben ontwikkeld en muziek gemaakt door insecten (!), maakt die weelderige wereld inzichtelijk, maar vraagt wel serieuze aandacht en geduld.

After The Bite

HBO Max

Een toerist laat zich op een surfplank onbekommerd door de golven meevoeren. Een strandwacht speurt met z’n verrekijker de kustlijn af. En een onderzoeker begeeft zich naar het uiterste puntje van z’n boot, nét iets te dicht bij het wateroppervlak. Sinds Steven Spielbergs zenuwslopende filmklassieker Jaws (1975), over een moordlustige witte haai die het toeristische gebied van Cape Cod binnendringt, zijn zulke beelden van hun onschuld ontdaan. Elk ogenblik kan er een haai aanvallen. Vanuit het onderbewuste dringt de iconische muziek van John Williams zich al op. Táda – táda.Táda – táda. Táda – táda – táda – táda…

Inmiddels is de fantasie – uitgemolken in talloze, veelal tamelijk cheape speelfilms – ingehaald door de realiteit. De witte haai is terug bij de Amerikaanse stranden. In de omgeving van Cape Cod, het strijdtoneel van Jaws, wordt het gevreesde dier weer regelmatig gespot in of nabij zwemwater en heeft het ook alweer zijn eerste dodelijke slachtoffer gemaakt. Dit zorgt natuurlijk voor onrust bij de plaatselijke gemeenschap, want haaien zijn behalve gevaarlijk ook slecht voor de business. Daartegenover staan wetenschappers en dierenbeschermers, die zich al jaren sterk maken voor het weer op peil brengen van de walvissen- en zeehondenpopulatie. Dat is hen beter gelukt dan sommige lokale bewoners en vissers lief is. En de witte haai is daarvan een bijproduct.

After The Bite (85 min.) zet deze verschillende zienswijzen genuanceerd naast elkaar en vangt tevens de pracht en praal van de wondere wereld waaruit die voortkomen. Waar haaien op zee worden voorzien van een tracker, zodat ze met een ‘Sharktivity’-systeem kunnen worden gemonitord en in dat kader ook maar meteen een kekke naam – Joanie, Scarface of Candy Cane bijvoorbeeld – krijgen toebedeeld. Tegelijkertijd is er aan land haaienentertainment: tijdens uitzinnige variété-optredens wordt er volop geflirt met de gevaren van het angstaanjagende witte monster. En in de openluchtbioscoop draait, de gimmick voorbij, Jaws.

Met onbestemde beelden van de golvende zee, onderwateropnames en suggestieve muziek speelt regisseur Ivy Meeropol in deze documentaire natuurlijk in op de collectieve Jaws-angst. Die brengt ze tot een climax in een enerverende slotscène, waarbij een stervende bultrug op open zee een zeer divers publiek trekt, waaronder een hongerige haai. Uiteindelijk heeft Meeropol echter vooral oog voor het verhaal achter de mythe: van een ecosysteem dat, door menselijk toedoen, uit evenwicht is geraakt. Nu de aarde opwarmt verwelkomen Amerikaanse kustgebieden daardoor ineens heel andere diersoorten – en de bijbehorende jagers, zoals de vermaledijde witte haai, die hen weer als prooi beschouwen.

Zulke nieuwkomers brengen ook hun eigen virussen mee. Een nieuwe pandemie is daardoor zeker niet uitgesloten, meent Wendy Puryear van Tufts University. ‘Het is gemakkelijk om je te laten leiden door Jaws-achtige scenario’s en om het grotere geheel uit het oog te verliezen. Namelijk dat de gezondheid van een soort ons allemaal aangaat.’ Die onderlinge verbondenheid tussen mens en dier en de uitdagingen daarbij zijn in After The Bite vervat in oogstrelende en soms ook indringende scènes (zoals bijvoorbeeld het verkrijgen van een ‘nose swap’ bij enkele nietsvermoedende zeehonden) en tillen de film mijlenver uit boven het niveau van een après-Jaws shockdoc.

