
‘Do you even want me here?’ vraagt Djuwa Mroivili zich af na afloop van een performance ten overstaan van een compleet wit publiek. Als zwarte vrouw opereert de Nederlandse pianiste in een vrijwel kleurloze omgeving. Regisseur Naomi White maakt dit bij aanvang van de korte documentaire Als Ik Zelf De Zon Ben (25 min.) direct tastbaar: terwijl Mroivili speelt ziet ze vrijwel alleen witte hoofden. Het oogt intimiderend. Alsof ze haar beoordelen, misschien zelfs veroordelen, en haar in elk geval flink op de vingers kijken.
Zij wil de klassieke muziek van binnenuit veranderen – juist omdat ze er zoveel van houdt – en die ontdoen van elke vorm van institutioneel racisme. Daarvoor put Djuwa Mroivili uit historisch en artistiek onderzoek dat ze heeft gedaan in het archief van het Concertgebouw te Amsterdam. Ze stuitte daarbij op de Wereldtentoonstelling in 1883. Performers uit de Nederlandse koloniën werden toen tot haar ontsteltenis letterlijk ten toon gesteld op het Museumplein. Mroivili ziet er parallellen in met de hedendaagse klassieke muziekprogrammering.
De vraag is: wat wil en kan zij daar nu mee als zwarte musicus? Dat is een intiem proces, van een kunstenaar die haar identiteit, leven en carrière in eigen hand neemt. Smith zit de pianiste daarbij zeer dicht op de huid, heeft oog voor hoe ze dat veruiterlijkt en geeft haar intussen, via een monologue interieur, het woord om zichzelf uit te drukken. ‘Waarom zou ik zijn als een zonnebloem en draaien naar de zon’, concludeert Djuwa Mroivili uiteindelijk zelfbewust, ‘als ik zelf de zon ben?’


















