Bericht Van Sasha

VPRO

Klanten van een supermarkt in Sint-Petersburg treffen begin 2022 ineens wel heel opmerkelijke teksten aan op de prijskaartjes bij enkele producten:

‘Mijn overgrootvader heeft niet in de Tweede Wereldoorlog gevochten, zodat Rusland een fascistische staat kon worden en vervolgens Oekraïne zou aanvallen.’

‘Het Russische leger heeft een kunstopleiding in Marioepol gebombardeerd. Ongeveer vierhonderd mensen verschansten zich daar voor beschietingen.’

‘Poetin liegt ons al twintig jaar voor via een televisiescherm. Het gevolg van deze leugens is onze bereidheid om oorlog en zinloze doden te rechtvaardigen.’

De teksten zijn afkomstig van de Russische kunstenares Sasha Skochilenko. Op 11 april 2022 wordt ze aangehouden vanwege haar openlijke protest tegen de oorlog. Ze riskeert maar liefst tien jaar gevangenisstraf. In Bericht Van Sasha (54 min.) volgt filmmaker Anna Rudikova de Kafkaëske rechtsgang tegen de moedige jonge vrouw via haar vriendin Sonya en hun beste vriend Lyosha.

Terwijl Sasha in een soort eeuwigdurend voorarrest terecht is gekomen, met steeds weer nieuwe hoorzittingen, moet ze zien te overleven in een smerige, overvolle gevangenis, waar geen rekening wordt gehouden met het glutenvrije dieet dat ze heeft vanwege haar auto-immuun ziekte. De jonge activiste houdt zich onledig met sporten en tekenen, om haar verstand niet te verliezen.

Ook voor haar thuisfront wordt het proces een uitputtingsslag, waarbij ze de strijd aan moeten binden met de veelkoppige en gevoelloze vijand, die eerder ook al was te zien in verwante films als The New Greatness Case en The Dmitriev Affair. Een staatsapparaat dat zich niets gelegen laat liggen aan individuele burgers en rücksichtslos ingrijpt als ze denkt dat die zich niet schikken.

Zo’n nietsontziende opponent onthult tegelijkertijd ook wie echte vrienden zijn. In hun strijd voor gerechtigheid en tegen de machthebbers, die getuige deze grimmige fly on the wall-docu even vaak absurd als bedreigend wordt, steunen Sasha en de haren elkaar door dik en dun. Totdat er na anderhalf jaar eindelijk ‘recht’ wordt gesproken: invrijheidsstelling of toch enkele jaren strafkolonie?

Eddy’s Oorlog

Zeppers

‘Kijk naar die familie, man!’ zegt oorlogsfotograaf Eddy van Wessel tegen zijn fikser. Op vrijwel elke andere plek zou het een lieflijk tafereel zijn geweest: een man op een fiets, met zijn zwangere vrouw achterop en een klein jongetje op het stuur. Hun andere kind fietst zelf, voorop. En de hond dartelt lekker mee.

Ze rijden op een modderige weg, langs plassen en kapotgeschoten gebouwen. Vanuit de achtergrond klinken explosies. Van Wessel spoort zijn medewerker aan om hen aan te spreken. Hier is de ravage van de oorlog te zien. Het gezinnetje is alleen al doorgereden. Erachteraan. ‘Doe je raam open en roep naar hen!’ zegt hij dwingend. Tevergeefs. ‘Die fietsfoto kunnen we vergeten.’ Een praatje dan maar. ‘De kinderen zijn niet bang’, zegt de man. ‘Ze leven al hun hele leven in deze situatie.’

De Nederlandse fotograaf kan er met zijn verstand niet bij dat dit gezin zowat op de frontlinie blijft wonen. Waarom vertrekken ze niet? De vrouw zou wel willen, bekent ze, maar ze krijgt haar man niet mee. ‘Straks wordt het winter, dan kunnen ze niet eens meer weg’, zegt Van Wessel tegen documentairemaker Joost van der Valk, die hem voor het zeer enerverende Eddy’s Oorlog (102 min.) een jaar lang volgt naar Oekraïne. ‘Vrouw hoogzwanger. Volkomen gestoord! Sommige mensen snap je echt niet.’