Wild Life

Disney+

Hoe kan ze hun gezamenlijke leven het beste eren? Door te blijven rouwen om haar plotseling overleden echtgenoot Doug? Of door hun gezamenlijke levenswerk voort te zetten? Uiteindelijk is het geen keuze voor Kris Tompkins: de Amerikaanse klimaatactiviste blijft zich inzetten voor het behoud van het natuurgebied in Patagonië, dat ze sinds begin jaren negentig in bezit hebben. Als eerbetoon aan haar overleden echtgenoot, ooit een fervente bergbeklimmer, wil Kris bovendien ’hun’ bergtop beklimmen in dit gebied, dat zich uitstrekt over de landen Chili en Argentinië.

En daarbij krijgt ze hulp van Jimmy Chin, die samen met Elizabeth Chai Vasarhelyi bekende klimfilms als Meru en Free Solo heeft gemaakt. Tussendoor vertellen ze in Wild Life (92 min.) het verhaal van Kristine’s leven met Douglas Tompkins (1943-2015). Als ze elkaar ontmoeten, hebben de twee al een heel leven, dat hen in andere relaties en bij de kledingmerken Patagonia en Esprit heeft gebracht, achter de rug. De lokale autoriteiten kunnen intussen maar niet geloven dat die ‘lelijke’ Amerikanen werkelijk land opkopen voor een nationaal park. Er moet wel een addertje onder het gras zitten.

Chin en Chai Vasarhelyi tonen hoe Kris en Doug hun gezamenlijke droom, een beschermd natuurgebied met een hernieuwde biodiversiteit, desondanks blijven najagen. Óók als het noodlot toeslaat en hij bij een tragisch ongeluk om het leven komt. Het is een optimistische vertelling. Over hoe ieder mens, met een lumineus idee en een goedgevulde portemonnee, een positieve bijdrage kan leveren aan de wereld. Dat resulteert alleen niet per definitie ook in een héél spannende film – al maken het verdriet en de wanhoop van Kris na het overlijden van haar zielsverwant beslist indruk.

Net als de vastberadenheid waarmee ze zich daarna toch weer aan hun gedeelde ideaal wijdt in deze degelijke documentaire, die de uitbundige flora en fauna van Patagonië in de etalage zet – en zo meteen de noodzaak van het behoud daarvan nog eens onderstreept.

Wolvenland

Witfilm

De één beschouwt hem als een plaag van God. Een ander ziet in de wolf juist een geschenk uit de hemel. De terugkeer van het roofdier in Nederland zorgt in elk geval alom voor verdeeldheid. In Wolvenland (88 min.) tekent Niek Koppen al die verschillende meningen, belangen en ervaringen op. Hij schetst zo een portret van het hedendaagse Nederland, het platteland in het bijzonder.

‘Er gebeurt iets heel dubbels in mij’, vertelt de Drentse schapenherderin Erika Visser over het moment dat ze beelden kreeg te zien van een wolvenstel nabij haar eigen dieren. ‘Ik voel mijn hart gewoon tekeergaan omdat ik denk: dit is echt gewoon te gek. Zo gaaf! En aan de andere kant denk ik: holy shit, dit is gewoon achter het raster bij mijn schapen. Mijn schapen zijn eigenlijk in gevaar.’

Veel schapenhouders en herders willen het dier dus koste wat het kost uit de buurt van hun kudde houden. Afschieten, dat beest! Of anders serieuze maatregelen nemen: van speciale honden tot enorme hekwerken. Sommigen, zoals Jehan Bouma van Wolvenhek Fryslân, proberen hun strijd een episch karakter te geven, waarbij zelfs ‘good/bad old’ Hans Wiegel nog eens van stal wordt gehaald.

‘Door de wolf gaan alle paarden, schapen en koeien uit het land verdwijnen’, stelt Bouma even later, als een koene ridder gezeten op zijn paard. ‘Voordat het zover is brengt dat onnoemelijk veel leed met zich mee voor alle dieren en hun eigenaren. Maar wij willen wel proberen om deze ongewenste vreemdeling, de wolf, Friesland uit te drijven. Net zoals in 1345 gebeurde met die Hollandse graaf.’

Met een hele rij ruiters te paard, de Friese vlag en pompeuze muziek regisseert hij zo een tamelijk potsierlijk mediamomentje. Ook de andere zijde van de wolvendiscussie is niet vies van de pers. Als boswachter Frank Theunissen een wolvin in zijn gebied aantreft, krijgt die, nadat hij zelf een gat in de lucht heeft gesprongen, direct een naam: Toska. En dan komt er zowaar ook nog een mannetje in beeld.

