Slachtofferhulp

BNNVARA

‘Weet je wat slachtoffers helpt?’ staat er op een wand in het kantoor van Slachtofferhulp Nederland. ‘Oordeel uit, aandacht aan.’ Die houding wordt in de praktijk gebracht door veertig speciaal daarvoor opgeleide casemanagers. Zij ondersteunen slachtoffers en nabestaanden van een ongeval of misdrijf.

In de vierdelige serie Slachtofferhulp (187 min.) brengt Elena Lindemans dit delicate, belangrijke en soms onmenselijk zware werk in beeld via zes casemanagers en de mensen die zij begeleiden. In situaties waarin de emoties zeer hoog oplopen en hun cliënten soms helemaal de weg kwijt dreigen te raken, proberen zij orde in de chaos te scheppen. Ze kunnen het verschil maken, is de stellige overtuiging van Gré’, één van deze professionele hulpverleners. Maar niet in elke situatie.

Hoe begeleid je bijvoorbeeld een gezin, waarvan de 24-jarige zoon zomaar in hun eigen huis is doodgestoken? Als blijkt dat zijn dode lichaam niet goed is geprepareerd? Als de voorlopige hechtenis van één van de twee vermoedelijke daders vanwege ziekte tijdelijk wordt onderbroken en hij de benen neemt? Of als de advocaat van de verdachten tijdens de rechtszaak de kosten van het schoonmaken van de woning, het wegschilderen van het bloed van hun eigen kind, in twijfel trekt.

Al die tijd staat Sandra aan de zijde van de familie Struijs – al is het ook haar soms zwaar te moede. Zulk werk kun je alleen doen als je zelf in balans bent, laat Lindemans, die eerder de series In de TBS en Een Goede Dood maakte, met een mix van observerende scènes en interviews met de casemanagers zien. Anders wordt de last, ook voor een beroepskracht, te zwaar om te dragen en lukt het niet om cliënten langs onderzoekdossiers, fotoschouwen en slachtofferverklaringen te loodsen.

Als cliënt Claudia in de rechtszaal bijvoorbeeld moet aanhoren hoe haar ex opnieuw de verantwoordelijkheid voor de dood van hun zoontje Livio, slechts 55 dagen oud, probeert af te schuiven en diens advocate later zowaar haar onder vuur begint te nemen, dreigen de stoppen door te slaan bij de Brabantse vrouw. Woedend beent ze naar buiten. En Chantal van Slachtofferhulp probeert haar buiten beeld, mooi gevangen met behulp van een zendermicrofoontje, weer tot bedaren te brengen.

Als hulpverleners mogen zij zich niet laten meeslepen door emoties, stelt haar collega Femke, die zelf twee zeer delicate familiekwesties begeleidt. Ze moeten het proces bewaken. Haar collega Peter staat bijvoorbeeld een ouderpaar bij, dat serieuze twijfels heeft bij de zelfdoding van hun dochter. Heeft de politie haar toxische relatie wel goed onderzocht? Hij verbaast zich daarbij over de veerkracht van mensen, maar weet ook: zolang je niet weet waar je mee verder moet, kun je niet verder.

Via de wisselwerking tussen de casemanagers en hun cliënten, het appcontact dat zij daarover hebben en enkele persoonlijke scènes, waarin de mens achter de hulpverlener even is te zien, toont Elena Lindemans alle facetten van Slachtofferhulp. Het is werk dat ertoe doet, met cliënten die veel vragen – en soms ook keihard eisen. Veel langer dan zeven jaar moet je het eigenlijk niet doen, maar sommige medewerkers kunnen en willen langer door. Omdat hun werk er écht toe doet.

‘Jij hebt echt honderd procent naast mij gestaan’, slaat één van de cliënten de spijker op z’n kop tegen haar begeleider. ‘En dat maakte – want je vertrouwt op dat moment niemand meer – dat ik toch dacht: kijk, er zijn nog wel goede mensen.’

The Serial Killer’s Apprentice

HBO Max

Op 8 augustus 1973 werd de politie van Houston gebeld over een schietpartij. Bij een huis in het nabijgelegen Pasadena troffen ze drie tieners aan. Één van hen, Elmer Wayne Henley, vertelde dat hij uit zelfverdediging een man had neergeschoten. De 33-jarige Dean Corll lag naakt in de gang.

Naast het Iijk vond de Texaanse politie allerlei verdachte attributen, zoals touw en seksspeeltjes. In een nabijgelegen boothuis zouden bovendien andere lichamen verborgen liggen. En daar rook ‘t inderdaad naar ontbinding. Zeventien tienerjongens werden er uiteindelijk gevonden. Intussen mocht Wayne, via de autotelefoon van een politieagent, nog even naar huis bellen. ‘Mama, ik heb Dean gedood.’ En dat was niet de enige dood die The Serial Killer’s Apprentice (88 min.) op zijn geweten bleek te hebben.

Henley heeft Dean Corll, een levensgevaarlijke man die later The Candyman Killer zou worden gedubd, wordt beschouwd als een voorvader van John Wayne Gacy en met zeker 27 moorden in verband wordt gebracht, ontmoet op de middelbare school. Hij vroeg of de jongen een mop wilde horen. Een vieze, natuurlijk. Corll had sowieso een uitgekiende manier van ‘groomen’: als medewerker van een snoepwinkel kon hij gemakkelijk naïeve tieners paaien. Om zich er daarna aan te vergrijpen of om hen op te leiden tot zijn hulpje.

Was de zeventienjarige Elmer Wayne Henley sowieso een killer in spe? vraagt criminoloog Katherine Ramsland zich nu in deze true crime-docu zich af. Of toch (ook) een slachtoffer? Ramsland is gefascineerd door seriemoordenaars en schreef samen met Tracy Ullman ook het boek waarop deze slicke film is gebaseerd. Zij had daarvoor een uitgebreid interview met Henley, waarin ze met hem zijn misdaden en verhouding tot Corll analyseerde, telefoontjes die ze nu met liefde en plezier nog eens reconstrueert.

‘Hij probeerde ’t aan allerlei mensen te vertellen’, maar niemand luisterde, herinnert Henley’s moeder Mary zich ook. ‘Niemand geloofde hem.’ ’s Mans geloofwaardigheid is nog altijd een issue, ook bij de verklaringen die hij vanuit de gevangenis geeft aan Ramsland. Vertelt hij daarin de waarheid en niets dan de waarheid? Probeert hij die misschien een héél klein beetje op te leuken? Of is Henley zelfs opzichtig zijn straatje als moordenaarshulpje – één van de twee overigens! – aan het schoonvegen?

The Serial Killer’s Apprentice laat ogenschijnlijk niet het allerachterste van zijn tong zien over zijn gruwelijke activiteiten, in een tijd waarin de term ’seriemoordenaar’ overigens nog helemaal niet was bedacht.

Operation Dark Phone: Murder By Text

Channel 4 / Videoland

Het is alsof ze ‘de sleutels van het koninkrijk’ ontvingen, herinnert één van de betrokken Britse agenten zich. Terwijl de Coronacrisis op gang komt, krijgen specialisten van de National Crime Agency (NCA) begin 2020 plotseling toegang tot EncroChat, het systeem waarmee de georganiseerde misdaad via versleutelde mobiele telefoons communiceert. Ineens wordt een soort Pandora’s doos geopend, bomvol verwijzingen naar drugshandel, wapensmokkel en liquidaties. Maar wie gaan er schuil achter gebruikersnamen als Live-long, Tyrion Lannister en Ace Prospect?

Operation Dark Phone: Murder By Text (190 min.) combineert nagespeelde scènes van de zware criminelen met de chats en foto’s die zij gedurende 74 dagen, tijdens het begin van de pandemie, met elkaar delen. Ongefilterd, in de veronderstelling dat zij onder elkaar zijn. Intussen kan de politie, samen met collega’s uit andere Europese landen, meelezen en -kijken op deze ‘Linkedin van de georganiseerde misdaad’ en proberen te deduceren wie er verantwoordelijk zijn voor de miljoenen zeer expliciete, van geweld en illegale zaken doortrokken, berichten die zij onderling uitwisselen.

