Draw For Change!

Clin D’oeil Fims

Zes verschillende vrouwen in zes verschillende landen. Syrië, Mexico, Rusland, India, Egypte en de Verenigde Staten. Met hun cartoons opereren zij aan de frontlinie van het vrije woord. Daar binden ze onversaagd de strijd aan met de vernietigingsdrang van Assad en Poetin, vrouwenhaat en femicide, huiselijk geweld, een religieus bewind dat geen tegenspraak duldt, de lange arm van de Moslimbroederschap en de wankelende Amerikaanse democratie (via een overigens nogal afwijkend college staatsrecht).

De cartoonisten Amany Al-Ali, Mar Maremoto, Victoria Lomasko, Rachita Taneja, Doaa el-Adl en Ann Telnaes zetten hun eigen persoonlijke veiligheid en die van hun geliefden op het spel om gebruik te kunnen maken van de vrijheid van de meningsuiting. Deze zes moedige vrouwen worden in Draw For Change! (322 min.), een zesdelige documentaireserie van de Belgische showrunners Vincent Coen en Guillaume Vandenberghe, geportretteerd door zes – ik bedoel: zeven – vrouwelijke filmmakers.

Alisar Hasan & Alaa Amer, Karen Vazquez Guadarrama, Ana Mosienko, Sama Pana, Nada Riyadh en Laura Nix tekenen de zes cartoonisten, natuurlijk ook met behulp van hun tot leven gewekte tekeningen en de reacties die deze oproepen, op in gloedvolle kleuren en schetsen tevens de grauwe wereld waarbinnen zij opereren. Vrouwen in wat ooit werd beschouwd als een mannenberoep. Feministen. Die in hun persoonlijk leven willen gaan trouwen, dealen met een dominante vader of worden lastiggevallen.

Samen agenderen zij het belang van persvrijheid, hoe die op diverse plekken in de wereld in het geding is en wat daarvan de consequenties zijn voor hen, de vrouwen die zich in het openbaar doen gelden. Die gevolgen laten zich raden: intimidatie, bedreiging (ook van hun naasten) én juridische procedures. Enkele cartoons van Rachita Taneja liggen in India bijvoorbeeld zo gevoelig dat ze een gevangenisstraf van zes maanden riskeert. Taneja’s advocaat raadt haar zelfs af om ze te laten zien in Draw For Change!.

Intussen zet deze zesdelige serie de schijnwerper op zes dappere vrouwen die blijven spreken, liefhebben, twijfelen, zwijgen, provoceren, tandenknarsen, bang zijn, grappen maken, zichzelf censureren en – ondanks alles – tekenen. In zes uiteenlopende verhalen over het belang van het vrije tekenen.

Rebel Royals: An Unlikely Love Story

Netflix

Nee, hij werd niet beschouwd als koninklijk materiaal, dat kunnen we gerust stellen. Voor de Noorse prinses had werkelijk niemand ‘een zwarte, biseksuele sjamaan’ in gedachten gehad. Een man die in de toekomst – God verhoede ‘t! – wellicht zelfs koning zou kunnen worden. Zelfs Durek Verrett zelf niet. Zegt hij. Hooguit zijn aanstaande, de lieftallige prinses Märtha Louise van Noorwegen.

Nu is zij zelf ook niet het archetypische lid van een koninklijke familie, dat haar gezicht altijd in plooi houdt en netjes binnen de lijntjes kleurt. Ze ervaart haar prinsessenleven regelmatig als een keurslijf, is volgens eigen zeggen hoog sensitief en beschikt zowaar over paranormale gaven. Toen ze Sjamaan Durek voor het eerst zag, dacht ze: ik ken je al. Niet vreemd: de twee ontmoetten elkaar al tijdens een vorig leven in Egypte. ‘Het voelde alsof ik naar Harry Potter-land kwam’, constateert ze tevreden. Als Märtha Louise een prins was geweest, zou er vast iemand op samenzweerderige toon hebben gefluisterd: midlifecrisis. Ze heeft nochtans drie dochters om op te voeden. En die zijn eveneens met bijzondere gaven behept: Maud is een getalenteerde kunstenares, Leah een bekend model en influencer en Emma een uitstekende amazone.