Toch keert Eddy van Wessel, inmiddels vier keer winnaar van een zilveren camera, zelf ook steeds weer terug naar oorlogsgebied. Hij zoekt nog altijd naar de foto die alles zegt. Véél meer dan duizend woorden. ‘Ik werk niet’, zegt hij daarover in dit portret, dat hem vooral in actie laat zien. ‘Ik doe wat ik ben. Daarom is er ook geen manier om ermee te stoppen. Daarom is er ook geen manier om de drang te weerstaan om opnieuw af te reizen. Ik fotografeer letterlijk mijn verbazing. Iedere keer weer.’

Van der Valk (Haagse SjonnieCrips: Strapped N’ Strong & Satudarah – One Blood) verbaast zich dan weer over die verbazing. Al ruim dertig jaar staat de fotograaf met zijn poten in de modder als er ergens oorlog is. Een ander zou allang afgestompt of getraumatiseerd zijn afgehaakt. Van Wessel gaat in plaatsen als Kharkiv en Bakhmut echter nog altijd door riemen en ruiten om te vatten wat oorlog aanricht. Met gevaar voor eigen leven – en dat van de filmmaker die hem naar de frontlinie volgt.

Eddy’s Oorlog slaagt daarmee glansrijk in z’n opzet: zowel de oorlog zelf als Van Wessels betrokkenheid daarbij spatten van het scherm. Het leed, de vernietiging en het verlies, maar ook hoe binnen zulke hachelijke omstandigheden de menselijkheid op de een of andere manier tóch overleeft: hoop, onverzettelijkheid, solidariteit, moed en humor. En altijd is daar die fotograaf, die via een camera op z’n helm soms letterlijk zijn blikveld toont: om ook deze oorlog bij z’n kladden te grijpen.

Is het fotografie of pornografie? vraagt Van Wessel zich hardop af als hij op een landweg het levenloze lichaam van een Russische soldaat probeert vast te leggen. De beste foto zou hij vanuit de berm kunnen maken, maar die vertrouwt hij niet. De Nederlander is sowieso permanent bezig met veiligheid, vertelt hij. En dat zorgt weer voor stress. ‘Het maakt van de beste fotograaf een onbenullige amateur. En dat zie ik soms in mijn foto’s terug. Dat ik denk van: gast, hoe doe je dit?’

Tussen alle enerverende frontliniescènes door toont Joost van der Valk zijn hoofdpersoon ook te midden van zijn gezin, in het landelijke Zweedse huis waar hij een groot deel van het jaar woont. Het contrast is nauwelijks te bevatten – al is het ook de vraag of de film dit per sé nodig heeft. Hooguit om even af te schalen, net als de fotograaf zelf, zodat Eddy’s Oorlog daarna weer in een nieuw jaargetijde verder kan. In een moordend tempo op zoek naar Eddy van Wessels eigen idee-fixe:

Het ene beeld dat alle andere overbodig maakt.

In The Rearview

Piotr Grawender / IDFA

Achter hen ligt het land waar ze hun hele leven hebben doorgebracht – en dat verscheurd wordt door oorlog. Voor hen ligt een onbestemde toekomst, vaak in een vreemd land. En naast hen zitten onbekenden, die ze desondanks direct herkennen. Lotgenoten. Jong en oud. Met een huisdier op schoot of een baby in de buik. Complete gezinnen. Of juist heel incompleet. Zonder opa en oma, een geliefd huisdier, manlief in het leger of de dierbare die omkwam in de strijd.

Maciek Hamela, de Poolse chauffeur van het busje en tevens de maker van deze observerende film, zet koers richting de Poolse grens. Over eindeloze wegen, langs militaire controleposten en toch maar niet door een mijnenveld. In The Rearview (84 min.) ziet hij Oekraïne, een onafhankelijke staat die wordt aangevallen door z’n buurland. Daar gaan de gesprekken in de auto natuurlijk ook over – al is niet iedereen in voor een praatje. Één meisje is zelfs helemaal gestopt met praten.