Nauwgezet reconstrueren de Britse rechercheurs in deze vierdelige serie van Luned Tonerai en Sophie Oliver  de grootschalige, internationaal gecoördineerde operatie. Het duurt niet lang of ook de Nederlandse onderwereld komt daarbij nadrukkelijk in beeld. Vanaf aflevering 2 zoomt politiechef Andy Kraag, ondersteund door de Nederlandse misdaadjournalisten Jan Meeus en Wouter Laumans, in op de groepering rond de Rotterdamse crimineel Piet Costa, die in het Brabantse dorp Wouwse Plantage een onderwereldgevangenis met martelkamer in aanbouw heeft.

Één van de direct betrokkenen, sportschoolhouder Robin van O., verschijnt zelfs voor de camera, om alle beschuldigingen ver van zich te werpen. En ook Costa’s advocaat Jan-Hein Kuijpers krijgt nog even de gelegenheid om diens straatje schoon te vegen. Intussen vorderen de pogingen van diverse politiekorpsen om criminele netwerken in kaart te brengen – fraai en overzichtelijk gevisualiseerd – gestaag. Alle betrokkenen zijn zich ervan bewust dat het niet lang kan duren voordat de gangsters in kwestie doorkrijgen dat hun volstrekt onkraakbare telefoons tóch gekraakt zijn.

Deze boeiende miniserie maakt inzichtelijk hoe zowel de politie als de criminelen, die hun tentakels hebben uitgeslagen naar landen als Frankrijk, Dubai, Spanje, Ierland en Australië, inmiddels over de landsgrenzen heen denken en zeer creatief te werk kunnen gaan. En als de internationale klopjacht via Encrochat naar z’n einde loopt – omdat de politie via het meelezen uiteindelijk ook zichzelf in de kaarten laat kijken – verplaatst die zich automatisch maar een ander terrein, waar de criminelen zich opnieuw onbespied wanen. Totdat de jagers daar weer een ingang vinden naar hun prooi.

The Yogurt Shop Murders

HBO Max

‘Kunt u beginnen met vertellen hoe uw dochters zijn vermoord?’ Ruim vijftien jaar later geneert Claire Huie zich voor de openingsvraag die ze stelde aan Barbara Ayres-Wilson, de moeder van Jennifer en Sarah Harbison. Achteraf bezien was het wel heel ongevoelig om zo een interview met een rouwende ouder te beginnen, vindt Huie nu, terwijl ze thuis liefdevol haar eigen baby vasthoudt. Ze heeft het beeldmateriaal van haar onderzoek naar de viervoudige moord in Austin, waarmee zij zich in 2009 op de kaart wilde zetten als filmmaakster, nu doorgespeeld aan haar collega Margaret Brown (Descendant).

En die maakt in The Yogurt Shop Murders (239 min.) veelvuldig gebruik van Huies materiaal. Ook van datzelfde interview met de moeder van de zeventien- en vijftienjarige zussen Harbison die op 6 december 1991 samen met hun vriendinnen Eliza Thomas (17) en Amy Ayers (13) werden vermoord in de ‘I Can’t Believe It’s Yogurt!’-winkel in een winkelcentrum te Austin. Ayres-Wilson vertelt bijvoorbeeld hoe ze zelf de vader van haar dochters en andere familieleden moest bellen en hen toen vertelde ‘dat het leven voorbij was’. Daarna hoorde ze alleen nog geschreeuw aan de andere kant van de lijn.

Het is een exemplarische scène voor deze vierdelige true crime-serie. Brown holt niet zomaar hijgend achter de zoektocht naar de daders aan, maar buigt zich vooral over de impact van het misdrijf, dat diepe sporen door de Texaanse gemeenschap en de levens van nabestaanden en direct betrokkenen heeft getrokken. Volgens Eliza Thomas zus Sonora ontwricht zo’n traumatische gebeurtenis het leven van tal van mensen voor meerdere decennia. Als je een broer of zus verliest, weet ze uit eigen ervaring, verlies je bijvoorbeeld ook je ouders. ‘Dat is veel belangrijker dan ontdekken wie ‘t heeft gedaan.’

‘Ik weet dat er ergere dingen zijn gebeurd met mensen’, vat Pam Ayers, die samen met haar echtgenoot Bob en het gehele gezin van hun zoon Shawn participeert in de miniserie, het verlies van haar dertienjarige dochter dertig jaar later geëmotioneerd samen. ‘Maar dat waren niet mijn kinderen.’ De schade is ook niet beperkt gebleven tot de familie. John Jones, de oorspronkelijke leider van het politieonderzoek, zit weliswaar al 153 lichamen bij de afdeling Homicide van de Austin Police Department – want zo tel je de dagen als moordrechercheur – maar is inmiddels wel gediagnosticeerd met PTSS.

En dan zijn er nog de hangjongeren die jarenlang in de gevangenis hebben gezeten voor de Yogurt Shop-moorden. Waren zij daadwerkelijk schuldig of zijn ze tijdens hun politieverhoor simpelweg onder de druk bezweken? Hoewel het er alle schijn van heeft dat zij een valse bekentenis hebben afgelegd, worden ze nog altijd scheef aangekeken. Zo pelt Margaret Brown het schokkende misdrijf helemaal af. Daarbij belicht ze ook de permanente media-aandacht voor de moordzaak en de druk op het politiekorps om de daders te vinden. Die hebben in Austin voor een zeer ongezonde dynamiek gezorgd.

Want zo’n viervoudige moord is nu eenmaal – hoewel je op basis van de talloze andere hap-slik-weg true crime-producties anders zou kunnen vermoeden – geen spannende puzzel die stukje bij beetje moet worden gelegd, waarna het totaalbeeld, niets minder dan de waarheid, zich als vanzelf aandient. Nee, zo’n tragisch misdrijf is eerder te vergelijken met een gigantische krater, waar alle direct betrokkenen omheen proberen te leven en soms ook gewoon keihard invallen. The Yogurt Shop Murders, tot nader order de beste true crime-docu van het jaar, maakt de diepte en reikwijdte daarvan voelbaar.

Intussen stelt de miniserie tevens wezenlijke vragen over het (Amerikaanse) rechtssysteem, de waarde van bekentenissen en de werking van ons geheugen.

Stolen: Heist Of The Century

Netflix

Hoe uitgenast de dieven ook te werk zijn gegaan, ze lopen tegen de lamp. Dat staat bij aanvang van Stolen: Heist Of The Century (94 min.) al vast. Alleen is nog niet precies duidelijk hóe. Het is namelijk eerst de vraag hoe ‘t hen in eerste instantie überhaupt is gelukt om op zaterdag 15 februari 2003 op z’n minst honderd miljoen dollar aan diamanten buit te maken bij het Antwerpse Diamond Center en daarna hoe de Belgische politie hen uiteindelijk tóch heeft weten in te rekenen.

Die kwesties worden in deze slicke heistfilm van Mark Lewis (Don’t F**k With Cats: Hunting An Internet Killer en Vatican Girl: The Disappearance Of Emanuela Orlandi) uit de doeken gedaan door de Belgische rechercheurs Agim de Bruycker en Patrick Peys, die destijds de jacht op de rovers leidden, en ene Leonardo Notarbartolo, een vertegenwoordiger van de zogeheten ‘School van Turijn’. Dat elitegezelschap, waarvan hij de andere leden aanduidt met tot de verbeelding sprekende bijnamen zoals ‘Het Monster’, ‘De Sleutelmeester’ en ‘Het Genie’, zou de spectaculaire kraak in ‘de diamanthoofdstad van de wereld’ hebben gezet.

Lewis snijdt die twee verschillende perspectieven lekker tegen elkaar weg: de schrandere politiemensen, die aan de slag gaan met afval van de diamantroof dat ze aantreffen in het Floordambos bij Vilvoorde, versus de gewiekste Italiaanse beroepscrimineel, die tijdens de jarenlange voorbereiding op de ingenieuze kraak niets aan het toeval lijkt te hebben overgelaten. Wie is wie te slim af in het kat- en muisspel rond een misdrijf, dat niet of nauwelijks slachtoffers lijkt te hebben en dus – met gelikte reconstructies, speelse montage en een funky soundtrack – ongegeneerd, niet zonder plezier of trots, kan worden uitgevent?