En nu moet dat ‘marriage made in another dimension’, waarop iedereen wel wat heeft aan te merken, nog worden voltrokken. In het Noorse dorp Geiranger, de eerste plek waar de Vikingen ooit landden. Net Lord Of The Rings. Dan staat er nog maar één belangrijke vraag open: moet hij, de sjamaan van Hollywoods sterren en onversaagde Gwyneth Paltrow-fluisteraar, zijn vrouw straks in het openbaar ‘majesteit’ of ‘uwe koninklijke hoogheid’ noemen? En net als Rebel Royals: An Unlikely Love Story (101 min.), nog eens aangezet door een lichte, soms bijna ludieke Bachachtige soundtrack, wel erg gemakkelijk tussen suikerzoet,  aalglad en (onbedoeld) komisch lijkt door te glibberen, vindt documentairemaakster Rebecca Chaiklin (Tiger King) zowaar ook nog wat drama in het familieleven en de gezondheid van het onwaarschijnlijke koppel.

En dan weer door, voorwaarts mars, naar de voorbereidingen op dat Disney-huwelijk. Daarbij houden de lafhartige aanvallen van de Noorse pers op de vreemde snoeshaan, die sinds een bijna-doodervaring geesten ziet en ook nog eens met hen kan communiceren, natuurlijk onverminderd aan. Zoals ook Janteloven, de wet van Jante die in Noorwegen door Jan en alleman wordt gepredikt, met voeten wordt getreden door het koninklijk paar in spe. Doe vooral niet te gewoon, lijken Märtha en Durek tegen zichzelf te zeggen, je doet niet snel gek genoeg. Zo werkt dit 21e eeuwse sprookje toe naar een groots opgezette, overigens met privaat geld gefinancierde, droombruiloft. Waarna er natuurlijk maar één einde kan komen: en ze leefden nog….

Fouad Elkoury Par Fouad

Fouad Elkoury

Als oudere man heeft hij zich tegenwoordig verschanst in de bergen van Libanon. Fouad Elkoury, in de zeventig inmiddels, fotografeert volgens eigen zeggen helemaal geen mensen meer. Hij oogt ook enigszins moegestreden, beroofd van z’n idealen. Elkoury wordt beschouwd als een toonaangevende Arabische fotograaf. In zijn werk zit zogezegd een ‘diepe wanhoop over het Midden-Oosten’ verscholen.

Fouad Elkoury legde de burgeroorlog in Libanon van begin jaren tachtig vast, deed dienst als chroniqueur van het Palestijnse lijden in de bezette gebieden en trad samen met zijn toenmalige geliefde Nada in de voetsporen van Gustave Flaubert en vereeuwigde het dagelijks leven in Egypte. ‘Ik ben geen oorlogsfotograaf’, zegt hij dan ook stellig, ‘maar probeer emoties te vangen.’

In zekere zin is zijn werk mislukt, constateert de Libanese fotograaf mismoedig als hij bij een overzichtstentoonstelling nog eens naar zijn belangrijkste foto’s kijkt. Die hebben uiteindelijk toch niet de overtuigingskracht gehad die hij er ooit in dacht te vinden. Je kunt er de wereld niet mee veranderen, realiseert Fouad Elkoury zich tegenwoordig. Hoe hard je ‘t ook probeert…

In Parijs, de stad waar hij in 1952 werd geboren, ontmoet hij voor het (zelf)portret Fouad Elkoury Par Fouad (55 min.) verder documentairemaker Kamy Pakdel en oude vrienden zoals filmproducer Emmanuel Barrault, journalist Pierre Haski en Francine Deroudille, de dochter van de befaamde Franse straatfotograaf Francois Doisneau – aan wie hij ooit de film Lettres À Francine richtte.

Met hen bespreekt hij het leven en werk waarover hij zich zelf zeker niet in juichtermen uitlaat. Deze stemmige film weerspiegelt de ‘tone of voice’ van de man zelf, die bedachtzaam de ruim zeventig jaar die nu achter hem liggen beschouwt. Aan de hand van de beelden die hij daarvan heeft gemaakt en de herinneringen die deze onvermijdelijk oproepen.

Jimmy Carter: Man From Plains

Sony Pictures Classics

‘I’m only trying to make it to vote for Kamala Harris.’ Vanuit het hospice waar hij sinds februari 2023 wordt verpleegd, komt begin augustus het bericht dat Jimmy Carter hoopt dat hij nog eenmaal mag stemmen. Daarna kan de voormalige Amerikaanse president (1977-1981), die op 1 oktober ook honderd jaar oud wordt, zich met een gerust hart voegen bij zijn vrouw Rosalynn, die in november 2023 op 96-jarige leeftijd is overleden.

‘s Mans buitengewone leven begint op een eenvoudige pindaboerderij in Georgia, de staat waarvan hij later gouverneur zal worden. Van daaruit zet hij de stap naar een presidentschap, dat zeker niet door iedereen als een succes wordt beschouwd. Dat geldt wél voor de dik veertig jaar erna, als de ‘elder statesman’ Carter overal in de wereld strijdende partijen bij elkaar probeert te brengen en essentiële vredesakkoorden weet te sluiten. Het levert hem in 2002 de Nobelprijs voor de Vrede op.