Wanneer het met Toska, tot groot verdriet van Theunissen en zijn collega’s, toch anders loopt dan gehoopt, het meest moverende deel van deze film, wordt ook dat flink uitgevent in de media. Want de wolf is niet alleen een ‘toppredator’ die zijn plek weer zoekt in Nederland, het is inmiddels ook een mediamythe geworden. Een discussiedier, waarmee het voor alle zijden gemakkelijk scoren is.

Koppen belicht al die aspecten van de wolf, waarbij hij ook nog een natuurmuseum bezoekt en een taxidermist observeert die een opgezette versie van het veelbesproken dier fabriceert. Aan het eind loopt Wolvenland weliswaar een beetje weg – wéér een houder of herder met doodgebeten schapen – maar dan heeft de film zijn punt allang gemaakt: die vermaledijde wolf is gekomen om te blijven.

En wij, de zeventien miljoen wolvenexperts van Nederland, zijn daar nog lang niet over uitgepraat.

Historjá: Stygn För Sápmi

NRK

Ze borduurt haar eigen wereld. In de grootse en kleurrijke werken van textielkunstenares Britta Marakatt-Labba is moeiteloos te herkennen wie zij is en waar ze vandaan komt: een vrouw die begaan is met (het voortbestaan van) de wereld, een kind van een uitgestrekt en adembenemend mooi gebied dat zich uitstrekt over meerdere Scandinavische landen en Lapland wordt genoemd en een vertegenwoordiger van de Sami, het nomadenvolk dat daar sinds jaar en dag leeft en rondtrekt met rendierkuddes.

In Historjá: Stygn För Sápmi (Engelse titel: Historjá: Stitches For Sápmi, 59 min.) laat Marakatt-Labba het verstilde, doorgaans met een laag sneeuw of ijs bedekte land van haar voorvaderen zien, dat via prachtige, weidse beelden en droneshots is vereeuwigd door regisseur Thomas Jackson. Intussen dwaalt ze met herinneringen, observaties en verhalen door de inheemse historie, mythologie en cultuur, waarvan zij zelf inmiddels een prominente vertegenwoordiger is geworden.

Haar volk zit al jaren in de verdrukking en moet voortdurend zijn eigen positie bevechten, soms letterlijk. Op grote, cinematische doeken maakt ze ook die strijd inzichtelijk. ‘Ik wil geloven dat onze cultuur zal overleven’, zegt ze over de clash, die in haar jonge jaren tot een climax kwam tijdens massale protesten tegen de komst van een fabriek bij de Alta-rivier. ‘Dat we kunnen behouden wat van ons is, de taal en het land, de dieren en het Arctische klimaat dat we altijd hebben gehad. Dat is altijd met elkaar verweven.’

Want haar wereld wordt eveneens bedreigd door klimaatverandering. De rendieren waarvan en waarmee de Sami van oudsher leven hebben het moeilijk. De natuur spreekt tot ons, zegt Marakatt-Labba ferm. Als we maar luisteren. Ook haar kunst, inmiddels doorgedrongen tot collecties en exposities in de hele wereld, spreekt in dat opzicht boekdelen. En deze film, fraai en bespiegelend, brengt haar centrale boodschap – zorg goed voor de wereld en dus ook voor ons – helder over het voetlicht.

Merchants Of Doubt

Sony Pictures Classics

Zorg voor twijfel. Plaats kanttekeningen bij de wetenschap. Creëer controverse. Vind een welwillende wetenschapper. Val de boodschapper aan. Verschuif de schuld. Vertraag regulering. Beroep je op ‘vrijheid’.

Als je weet waar je op moet letten, is het draaiboek dat de tabaksindustrie ooit opstelde voor zijn Merchants Of Doubt (93 min.), pseudo-wetenschappers die werden ingehuurd om in de publieke arena de gevaren van roken te gaan betwisten, ook in hedendaagse maatschappelijke discussies nog altijd gemakkelijk te herkennen. Zodra het product van een multinational onder vuur komt te liggen vanwege zijn schadelijke karakter – of het nu om fossiele brandstof, pesticiden, fastfood, gas, diervoeders of pijnstillers gaat – wordt er onmiddellijk een publiciteitscampagne opgestart, waarbij zulke huurlingen dan als vooruitgeschoven post fungeren.