Stolen: Heist Of The Century wordt daarmee precies wat de titel belooft: een Ocean’s Eleven-achtig sterk verhaal dat alle betrokkenen graag nog eens vertellen – al blijkt de kwestie, helemaal aan het eind van de vermakelijke docu, voor één van hen toch nog wel een naar randje te hebben gekregen.

Conversations With A Killer: The Son Of Sam Tapes

Netflix

Hoe zou de Amerikaanse documentairemaker Joe Berlinger zijn brein gezond houden? In de vorige seizoenen van Conversations With A Killerkroop hij al in het hoofd van de beruchte seriemoordenaars Ted BundyJohn Wayne Gacy en Jeffrey Dahmer – nadat Berlinger zich eerder jarenlang vastbeet in de West Memphis Three-kindermoorden, de beruchte Clutter-moorden uit In Cold Blood nog eens de revue liet passeren en zich verdiepte in allerlei Crime Scenes en Cold Cases. En nu duikt hij dus in de zwartgeblakerde ziel van één van de beruchtste killers aller tijden, David Berkowitz, in Conversations With A Killer: The Son Of Sam Tapes (172 min.).

Berkowitz spreekt tot Berlinger via journalist Jack Jones. Die heeft in 1980 een brief van de verknipte moordenaar ontvangen vanuit de Attica-gevangenis. Hij wil wel met Jones praten. In maart zitten zij voor het eerst tegenover elkaar. De opnames van hun gesprekken, die gedurende enkele maanden plaatsvinden, vormen nu het geraamte voor deze driedelige serie, die netjes de geruchtmakende ‘Son Of Sam’-moorden afloopt. Daarbij komen ook mensen aan het woord die zo’n beetje hun halve carrière danken aan David Berkowitz: politiemensen, journalisten en schrijvers, die tot aan hun laatste adem zullen worden bevraagd en blijven vertellen over de zaak van hun leven.

Crimekraker Joe Berlinger – wat zou hem als maker toch steeds weer richting moord en doodslag sturen? – heeft ook enkele overlevenden, ooggetuigen en nabestaanden van de .44-kaliber-moordaanslagen, die uiteindelijk resulteren in zes doden en acht gewonden, voor de camera gekregen. Samen schetsen zij de donkere jaren 1976 en 1977, waarin de New Yorkse politie eerst geen verband ziet tussen de verschillende aanslagen en daarna volledig in het duister tast over de mogelijke dader. Totdat Berkowitz een compleet gestoorde brief achterlaat op een plaats delict. ‘Sam drinkt graag bloed’, staat daarin te lezen. ‘Ga heen en moord, beveelt vader Sam.’

‘Ik schreef die brieven om de politie aan te sporen’, stelt het monster zelf, die in tamelijk opgelegde reconstructiesènes wordt geportretteerd als een op John Belushi gelijkende creep. ‘Om ze te motiveren en onder druk te zetten om meer te doen om me te pakken.’ Wat doet het met je mensbeeld, vraag je je onwillekeurig af, als je, zoals Joe Berlinger, vrijwel continu afdaalt in zulke verwrongen geesten, van mannen met een ongekende moordlust? Die werd bij Berkowitz, laat Berlinger in deze stevig doortimmerde miniserie zien, overigens aangewakkerd door vakbroeders zoals Jack The Ripper en The Zodiac Killer en geïnspireerd door de bioscoophit Taxi Driver.

‘Hij was een personage op zoek naar een auteur’, stelt Jack Jones. En die rol werd geclaimd door de befaamde columnist Jimmy Breslin, die in de zomer van 1977 brieven begon te ontvangen van de geheime moordenaar en die vervolgens in The New York Daily News publiekelijk met hem ging corresponderen. Ze werden er het gesprek van de dag mee. Geleidelijk begon het net rond de doortrapte killer zich echter te sluiten – al probeerde die nog het uiterste te halen uit de tijd die hem restte en was zijn aandachtshonger ook na z’n arrestatie zeker niet gestild. Een kleine halve eeuw later blijft de naam David Berkowitz tot de donkerste verbeelding spreken.

Dat blijft ook het wrange aan roestvrijstalen true crime-producties zoals Conversations With A Killer: niet alleen Joe Berlinger en onverbeterlijke misdaadfreaks zoals hij kunnen zich verdiepen in, blijven verbazen over en zelfs verlustigen aan het spoor van vernieling dat Berkowitz in de jaren zeventig trok door New York, ook de moordenaar zelf kan er waarschijnlijk nog altijd een macaber genoegen uit halen – hoezeer hij tegenwoordig ook zijn spijt betuigt over deze ‘zwarte bladzijde uit mijn leven’.

Amy Bradley Is Missing

Netflix

De cruise stopt voor niemand. Als Amy Bradley in de nacht van 24 maart 1998 blijkt te zijn verdwenen, kamt de crew van de MS Rhapsody Of The Seas het gehele cruiseschip uit. Tegelijkertijd gaan de ruim tweeduizend andere passagiers gewoon van boord om hun vakantie voort te zetten met een tripje naar Curaçao. Amy, een 23-jarige Amerikaanse vrouw die samen met haar ouders Ron en Iva en haar twee jaar jongere broer Brad een zevendaagse cruise maakt, wordt niet gevonden. Van haar ontbreekt ieder spoor.

Als ze van boord is gevallen, gesprongen of geduwd, stelt de plaatselijke politiechef, dan zou Amy’s lichaam, of op z’n minst een deel ervan, beslist zijn aangespoeld. Is zij dan misschien van boord gesmokkeld? En waarom dan? Om aan haar familie te ontsnappen, ontvoerd door nietsontziende mensensmokkelaars of vertrokken met haar flirt Yellow, de danslustige bassist van de cruiseschipband? Vragen, vragen, vragen… en nauwelijks antwoorden. En laat het dan maar over aan het duo Ari Mark en Phil Lott, dat eerder de true crime-series Murder In The Heartland, The Invisible Pilot en This Is The Zodiac Speaking afleverde, om daar een gesmeerd lopende misdaadproductie van te maken.

De driedelige serie Amy Bradley Is Missing (131 min.) bevat meer dan genoeg dwaalsporen, plotwendingen en cliffhangers voor twee uur onvervalst crimevermaak. Maar of al die sporen, aanwijzingen en getuigen – die Amy tot wel zeven jaar later menen te hebben gezien in een afgelegen duikersbaai bij Curaçao, in een nachtetablissement van bedenkelijk allooi op datzelfde eiland of op een openbaar toilet op Barbados – de waarheid ook maar iets dichterbij brengen? Het leidt in elk geval tot ongemakkelijke scènes, bijvoorbeeld als een jonge vrouw, negentien jaar na Amy’s verdwijning, tijdens een stiekem opgenomen telefoontje haar eigen vader voor het blok probeert te zetten.

Zulke strapatsen zijn zonder twijfel het gevolg van de permanente mediacampagne die Ron en Iva Bradley nu al bijna dertig jaar voeren om aandacht te vragen voor de verdwijning van hun dochter. En daarbij grijpen ze, volledig begrijpelijk, elke strohalm aan. Alles beter, zo lijkt ‘t, dan accepteren dat Amy waarschijnlijk nooit meer terugkomt en – misschien nog wel erger –dat vermoedelijk ook nooit duidelijk zal worden wat er met haar is gebeurd. Talloze onderzoekspistes later eindigt deze miniserie in elk geval met min of meer dezelfde constatering als waarmee ie ook is begonnen: Amy Bradley wordt vermist. En de cruise en het leven stoppen voor niemand.

My Name Is Happy

Autlook

In een parallelle wereld zou het zo zijn gegaan: een Koerdisch meisje uit Ergani, een stad in het zuidoosten van Turkije, neemt in 2015 deel aan het televisieprogramma Sesi Çok Güzel, ofwel Turkey’s Got Talent. Ze zingt zich ieders hart in en wordt een ster.

En het vreemde is: zo is het in de echte wereld ook gegaan. Bijna, tenminste. Met een geladen performance verovert Mutlu Kaya de harten van Turkije, de vrouwen in het bijzonder. Ze bereikt de finale van de populaire talentenjacht. Enkele dagen daarvoor slaat het noodlot echter toe. Of beter: Veysi Ercan. Mutlu is pas veertien als ze hem ontmoet, hij is al in de twintig. De middelbare scholier vindt hem wel leuk, een gentleman. Niet veel later volgt een huwelijksaanzoek. Daar wil zij alleen niets van weten.