Enkele jaren later, in het najaar van 2006, sluit regisseur Jonathan Demme (The Silence Of The Lambs, Philadelphia en Stop Making Sense) aan bij de politicus, inmiddels in de tachtig, voor Jimmy Carter: Man From Plains (125 min.). Carter heeft dan net een controversieel boek uitgebracht, Palestine: Peace Not Apartheid, waarover hij in gesprek gaat met Amerikaanse media. Die hebben in zijn optiek ‘abominabel’ bericht over de Palestijnse kwestie. Ze zijn veel te veel op de hand van Israël.

Daarvoor is, naast eigenzinnigheid, ook politieke moed nodig. Behalve woedende opiniestukken, kritische vragen van interviewers als Charlie Rose, Larry King en Wolf Blitzer en allerlei boze burgers krijgt Carter echter ook lof van gewone Amerikanen (en Palestijnen, die hem komen bedanken voor zijn bijdrage aan het debat). Over het algemeen houdt Carter zich tijdens zijn boektour zonder al te veel moeite staande, ook tijdens geladen interviews met de Israëlische televisie en Al Jazeera.

Tussendoor bezoekt hij zijn eigen Carter Center in Atlanta, een non-profit organisatie die de strijd aanbindt met wereldwijde thema’s als armoede, ziekte en onrecht, en steekt hij de handen uit de mouwen voor Habitat For Humanity, dat zich dan bezighoudt met het herbouwen van huizen in New Orleans, nadat de orkaan Katrina daar in 2005 ongenadig huis heeft gehouden. Intussen beijvert zijn echtgenote Rosalynn zich voor betere geestelijke gezondheidszorg voor Amerikaanse jongeren.

Zij is ‘t ook die herinneringen ophaalt aan hoe haar echtgenoot in 1978 het vredesakkoord tussen Israël en Egypte mogelijk maakte. Volgens Rosalynn trok Carter als president de besprekingen vlot door de kleinkinderen van de toenmalige Israëlische leider Begin erbij te betrekken. Op gezette moment snijdt Demme intussen door naar crisissituaties in Israël en de Palestijnse gebieden, om de noodzaak van een blijvende oplossing voor dit nog altijd door etterende conflict te benadrukken.

Deze observerende documentaire uit 2007 moet ’t verder niet hebben van dramatische ontwikkelingen of messcherpe confrontaties. Daarvoor is de hoofdpersoon ook een te vriendelijke en beheerste man. Illustratief is een scène van Jimmy op reis. Als hij een vliegtuig instapt – gewoon een reguliere vlucht, geen privétoestel – krijgt elke afzonderlijke passagier een hand. Waarbij het de vraag is, of hij inderdaad ‘heel gewoon’ is gebleven of toch ‘gewoon’ een doorgewinterde politicus is.

Jimmy Carter: Man From Plains toont in elk geval een man die dan al de huidige leeftijd van president Joe Biden heeft bereikt en die onvermoeibaar blijft pleiten voor de zaken die hem aan het hart gaan. En zeventien jaar later is hij er dus nog steeds: een heel eind uitgeleefd, maar klaar om een stem uit te brengen op de Democratische kandidaat die wellicht de eerste vrouwelijke president van de VS gaat worden.

In de fijne documentaire Jimmy Carter: Rock & Roll President (2020) wordt overigens belicht hoe de Democratische president in het Witte Huis een podium bood aan allerlei muzikanten zoals Bob Dylan, Bono, Nile Rodgers, Gregg Allman en Willie Nelson. Zij betonen hem in deze film alle eer.

Draw Me Egypt – Doaa El-Adl, A Stroke Of Freedom

NTR

Elke keer als ze een rode lijn overgaat, ontdekt ze een nieuwe. ‘Het is net een doolhof dat een labyrint vormt’, zegt de Egyptische cartooniste Doaa el-Adl in de documentaire Draw Me Egypt – Doaa El-Adl, A Stroke Of Freedom (50 min.) van regisseur Nada Riyadh, onderdeel van de Draw For Change-serie. ‘Ik wou dat er geen beperkingen bestonden en dat ik vrij was om met mijn eigen ideeën te komen. Dat wens ik elke dag dat ik aan het werk ben.’

