Babs Gons – Precies Goed

NTR / dinsdag 11 november, om 22.40 uur, op NPO2

Ze begint deze film als Dichter des Vaderlands en gaat er als Dichter der Nederlanden weer uit. In de twee jaar daartussen probeert Babs Gons steeds de juiste woorden te vinden. En daarbij begint die titel te knellen. Want tegenover dat vaderland staat voor biculturele Nederlanders zoals zij vaak hun land van afkomst, het moederland.

Ze legt haar ongemak in de documentaire Babs Gons – Precies Goed (60 min.) voor aan andere ambassadeurs – de nationale fotograaf, theoloog en componist bijvoorbeeld – en samen vinden ze een naam die de lading beter dekt. Het typeert Gons: ze maakt van haar hart geen moordkuil, maar houdt tegelijk ook oog voor anderen.

Voor haar is de dialoog ook een logisch onderdeel van het schrijfproces. Daarom schrijft ze vaak in de wijvorm, vertelt Gons in deze film van Bibi Fadlalla (Raquel van Haver – De Vrouwen Van Mijn LandGeneratie Pa en Sta Op! En Rust). Ook omdat ze zich niet alleen wil voelen in dat schrijven. ‘Ik schrijf gedichten ook om mezelf te troosten.’

Fadlalla gebruikt die poëzie, waarin hiphop, de gospelkerk en spoken word doorklinken, als skelet voor dit portret. Met typografie zet ze kernwoorden aan. ‘Doe het toch maar’, declameert Gons bijvoorbeeld. ‘Ook al lachen ze je kunst uit / Bezuinigen ze je weg / Vinden ze dat je maar normaal moet doen / En dat je een linkse hobby bent’

Dit portret documenteert verder hoe zij zich als vrouw van kleur staande houdt in politiek roerige tijden, terwijl ze zelf kampt met borstkanker. Een zelfbewuste vrouw, die ooit het enige bruine kind was in een witte wereld, zoals is vervat in fraaie familiefilmpjes, en die altijd de Nederlandse dochter bleef van een afwezige Afro-Amerikaanse soldaat.

En steeds weer zoekt en vindt ze woorden. Ook van anderen trouwens. Want als Nederlands ambassadeur van de poëzie koestert Gons tevens de ‘rijkdom om een gedicht bij je te kunnen dragen en dat te allen tijde tevoorschijn te kunnen halen’. Gedichten zijn, in de woorden van haar collega Roger Robinson, ‘empathy machines’.

In Deventer krijgt ze als Dichter der Nederlanden de gelegenheid om de slachtoffers van slavernij en kolonialisme in oost en west eer te betonen op een officieel herdenkingsmonument. Een voorlopige kroon op haar werk als stem van een volk dat lang niet altijd zo hoopvol en genuanceerd klinkt als in de woorden van Babs Gons.

‘Doe het toch maar’, zegt ze tot besluit in deze innemende film, vast ook tegen zichzelf. ‘Klim maar uit bed op die ochtenden dat de vermoeidheid je hoop en je ledematen lamlegt / En ook als je denkt dat niemand zit te wachten op jou en je verhalen / Blijf het maar doen.’

Football’s Financial Shame: The Story Of The V11

BBC

Zijn ze gewoon slecht geadviseerd? Of toch keihard voorgelogen en opgelicht? Ooit speelden de leden van The V11 in The Premier League en wonnen ze kampioenschappen, bekers en internationale titels. Nu balanceren de Britse voetballers al jaren op de rand van de financiële afgrond.

Neem Danny Murphy (V7). De middenvelder speelde ruim vierhonderd duels voor clubs zoals Liverpool, Tottenham Hotspur en Fulham en schat in dat hij uiteindelijk zo’n vier tot vijf miljoen pond kwijt is geraakt aan beroerde investeringen. ‘Veel mensen vinden dat ik sowieso te veel betaald kreeg’, stelt de voormalige Engelse international in Football’s Financial Shame: The Story Of The V11 (94 min.). ‘Zo erg kan het dus niet zijn voor mij. Je was bevoorrecht en hebt er zelf een rotzooi van gemaakt, zeggen ze dan. En nu ben je net als wij. En ze denken dat ik nog wel een miljoen of vier heb liggen. Nou, niet dus.’