‘Trouwen kwam niet in haar op’, vertelt moeder Hanim, die zelf al op haar dertiende werd uitgehuwelijkt aan Mutlu’s vader Mehmet, in deze indringende documentaire van Ayse Toprak en Nick Read. ‘Ik wilde dat ze voor zichzelf opkwam en niet verpletterd zou worden zoals andere meisjes, maar het lot had andere plannen met haar.’ Mutlu, wat zoveel als ‘gelukkig’ betekent, wordt het slachtoffer van een man die haar – zomaar omdat het kan en omdat hij ’t wil – als zijn eigen bezit is gaan beschouwen.

De gevolgen zijn hartverscheurend. En daarmee is de gifbeker nog lang niet leeg in My Name Is Happy (81 min.). Deze film schetst een wereld waarin ’s mans wil nog altijd wet is en misogynie en femicide dus nooit ver weg zijn. Vrouwen moeten zich binnen die toxische omgeving staande houden. Mehmet en Hanim houden bijvoorbeeld ongetwijfeld evenveel van hun dochters als van hun zoons – niet vanzelfsprekend in deze contreien – maar Mutlu en haar zussen Songül en Dilek hebben ‘t beduidend zwaarder.

In een parallelle wereld krijgen deze sterke en dappere vrouwen, die zich op hun kwetsbaarst tonen voor de sensitieve camera van Toprak en Read, de gelegenheid om zonder enige terughoudendheid zichzelf te zijn en voluit te gaan voor hun eigen dromen. In deze wereld moeten zij echter al blij zijn als ze ongeschonden hun huwelijk doorkomen en dan ook nog andere giftige mannen van het lijf weten te houden. Dat lukt dan ook niet: vijf jaar later, op 21 maart 2020, houdt ‘het lot’ weer huis bij de Kaya’s.

Mutlu zingt zich daarna nog eenmaal ieders hart in. Op haar eigen manier wordt ze toch een ster.

Den Sorte Svane

DR Sales

De afspraak is helder: ze mag zich niet schuldig maken aan strafbare feiten. De Deense bedrijfsjuriste Amira Smajic, bijgenaamd De IJskoningin, onderhoudt al jaren nauwe banden met criminele motorbendes zoals de Hells Angels, Bandidos en Satudarah. Ze opereert voortdurend op de scheidslijn van onder- en bovenwereld, heeft intussen al menige dubieuze deal gesloten en wil daarover nu open kaart spelen.

Samen met documentairemaker Mads Brügger, die in The Mole al eens een informant in een zaak rond Noord-Korea runde, heeft de Bosnische vluchtelinge Smajic een nieuwe kantoorruimte geopend, die is volgehangen met camera’s en opnameapparatuur. Een journalistenteam kijkt vanuit een controlekamer mee hoe ze vervolgens criminelen, zwendelaars en corrupte advocaten ontvangt en schimmige zaakjes met hen opzet.

Één van de vaste gasten van Den Sorte Svane (Engelse titel: The Black Swan, 217 min.) is de van origine Pakistaanse crimineel Fasar Abrar Raja. Hij behoort tot de motorbende Bandidos, is actief binnen de illegale handel in verontreinigde grond en blijkt gaandeweg bij nog ernstigere misdrijven betrokken te zijn. Fasar, die zou zijn gediagnosticeerd met een ernstige psychische stoornis, laat zich kennen als een zeer onberekenbaar heerschap.

Tegelijkertijd is ook Jimmy Skjoldborg, een klassieke biker die behoort tot de leiding van de Bandidos, regelmatig bij Amira op kantoor te vinden. Hij draagt een ‘expect no mercy’-badge. Volgens de politie is dat een teken dat hij in naam van de club geweld heeft gebruikt. Skjoldborg heeft volgens eigen zeggen echter geen strafblad. De autoriteiten zijn er nooit in geslaagd om voldoende bewijs tegen hem te verzamelen.

Bij dit gezelschap voegt zich de tamelijk kakkineuze jongeman Martin Malm Hansen, die een ingenieus systeem met valse facturen heeft opgezet om zwart geld wit te wassen. Hij krijgt echter al snel serieuze betalingsproblemen en roept dan de hulp in van advocaat Nicolai Dyhr, partner bij het prestigieuze kantoor Horten uit Kopenhagen. Die moet ervoor zorgen dat er bij een faillissement van Hansen geen lijken uit de kast vallen.

Met verborgen camera’s documenteert deze unheimische vierdelige serie hoe de onder- en bovenwereld eendrachtig samenwerken om de wet te omzeilen of te breken. Amira Smajic betoont zich intussen een vaardige manipulator, die de gasten op haar kantoor verleidt – en soms ook bijna uitlokt – om zich uit te spreken over zaken die het daglicht niet kunnen verdragen en die en passant ook bewijsmateriaal tegen hen verzamelt.

In een soort verhoorsetting probeert Brügger, zelf ook niet vies van een dramatisch opgezet rollen- of dubbelspel, ondertussen te vatten wat Smajic’s motivatie is voor deze waaghalzerij voor de camera, die de hele (onder)wereld straks kan aanschouwen. Waarom is ze bereid om haar eigen veiligheid op het spel te zetten? Ook hij kan De IJskoningin echter moeilijk peilen – al maakt haar dat meteen een intrigerend personage.

Brügger maakt soms echt een ingewikkeld schimmenspel van deze miniserie, maar toont tegelijk ondubbelzinnig aan dat ook Denemarken, in de afgelopen jaren zesmaal gekozen tot minst corrupte land ter wereld, zeker niet vrij is van ondermijning. En dat heeft desastreuze gevolgen voor enkele vertegenwoordigers van de bovenwereld die, zo laten die verborgen camera’s feilloos zien, hun morele kompas hebben uitgeschakeld.

Daarmee ondermijnen ze niet alleen hun eigen positie, maar ook die van al hun integere vakgenoten.

I’m Your Venus

Netflix

De drie Amerikaanse broers Pellagatti zijn in het verkeerde verhaal beland. Joe, John en Louie zouden vast helemaal op hun plek zijn geweest in een film over politiemannen, brandweerlieden of – voor mijn part – Sopranos-achtige ‘wisemen’ uit New Jersey. Door een schokkende gebeurtenis in hun familieverleden zijn de drie no nonsense-mannen van Italiaanse en Puerto Ricaanse afkomst echter in een transtragedie beland: hun zus Venus werd in december 1988 vermoord. En de dader is nooit gepakt.

Venus Xtravaganza (1965-1988) was een transvrouw, die door haar participatie aan de klassieke documentaire Paris Is Burning (1990), een bruisend portret van de New Yorkse ballroom-scene, een ijkpunt in de Amerikaanse transhistorie werd. Óók omdat het dus slecht met haar afliep. Dat gebeurde in die tijd overigens wel vaker: transvrouwen bewogen zich noodgedwongen aan de rafelranden van de samenleving en hielden zichzelf vaak in leven met sekswerk. En dat lukte soms alleen met drugsgebruik.

De drie broers van Venus – de naam die ze bij haar geboorte als jongen heeft gekregen, haar zogeheten ‘deadname’, wordt in deze film van Kimberly Reed nooit genoemd – gaan ruim dertig jaar na dato alsnog op onderzoek uit. Niet alleen naar hoe, waar en door wie ze stierf, maar ook naar wie zij eigenlijk was. In dat kader zoeken ze in I’m Your Venus (84 min.) ook nadrukkelijk contract met vertegenwoordigers van haar andere familie, het House Of Xtravaganza, waar tegenwoordig ‘mother’ Gisele de scepter zwaait.

Joe, John en Louie Pellagatti hebben bijvoorbeeld een ontmoeting met José Disla Xtravaganza, die Venus destijds heeft gekend. Dit gesprek begint buitengewoon stroef. José weet dat hun zus zich niet geliefd voelde door haar familie en legt dat nu op hun bord. ‘Hoe kan ik iets begrijpen waar ik niets over weet?’, reageert Louis, vanuit zijn tenen, maar zeker niet zonder respect. ‘Maar ik begrijp haar pijn omdat ze van ons en haar familie hield. En hoe ze zich gevoeld moet hebben. En dat doet mij ook pijn.’