El-Adl’s vaste redacteur Amro Sélim, met wie ze al dertien jaar samenwerkt, is van mening dat een cartoonist de grenzen van de vrijheid van meningsuiting moet oprekken. Dat is bepaald geen sinecure in een land als Egypte, waar de Moslimbroederschap nog altijd een belangrijke positie inneemt en menige collega al naar het buitenland is uitgeweken. In de wetenschap ook dat cartoonisten zoals zij, getuige de bloedige aanslag op het satirische tijdschrift Charlie Hebdo in 2015, zomaar doelwit kunnen worden van lieden die weinig respect hebben voor de vrijheid van meningsuiting.

Toen Doaa el-Adl begon te tekenen, keek ze nog, zonder dat ze het zelf echt doorhad, vanuit een traditioneel mannelijk perspectief naar de wereld. De vrouwenfiguren die uit haar tekenpen vloeiden, vertelt ze zelfkritisch, voldeden aan alle stereotypen. Gaandeweg is El-Adl zich echter steeds bewuster geworden van haar eigen positie en heeft ze zich ontwikkeld tot een geduchte tegenstander van eenieder die vrouwen wil beknotten, kleineren of beschadigen. Daarmee voegt ze een eigen perspectief toe aan het maatschappelijke debat. Dat is alleen niet zonder gevaar.

In haar messcherpe werk neemt Dooa El-Adl bijvoorbeeld genitale verminking, groepsverkrachting en de achtergestelde positie van vrouwen in het algemeen op de korrel. Daar zit bepaald niet iedereen op te wachten. Nada Riyadh heeft deze cartoons vanzelfsprekend een prominente plek gegeven in dit boeiende portret van een moedige vrouw, die van geen wijken wil weten en vanuit eigen land blijft werken. ‘Ben je bang dat er iets met je gebeurt?’ vraagt Riyadh nog aan haar protagonist. Die geeft er de voorkeur aan om die vraag niet te beantwoorden.

Trailer Draw Me Egypt – Doaa El-Adl, A Stroke Of Freedom

Cameraperson

Janus Films

Ook wanneer je als Cameraperson (102 min.) opereert als de spreekwoordelijke ‘fly on the wall’ en de werkelijkheid alleen maar lijkt te registreren, ben jij degene die bepaalt wat de wereld krijgt te zien. Als cameraman, cinematograaf of pak ‘m beet ‘director of photography’ (DOP) kies je immers de plek, het frame, de achtergrond, het perspectief en de belichting van wat de beurtelings onthullende, meedogenloze of juist verliefde camera vastlegt.

Na 25 jaar ‘schouderen’ of staan achter een statief, waarin ze werkte voor klassieke documentaires zoals Citizenfour (Laura Poitras), Fahrenheit 9/11 (Michael Moore) en This Film Is Not Yet Rated (Kirby Dick), maakt Kirsten Johnson in deze persoonlijke film uit 2016 de balans op. Het zijn de memoires van een cameravrouw die veel van de wereld heeft gezien en laten zien: Nigeria, Jemen, Darfur, Oeganda, Afghanistan, Liberia én Bosnië, waarnaar ze in deze documentaire steeds weer terugkeert. Naar een oorlog, die van geen ophouden wil weten. Johnson laat ook zien hoe ze werkt. Het zoeken naar een shot. Het scherpstellen. En de opmerkingen vanachter de lens, de gesprekjes die daar soms worden gevoerd en de aanwijzingen richting de mensen voor de camera.

Samen met filmmakers, producers, fixers en tolken bezoekt ze plekken des onheils. Het motel waar Servische soldaten zich schuldig maakten aan massaverkrachting. De pickup truck van drie witte racisten, waarachter de zwarte Amerikaan James Byrd Jr. in 1998 met een ketting werd gehangen. Wounded Knee, waar in 1890 honderden Sioux-indianen werden afgeslacht en ook navolgende generaties ‘native Americans’ gewond raakten. Het Tahrir-plein in Cairo waar de Arabische Lente werd neergeslagen. En de Rwandese Nyamata-kerk waar Hutu’s tienduizend leden van de Tutsi-stam om zeep hielpen. En natuurlijk ontbreekt ook het World Trade Center in Johnsons eigen thuisbasis New York niet, het toneel van de terroristische aanslagen van 9/11.

Kirsten Johnson zet haar camera tevens op persoonlijke subjecten: haar kleine kinderen Viva en Felix bijvoorbeeld (terwijl die de dop weer op de lens proberen te krijgen). Haar moeder Catherine Joy Johnson, enkele jaren nadat zij is gediagnosticeerd met Alzheimer. En haar vader Dick, die ze in 2020 nog zal vereeuwigen in de geweldige documentaire Dick Johnson Is Dead. Cameraperson wordt zo tegelijkertijd een intieme terugblik op een enerverend (werk)leven en een boeiende bespiegeling op beeld: wat het is, hoe het wordt verkregen en wat het te weeg kan brengen. Waarbij de camera – dat mag echter geen verrassing heten – nooit liegt.