Murphy is één van de zogeheten V11, een ‘elftal’ oud-profs dat een groep van zo’n tweehonderd betaald voetballers vertegenwoordigt. Op advies van Kingsbridge Asset Management, de investeringsmaatschappij van David McKee en Kevin McMenamin, staken zij hun geld in speelfilms, aandelen en onroerend goed en gingen daarmee gigantisch het schip in. Bekende spelers zoals Michael ThomasRod Wallace en Brian Deane zitten daardoor al jaren op zwart zaad. Niet in het minst omdat ze, opgelicht of niet, daarna ook nog een kolossale aanslag van de belastingdienst ontvingen.

Regisseur Richard Milway volgt de oud-voetballers gedurende enkele jaren, waarin ze hun recht proberen te halen en ondertussen een faillissement – en de bijbehorende huisuitzettingen, echtscheidingen, verslavingen en/of depressies – proberen af te wenden. Zij worden bijgestaan door gedreven juristen en financieel deskundigen, die ervan overtuigd zijn geraakt dat hun cliënten doelbewust zijn getild door lieden die ze jarenlang tot hun dierbaarste vrienden rekenden. Variërend van ‘dit is in orde, teken maar bij het kruisje’ tot slinkse valsheid in geschrifte en doelbewuste oplichting.

Milway maakt zeer aannemelijk dat er inderdaad sprake is van kwade opzet. McKee en McMenamin laten zich daarover echter niet aan de tand voelen. Zij houden ’t bij een schriftelijke verklaring, die als een nogal laf weerwoord steeds terugkeert in deze schrijnende journalistieke docu. Ze werpen daarin alle beschuldigingen ver van zich. En ook de bekende Engelse trainer en oud-bondscoach Howard Wilkinson, die tot 2024 maar liefst 32 jaar voorzitter was van de invloedrijke League Managers Association en in die hoedanigheid warme contacten onderhield met Kingsbridge, geeft niet thuis.

De Britse politie is er intussen eveneens van overtuigd geraakt dat dit zaakje stinkt, maar daarmee is dat nog niet wettig en overtuigend bewezen. En dus staat het water sommige V11’ers – de V staat overigens, een mooi staaltje ‘wishful thinking, voor ‘victors’, overwinnaars – aan de lippen. Als eerste generatie Premier League-spelers, die vermoedelijk dachten dat hun geld nooit meer op zou raken, vielen zij ten prooi aan de haaien die grootverdieners nu eenmaal altijd omcirkelen. Football’s Financial Shame maakt van deze voormalige voetbalsterren weer kwetsbare mensen van vlees en bloed.

Nadat zij voor het oog van de wereld hun jongensdroom hadden waargemaakt, werden ze na hun sportcarrière onder een wel héél koude douche gezet.

Billy Joel: And So It Goes

HBO Max

Aan het einde van deel 1 van het lijvige tweeluik Billy Joel: And So It Goes (290 min.) is de hoofdpersoon, de Amerikaanse zanger, pianist en componist Billy Joel, populairder dan ooit. Tegelijk komt zijn echtgenote Elizabeth Weber, die tevens z’n management doet, tot de conclusie dat zij samen op een doodlopend spoor terecht zijn gekomen. Joel drinkt als een tempelier en spot soms met zijn gezondheid, getuige bijvoorbeeld een ernstig motorongeluk. Elizabeth maakt plaats voor een nieuwe manager, haar eigen broer Frank. Intussen loopt ook hun huwelijk spaak.