Met een stalen gezicht proberen zij tweespalt te zaaien over feiten waarover wetenschappelijk allang consensus is bereikt. ‘Twijfel is ons product’, constateerde de PR-firma Hill & Knowlton niet voor niets, toen ze in de jaren zeventig werd ingehuurd door tabaksproducenten. Volgens interne documenten wisten die toen al zeker twintig jaar dat sigaretten kanker veroorzaken. En in de jaren zestig was eveneens duidelijk geworden dat ook hartziekten het gevolg kunnen zijn van roken en dat nicotine bovendien verslavend is. Wetenschappelijk bewijs moesten ze dus vooral niet gaan ontkennen, luidde het advies. Twijfel zaaien was genoeg.

In deze nog altijd bijzonder actuele docu uit 2014, gebaseerd op het gelijknamige boek van Naomi Oreskes en Erik M. Conway, vestigt Robert Kenner de aandacht op deze leugenaars van/voor het grote vieze geld. Terwijl zij ongetwijfeld een lekkere boterham verdienen met hun ‘alternative facts’ en in het kader van ‘false balance’ in de media regelmatig in discussie mogen met gereputeerde wetenschappers, ondergraven ze niet alleen de noodzaak om het klimaat of de volksgezondheid te beschermen, maar tasten ze tevens het idee van de waarheid aan en het maatschappelijk belang dat daaraan wordt toegekend. Daarmee leggen ze een bom onder de vrije, democratische samenleving.

Een pijnlijk voorbeeld hiervan is de zogenaamde Oregon Petition uit 1998, waarin ruim 31.000 Amerikaanse wetenschappers zich verzetten tegen het klimaatverdrag van Kyoto en tevens de opwarming van de aarde ontkennen. De verklaring krijgt veel aandacht en ondermijnt de gevoelde urgentie om samen klimaatverandering tegen te gaan. Tot de ondertekenaars blijken bij nader inzien alleen ook ‘wetenschappers’ zoals Spice Girl Gerri Halliwell, acteur Michael J. Fox en wijlen Charles Darwin te behoren. Als dat aan het licht komt – en dat is bepaald niet vanzelfsprekend, toont Robert Kenner met diverse voorbeelden aan – is het kwaad echter al geschied.

De vergelijking die de filmmaker trekt tussen deze ‘twijfelverspreiders’ en illusionisten, die hun bedrog immers ook proberen te maskeren, is enigszins vergezocht, maar de boodschap is duidelijk: bij deze trucs gaat, tegen een aanzienlijke vergoeding natuurlijk, elke vorm van ethiek overboord. ‘Als je zou worden ingehuurd door Greenpeace om het klimaatprobleem over het voetlicht te brengen, wat zou je hen dan adviseren?’ vraagt Kenner bijvoorbeeld aan (voormalig?) lobbyist voor de fossiele industrie, Bill O’Keefe. De spreekbuis van The Global Climate Coalition en The George C. Marshall Institute lacht schamper. ‘Die kunnen mij helemaal niet betalen.’

Waarschijnlijk is liegen voor de hoogste bieder inderdaad een stuk lucratiever. En de rekening wordt uiteindelijk toch elders betaald, door anderen of de samenleving als geheel, in de vorm van pak ‘m beet milieuverontreiniging, persoonlijke bedreigingen of – en daar blijkt niet eens zo heel veel voor nodig te zijn – maatschappelijke onrust.

Holding Up The Sky

Cinema Delicatessen

‘Beste witten’, begint Davi Kopenawa aan zijn toespraak voor de uitreiking van de Right Livelihood Award, de alternatieve Nobelprijs, op 4 december 2019 in Stockholm. ‘We zijn hier verzameld op de plek waar de besluiten worden genomen…’

De voorzitter van de Hutukara Yanomami Association wordt direct onderbroken. ‘We moeten heel strikt met de tijd omgaan’, zegt een man. De Sjamaan en woordvoerder van de Braziliaanse indianenstam krijgt vervolgens een timertje toebedeeld. Voor de daadwerkelijke toespraak heeft hij straks slechts luttele minuten. ‘Het woud is onze gezondheid’, zegt hij dan, nadat hij eerst alle aanwezigen van zijn organisatie heeft voorgesteld. ‘Het woud is verbonden met mijn volk, de Yanomami. We moeten stoppen met het doden van ons volk en het stelen van inheemse grond.’