The Deepest Breath

Netflix

Twee levens bewegen zich in deze film onmiskenbaar naar elkaar toe: de Italiaanse streber Alessia Zecchini en een Ierse avonturier, Stephen Keenan. Een passie voor de extreme sport vrijduiken gaat hen in The Deepest Breath (110 min.) onherroepelijk samenbrengen. Hoe, waar en onder welke omstandigheden, dat is alleen de vraag. Vestigen ze samen een bijzonder record? Redt de één het leven van de ander? Of worden ze misschien gewoon verliefd?

Vrijduiken is bepaald niet vrij van gevaar. Elke duiker wil steeds dieper en langer onder water. Totdat het eigenlijk niet meer gaat, op één enkele ademtocht. Het is voor zo’n waaghals gemakkelijk om z’n eigen grenzen te vergeten, te verdrinken in z’n ambities. En dan duurt het simpelweg te lang voordat ie weer bovenkomt en dreigt een zuurstoftekort. De laatste tien meter kunnen, letterlijk, dodelijk zijn, klinkt ‘t al snel onheilspellend in deze documentaire van Laura McGann.

Nabij het zogenaamde Blue Hole in Egypte, een plek die gevaarlijker zou zijn dan Mount Everest, is niet voor niets een heuvel met allerlei gedenkstenen voor gestorven vrijduikers. Ook al zo’n waarschuwingssignaal dat vroeg in de film wordt afgegeven. Halverwege zullen de paden van de twee helden voor het eerst kruisen op de Bahama’s, bij het Wimbledon van het freediven, Vertical Blue. Stephen is er veiligheidscoördinator. Alessia jaagt bloedfanatiek op een wereldrecord.

The Deepest Breath zoekt min of meer hetzelfde terrein op als Free Solo (2018), de Oscar-winnende documentaire over klimmer Alex Honnold die zonder enige vorm van zekering gigantische bergwanden neemt. Onder water kun je jezelf ook overwinnen – of je verliezen in eerzucht en overmoed. Welke psychologie gaat daarachter schuil? Waarom moet dit zo nodig voor Alessia en Stephen? En mag dat dan álles kosten? Een echt antwoord blijft uit. Bestaat dit wel?

Het decor van hun queeste is in elk geval net zo enerverend als in Free Solo: elke duik in het helblauwe, steeds donker wordende water is een race tegen de klok, die werkelijk, ja, adembenemend is vastgelegd, ook met behulp van reconstructiebeelden. Elke poging wordt ook weer spannend: (hoe) komt iemand boven? McGann bouwt zo bekwaam naar een climax bij, natuurlijk, het Blue Hole. Waar de lotsverbondenheid tussen Alessia en Stephen wordt bezegeld.

Twee levens die zich al een hele film naar elkaar toe hebben bewogen.

Gaby Aghion: The Woman Behind Maison Chloé

AVROTROS

Ook toen ontwerpers een soort rocksterren werden, bleef couturière Gaby Aghion (1921-2014) het liefst op de achtergrond. De oprichtster van het Franse modehuis Chloé, dat ze had vernoemd naar haar vriendin Chloé Huysmans, liet zich zo min mogelijk zien en gunde de aandacht bijvoorbeeld met liefde en plezier aan de jonge ontwerper Karl Lagerfeld, die begin jaren zestig het Chloé-team had versterkt. Samen zouden ze grote successen vieren.

‘Gaby is een aparte figuur in de mode’, vertelt haar kleindochter Mikhaela in de docu Gaby Aghion: The Woman Behind Maison Chloé (53 min.) van Isabelle Cottenceau. ‘Men vraagt me altijd: wat heeft ze ontworpen? Was ze stylist? Was ze artistiek directeur?’ Volgens schilder, fotograaf en huisvriend Peter Knapp was Aghion echter geen ontwerper, maar een doorgever. Ze kon de toekomst aanvoelen en daarbij de juiste mensen kiezen.

‘Vergeef me dat ik pretentieus ben’, vertelde Gaby Aghion zelf tijdens een interview in 2012, waarvan enkele fragmenten voor deze film zijn ingesproken door Keren Ann. ‘Maar ik geloof dat ik door mijn voorbeeld de vrouwen heb bevrijd.’ Daarvoor moest ze dan wel eerst van haar geboorteland Egypte naar Frankrijk verhuizen. Daar schrok ze als geëmancipeerde vrouw van de onvrijheid van Franse vrouwen en startte in 1952 haar eigen modehuis.