Tot dat moment is ze Billy Joels steun en toeverlaat geweest. Zijn muze ook. Toen de twee elkaar leerden kennen was Elizabeth nog de vrouw van zijn beste vriend Jon Small, met wie hij eind jaren zestig in de rockbands The Hassles en Attila speelde. Hun liefde mocht er in eerste instantie niet zijn, waardoor Joel door hele diepe dalen ging. ‘Zelfs dit kun je niet’, concludeerde hij zelfs na een mislukte poging om zijn leven te beëindigen. En toen keerde Elizabeth terug in zijn leven en nam als z’n strijdbare pleitbezorger meteen zijn muzikale carrière stevig bij de teugels.

‘Bill haalt de essentie uit iets wat er is gebeurd en creëert daarmee een universeel verhaal’, stelt zijn ex-vrouw in deze documentaire van Susan Lacy en Jessica Levin. ‘Zo bereikt hij het DNA van de menselijke ervaring.’ Vakbroeders zoals Bruce Springsteen, Paul McCartney, John Mellencamp, Jackson Browne en Nas strooien soortgelijke superlatieven uit over de zwaarmoedige bard uit Long Island, die zijn populariteit verder uitbouwt in de jaren tachtig – en deel 2 van deze docu – en een erg publieke relatie krijgt met een nieuwe muze: het supermodel Christie Brinkley.

Dit portret loopt chronologisch zijn leven en loopbaan door, met zo nu en dan een uitstapje naar het heden of verleden, bijvoorbeeld naar het ongelukkige huwelijk van zijn Joodse ouders, een uit Duitsland gevluchte klassieke pianist en een labiele jonge vrouw uit Brooklyn. Nadat zij uit elkaar gaan, als Billy nog maar een joch van zeven is, dreigt zijn moeder ten onder te gaan aan drankzucht en verdwijnt zijn vader vrijwel volledig uit beeld. De zanger zal een leven lang blijven verlangen naar wezenlijk contact met de man die hem ooit liet kennismaken met muziek.

Joel, gezeten op z’n praatstoel aan de piano, laat de hele flikkerse boel nog eens de revue passeren: al die bekende liedjes en succesalbums, de bijbehorende tours én het gedonder eromheen. Zowel met zijn muzikanten, de producers en die ene manager (die hem zowat bankroet zou hebben gemaakt) als in zijn persoonlijk leven, waar vrouwen komen en gaan (nieuwe muze: de ruim dertig jaar jongere televisiekok Katie Lee Biegel), de alcohol rijkelijk blijft vloeien en Billy, die klassieke outsider uit New York, in gevecht raakt met alles en iedereen, zichzelf in het bijzonder.

En aan het eind van de tunnel – de tocht heeft bijna vijf uur geduurd en was over het algemeen best onderhoudend – gloort er natuurlijk licht in het leven van de performer op leeftijd: een nieuwe muze (tot nader orde de laatste), die hij met zijn stem en piano het hart op hol heeft gespeeld, Alexis Joel, en ogenschijnlijk zowaar ook iets van gemoedsrust (eveneens tot nader order).

Sponsorloper

Prime Video

Hij lijkt niet het type om stil in een hoekje te gaan zitten en zijn verdriet te verwerken. Integendeel, hij wil dat delen, op de één of andere manier omzetten in iets positiefs. En dus bedenkt Jeroen van Veen, alias @Sponsorloper (74 min.), een doldriest plan: hij gaat een jaar lang elke dag tien kilometer hardlopen, om geld in te zamelen voor het Prinses Máxima Centrum in Utrecht.

Want daar werd zijn eigen zoontje Kasper behandeld, als één van de zeshonderd Nederlandse kinderen die jaarlijks kanker krijgen. Ruim duizend dagen was Kasper vaste gast bij de kinderoncologen en begeleiders. Hij groeide er zogezegd op. Met veel plezier. Leerde er lopen, goed praten. En toen, nadat het kwartje talloze malen nét de goede kant op was gevallen, viel ‘t alsnog de verkeerde kant op. Zijn hersentumor werd Kasper begin 2022, op slechts vierjarige leeftijd, toch fataal.