Deze Oekraïners worden geëvacueerd en hebben alles, waaronder een groot deel van zichzelf, moeten achterlaten. En de autoradio houdt hen op de hoogte van wat de Russen nu weer hebben aangericht in hun land. Hamela toont hen zoals hij ze via de achteruitkijkspiegel kan zien zitten: bepakt en bezakt of juist met alleen de kleren aan hun lijf. Kerngezond of ernstig gewond. Voor zich uitstarend of gebiologeerd turend naar het schermpje van hun telefoon.

De wereld – of wat daarvan over is – trekt aan hen voorbij: vernietigde steden, autokerkhoven, verwoeste wegen en kapotgeschoten tanks. Totdat ze dat vervloekte land, voorlopig tenminste, achter zich kunnen laten. Elk tafereel herbergt de sporen van bruut geweld, zonder dat het geweld zelf ooit het evacuatiebusje of deze documentaire bereikt. Ook grote emoties blijven doorgaans achterwege, het verdriet en de ontzetting houden zich schuil tussen de regels.

Juist door z’n eenvoud en soberheid – mensen zittend en pratend in een busje, slechts een enkele keer begeleid door subtiele muziek – maakt In The Rearview indruk. Dit is ook oorlog: vijftien miljoen mensen, ruim een derde van de bevolking, die hun huis hebben moeten verlaten, op weg naar een onzekere toekomst. Net als hun land.

Camp Courage

Netflix

Samen met haar oma is Milana vanuit hun tijdelijke woonplaats Bratislava in Slowakije overgekomen naar het Oostenrijkse Piesendorf. Tijdens een zomerkamp gaat het tienjarige meisje een week lang samen met andere kinderen proberen om een Alpentop te beklimmen. Ook oma Olga moet eraan geloven tijdens Camp Courage (33 min.).

Milana mist een deel van haar linkerbeen. Ze raakte ‘t kwijt in haar woonplaats Marioepol. Op 24 januari 2015, de dag die ze ‘Zwarte Zaterdag’ zijn gaan noemen. Toen ze ook haar moeder verloor. Het Oekraïense meisje was erbij toen zij stierf bij een explosie op haar werk en werd zelf later onder het puin gevonden. ‘Ik zei altijd: Milana, wanneer je weer naar buiten mag zal ik je de helderste ster laten zien’, herinnert oma zich geëmotioneerd. ‘En daar woont je moeder.’

Olga en haar puberende kleindochter gaan in de zomer van 2022, een half jaar nadat ze vanwege de Russische inval hun moederland hebben moeten ontvluchten, enerverende dagen tegemoet in het bergachtige Oostenrijk. Vrijwilligers van de Mountain Seed Foundation, waarvan oprichter en Irak-veteraan Nathan Schmidt zo weer zijn eigen issues heeft, begeleiden Milana bij het overwinnen van zichzelf en het verleggen van haar grenzen, zowel fysiek als sociaal.

Intussen heeft ook oma steun nodig. ‘Jij bent de veilige persoon met wie ze zich dit conflict kan hebben’, houdt een vrijwilliger haar voor, als Olga merkt dat ze Milana soms moeilijk kan bereiken. En regisseur Max Lowe, die eerder de zeer persoonlijke klimfilm Torn maakte, vereeuwigt dit kleine familieverhaaltje, dat natuurlijk een veel grotere kwestie weerspiegelt, in een fijne korte documentaire. Over losmaken, loslaten en ook loskomen. Ieder voor zich en toch samen.