Aghion maakte direct naam met shows die ze bijvoorbeeld in het befaamde Parijse Café de Flore organiseerde. Terwijl de pers café au lait dronk en zich tegoed deed aan croissants, liepen de mannequins gewoon tussen de tafels door. Ze richtte zich bovendien op luxe confectiekleding. Ready-to-wear. Ofwel, met een mooie Franse vakterm: prêt-à-porter. Zoals de Embrun, een hemdjurk die z’n weg zou vinden naar de garderobe van elke bijdetijdse dame.

Cottenceau neemt in deze verzorgde film de tijd om zulke ontwerpen eens goed te laten bekijken en beschrijven door enkele begeesterde experts. Daarop ligt zeker zoveel nadruk als op het – voor een buitenstaander minstens zo interessante – leven van Aghion, die Joods was, samen met haar echtgenoot Raymond het communisme aanhing en volgens haar zoon, de bekende econoom Philippe Aghion, alleen de waarheid sprak als het haar uitkwam.

Net als in het echte leven krijgt Gaby Aghion in dit postume portret zo de gelegenheid om zich een beetje te verschuilen achter haar werk.

As I Want

Berlinale

Op 25 januari 2013, twee jaar na de start van de Arabische Lente, fungeert het Tahrirplein in Caïro wederom als decor voor grootscheepse protestacties. Ditmaal richten de demonstranten zich tegen het autoritaire bewind van de nieuwe Egyptische president Morsi en de Moslimbroederschap die hem aan de macht heeft gebracht. Te midden van het protest worden demonstrerende vrouwen en plein public en met grof geweld verkracht. En volgens een totaal verwrongen logica moeten zij zich daar dan vervolgens zélf voor schamen.

‘Een meisje zei na afloop: ik wil naar een toilet’, vertelt ooggetuige Sara, een jonge vrouw die ternauwernood wist te ontsnappen aan de groepsverkrachting en die zich daarna bekommerde om enkele slachtoffers. ‘Ik wil zeker weten dat ik nog maagd ben, zei het meisje. Tegen haar zus ontkende ze vervolgens dat haar iets was overkomen. ‘Vertel niets tegen mama. Zeg niet wat er is gebeurd.’ De politie, die wel op de hoogte moest zijn van het seksuele geweld of het zelfs oogluikend toestond, raadde haar nochtans aan om een zwangerschapstest te doen in het ziekenhuis.

Vrouwen als doelwit, om de revolutie een halt toe te roepen. Het is een krachtige metafoor voor de  positie van het ‘zwakke’ geslacht in het hedendaagse Egypte. Documentairemaakster Samaher Alqadi, zelf van Palestijnse komaf, gebruikt het seksuele geweld op het Tahrirplein als startpunt voor een persoonlijke zoektocht naar haar positie als vrouw in Egypte: gewoon op straat wanneer mannen haar aanspreken als ze zonder hoofddoek en in een rok de straat opgaat, tijdens de alsmaar fellere demonstraties tegen de regering Morsi en in openhartige gesprekken met vriendinnen.

As I Want (87 min.) is gericht aan haar overleden moeder, die zich altijd heeft geschikt in haar traditionele rol. Een lappendeken van een film, waarin Samaher Alqadi nadrukkelijk ook haar eigen jeugd, familie én zwangerschap betrekt. Met ruwe penseelstreken schildert ze een land op drift, waarin één ding echter onveranderd lijkt te blijven: vrouwen hebben een volstrekt ondergeschikte positie. Zij weigert echter om dit te accepteren en gaat met draaiende camera de strijd aan. In een film die de chaos, passie en vijandigheid weerspiegelt van de vrouwonvriendelijke wereld waarin zij leeft.

#thisisegypt2, Tien Jaar Na Tahrir

Stef Tijdink / VPRO

Over de grote revolutie praat niemand meer in Egypte, volgens correspondent Ruth Vandewalle. De hoop van de Arabische Lente is tien jaar later allang vervlogen. In de regel wordt de Belgische journaliste ook juist daarover bevraagd tijdens haar werk: hoe het misging in Egypte. Hoe de lente veranderde in herfst – of zelfs winter. Ze kent echter nog een ander verhaal over datzelfde land, een verhaal dat ze ook eens wil vertellen.

In #thisisegypt2, Tien Jaar Na Tahrir (51 min.), geregisseerd door Floris-Jan van Luyn, leidt Vandewalle de kijker in sappig Vlaams door het Caïro waarvan ze is gaan houden. ‘Het loopt hier allemaal door elkaar heen’, constateert ze als de docu enkele minuten onderweg is. ‘Als dikke lagen die je leven bepalen. Je hebt de staat die overal is. En je hebt de tradities, het geloof en de cultuur. En tussen al die onzichtbare rode lijnen moet jij op zoek naar je eigen weg.’