Kasper van Veen behoort tot de ongeveer 120 Nederlandse kinderen die jaarlijks overlijden aan de gevolgen van kanker. Nadat hij drie en een half jaar vaste klant was bij het Prinses Máxima Centrum wil zijn vader Jeroen nu lotgenoten, die nog altijd noodgedwongen de gang naar het Utrechtse ziekenhuis maken, een hart onder de riem steken. Zodat ze weten dat er iemand is die elke dag aan hen denkt. Hij rent zogezegd voor hun leven – en dat van zichzelf, natuurlijk.

In deze docu volgt Jasper Mulder dit proces op de voet: van de marathon van Utrecht in mei 2023 tot de Radio 538 Ochtendrun op 22 maart 2024, als de radiozender Van der Veers initiatief heeft omarmd met de actie ‘help Jeroen aan een miljoen’ en een groot benefietevenement organiseert. Zijn protagonist is het onbetwiste middelpunt van de film – ook omdat Kaspers moeder Charlotte liever buiten beeld blijft en hun andere kinderen zoveel mogelijk uit beeld worden gehouden.

Daarmee wordt Sponsorloper als film wel erg eenzijdig: met Jeroen van Veen vooral lopend – of zich daarop voorbereidend of ervan afkoelend – en tussendoor in zijn eentje terugkijkend op de lijdensweg die ze met Kasper hebben moeten afleggen. Intussen draagt hij alsmaar de, ondanks alles, blijde boodschap van zijn actie uit. Bij dat laatste krijgt hij nog wat hulp van bekendheden zoals Bas Smit, Maan, Maarten van der Weijden, Dafne Schippers en Sunnery James & Ryan Marciano.

Het resultaat is een film die van start naar finish gaat. En dan weer van finish naar start. Over een ouder die zijn kind koste wat het kost bij zich wil houden – al is het dan alleen in zijn hart – en anderen een hart onder de riem wil steken.

Alles Komt Goed

Prospektor / Human

Twee meisjes spelend in het bos en de duinen. Twee zussen. Muqat van tien, Samrawit van nog nét zeventien. De jongste rennend, klimmend en schuilend in de Nederlandse natuur, de ander voortdurend coachend. Want ze spelen haar herinneringen na. Harder rennen dus. Ze wordt achterna gezeten door apen. Een gorilla zelfs.

Dat kan in Eritrea. Op z’n minst in de belevingswereld van een achtjarig meisje. Zo oud was Samrawit toen ze haar land ontvluchtte. Samen met twee leeftijdsgenoten, maar zonder familie. Zelf dacht ze er destijds weinig over na. ‘In mijn gedachten had ik niet zo: ik ben nog maar acht’, herinnert ze zich. ‘Ik dacht bij mezelf: ik kan alles.’

En nu zit Samrawit, een tiener inmiddels, gewoon op school in Almelo en blijkt de Nederlandse taal een harde dobber. Ze wil ook graag meer contact met Nederlanders, niet alleen met jongeren uit een ander land zoals zij zelf. Ze wil vooruit, weg van wat ze heeft achtergelaten en op naar wat ze wil worden. Achttien, om te beginnen.

Volwassen. Een eigen leven. Dat gaat niet vanzelf. Een liedje van Jaap Reesema biedt dan houvast in deze jeugddocu van Eefje Blankevoort en Lara Aerts. ‘Als het voelt of je alleen bent, kom ik rennen naar je toe’, zingt Samrawit, ook tegen zichzelf. ‘Leg je hoofd maar op mijn schouders. Alles komt, alles komt, Alles Komt Goed (Engelse titel: Everything Will Be Allright, 32 min.).’

Tussendoor schetst ze met ruwe pennenstreken het vluchtverhaal van haar familie. Ze zijn in Ethiopië, Soedan, Libië en Italië geweest en uiteindelijk in Nederland beland. Terwijl ze terugblikt, zinspeelt Samrawit op gebeurtenissen die niet concreet – en misschien is dat ook maar beter zo – worden benoemd. Ze kijkt liever naar de toekomst, in Nederland.