Anders, stelt ‘de Dalai Lama van het regenwoud’, zouden we de lucht wel eens op ons dak kunnen krijgen. Want daar zit volgens Kopenawa de voornaamste taak van de bewoners van het woudland Urihi: Holding Up The Sky (81 min.). De verkiezing van Jair Bolsonaro tot president van Brazilië in 2018 heeft hun door een oude indiaanse legende ingegeven heilige taak bepaald niet gemakkelijker gemaakt. Onder zijn stijfrechtse bewind rukken nietsontziende houthakkers en goudzoekers op richting het Amazonegebied en begint ook het Coronavirus zijn lelijke kop op te steken.

Regisseur Pieter Van Eecke toont in deze bespiegelende film, die thematisch sterk verwant is met het beduidend meer actiegerichte The Territory, het contrast tussen twee werelden, die in alle opzichten duizenden kilometers van elkaar verwijderd en toch onlosmakelijk verbonden zijn. ‘De stadsmensen willen ons, de inheemse volkeren, zo maken als deze planten’, zegt Davi Kopenawa, terwijl hij tijdens zijn rondgang door Europa door een zorgvuldig aangelegd stadspark wandelt. ‘Dood de helft ervan, neem enkele zwakkere exemplaren en plaats die in een dierentuin. Zodat iedereen ons kan zien.’

Als hij aan het eind van deze documentaire thuis, in een vooralsnog bewaard gebleven stuk regenwoud waar iedereen er traditioneel (on)gekleed bijloopt, rustig in een hangmat ligt en met een stamgenoot praat over die vreemde, materialistische en soms ook ronduit onaardige witte mensen, richt Kopenawa rechtstreeks het woord tot Van Eecke en zijn cameraploeg. ‘Jullie witten filmen ons, maar begrijpen jullie ons ook?’ Met iets meer kennis zouden die witte westerlingen zowel de Yanomami als de wereld om hen heen echt veel beter kunnen bevatten, wil hij maar zeggen.

Nu lopen alle aardbewoners het gevaar dat de lucht ter aarde stort.

Paved Paradise

Amstelfilm

Nadat hij in de openingsscène van Paved Paradise (92 min.) enthousiast is begonnen om de pracht en praal van de natuur te bezingen, schakelt bioloog Hidde Boersma al snel, en ogenschijnlijk automatisch, door naar een alarmerend betoog over de zesde extinctiegolf. Want daar zitten we blijkbaar middenin. Driekwart van de dieren en planten zou daarbij wel eens kunnen uitsterven. ‘En de oorzaak?’ doceert Boersma. ‘Dat zijn wij. Dat is de mens…’

‘Hee, droeftoeter’, onderbreekt regisseur Karsten de Vreugd zijn vriend die net lekker op stoom begint te komen. ‘Gaan we nou weer een depressieve film maken, waarmee we mensen een kutgevoel geven?’ Nee, daarvan zijn er al genoeg, concluderen ze gezamenlijk. Tegelijkertijd blijft Hidde van mening dat ze het moeten hebben over de voornaamste oorzaak voor die extinctiegolf. ‘En nee, dat is dus niet klimaatverandering.’ Dat is namelijk ons voedselsysteem.

En daarover gaan ze het dus hebben in deze film, die is opgetrokken rond de permanente dialoog tussen Boersma en De Vreugd en de gesprekken die ze tussendoor voeren met deskundigen zoals schrijver/zoöloog George Monbiot, hoogleraar landgebruiksplanning Martha Bakker en GroenLinks-Europarlementariër Bas Eickhout. Met hen wil het Nederlandse tweetal onderzoeken hoe (en of) biodiversiteit en voedselproductie met elkaar kunnen worden gecombineerd.

Is de biologische landbouw, die wordt gepropageerd vanuit Europa, wel de oplossing voor de huidige problematiek? Zulke ‘land sharing’ heeft voor dezelfde opbrengst immers meer grond nodig. En juist daaraan is een tekort. Samen komen ze tot een in eerste instantie contra-intuïtieve conclusie: de biodiversiteit is juist gebaat bij intensivering, meer voedsel produceren op minder land. Daarnaast moet er meer ruimte komen voor landschapsbeheer. Ofwel, met een Engelse vakterm: ‘land sparing’.