In haar vriendenkring ziet Vandewalle hoe dat werkt. De twintigers en dertigers roeien, fitnessen of rappen zoals zij zichzelf op haar fiets door het drukke verkeer van Caïro manoeuvreert: slalommend langs allerlei obstakels, op zoek naar een zelfgekozen bestemming. Stukje bij beetje veranderen ze zo het land, is haar overtuiging. Al heeft dat land zelf dit lang niet altijd door – of wil het dat gewoon niet doorhebben. Het is een stille revolutie, zonder tumult of traangas.

Als buitenstaander aan de binnenkant lijkt ‘onze vrouw in Caïro’ – de vergelijking met Thomas Erdbrinks serie Onze Man In Teheran is bijna onvermijdelijk – in een ideale positie om dat proces op te tekenen. Vandewalle zelf heeft ook twijfels: wil ze misschien te graag zien dat het nieuwe Egypte zijn potentie waarmaakt? En kijkt ze daarom te optimistisch naar de ontwikkelingen in het land, waar vrijheid nog altijd bepaald niet vanzelfsprekend is?

Het zijn vragen waarmee ze deze interessante tv-film tegen het einde toch weer richting de Arabische revolutie stuurt. ‘Het feit dat mensen ook gestopt zijn met na te denken over de verre toekomst, zoals ze dat wel deden tien jaar geleden, dat zorgt er ook wel voor dat ik ben gaan doen wat al mijn vrienden doen en dat is een roze bril opzetten. Want anders kom je gewoon je huis niet meer uit.’

The Square

Netflix

‘United we stand, divided we fall.’ Aan het begin van 2011 staan ze zij aan zij op het Tahrirplein in Caïro. Christenen en moslims. Idealisten en hardliners. En gewone Egyptenaren. Hosni Mubarak, de man die al ruim dertig jaar aan de macht is in hun land, moet weg. Nu echt. Pas dan verlaten ze hun plek.

De atmosfeer is strijdbaar en optimistisch. Een nieuwe generatie eist zijn plek op. Ook in de landen om hen heen waait de wind van verandering, die zal worden gevangen onder de noemer De Arabische Lente. Al op 11 februari hebben de actievoerders succes: Mubarak druipt met de staart tussen de benen af. En The Square (109 min.) loopt weer leeg.

Intussen neemt het Egyptische leger de macht in het land over. Allereerst lijken de militairen aan de kant van de vernieuwers te staan. Gaandeweg komen de verhoudingen toch op scherp te staan en keren de demonstranten weer terug naar hun plek op het Tahrirplein. Er ontstaat ook tweespalt: speelt de Moslim Broederschap inmiddels onder één hoedje met het militaire regime?

Deze documentaire van Jehane Noujaim en Karim Amer uit 2013 brengt van binnenuit in beeld hoe de eenheid op het plein binnen twee jaar volledig verbrokkelt, waardoor voormalige strijdmakkers zoals Moslimbroeder Magdy Ashour en de jonge demonstrant Ahmed Hassan, tevens de verteller van deze film, bijna lijnrecht tegenover elkaar komen te staan. Wat begon als een toonbeeld van algehele eensgezindheid is dan allang het decor voor een grimmige burgeroorlog geworden. Met – de naam zegt het al – talloze burgerslachtoffers. De (zoveelste) Arabische herfst lijkt te zijn begonnen. En: winter is coming.

Zo komt The Square uiteindelijk tot een ronduit tragische slotsom: zolang er een gemeenschappelijke vijand bestaat, is er bij verschillende bevolkingsgroepen de bereidheid om samen te werken. Zodra die echter wegvalt, trekt eenieder zich direct terug in zijn eigen gelijk. En dan is het verdomd moeilijk om banden met de andere kant te blijven onderhouden.

‘Er is maar een bepaalde hoeveelheid ellende die een mens aankan’, zegt Ahmed op een gegeven moment in deze krachtige documentaire, waarvoor de politieke ontwikkelingen in Egypte tevens zijn vervat in bijzonder expressieve muurschilderingen. ‘Er komt een moment dat ik ontplof.’ Hij herhaalt de zin nog eens, ook voor zichzelf: ‘Er komt een moment dat ik ontplof ‘

En toch probeert de jongen, soms tegen beter weten in, on speaking terms te blijven met de man die hem ooit zo na stond, Magdy.