Dat is ook het aardige van deze film: hier komen daadwerkelijk twee werelden samen, waarbij het verleden niet zomaar wordt gladgestreken. Het vormt tegelijkertijd ook geen onoverkomelijke beletsel richting de toekomst. ‘Ik heb veel dingen gedaan die haar kapot maakten’, bekent oudste broer John bijvoorbeeld tegenover een vriendin van zijn zus, Helen. Als Venus op zijn zoon Mikey oppaste, kreeg ze van John een duidelijke boodschap mee: ‘Als je met hem naar buiten gaat, kleed je dan niet als een vrouw.’

En nu werken ze samen, zulke traditionele mannen en leden van het huis Xtravaganza, aan de nalatenschap van hun gezamenlijke familielid. Kan Venus wellicht een postume naamsverandering krijgen? Dat is nog nooit eerder gebeurd, maar zou haar recht doen. En kan er dan ook gewoon ‘Venus’ op haar grafsteen en overlijdensakte worden gezet? Tegelijk is er nog altijd dat vastgelopen moordonderzoek. Wat heeft dit opgeleverd? En kan dit – en daarover lopen de meningen van de Pellagattis uiteen – worden vervolgd?

Hoewel I’m Your Venus, zeker tegen het eind, soms wel erg Amerikaans wordt, raakt de film ook aan iets heel wezenlijks: hoe het vreemde weer eigen kan worden – ook al was ’t dat feitelijk altijd al. En dat raakt.

Ctrl+Alt+Desire

Paramount / SkyShowtime

Sinds 2019 hebben de Amerikaanse filmmaker Colin Archdeacon en de gedetineerde Grant Amato vier jaar lang telefonisch contact gehouden, zowel via de officiële gevangenistelefoon van de Seminole County Jail als via illegale mobieltjes waarop Grant de hand wist te leggen. Deze gesprekken fungeren nu als onderlegger voor de driedelige true crime-serie Ctrl+Alt+Desire (140 min.), waarin vanaf de start helder is dat de 29-jarige Amerikaan iets gruwelijks op z’n geweten heeft. En het is niet moeilijk om te bedenken wat dat dan zou kunnen zijn.

Archdeacon begint bij de symbiotische relatie van Grant met zijn twee jaar oudere broer Cody. Hij beschouwt hem als zijn wederhelft, ‘de liefde van mijn leven’. Ze wonen allebei nog bij hun ouders Chad en Margaret in Chuluota, Florida. De broers volgen een medische opleiding. Als Grant daar vanwege een incident wordt weggestuurd, komt zijn leven in een neerwaartse spiraal terecht. Hij begint hele dagen online door te brengen en doet daar een hartsvriendin op. Één probleem: voor haar is het werk. Sekswerk. Silviya is een Bulgaars webcammodel dat tegen betaling met Grant chat en ook graag zijn fooien, die soms flink kunnen oplopen, in ontvangst neemt.

Als de rest van het gezin Amato het verborgen leven van de jongste zoon ontdekt, wordt hij naar een afkickkliniek gestuurd en komt er een dodelijke dynamiek op gang. Colin Archdeacon pakt dat naargeestige cadeau met een zeker genoegen uit. Hij spreekt met direct betrokkenen over de zaak, steekt zijn licht op in de ‘camming’-wereld en laat zich door zijn protagonist uitgebreid door diens (online) doolhof leiden – en soms ook om de tuin. Die zoektocht naar wat er precies is gebeurd en welke gedachtegangen daarachter zitten is omlijst met beelden van Grants verhoren, donker getoonzette reconstructiescènes en unheimische game- en anime-sequenties.

Ofwel true crime volgens het boekje: schokkend, onheilszwanger en larger than life. Met een centrale figuur die het midden houdt tussen een sympathieke kerel, psychotische jongeman en diabolische creep. ‘Het is een verhaal over een egoïstische, manipulatieve man die de aandacht krijgt die hij wil’, concludeert Michael Williams, verslaggever van The Orlando Sentinel, uiteindelijk aan het einde van deze vet aangezette miniserie, die de tragische en wrede geschiedenis van Grant Amato nogal verlekkerd uitserveert. En daarmee krijgt hij – nee: geven wij hem – waarschijnlijk alsnog wat ie wil.

Y A-T-Il Un Dealer Dans L’Avion?

Netflix

‘De feiten in deze documentaire zijn nauwkeurig gecontroleerd’, waarschuwt de driedelige serie Y A-T-Il Un Dealer Dans L’Avion? (132 min.) bij aanvang. ‘Het is echter mogelijk dat sommige mensen niet de volledige waarheid vertellen.’ En dat vinden Olivier Bouchara en Jérôme Pierrat, de makers van deze kokette real life-misdaadkomedie, helemaal niet erg. Die dubbelheid kunnen ze naar hartenlust uitspelen, met rücksichtslos tegen elkaar weggesneden personen en volstrekt tegenstrijdige verklaringen, liefst in splitscreen.

Op 19 maart 2013 worden de vier inzittenden van een Franse privéjet, voor het oog van een camera van het antidrugsagentschap DNCD, aangehouden op het vliegveld Punta Cana in de Dominicaanse Republiek. Het is de piloten Bruno Odos en Pascal Fauret al snel duidelijk waarnaar de agenten op zoek zijn: ‘mucha drogas’. Uiteindelijk worden er 26 koffers aangetroffen in het vliegtuig, met in totaal bijna zevenhonderd kilo cocaïne. Ook de twee passagiers Nicolas Pisapia en Alain Castany, die als enige niet in deze productie participeert, weten natuurlijk van niks.

De kwestie komt bekend te staan als de zaak Air Cocaïne, waarbij ook de voormalige Franse president Nicolas Sarkozy nog even betrokken raakt. Hij werpt alle beschuldigingen ver van zich. Sterker: dat doen alle verdachten. Niemand is schuldig! Of we ze maar op hun al dan niet blauwe ogen willen geloven. Bouchara en Pierrat geloven alvast he-le-maal niemand. Tenminste, als we dan weer afgaan op de montage van deze miniserie. Van vrijwel elke persoon wordt met kekke vormgeving, koddige muziek en pure ongein een (karikaturaal) personage gemaakt.

Zelfs de Franse onderzoeksrechter Christine Saunier-Ruellan, die de vier, ogenschijnlijk op heterdaad betrapte verdachten van grootschalige drugssmokkel eveneens in de peiling heeft gekregen, ontkomt niet aan spontane terzijdes, beeldgrapjes en ongepaste close-ups. Zij speelt het spel ook lekker mee. Met veelkleurige stiften onderstreept of omcirkelt de steile Française desgevraagd op enorme vellen papier de belangrijkste speerpunten of conclusies van haar onderzoek. En ook het standvastig in de camera blikken beheerst Saunier-Ruellan als weinig anderen.

Of ‘t moet het olijke driemanschap zijn, dat een onbezonnen bevrijdingsactie op het Caraïbische eiland op touw zet voor de twee piloten. Ze zijn ‘t over werkelijk niets eens: de klunzige luchtvaartveiligheidsspecialist (Christophe Naudin), mediageile Europarlementariër van het Front National (Ayméric Chauprade) en stronteigenwijze ex-militair die graag in het gezelschap van good old Jean-Marie Le Pen verkeert (Pierre Malinowski). Mengen ze zich in de zaak vanuit de pure goedertierenheid van hun hart of toch om de belangen van de georganiseerde misdaad te dienen?

Aldus ontspint zich in Y A-T-Il Un Dealer Dans L’Avion? een aardig spelletje Cops & Robbers, waarbij drugssmokkel wordt gereduceerd tot een vermakelijke schelmenstreek, volledig ontdaan van z’n ethische component of maatschappelijke schade. Waarna het aan advocaten, met lekker opzichtige kapsels of gezeten in een decor van koffers, is om de verdachten bij de rechter vrij te pleiten. Liefst allemaal.

Dubbel Gestraft

KRO-NCRV

Met het spraakmakende tweeluik Zitten En Zwijgen (2023), over misstanden in de Nederlandse vrouwengevangenis Nieuwersluis in Utrecht, deden Jessica Villerius en haar team het nodige stof opwaaien. In de zesdelige serie Dubbel Gestraft (156 min.) geven zij daaraan een vervolg.