En die begint op het ROC Twente en hopelijk binnenkort ook met een eigen huis. Dan komt alles, zo lijkt haar stellige overtuiging in dit warme portret dat op het International Documentary Festival Amsterdam werd uitgeroepen tot beste jeugddocu, vast wel goed. Het is de hoop die doet leven. Zonder kan het bestaan niet bestaan.

Alles Goed

Mokum

De oudere vrouw begint direct te huilen als ze haar kamer voor het eerst te zien krijgt. ‘Ik wil naar huis’, zegt ze geëmotioneerd en steekt vervolgens haar duim op naar de camera. Oké, klaar. Een andere vrouw pinkt, turend op haar telefoon, een traantje weg op haar kamer. Alles Goed (114 min.), zegt ze tegen zichzelf en tegen Petra Czisch-Lataster en Peter Lataster, de filmmakers die meekijken terwijl zij, Oekraïense vluchtelingen, hun intrek nemen in een nieuwe opvangplek te Weesp.

Het gaat voornamelijk om (oudere) vrouwen en kinderen, de mannen zijn doorgaans achtergebleven in eigen land. Vaders, zoons, broers en ooms. Dood of levend. Zonder hen moeten de Oekraïners in den vreemde een tijdelijk thuis inrichten. Bij aankomst in Weesp, de start van deze observerende film, beginnen ze direct met het zich eigen maken van de kamer die hen is toebedeeld. Zodat die – al is ‘t maar voor even – hún plek wordt. Om stil te zijn, even tot zichzelf te komen of te rouwen.

Het echtpaar Lataster toont hen zonder opsmuk, met veel oog voor de kleine menselijke momentjes. Als makers hebben zij allang aangetoond dat ze in staat zijn om zich klein te maken, zodat hun hoofdpersonen alle ruimte hebben om zichzelf te zijn. Kletsend, knuffelend met een huisdier of samen copieuze gerechten – en lol – makend in de keuken. Tussendoor laten ze hen ook, buiten beeld, aan het woord over de vervloekte oorlog, die de Russen enkele jaren geleden zijn begonnen in hun vaderland.

Alles goed, die boodschap klinkt soms ook vanuit Oekraïne, maar de goede verstaander weet wat daarvan de bedoeling is: het thuisfront, noodgedwongen naar het buitenland uitgeweken, gerust proberen te stellen. Terwijl de bewoners in deze kalme film samen een soort samengestelde familie beginnen te vormen, die zich opmaakt voor het jaarlijkse kerstfeest, blijven ze op de hoogte van wat er zich afspeelt in hun en ons land – het asieldebat en de verkiezingswinst van de PVV bijvoorbeeld.

Intussen vinden Peter en Petra Lataster symboliek in het alledaagse: het jongetje dat op een klein fietsje rondjes draait op een binnenplaats, een verminkte kat die naar de kerstboom strompelt en hoe Nederlandse ingrediënten in een Oekraïense lekkernij verdwijnen. Het zijn scènes die illustreren hoe het leven elders, uiteindelijk, gewoon doorgaat en toch altijd nét iets anders blijft dan echt thuis. Een simpele constatering die nog eens wordt benadrukt in de aangrijpende climax van deze film.

Over het thuisgevoel in tijden van oorlog – en als dat is verdwenen.

S10 – Dat Het Goed Blijft Gaan Met Mij

EO

Rond het Eurovisie Songfestival van 2022 in Turijn, komt het verhaal tot een climax. De Nederlandse deelneemster S10 lijkt daar hoge ogen te gaan gooien met het gevoelige lied De Diepte. En haar persoonlijke verhaal, waar de verzamelde entertainmentjournalisten maar geen genoeg van krijgen, sluit daar perfect bij aan. Als tiener kampte zangeres Stien den Hollander met ernstige mentale problemen. Op haar eenentwintigste heeft ze die overwonnen en is ze uitgegroeid tot een gelouterde jonge vrouw, die zich nu ieders hart in gaat zingen. Alleen, dat is precies wat het is: een verhaal.