The Spy Who Fell To Earth

Was de Egyptenaar Ashraf Marwan een spion voor Israël? Een dubbelspion voor zijn eigen land? Of toch een dubbel-dubbelspion voor de Israëli’s? Het zijn vragen die onvermijdelijk aan hem blijven kleven. Zoals ook zijn dood in 2007 is omgeven met mysterie: viel Marwan per ongeluk van het balkon van zijn Londense flat? Maakte hij op die manier rigoureus een einde aan zijn veelbewogen bestaan? Of was het ‘gewoon’ moord? En welke geheime dienst had die dan verordonneerd?

In de wereld van de internationale spionage is niets wat het lijkt en lijkt ook niets wat het is. Neem de veelbesproken Jom Kippoer-oorlog in 1973: zorgde Marwan ervoor dat Egypte buurland Israël op lafhartige wijze kon verrassen op een Joodse feestdag? Of lichtte hij de Israëlische geheime dienst Mossad juist op tijd in, zodat verder onheil kon worden voorkomen? De historicus Ahron Bregman trekt in zijn omstreden boek The Spy Who Fell To Earth (93 min.), waarop deze documentaire is gebaseerd, zijn eigen conclusies. Die dan weer door een ander worden bestreden.

Het haantje Bregman, die tevens als hoofdpersoon voor deze knarsende film van Tom Meadmore fungeert, weet als geen ander dat hij elke bron in zijn onderzoek moet wantrouwen. Want nog altijd hebben alle medewerkers van de Israëlische inlichtingendienst en die ene Egyptische journalist die het standpunt van zijn regering vertolkt een eigen agenda: zij willen hun eigen acties versluieren, de tegenstander verzwakken of simpelweg hun eigen stompzinnige blunders maskeren.

De historicus zelf had ook een agenda toen hij de Egyptische superspion probeerde te ontmaskeren, bekent hij nu. Hij wilde simpelweg scoren. Een absolute primeur. Ahron Bregman realiseert zich nu dat hij daarmee woekerde met andermans leven. Een spion die in opspraak raakt is zijn leven niet meer zeker. Want ook al is de waarheid nog zo snel, de leugen achterhaalt hem wel. Ofwel: heeft Bregman met zijn onthullingen misschien de gebeurtenissen in gang hebben gezet die zouden leiden tot Marwans dood? Het kostte hem zelf in elk geval zijn huwelijk.

De kijker laat zich intussen geblinddoekt door het mijnenveld van de internationale spionageoorlog leiden in deze interessante film, die de oorlog achter de oorlog tussen Israël en de haar omringende landen belicht.

Ultra’s Van Egypte

ultras-van-egypte_20390790

 

Stel: de harde kern van Feyenoord besluit om zijn eigen slogan (‘geen woorden maar daden’) in de praktijk te gaan brengen en gaat de straat op om de regering omver te werpen. Ongeloofwaardig, niet? Zoiets gebeurde er nochtans in 2011 in Egypte. En in de eerste dagen van de Arabische lente trok de plaatselijke variant op Feyenoord, Al-Zamalek uit Giza, zelfs op met de aanhang van de grote rivaal Al-Ahly uit Caïro.

De zogenaamde ultra’s claimden een sleutelrol in het verzet tegen de Egyptische dictator Mubarak op het Tahrirplein en vochten daar ook gedurig met de politie. Bij een uitwedstrijd van Al-Ahly bij Al-Masry uit Port Said zette de gevestigde orde twee jaar later de tegenaanval in. Gewapende supporters van de thuisploeg maakten 72 dodelijke slachtoffers onder de uitfans. Het was een vooropgezet plan, volgens enkele Al-Ahly-supporters in de documentaire Ultra’s Van Egypte (54 min.). Later zouden er nog tientallen fans van Al-Masry en Al-Zamalek sneuvelen bij rellen.

De belangrijkste bijzaak van de wereld werd gaandeweg meegezogen in een burgeroorlog. In deze interessante film reconstrueren Frederick Mansell en Laurens Samsom (die eerder Palestijnse voetballers portretteerden in de interactieve documentaire Team Gaza) met archiefbeelden, geanimeerde reconstructies en getuigenissen van (geanonimiseerde) betrokkenen de vijandelijkheden tussen de verschillende partijen. Voetbal verwordt daarbij tot bijzaak, in een gevecht op leven en dood. Waarbij aanvallen desondanks de beste verdediging blijft.

Die grimmigheid is terug te horen in de supportersgezangen. Geen ’Op Een Slof En Een Oude Voetbalschoen’ (Ajax) of ’Vooruit Nu Rood-Witten’ (PSV) in de stadions of op de pleinen van Egypte. ‘Alleen de dood kan de liefde stoppen’, klinkt ’t bijvoorbeeld gepassioneerd in het clublied van Al-Ahly. En dat gaat echt niet alleen over voetbal.