Villerius start met wat haar vorige productie teweeg heeft gebracht en borduurt daarop voort met nieuwe getuigenissen en beschuldigingen. Sommige verklaringen van gedetineerde vrouwen, veelal anoniem vastgelegd en geïllustreerd met animaties, hebben inmiddels geresulteerd in vervolging van enkele gevangenismedewerkers. Deze PIW’ers worden in de rechtbank zeer kritisch bevraagd. Hun gedetailleerde verklaringen krijgen ook alle ruimte in deze serie. Die maken tastbaar hoe zij schaamteloos over de grenzen van de aan hen toevertrouwde vrouwen en hun eigen beroepsnormen zijn gegaan, maar op een gegeven moment wordt het ook wat onsmakelijk.

Dat is wel vaker het geval in deze productie waarin ’t er nogal eens dik bovenop ligt: wat Team Villerius boven tafel heeft gekregen – grensoverschrijdend gedrag, (seksueel) misbruik en ontoereikende medische zorg in penitentiaire inrichtingen – is soms ronduit schokkend. Het wordt alleen met wel heel veel suggestie, drama en – niet ongebruikelijk in de onderzoeksjournalistiek – zelffelicitatie gepresenteerd. En voor buitenstaanders is nauwelijks vast te stellen of het gaat om een aantal, weliswaar heel pijnlijke, incidenten of dat beroerde behandeling van gedetineerden in de drie Nederlandse vrouwengevangenissen daadwerkelijk schering en inslag is.

Dat zit voor een deel ook in de thematiek van de serie opgesloten. De (voormalige) gedetineerden, hun familieleden en gewillige advocaten en een enkele oud-PIW’er of -groepsleider kunnen ogenschijnlijk vrijuit hun verhaal doen. Terwijl de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), die ook niet altijd even handig lijkt te handelen en communiceren, vanwege privacy- en andere overwegingen waarschijnlijk permanent met één arm op de rug gebonden opereert. Team Villerius, dat regelmatig voor de camera overlegt over de voortgang van de zaak, blijft niettemin constant om wederhoor vragen en vervolgens rapporteren dat DJI weigert om te reageren.

In de laatste afleveringen waaiert Dubbel Gestraft nog uit naar vermoedelijke misstanden in andere (jeugd)gevangenissen. Ook daar verloopt natuurlijk niet alles zoals gehoopt en/of verwacht. Stof voor nog veel meer klokkenluiders, onthullingen en verontwaardigde pleitbezorgers, zou je zeggen. Wordt ongetwijfeld dus vervolgd. Letterlijk: met juridische procedures. En figuurlijk: in beeld. Want als Jessica Villerius en haar team zich eenmaal ergens in hebben vastgebeten….

Culiacanazo: Herederos Del Narco

HBO Max

In de straten van de Mexicaanse stad Culiacan staan op 17 oktober 2019 twee legers tegenover elkaar: speciale eenheden van de Mexicaanse overheid en de ‘sicarios’ van het Sinaloa-drugskartel. Op sociale media wordt live verslag gedaan van de veldslag, die ontstaat als de autoriteiten Ovidio Guzman willen arresteren. Dit kopstuk van het Sinaloa-kartel is een Mexicaanse variant op een nepobaby: de ‘narcobaby’ is een zoon van de beruchte drugsbaas Joaquin ‘El Chapo’ Guzman Loera.

En die werd op 9 januari 2016 met veel machtsvertoon ingerekend, het moment waarop Culiacanazo: Herederos Del Narco (Engelse titel: Battle Of Culiacan: Heirs Of The Cartel, 170 min.) enkele jaren eerder in gang werd gezet. Al snel ontstond er daarna een machtsstrijd tussen de andere grote kartelleider Ismael ‘El Mayo’ Zambada en ‘Los Chapitos’. Ofwel: vier zoons van El Chapo, de (half)broers Ivan, Jesus, Joaquin en Ovidio. Onder leiding van de ‘psychopaat’ Ivan ontketenden zij een terreurbewind, dat een kerkhof vol slachtoffers heeft gemaakt, zowel binnen als buiten het criminele milieu.

Deze vierdelige serie van Fátima Lianes reconstrueert hoe de poging om Ovidio aan te houden helemaal escaleert en vervolgens op last van de Mexicaanse president Andrés Manuel Lopez Obrador wordt afgebroken. Probeert hij zo te redden wat er te redden valt bij een volledig mislukte operatie? Of speelt de president het Sinaloa-kartel doelbewust in de kaart? ‘God weet hoeveel doden er hadden kunnen vallen’, zegt Lopez Obradors minister van Buitenlandse Zaken Marcelo Ebrard. Om er een ogenblik later uiterst cryptisch aan toe te voegen: ‘Het bloed aan de handen van politici was je nooit weg.’

Culiacanazo’s eerste aflevering reconstrueert het bloedbad in Culiacan, dat van Ovidio Guzman zowaar een volksheld maakt: El Raton, de muis. Die status zal hem nog ernstig opbreken, want de Amerikaanse Drugs Enforcement Agency (DEA) heeft z’n zinnen op hem gezet. Guzman zou behoren tot de aanjagers van de Fentanyl-crisis, de bijzonder gevaarlijke pijnstiller die ongenadig huishoudt in de Verenigde Staten. In de resterende afleveringen schetst Lianes de achtergronden daarvan: de verwording van Mexico tot een narcostaat, de bijbehorende corruptie en het eveneens onvermijdelijke geweld.

Culiacanazo beent die wereld uit met talloze en soms ook geanonimiseerde pratende hoofden, waaronder Mexicaanse en Amerikaanse opsporingsambtenaren, (undercover)agenten, militairen, advocaten, informanten, politici, journalisten én slachtoffers. Hun bespiegelingen worden geïllustreerd met nieuwsbeelden en nogal dikke gedramatiseerde scènes en een bijpassende soundtrack. Zo ontstaat niettemin een onrustbarend beeld: van een land dat geen baas meer is in eigen huis en in epische gevechten verzeild raakt met indringers, die uiteindelijk alles kapot maken.

The Mortician

HBO Max

Een groot deel van de as wordt sowieso verstrooid op zee, stelt David Sconce van het Pasadena Crematorium, als ie terugkijkt op het onsmakelijke schandaal waarvan hij in de jaren tachtig het stralende middelpunt was. Dus wat is nu eigenlijk het probleem van meervoudige crematies? Ja, je moet wat breken en proppen om meerdere lichamen tegelijk in de oven te krijgen. En ja, je weet daarna niet meer welke as van wie is. Maar die as is je overleden geliefde niet. ‘Hou van ze nu ze er nog zijn!’ voegt Sconce er, vanuit de pure goedertierenheid van zijn hart, nog aan toe. 

En, laten we wel wezen, wat heeft zo’n lijk, allang overleden immers, nu aan kleren, sieraden of… gouden tanden? Voor dat laatste heeft The Mortician (171 min.) overigens een vakterm: ‘popping chops’. Nu was de uitvaartsector altijd al een lucratieve business – Magere Hein is immers een betrouwbare leverancier – maar als je je zware jongens dan ook nog een handje laat helpen… En deze ‘Big Men United’ zorgen er meteen voor dat er geen ruchtbaarheid wordt gegeven aan jouw businessmodel. Want je hebt een broertje dood aan loslippige concurrenten of kritische artikelen in vaktijdschriften.

Het is voor Davids bruid (en ex) Barbara wel even schrikken als zo ongeveer zijn halve familie even langskomt op de bruiloft: weet je zeker dat  je met hem wilt trouwen? Want haar echtgenoot, eigenaar van een Corvette met ‘I Burn For You’-nummerplaat, denkt wel erg groot en ‘out of the box’. Waarschijnlijk is ie in de veronderstelling dat hij toch overal mee weg komt. Wie maalt er nu om as? Zoals sommige vruchtbaarheidsartsen tot de komst van DNA vast ook lang hebben gedacht dat ze zonder problemen hun eigen zaad konden gebruiken. En ook The Mortician loopt uiteindelijk tóch tegen de lamp.