First Five

HBO Max

Ze vormen een ideaal visitekaartje voor Finland, dat in de afgelopen jaren met de regelmaat van de klok tot gelukkigste land van de wereld is gekozen. De Finse premier Sanna Marin en de andere jonge vrouwen in haar regering, ook wel de First Five (111 min.) genaamd, fungeren als rolmodel voor een hele generatie meisjes met de ambitie om daadwerkelijk door het glazen plafond te stoten. Daarmee oogsten ze internationaal misschien nog wel meer lof dan in eigen land, waar het helemaal niet zo ongebruikelijk is om een vrouwelijke regeringsleider of ministers te hebben.

In deze degelijke driedelige docuserie laat Mia Halme de vijf Finse kopstukken, elk ook leider van een eigen politieke partij, los van elkaar hun verhaal doen. Over inspiratiebronnen zoals Barbie, The Spice Girls en Pippi Langkous. Over hoe hun achtergrond en thuissituatie (met een alleenstaande moeder, gescheiden ouders of twee moeders bijvoorbeeld) mede bepalend zijn geweest voor hoe ze nu in de politiek staan. En over hoe het is om als jonge vrouw een beeldbepalende politicus te zijn: hoe moet je bijvoorbeeld dealen met de voortdurende focus op jouw uiterlijk, kun je een politieke carrière combineren met het (aanstaande) moederschap en hoe ga je om met de misogynie die vrouwelijke politici, wereldwijd vrijwel standaard ten deel valt?

Halme valt haar hoofdpersonen niet lastig met al te kritische vragen, maar laat hen vrijelijk reflecteren en illustreert dit met observerende scènes uit hun persoonlijke en professionele leven. Het lijkt bijna een statement: zo ziet de politiek eruit, letterlijk, wanneer jonge vrouwen doordringen tot het centrum van de macht. De mannen die daarbij aan hun zijde staan blijven grotendeels buiten beeld. De enige kerels behoren tot de oppositie. Als zij de regering aanpakken, zoals bij de rel rond filmpjes van een dansende Sanna Marin op een feestje, ogen ze als stoffige vertegenwoordigers van oude politiek. Vrouwen uit de hele wereld tonen zich vervolgens solidair met Marin en publiceren onder de hashtag #solidaritywithsanna hun eigen dansfilmpjes.

Deze driedelige serie laat verder zien dat ook in een regeringscoalitie met louter vrouwelijke gezichten echt niet altijd alles pais en vree is, al worden die problemen opvallend gemakkelijk opgelost. Zo lijkt het tenminste. First Five krijgt extra lading als Rusland begin 2022 Oekraïne binnenvalt. Finland, dat in het verleden meermaals is aangevallen door Russische troepen, voelt zich ook bedreigd. Als Sanna Marin door president Zelensky is rondgeleid in het getroffen gebied en daar met eigen ogen de massagraven heeft gezien, verbergt ze haar gevoelens bovendien niet. Iets wat haar ongetwijfeld ook weer kritiek en lof oplevert. Als ze haar emotie niet zou hebben getoond, was de Finse premier ongetwijfeld voor een ijskonijn versleten.

Het is de spagaat waarin vrouwelijke politici, ook getuige dit degelijke groepsportret, nog altijd zitten. Waarbij de liefde die ze vanuit eigen kring en de rest van de wereld ontvangen, niet automatisch opweegt tegen de drek die haters over hen uitstorten.

Incident At Oglala

Carolco

Op 26 juni 1975 vallen enkele mannen het Pine Ridge-reservaat in South Dakota binnen. Pas later wordt het de bewoners duidelijk dat het om FBI-agenten gaat. Ze zijn op zoek naar Jimmy Eagle, die wordt verdacht van het stelen van een paar cowboylaarzen. Dan hebben de aanwezige Lakota Sioux-indianen, die zich bijna van nature – en niet zonder reden – bedreigd voelen, echter allang naar de wapens gegrepen. Een intens vuurgevecht kost twee FBI-agenten en één ‘native American’ het leven.