Met veel tongue-in-cheek humor, straffe muziekjes en montagegrapjes baant het druk pratende duo zich vlot een weg langs allerlei mensen en initiatieven. In eigen land, maar ook in Engeland, Portugal én Costa Rica, het enige land ter wereld dat, in de jaren tachtig, van ‘land sparing’ officieel beleid heeft gemaakt. Door de toenmalige minister van milieu Alvaro Umana laten Boersma en De Vreugd zich nu bijpraten over dit revolutionaire beleid dat een succesverhaal lijkt te zijn geworden.

Intussen waken de twee Nederlanders er wel voor dat ze geen depressieve film maken – al dreigt Paved Paradise daardoor soms wel een beetje De Hidde & Karsten Show te worden. Al met al heeft deze documentaire ook voor de stoïcijnse en sceptische kijker echter genoeg te vertellen, een boodschap te verkondigen zelfs, om het denken over de toekomst van de Nederlandse landbouw verder op gang te brengen en wellicht zelfs een beetje te kantelen.

Daarvoor moeten alle landbouwministers van Europa dan wel eerst op vakantie naar Costa Rica.

The Fire Within: Requiem For Katia And Maurice Krafft

Titan Films

‘Zelfs als ik morgen zou sterven’, zegt de Franse vulkanoloog Maurice Krafft, ‘dan zou me dat eigenlijk niets kunnen schelen.’ Zijn echtgenote en samenwerkingspartner Katia staat er eigenlijk anders in. Zij vreest het gevaar van de Japanse Unzen-vulkaan, die enkele kilometers verderop met levensgevaarlijke erupties dreigt, en heeft haar zinnen gezet op een vertrek naar de Filipijnen waar de vulkaan Pinatubo ook elk moment tot uitbarsting kan komen.

Het meningsverschil leidt volgens filmmaker Werner Herzog, in één van zijn uit duizenden herkenbare voice-overs waarmee hij ook The Fire Within: Requiem For Katia And Maurice Krafft (84 min.) weer helemaal naar zich toetrekt, tot een soort relatiecrisis. De uitkomst moge bekend zijn: de onverschrokken Maurice krijgt zijn zin en sleurt zijn vrouw mee de dood in. Op 3 juni 1991 dooft definitief het vuur in het befaamde vulkanologenechtpaar.

De twee laten een bijzonder aansprekend levensverhaal na, dat bovendien kan worden geïllustreerd met overweldigende beelden. En Herzog – de maniakale maker die eerder afdaalde in de grot van de vergeten dromen, afreisde naar het einde van de wereld en, via een tamelijk verknipte hoofpersoon, leefde te midden van grizzlyberen – lijkt de aangewezen man om dat aan de wereld toe te vertrouwen. Hij heeft alleen één bijzondere uitdaging die zelfs zijn krachten te boven lijkt te gaan.

In hetzelfde jaar dat Werner Herzog met zijn voluptueuze productie prijzen wint op filmfestivals in Los Angeles en Gijón, verschijnt namelijk ook Fire Of Love van regisseur Sara Dosa, een magische film die wordt binnengehaald als één van de belangrijkste documentaires van 2022. Over een vulkanologenechtpaar – uit de Franse Elzas, zegt Herzog er in zijn film direct bij – dat bereid is om ten onder te gaan aan z’n onmetelijke liefde voor de oerkracht van de aarde. Juist.

De Duitse filmmaker, die eerder in vulkanen dook met Into The Inferno, put voor een belangrijk deel uit dezelfde bron als Dosa – al is zijn insteek wezenlijk anders. Waar zijn Amerikaanse collega de beeldenpracht gebruikt om de Kraffts, met behulp van verteller Miranda July, te mythologiseren, gaat Werner Herzog ook op zoek naar de achterkant daarvan: hoe Maurice en Katia bijvoorbeeld gaandeweg hun wetenschappelijke ambities lieten varen ten faveure van een carrière als gewiekste filmmakers.