Een afgeronde vertelling, met een kop en een staart. Over een uitdaging die is aangegaan en overwonnen. In de trant van: Stien was ziek en nu is ze beter. ‘En ze leefde nog lang en gelukkig’, zegt haar manager en steun en toeverlaat Froukje Bouma erachteraan. De werkelijkheid is alleen veel minder eendimensionaal dan het verhaal dat ervan wordt gemaakt. Als dat Songfestival erop zit – deze documentaire van Linda Hakeboom en Rolf Hartogensis is dan een kleine twintig minuten onderweg – stapt de jonge zangeres uit Hoorn dus weer in de mallemolen van haar gewone bestaan.

Terwijl ze in televisieprogramma’s blijft beweren dat het ‘heel goed’ gaat, kampt ze ‘gewoon’ met de twijfels die nu eenmaal bij haar leven horen. S10 – Dat Het Goed Blijft Gaan Met Mij (69 min.) documenteert dit proces en maakt er, zo je wilt, ook weer een verhaal van. Geen Disney-productie weliswaar, maar een geladen en gestileerd portret. Waarin S10 op weg gaat naar een uitverkocht concert in de AFAS Live te Amsterdam en Hakeboom, die eerder een vergelijkbare documentaire maakte over Jett Rebel, ondertussen met Stien in haar getormenteerde verleden duikt.

In dat kader is zij als meisje te zien in een aflevering van het jeugdprogramma Taarten van Abel (2015), bezoekt ze beladen plekken uit haar jaren als ontwortelde tiener en ontmoet ze jeugdwerker Ewald Brouwer, die haar vroeger thuis bezocht. Het is een donkere ‘trip down memory lane’, die Stien duidelijk kruim kost en die ze zo nu en dan ook onderbreekt, om even op adem te komen. Intussen wordt haar getroebleerde jeugd weliswaar niet tot in detail opgelepeld, maar valt wel degelijk op te maken welk type wonden, butsen en schrammen zij probeert te helen met haar muziek.

Haar persoonlijke, breekbare en geladen werk biedt Stien geen ultieme verlossing, maar lijkt voor haar wel degelijk te fungeren als een proeftuin of uitlaadklep. Voor een jonge vrouw, die nog altijd zomaar in een afgrond lijkt te kunnen tuimelen, maar de wil en moed heeft om er, steeds weer, uit te klimmen. En dat lijkt voor de verandering – in de entertainmentbusiness wordt zo’n verhaal nu eenmaal vaak met de wereld gedeeld om een nieuw product of evenement te ondersteunen – nu eens niet te leiden naar een nieuw album of groot concert. Al staat S10 deze zomer natuurlijk wel op Pinkpop.

Barbara Stok – Hoe Goed Te Leven

c: Barbara Stok

Later heeft ze er een nacht wakker van gelegen, vertelt ze aan documentairemaker Frank Wiering. Nadat Barbara Stok de Stripschapprijs 2023 in ontvangst heeft genomen, doet ze – in lijn met de Griekse filosofe Hipparchia, de heldin van haar bekroonde graphic novel De Filosoof, De Hond En De Bruiloft – iets ongepasts: ze gaat als een hond op het podium liggen. Naderhand, als pas echt is doorgedrongen dat ze die prijs heeft gewonnen, voelt ze zich daar toch wat ongemakkelijk bij. Die twijfel past ook wel bij Stok, haar/het leven is niet altijd eenvoudig. 