Na de ‘shoot out bij Jumping Bull’ worden drie bewoners van het reservaat aangeklaagd. Onder hen is Leonard Peltier, die ervan wordt beschuldigd dat hij de agenten koelbloedig heeft geliquideerd. Hoewel Peltier, die zelf ook aan het woord komt in Incident At Oglala (90 min.) van regisseur Michael Apted, ontkent, verdwijnt hij voor onbepaalde tijd achter de tralies. In de navolgende jaren zal hij uitgroeien tot een martelaar, die figureert in films (Apteds eigen Thunderheart), wordt bezongen in songs van U2, Rage Against The Machine en Little Steven en zelfs een eigen standbeeld krijgt in Washington D.C.

Behalve de schietpartij op Pine Ridge en de nasleep daarvan schetst deze documentaire uit 1992 ook nadrukkelijk de deplorabele situatie van de native Americans, de oorspronkelijke inwoners van de Verenigde Staten. In de reservaten waartoe zij al generaties lang zijn veroordeeld blijven armoe, ziekte en verslaving schering en inslag. Dit heeft in de jaren vóór Jumping Bull al geleid tot de bezetting van het historisch beladen stadje Wounded Knee, waar in 1890 een enorme slachtpartij onder indiaanse stammen werd aangericht. En die actie heeft weer geleid tot talloze rechtszaken en allerlei gewelddadige confrontaties met de FBI.

Deze klassiek opgezette documentaire is voor hedendaagse begrippen tamelijk traag en uitleggerig, met een duidelijk aanwezige verteller (Robert Redford), heel veel pratende hoofden en aansluitend archiefmateriaal en figuratieve beelden van het reservaat. Michael Apted, een veelzijdige filmmaker die zowel een James Bond-film (The Word Is Not Enough) als de legendarische documentaireserie Up op zijn naam heeft staan, laat evenwel zowel ‘native Americans’ als vertegenwoordigers van de lokale en federale overheid aan het woord. Gezamenlijk schetsen zij het enorme wantrouwen dat is ontstaan tussen Amerika’s oorspronkelijke bewoners en de (federale) overheid. En dat – zo maakt Incident At Oglala glashelder – móest wel tot gewelddadige aanvaringen leiden.

Leonard Peltier verblijft ondertussen al een kleine halve eeuw in de gevangenis.

Truth To Power

Nee, tactisch was het niet om direct na de aanslagen van 11 september 2001 aandacht te vragen voor de beweegredenen van de terroristen en kritische vragen te stellen bij het Amerikaanse Midden-Oosten beleid. De rest van System Of A Down stond in elk geval bepaald niet te juichen toen frontman Serj Tankian zijn essay daarover, zonder overleg vooraf, op de bandwebsite plaatste. Toxicity, het tweede album van de Armeens-Amerikaanse metalgroep, was net uit en leek een enorme hit te gaan worden. Nu dreigde de band in de ban te worden gedaan.

Volgens Rick Rubin, die deze langspeler had geproduceerd, pakte de zanger simpelweg zijn rol als kunstenaar en maakte hij gebruik van het podium dat hij nu eenmaal had. En toen had Tankian nog niet eens stelling genomen tegen de Amerikaanse inval in Irak. ‘Why must we kill our own kind?’ zong hij op de van hem welbekende lyrische manier in Boom!, waarvoor een videoclip was gemaakt door de linkse stokebrand Michael Moore. Met de al even radicale Rage Against The Machine-gitarist Tom Morello richtte Serj Tankian vervolgens de ideële non-profitorganisatie Axis Of Justice op.

De andere bandleden van System Of A Down zouden zich liever vooral op de muziek hebben gericht, bekennen ze in Truth To Power (79 min.), een portret van de bevlogen artiest en opiniemaker Serj Tankian. Over één ding waren ze het wél roerend eens: de Armeense genocide van 1915. Die traumatische gebeurtenis, waardoor hun voorouders ooit de wijk hadden moeten nemen naar de Verenigde Staten, moest nu eindelijk eens officieel erkend worden. Met die stellingname zouden ze in aanvaring komen met hun eigen platenbaas, de Turkse Amerikaan Ahmet Ertegun die allerlei initiatieven had gefinancierd om die erkenning juist te ontmoedigen.