Zoals het echte profi’s betaamt, zetten ze de waarheid soms een beetje naar hun hand om de werkelijkheid nog nét een klein beetje mooier te maken. Herzog is er desondanks niet op uit om zijn protagonisten te ontmaskeren. Hij voorziet hun epische werk vooral van context en probeert hen zo beter te begrijpen. In zijn ogen waren de Kraffts meer dan twee durfals met een onmetelijke liefde voor vulkanen. Met hun pionierswerk probeerden ze tevens aandacht voor de gevaren ervan te genereren.

Hij presenteert hun ontzagwekkende beeldmateriaal, ook als dit niets met vulkanen van doen heeft, met veel achtergrondinformatie en soms wel erg bombastische klassieke muziek en bouwt daarmee een intrigerende vertelling. Als film delft Herzogs docu het onderspit ten opzichte van Fire Of Love, maar als vervolg of nadere uitwerking heeft The Fire Within beslist zijn waarde. En voor wie die andere docu onverhoopt heeft gemist, is ook dit portret van Katia en Maurice Krafft niets minder dan een belevenis.

Wildcat

Prime Video

‘Hij redt mij’, stelt Harry Turner tevreden vast. ‘En ik red hem.’ Zo simpel zou het inderdaad kunnen zijn. Hij, de getraumatiseerde soldaat, gaat een pasgeboren ocelot, een pardelkat die lijkt op een klein luipaard, de komende anderhalf jaar voorbereiden op het leven in de jungle en leert intussen via de katachtige ook weer van zichzelf houden. Zo simpel wordt het alleen niet in Wildcat (106 min.), waarin Harry en zijn roofdier danig op de proef worden gesteld.

Als achttienjarige jongen is de Brit op missie gegaan naar Afghanistan. Hij kwam terug met een depressie en PTSS en kon in zijn gewone leefomgeving niet meer aarden. In een onbezonnen bui heeft hij alles achtergelaten en is vertrokken naar het Amazone-regenwoud in Peru. Te midden van de wilde dieren en weelderige natuur, zo’n vijf uur reizen verwijderd van het dichtstbijzijnde stadje, probeert hij zichzelf – of tenminste de tegenwoordige versie daarvan – terug te vinden. 

In de Zuid-Amerikaanse jungle is de getroebleerde jongeling aangewezen op zichzelf én op Samantha Zwicker, een jonge Amerikaanse biologe die met haar organisatie Hoja Nueva de strijd aanbindt met alles wat het Peruviaanse regenwoud bedreigt. Intussen neemt ze ook gewonde of achtergelaten dieren onder haar hoede. Harry en Samantha lijken voor elkaar gemaakt. Zeker als de twee zich samen kunnen ontfermen over een jong roofdier dat de wetten van de jungle nog moet leren kennen.

‘Ik ga je leren om een killer te worden’, roept Harry zijn ‘kindje’ enthousiast toe als hij hem in deze film van Melissa Lesh en Trevor Beck Frost, die veelvuldig gebruik maken van (nacht)beelden die Turner en Zwicker zelf hebben gemaakt, leert hoe hij andere dieren moet aanvallen en doden. Als de ocelot wil overleven in het wild, dan is dit bittere noodzaak. Tegelijk mag hij zich ook niet te veel hechten aan zijn menselijke beschermers. Want de mens, dat moet hij goed begrijpen, kan gevaarlijk zijn.

Tijdens de even intieme als intense trainingen blijft Harry Turners mentale gezondheid intussen uiterst fragiel. Elke tegenslag kan oude wonden openrijten en elk klein succesje brengt het eindpunt van het traject (en deze fijne en aangrijpende film) dichterbij: het moment waarop ze na achttien maanden afscheid van elkaar nemen. Als de één zijn rechtmatige plek in het regenwoud moet gaan opeisen en de ander wellicht weer wil proberen om zich staande te houden in de menselijke jungle.

Fashion Reimagined

The Rogovy Foundation

De No Frills Collection moet beslist duurzaam worden. De Britse modeontwerpster Amy Powney, creatief directeur van Mother Of Pearl, is op de Londen Fashion Week van 2017 uitgeroepen tot beste nieuwe jonge designer, maar realiseert zich maar al te goed dat ze werkzaam is in ‘één van de meest destructieve industrieën op aarde’. Ze wil die van binnenuit gaan veranderen met een duurzame kledingcollectie.