In de alleraardigste tv-film Barbara Stok – Hoe Goed Te Leven (47 min.) portretteert Wiering de Groningse stripmaakster, die gaandeweg pas heeft ontdekt hoeveel ze eigenlijk van zichzelf in het boek over Hipparchia van Maroneia heeft gestopt. Zij zou best willen zijn zoals de Griekse filosofe, die geldt als vertegenwoordiger van de filosofische stroming De Cynici. Zij zwoer samen met haar grote liefde Crates elke vorm van luxe af en wilde gewoon een eenvoudig en zinvol leven leiden. Als een hond, juist. ‘Wie genoeg heeft aan het minimum is werkelijk vrij.’

Barbara Stok staat iets soortgelijks voor: ze deed haar auto de deur uit, werd vegetarisch en sloot zich ook aan bij Extinction Rebellion. Toch blijft het zoeken: tussen wat je wilt en hoe je vindt dat het moet. Stok is ervan overtuigd dat we allemaal onderdeel zijn van een systeem dat niet deugt, vertelt ze aan Wiering. Zelf lijkt ze een typisch kind van het linkse bolwerk Groningen, dat ook een geduchte reputatie heeft als rockstad. In de plaatselijke concertzaal Vera zag ze talloze concerten die ook haar eigen groep inspireerden: het garagebandje De Straaljagers

Ontspannen vragen stellend wandelt Frank Wiering zo door Stoks leven, dat hij natuurlijk illustreert met haar tekeningen en begeleidt met een smakelijke soundtrack, die klinkt als de omgevallen platenkast van de betere muziekliefhebber (van Barbara Stok zelf?): The Dead South, The Beatles, Madness, The Rolling Stones, The Who, Bikini Kill, Ramones en The Verve. Zo toont dit sympathieke portret wie de tekenares is en wie ze wil zijn. Om Stoks lijfspreuk – als ze die al heeft, nuanceert ze meteen – te citeren: niets is genoeg voor wie wat genoeg is weinig. (Epicurus).

En Barbara Stok lijkt nog lang niet klaar met filosofie. Naar verluidt zit er een kinderboek over Socrates in de pen.

Telemarketers

HBO Max

Ze gaan de waarheid blootleggen, zeggen Sam Lipman-Stern en Patrick J. Pespas tegen elkaar. Over de schimmige wereld die schuilgaat achter telemarketing, de belcampagnes waarvan iedereen wel eens last heeft. Zoals documentairemaker Michael Moore dat ook altijd zo overtuigend doet. De twee leerden elkaar kennen bij Civic Development Group (CDG), een rommelig telemarketingbedrijf uit New Jersey waar allerlei misfits hun brood verdienden. Dag in dag uit belden ze daar namens allerlei goede doelen mensen op voor een donatie. Voor de Disabled Veterans Association, het Cancer Survivors Fund of de Firefighters Charitable Foundation bijvoorbeeld. 

Lipman-Stern en vooral Pespas, die vanwege zijn overmatige drugsgebruik ook wel ‘Pat de Snuiver’ wordt genoemd, krijgen er handigheid in om gewone Amerikanen geld uit de zak te kloppen, toont de lekker rommelige eerste aflevering van Telemarketers (167 min.), de driedelige serie die Sam Lipman-Stern heeft gemaakt met zijn neef Adam Bhala Lough. Op de bibberige beelden die ze zelf op kantoor hebben geschoten is te zien hoe allerlei gladde praatjesmakers geroutineerd hun gesprekscripts afwerken en zo per uur honderden dollars binnenharken. Waarvan dan hooguit twintig procent bij het beoogde goede doel terecht komt.

Daar mogen ze alleen niet over liegen. Als de gebelde er expliciet naar vraagt, moeten ze dat eerlijk benoemen. Ook daarvoor bedenken David Keezer en Scott Pasch, de eigenaren van CDG, echter een list, waardoor het lijkt alsof hun marketeers daadwerkelijk werkzaam zijn bij de begunstigde organisatie en ze dus met een gerust hart kunnen zeggen dat honderd procent van de gift bij bijvoorbeeld de vakbond Fraternal Order of Police terechtkomt. Écht, met de hand op het hart. Dat kan niet goed gaan, zou je zeggen. Althans, voor gewone CDG-medewerkers. Want ook als het bedrijf publiekelijk tegen de lamp loopt, ontspringen Keezer en Pasch de dans.