Voor die tijd heeft ie me echter toch een serie scheve schaatsen gereden! Morele bezwaren laat David namelijk graag over aan anderen. Nabestaanden bijvoorbeeld. In deze driedelige serie van Joshua Rofé komen enkele gewone Amerikanen aan het woord, voor wie de lijken die werden afgeleverd bij ’s mans crematorium toch nét iets meer betekenden dan routineus te verbranden stoffelijke overschotten – of, jawel, te verhandelen organen. Want ook dat: steeds als je met afgewende neus denkt ‘nu hebben we de bodem van dit schandaal wel bereikt’ blijkt er nog een gat in te zitten.

De vermetele uitvaartondernemer David Sconce, sinds kort terug van ettelijke jaren in de nor, laat alle bizarre verhalen ondertussen rustig van zich afglijden in deze ferme true crime-productie. Hij geeft hier en daar wat toe, ontkent sommige beschuldigingen ten stelligste en relativeert weer andere helemaal kapot. Zó erg is ’t nu toch ook weer niet! En, nee, hij heeft de handige moordtips uit het boek The Poor Man’s James Bond nooit in de praktijk gebracht! – hoezeer die zorgvuldig geanonimiseerde oud-medewerker hem voor Rofés camera ook aan de allerhoogste boom probeert te hangen.

David is echter niet de enige die publiekelijk onderuit gaat. Hij trekt ook andere leden van de familie, die al meerdere generaties een respectabele uitvaartonderneming bestiert, mee in zijn val. Vreemd is dat overigens niet: in een crematorium waar al zo lang rook is, zou ook echt wel eens vuur kunnen zijn.

Cold Case: The Tylenol Murders

Netflix

‘Het is heel gemakkelijk om kopers die bittere pil te laten slikken’, leest FBI-agent Roy Lane voor uit de brief van de afperser aan Johnson & Johnson, de fabrikant van de pijnstiller Tylenol. ‘Cyanide werkt snel. Er is maar heel weinig nodig. En dan is er niets meer tegen te doen.’ De onbekende dader, die een miljoen dollar losgeld eist, heeft de daad dan al bij het woord gevoegd. Eind september 1982 zijn er in de regio Chicago zeven dodelijke slachtoffers gevallen. Ze blijken stuk voor stuk een Extra-Strength capsule te hebben genomen van Tylenol, de Amerikaanse variant op Paracetamol. En daarin zat een dodelijke dosis cyanide.

De zaak rond de Tylenol-moorden lijkt klip en klaar: zodra de afperser is gevonden, kan ook het dossier worden gesloten. Deze driedelige serie van Yotam Guendelman en Ari Pines draagt echter niet voor niets de titel Cold Case: The Tylenol Murders (117 min.). Het is namelijk bepaald geen uitgemaakte zaak dat deze ‘Robert Richardson’ inderdaad doelbewust enkele willekeurige Amerikanen heeft vergiftigd. ‘Het was maar een stukje papier’, stelt hij zelf over die chantagebrief. ‘Papier doet niemand pijn.’ Met de moorden zelf heeft Richardson niets van doen. Zegt ie. In hoeverre is het Big Pharma-bedrijf Johnson & Johnson zelf misschien betrokken bij de kwestie?

Vaardig wordt de kijker in deze typische true crime-productie met verhaalwendingen, cliffhangers en de introductie van nieuwe personages en deelverhaaltjes op het verkeerde been gezet, bij de les gehouden en door elkaar geschud. Zoals dat gaat in dit soort docu’s, waarin van de werkelijkheid een smeuïge vertelling wordt geboetseerd. Het is al met al ook wel een bizarre geschiedenis, waarin nog meer slachtoffers vallen en die wel eens groter zou kunnen zijn dan één enkele man met snode plannen. De kwestie blijft ondertussen ook voor meerdere interpretaties vatbaar. Diezelfde werkelijkheid laat zich nu eenmaal niet altijd plooien tot een mooi afgerond verhaal.

Tegelijkertijd kan zo’n misdaad wel degelijk lonen, althans voor de mensen die in staat zijn om er een goed verhaal van te maken. Met deze miniserie lijkt het productiebedrijf van documentairemaker Joe Berlinger – nadat in het najaar van 2024 al Cold Case: Who Killed JonBenét Ramsey? werd uitgebracht – in elk geval weer een nieuwe crimeserie te zijn begonnen. Berlinger, die zelf op z’n minst één onvervalste genreklassieker (de Paradise List-trilogie) op zijn naam heeft staan, runt ook al de Crime Scene– en Conversations With A Killer-reeksen op Netflix. Bittere pillen, die zoals in The Tylenol Murders, als niet te versmaden snoepjes worden uitgedeeld.

The Man Who Definitely Didn’t Steal Hollywood

Wonderhood / Videoland

Il Leone Di Orvieto zou een goede titel kunnen zijn. Of: The Man Who Came From Nothing. Want Giancarlo Parretti kan écht niet akkoord gaan met The Man Who Stole Hollywood, de originele titel van deze documentaire van John Dower. De flamboyante filmbons heeft zin om te gaan draaien, zegt hij in de openingsscène, maar dan moet er wel eerst een andere naam komen. Anders tekent hij de samenwerkingsovereenkomst niet.

Gelukkig vindt Dower zelf ‘t ook een verschrikkelijke titel. Die komt van zijn producers, zegt hij. De Britse documentairemaker stelt de keuze dus nog maar even uit. Eerst maar eens dat portret maken van de Italiaan die in 1990 voor het luttele bedrag van 1,3 miljard dollar Metro-Goldwyn-Mayer (MGM), de Amerikaanse filmstudio van die schreeuwende leeuw, op de kop tikte. Geen mens weet overigens hoe de voormalige ober uit Orvieto aan dat geld kwam. Van Silvio Berlusconi misschien? De maffia? Of toch de Libische leider Gaddafi?

Met de filmmagnaat zelf en lieden uit ‘s mans entourage zoals zijn zakenpartner Florio Fiorini, MGM-topman Alex Yemenidjian en regisseur Fred Schepisi (die het bekroonde Meryl Streep-vehikel A Cry In The Dark maakte voor Parretti, een film die de studiobaas zich helemaal niet meer kan herinneren) probeert Dower die bizarre geschiedenis te ontrafelen. Hij stut zijn reconstructie met archiefbeelden, filmfragmenten én verfilmde passages uit het leven van zijn hoofdpersoon – al zijn die helaas nooit voorbij de storyboard-fase gekomen.

Lekker luchtig, met veel humor en toch scherp slalomt deze heel vermakelijke schelmendocu door Parretti’s dubieuze handel en wandel. Die blijkt te zijn gefaciliteerd door de Franse bank Crédit Lyonnais, waarbij ook de Nederlandse vestiging daarvan nog hand- en spandiensten heeft verleend. Intussen kunnen de filmmaker en de filmbaas, die ondanks zijn jaren in de Amerikaanse entertainmentindustrie nog altijd niet of nauwelijks Engels spreekt, ‘t maar niet eens worden over een titel. The Man Who Bought The Lost Hollywood wordt ‘t ook niet.

The Man Who Definitely Didn’t Steal Hollywood (88 min.) dan maar?

Trailer The Man Who Definitely Didn’t Steal Hollywood

The Bakersfield 3: A Tale Of Murder And Motherhood

HBO Max

Als je van een incident of affaire een groot schandaal wilt maken, dan plak je er sinds Watergate het woord ‘gate’ achter. Daarna volgden dus – een willekeurige greep – IrangateNipplegateHackgateSlapgate en Signalgate. En als je aandacht wilt voor schrijnend onrecht, dan verbind je daar een plaats en nummer aan. In het rijtje: The Beatrice SixCentral Park Five en Guildford Four zijn er nu dus The Bakersfield 3.

Drie jonge Amerikanen. Micah Holsonbake is verdwenen op 4 april 2018. Vier dagen later wordt James Kulstad vermoord. En Baylee Despot is sinds het einde van die maand ook spoorloos. In de eerste aflevering van de driedelige docuserie The Bakersfield 3: A Tale Of Murder And Motherhood (133 min.) schetst Jennifer Anderson in grove pennenstreken hun levens en de omstandigheden waaronder zij zijn verdwenen.

Hun moeders Cheryl, Di en Jane spelen daarbij een sleutelrol. Zij ontdekken gaandeweg dat de zaken verband houden met elkaar, beginnen samen op te trekken en dubben hun kinderen dus The Bakersfield 3. Naarmate de serie vordert wordt alleen duidelijk dat zij geen willekeurige slachtoffers waren. Stuk voor stuk zijn Micah, James en Baylee in de laatste jaren van hun leven in een buitengewoon ongezond milieu terechtgekomen.