En daarna sloot Tankian zich ook nog aan bij het verzet tegen de huidige Armeense regering. Niet zonder resultaat overigens. Dat lijkt ook het verhaal van zijn leven. De zanger (en componist en dichter en kunstenaar) heeft blijkbaar altijd wel een zaak waarvoor hij zich sterk wil maken. Van regisseur Garin Hovannisian krijgt hij in deze wat brave policor-docu alle ruimte om zijn idealen uit te dragen. Weerwoord of kritische noten blijven uit. Daarmee wordt Truth To Power eerder een soort monumentje voor de oerkracht Serj Tankian dan een afgewogen film die ook voor buitenstaanders of zelfs tegenstanders interessant is.

Once Upon A Time In Iraq

‘Waar zou u de serie mee beginnen?’ wil de interviewer bij de start van Once Upon A Time In Iraq (295 min.) weten. ‘Jeetje…’, peinst de Amerikaanse oorlogscorrespondent Dexter Filkins (The New York Times). ‘Irak zou niet met 9/11 in verband moeten worden gebracht, maar dat is helaas wel gebeurd.’

Regisseur James Bluemel keert daarna inderdaad terug naar de aanslagen op 11 september 2001, die door de Amerikaanse president George W. Bush als aanleiding werden gebruikt om in het voorjaar van 2003 Irak binnen te vallen. Ook al was (en is) de connectie tussen de terroristische aanval op het Amerikaanse World Trade Center en het Pentagon en het gehate regime van de Iraakse leider Saddam Hoessein nooit overtuigend aangetoond. Hem wilden Amerikaanse neoconservatieven echter al heel lang weg hebben. In elk geval sinds de Golfoorlog, toen president George H. Bush – juist, de vader van – Hoessein begin jaren negentig op zijn plek liet zitten.

Dat is de politieke context, die tot een eindeloze (burger)oorlog en de opkomst van Islamitische Staat zou leiden. Deze tragische geschiedenis wordt in deze krachtige vijfdelige docureeks, met acteur Andy Serkis als verteller, nu eens niet uit de doeken gedaan door politieke kopstukken, hooggeplaatste militairen en topdiplomaten (die in de docuserie The Iraq War al uitgebreid aan het woord zijn gekomen), maar door gewone mensen uit Irak en de Verenigde Staten: burgers, journalisten en soldaten. De mensen die – toen de bombardementen, beschietingen en onthoofdingen begonnen – met hun poten in de modder stonden. Of in het bloed.

En zij hebben nogal wat op hun lever. Een meisje herinnert zich bijvoorbeeld hoe ze een oog verloor door een granaatscherf. Een tolk vertelt hoe hij in een kuil de gevluchte Saddam Hoessein ontdekte. Een Amerikaanse bataljonscommandant realiseert zich nu dat hij langzaam maar zeker helemaal doordraaide. Een Iraakse militair verhaalt over hoe hij als enige een moordpartij van IS overleefde. Een jonge vrouw herinnert zich hoe ze als kind tijdens de komst van het Amerikaanse leger begroette: ‘Zijn jullie Ninja Turtles?’ En één van die soldaten, sergeant Rudy Reyes, laat een fles tequila aanrukken, om zijn verhaal te kunnen doen. ‘Of het ‘t allemaal waard was?’ vraagt Bluemel naderhand. Reyes: ‘Nou ja, dat moet gewoon. Wat is het alternatief?’

Grote geschiedenis, kortom, bezien door gewone mensen, die uitstekend invoelbaar maken hoe het is om te leven of werken te midden van oorlog en terreur. En die nog altijd kampen met de gevolgen daarvan. ‘Waar eindigt dit verhaal?’ vraagt de filmmaker tot besluit aan oorlogsjournalist Dexter Filkins. ‘Ik weet het niet’, antwoordt deze vertwijfeld. ‘Ik denk niet dat er binnenkort een einde aan komt. Er is geen oplossing. In het Midden-Oosten is er geen oplossing. We zijn er nog lang zoet mee.’