En dus starten de twee voormalige telemarketeers een onderzoek naar de business waarin ze zelf jaren werkzaam waren. Dat zal jaaaaren in beslag nemen. Ze beginnen bijvoorbeeld de non-profitorganisaties waarvoor de Civic Development Group werkte op te bellen. Die moeten toch gewoon van de grootschalige zwendel hebben geweten? Misschien hebben ze er zelfs een belang bij. Zo ontstaat een vermakelijke exposé over een parasitaire business, waarbij de waarheid een rekbaar begrip blijkt. En wie kunnen er beter iemand geld aftroggelen dan… , juist, …junks en boeven? Op de werkvloer noemden ze CDG niet voor niets ‘Criminals Doing Good’.

Deze miniserie wordt bevolkt door een Jan Doedel-achtige verzameling morsige personages, die met liefde en plezier de praktijk van alledag binnen de telemarketingbranche schetsen. Het onderzoek van Lipman-Stern en Pespas komt intussen met horten en stoten op gang, ligt jarenlang stil en krijgt dan alsnog vaart, wanneer blijkt dat er een nieuw type opdrachtgevers op de markt is gekomen en nóg dubieuzere methodes om geld los te wrikken worden ingezet. Dan komen de communicatieve vaardigheden van Pespas ook nog bijzonder goed van pas.

Van een aandoenlijk portret van twee beroepsslackers en hun ‘shabby’ entourage heeft Telemarketers zich dan ontwikkeld tot een beurtelings spannend en hilarisch staaltje hotsknotsbegonia-onderzoeksjournalistiek. ‘Michael Moore-style’, zoals ze zelf, met enige trots, constateren. Al gaat die ongetwijfeld veel gewiekster – en daardoor minder ontwapenend – te werk dan de twee stoethaspels die zich een weg door de telemarketingjungle proberen te banen.

Karo Wil Goed Dood

Human

‘Einddatum’ staat er in haar digitale agenda bij vrijdag 2 december 2022. Drie dagen van tevoren wil Karo nog naar een concert van de symfonische metalband Within Temptation. In de navolgende dagen is er dan gelegenheid voor familie en vrienden om afscheid van haar te nemen. En dan wil ze op een waardige wijze afscheid nemen van het leven.

Karo Wil Goed Dood (39 min.) is het relaas van een jonge, beschadigde vrouw die aan meerdere traumatische gebeurtenissen een complexe posttraumatische stressstoornis (CPTSS) heeft overgehouden en nu een euthanasieverzoek heeft ingediend. Na vijftien jaar, waarin ze naar verluidt zo’n tweehonderd hulpverleners heeft gezien, is ze uitbehandeld. Karo gaat vrijwel dagelijks gebukt onder angsten, somberte en de drang om zichzelf te pijnigen.

Xena Maria Evers documenteert in deze korte documentaire, die thematisch sterk verwant is met Jesse van Venrooij’s film ‘t Is Goed Zo (over de euthanasie van Eelco de Gooier uit 2018), wat de laatste dagen van Karo’s leven moeten worden. Haar psychiater heeft haar aanvraag goedgekeurd. Nu moet een second opinion-arts alleen nog vaststellen of de vrouw uit Beverwijk inderdaad ondraaglijk lijdt en in staat is om de keuze voor euthanasie te maken.

‘Alsof je een soort van moet solliciteren of je dood mag’, meent de 29-jarige vrouw zelf. De precieze redenen voor haar doodswens blijven onbenoemd in deze wrange film – om geen ongewenste gevolgen te triggeren – maar uit wat Karo vertelt over de dagelijkse strijd die haar leven is geworden en de doelgerichtheid waarmee ze het euthanasietraject uiterlijk onbewogen doorzet spreekt hoezeer ze verlangt naar de rust die haar alom wordt toegewenst.