De moeders beginnen zich ook ongevraagd met het onderzoek te bemoeien, weten daarbij de typisch Amerikaanse rechtschapen rechercheur Chad Garrett aan hun zijde en kunnen hun verhaal kwijt bij de al even Amerikaanse blonde verslaggeefster Olivia La Voice van de plaatselijke nieuwszender KGET. Voor allen geldt dat deze tragische geschiedenis, met de nodige lugubere ontwikkelingen, de zaak van hun leven wordt.

Deze weinig opzienbarende true crime-serie, die ook niet vrij is van enig effectbejag, zet alle verwikkelingen met het nodige aplomb achter elkaar. Intussen dreigen de belangen van Cheryl, Di en Jane ook te botsen. Want het zou zomaar kunnen dat niet al hun kinderen alleen slachtoffer zijn. Toch laten de vrouwen zich niet uit elkaar spelen. Ze blijven de zaak samen volgen – waar die hen en de andere ouders ook brengt.

Het rechtvaardigt de vraag wie nu eigenlijk de geuzennaam The Bakersfield 3 verdient: de drie jongelingen die aan de verkeerde kant van het spoor terecht zijn gekomen? Of toch hun dappere en vasthoudende ouders?

Fred And Rose West: A British Horror Story

Netflix

In wezen was het een simpele zaak, stelt rechercheur Russ Williams in Fred And Rose West: A British Horror Story (156 min.). Fred had de moorden op de vrouwen, die in het voorjaar van 1994 in hun huis aan 25 Cromwell Street in Gloucester waren aangetroffen, immers al bekend. Daar hoefden ze geen energie meer in te steken. ‘Het was wel lastig om de slachtoffers te identificeren en te bepalen wat we met Rose zouden doen.’ Want in hoeverre was Freds echtgenote op de hoogte van de moorden of er zelfs bij betrokken?

Als de verbouwereerde politie van Gloucestershire ‘t aan Fred West zelf vraagt, zoals in deze driedelige true crime-serie van Dan Dewsbury is te horen in onrustbarende geluidsopnames van zijn verhoren, is hij heel stellig: Rose wist nergens van. Ook wanneer hun voormalige oppas Carol Owens beweert dat mevrouw West al in 1972 betrokken was bij ernstig seksueel geweld tegen haar, wimpelt hij dat resoluut af. ‘Absolute rubbish.’ Toch is de kous daarmee bepaald niet af: Rose West lijkt wel degelijk bijgedragen te hebben aan de moordlust van haar echtgenoot.

Zij was pas vijftien toen ze de 27-jarige weduwnaar Fred in 1969 leerde kennen. Vanaf dat moment waren ze onafscheidelijk. Het lot had hen ook al snel voor het leven verbonden: Rose was binnen een jaar zwanger van hun eerste kind, Heather. En die zou ruim de twintig jaar later de strafzaak tegen haar ouders aan het rollen brengen. Niet bewust overigens. Zij behoorde tot de eerste slachtoffers die werden gevonden. Al jaren grapten de andere kinderen West dat ze onder de patio zouden eindigen als ze zich misdroegen. Net als Heather, die sinds 1986 werd vermist.

In deze miniserie zijn zowel homevideo’s en privéfoto’s van de familie West opgenomen als unheimische beelden van hoe Fred de Britse politie rondleidt in de directe omgeving van hun woning. Bijna achteloos wijst hij aan waar ze naar lijken moeten zoeken. Het is een huiveringwekkend tafereel: een onopvallende morsige man die zonder omhaal van woorden de meest gruwelijke misdrijven bekent. De slachtoffers, veelal ontheemde jonge meisjes, werden gedumpt als een zak botten. Enkele nabestaanden slagen er nochtans in om weer mensen van vlees en bloed van hen te maken.

A British Horror Story richt zich verder vrijwel volledig op de strafzaak tegen het gedegenereerde echtpaar en de wandaden waaraan zij zich schuldig hebben gemaakt. De karakters, achtergrond en motieven van de twee blijven grotendeels buiten beeld. Dat is echt een gemis. Hoewel de miniserie zich zeker niet schuldig hoeft te maken aan de ‘seksualisering’ van seriemoordenaars, zoals elders nog wel eens gebeurt, blijven er hier wel héél veel vragen open. Hoe ontdekten ze bijvoorbeeld bij elkaar dat de ander net zulke perfide neigingen had? En hoe konden ze daar zo lang mee wegkomen?

Een deel van de antwoorden is in elk geval te vinden in andere documentaires, zoals Fred West: The Glasgow Years en Rose West, Born Evil?.

Homegrown

Chris Quaglin / MetFilm Sales

‘And I’m proud to be an American’, zingen Chris Quaglin en twee van zijn Proud Boys-vrienden uit volle borst mee met Lee Greenwoods patriottische tranentrekker God Bless The USA, het lijflied van het Amerikaanse hartland. ‘Where at least I know I’m free.’

De drie zijn op 11 oktober 2020 op weg naar een Trump-rally en lijken ervan overtuigd dat hun voorman over enkele weken wordt herkozen als president. Chris, die over enkele maanden voor het eerst vader wordt, noemt zichzelf een ‘westerse chauvinist’. Hij is zelfs bereid om daar met zijn dronken kop een eed op af te leggen. ‘Ik ga me niet verontschuldigen voor het creëren van de moderne wereld!’ zegt hij ferm. In zijn ‘man cave’, thuis in New Jersey, heeft de elektricien een heel arsenaal aan volautomatische wapens klaarliggen om eventuele discussies daarover in zijn voordeel te beslissen.

Thad Cisneros, een andere hoofdpersoon van de documentaire Homegrown (109 min.), staat zich voor op zijn conservatieve en religieuze waarden. De voormalige militair, inmiddels actief binnen de radicaal-rechtse Proud Boys, ziet er nochtans geen been in om net voor de tumultueuze verkiezingen van 2020 samen met enkele anderen een medewerker van CNN met draaiende camera lastig te vallen en te intimideren. Ze hebben niet eens door dat het om presentator John King gaat, die wordt uitgemaakt voor leugenaar, communist en pedo. Het filmpje heeft de volgende dag al zo’n 50.000 views.

Documentairemaker Michael Premo valt zijn protagonisten intussen niet lastig met moeilijke vragen en beperkt zich tot observeren. Eerst in de aanloop naar de betwiste verkiezingen, die door Trumps Democratische opponent Joe Biden worden gewonnen. En daarna tijdens de Stop The Steal-campagne die de Republikein alsnog – goedschiks dan wel kwaadschiks – de winst moet brengen. Op weg naar 6 januari 2021, de dag waarop de Amerikaanse democratie, met Trumps impliciete goedkeuring, ongenadig zal worden aangevallen en met name Chris zich bepaald niet onbetuigd laat.

Boze Amerikanen zoals hij, die zich door niets of niemand laten weerhouden, zijn in de afgelopen jaren al vaker geportretteerd. In documentaires zoals ShadowlandThe Insurrectionist Next Door en Fight Like Hell hebben ze bijvoorbeeld ruim baan gekregen om hun ideeën over wat Amerika is en zou moeten zijn uiteen te zetten. Deze langgerekte en tamelijk onevenwichtige film is van hetzelfde laken een pak en toont vooral hoe ruw, bruut en eenvormig Trumps stoottroepen zijn. Het gaat vrijwel zonder uitzondering om mannen van het type ‘Weinig Weten, Veel Vinden & Hard Schreeuwen’.

Toen Homegrown in augustus jongstleden officieel in première ging, was ’t overigens nog niet duidelijk hoe de presidentsverkiezingen van 2024 zouden aflopen. Inmiddels is Donald Trump terug in het Witte Huis en hebben de rauwdouwers uit deze film dus alsnog hun zin gekregen: zeker vier nieuwe Make America Great Again-jaren. De vaderlandsliefde van Chris Quaglin, die slechts enkele weken na 6 januari 2021 een kind kreeg, heeft in de tussenliggende jaren een serieuze deuk opgelopen – al zou ook hij binnenkort zomaar weer eens luidkeels kunnen meezingen met die ene tranentrekker.

‘Where at least I know I’m free.’