Dit heeft nogal wat voeten in de aarde: de herkomst van al het te gebruiken materiaal moet duidelijk zijn, de verwerking mag niet belastend zijn voor het milieu, er wordt bij voorkeur lokaal geproduceerd, de arbeidsomstandigheden van medewerkers dienen in orde te zijn, er mogen geen dieren mishandeld worden, het is niet de bedoeling dat de productie enorme hoeveelheden afval oplevert…

Powneys gedachtegang vraagt, kortom, om een fundamentele herbezinning op hoe de mode-industrie werkt. Ofwel: Fashion Reimagined (100 min.). En dat is, alle goede bedoelingen ten spijt, echt een stuk gemakkelijker gezegd dan gedaan. Regisseur Becky Hutner kijkt mee bij Mother Of Pearls soms frustrerende rondgang langs allerlei uithoeken van de modewereld – van Uruguay tot Turkije – waar mensen en bedrijven bereid lijken te zijn om op een meer duurzame manier te werken.

Daar is ook alle reden voor. Hutner lardeert haar film met ontluisterende feiten en statistieken. Van algemene constateringen – zoals: we kopen drie keer zoveel kleding als in 1980 en dragen die slechts half zo lang – tot hele concrete vaststellingen: schadelijke chemicaliën veroorzaken longziekten, oogschade en kanker bij de mensen die spijkerbroeken bleken. Tezamen schetsen die bijschriften een ontluisterend beeld van de schade die onze permanente behoefte aan meer, nieuwe en andere kleding aanricht.

Amy Powney’s idealisme levert bovendien handvatten op voor een heroriëntatie binnen de business als geheel. Die focus op het informeren en overtuigen zorgt er wel voor dat Fashion Imagined eerder informeert dan emotioneert. Al is het nog best een beetje spannend of het Mother Of Pearl, met alle zelf opgelegde beperkingen, lukt om op tijd een collectie op te leveren – en hoe die dan wordt ontvangen.

A World To Shape

Dave Hakkens bij Project Kamp / Newton Film

Een betere wereld. Voor minder doen ze het niet. Beter: een verbeterde wereld. Die de problemen van het heden achter zich heeft gelaten en klaar is voor een duurzame toekomst. Dat vraagt om designers die groot kunnen én durven te denken. A World To Shape (52 min.) is een dubbelportret van Nienke Hoogvliet en Dave Hakkens, twee jonge idealisten die samen een uitstekend uithangbord vormen voor die nieuwe generatie Nederlandse ontwerpers.

Toch lijkt hun benadering wezenlijk anders. Nienke Hoogvliet beijvert zich met haar vriend/werkpartner Tim Jongerius voor het verduurzamen van de ernstig vervuilende textielindustrie. Daarvoor probeert ze verschillende toepassingen van zeewier, zoals garen en verf, te ontwikkelen. Eerder maakte ze ook al schaaltjes van gebruikt wc-papier. Met haar eigen studio probeert Hoogvliet zo, via museumstukken en collector’s items, het systeem van binnenuit te veranderen en die duurzamere wereld dichterbij te brengen.

Dave Hakkens, die eerder van zich deed spreken met baanbrekende open source-projecten zoals Phonebloks en Precious Plastic, lijkt zich juist van de bestaande structuren af te wenden. Zoals het een echte wegbereider betaamt zorgde dat tijdens zijn studie voor de nodige weerstand, die door zijn succes overigens allang is weggenomen. Nu wil Hakkens een eigen parallelle wereld creëren. In Portugal heeft hij een stuk land opgekocht, waarop hij met medestanders het prototype voor een nieuwe, duurzame leefgemeenschap ontwikkelt: Project Kamp.

Regisseur Ton van Zantvoort plaatst de twee ontwerpers naast elkaar, als twee varianten op hetzelfde thema, in een film die zich volledig concentreert op hun werk en de idealen die daarin tot uiting worden gebracht. Hun persoonlijke beslommeringen of de professionele hobbels die ze onderweg moeten nemen blijven grotendeels achterwege in het fraai gefilmde en verzorgd gemonteerde A World To Shape, dat daardoor wel eerder aan het hoofd dan aan het hart appelleert.