Amsterdam Narcos

SkyShowtime

Het kon natuurlijk niet uitblijven. Na Liverpool, Ibiza en Dublin Narcos is er nu ook Amsterdam Narcos (142 min.) een driedelige serie van Tash Gaunt over hoe de hoofdstedelijke penoze, mede mogelijk gemaakt door het Nederlandse gedoogbeleid, in de jaren tachtig en negentig is uitgegroeid tot een toonaangevende speler in internationale onderwereld.

En die escalatie begint met – natuurlijk, met wie anders? – Klaas Bruinsma. ‘The Godfather of the killing fields of Amsterdam’, aldus Steve Brown, de controversiële eigenaar van de coffeeshop The Happy Family. Bruinsma, afkomstig uit een gegoed milieu, heeft zo op het eerste oog niets van een klassieke gangster. Hij opereert echter als een keiharde crimineel en verwerft al gauw z’n eigen bijnaam: De Dominee, tevens de titel van de verfilmde biografie van misdaadjournalist Bart Middelburg.

Bruinsma vormt een team met Thea Moear, de eerste vrouw in de hashhandel. De ouders van ‘The Godmother’ waren al drugssmokkelaars, vertelt ze, in het Engels, in deze vet aangezette internationale productie. Pa Moear bracht ‘t mee vanuit Indonesië. En haar voormalige echtgenoot Hugo Ferrol levert vervolgens het ‘inciting incident’ voor een heuse drugsoorlog. Nadat Ferrol de Godfather en -mother flink tegen de haren heeft gestreken, geeft Bruinsma namelijk twee bodyguards de opdracht om hem om te leggen.

Deze liquidatie wordt echter nooit uitgevoerd. Met ketchup zetten zij een executie in scène, vanuit het idee dat Ferrol dan met de noorderzon vertrekt. Bruinsma krijgt alleen al snel in de smiezen dat hij is opgelicht en laat zijn voormalige bodyguards rücksichtslos afmaken. ‘Dat wij ‘t gedaan hebben, daar is nooit wat van bewezen’, houdt Moear, in het Nederlands, staande. ‘Wat ze ook hebben gedacht. Klaar!’ Gaunt probeert ‘t toch nog even: ‘It’s a mystery.’ ‘Yes’, reageert Moear, ook in het Engels. ‘And it will stay a mystery.’

De voormalige Godmother, die zich terugtrekt als de Amsterdamse drugsoorlog verder ontspoort, speelt haar rol van grande dame van de Nederlandse onderwereld nog altijd met verve in deze miniserie. ‘If it is necessary’, zegt ze over het buitensporige geweld van haar organisatie. ‘It is necesarry.’ In dezelfde periode introduceren sannyasins van de Bhagwan-beweging ecstacy in Nederland, het thema van de tweede aflevering van deze miniserie, die met fraai archiefmateriaal en slicke reconstructies is aangekleed.

En als er geld valt te verdienen, mengen vrijbuiters zoals de voormalige kraker Ilja Reiman van de Multigroove-feesten en het stel Johan en Brenda Toet, de zelfverklaarde Nederlandse Bonnie & Clyde, zich ook al snel in de ecstacyhandel. Samen met medestanders, Britse beroepscriminelen, journalisten en politiemensen krijgen zij alle gelegenheid om herinneringen op te halen aan de periode waarin de wereld aan hun voeten lijkt te liggen, voordat ze natuurlijk toch tegen de lamp lopen – en God vinden.

De slotaflevering belicht de Delta-Groep, een internationaal opererende cocaïnebende, die met het Interregionaal Recherche Team van doen krijgt. Dit IRT begint op grote schaal drugs door te laten, in de hoop zo de verantwoordelijken in te kunnen rekenen. Delta-groep-lid Daniel Belinfante (eerder te zien in de miniserie De IRT Affaire), de aan coke verslaafde uitsmijter Wilfred K. en politieman Johan van Kastel die werd neergezet als de ‘kwaaie pier’ van het IRT, kaderen deze spraakmakende zaak in.

Met terugwerkende kracht worden zo de begindagen van Nederland als drugsnatie opgeroepen. Een misdaadgeschiedenis waarop nog altijd wordt voortgeborduurd – en dat vervolg zal ongetwijfeld z’n weg vinden naar nog veel meer documentaire(serie)s.

Sven

Prime Video

Of hij de linksback kent van… Als Sven-Göran Eriksson in november 2000 als eerste buitenlandse bondscoach wordt gepresenteerd aan de Britse pers, zijn de messen al geslepen. Hij probeert er zich uit te redden. ‘Natuurlijk weet ik niet alles over het Engelse voetbal, want ik heb de laatste dertien jaar in Italië en Spanje gewerkt.’ Of hij twijfelde toen hij de job kreeg aangeboden? wil een andere journalist weten. ‘Nee’, zegt Eriksson ferm en tovert zijn beminnelijkste glimlach tevoorschijn. ‘Dit is Engeland.’

En daar doet ’t er niet toe dat de kalme en ogenschijnlijk wat saaie Zweed met IFK Göteborg, Benfica, AS Roma, Fiorentina, Sampdoria en Lazio Roma al talloze titels heeft gewonnen. Hij is nu de eindbaas geworden van het grootste voetballand ter wereld – ook al heeft dit al bijna 35 jaar niets meer gewonnen. Claudia Corbisiero focust zich in de documentaire Sven (107 min.) eveneens op de bijna zes jaar dat Eriksson het Engelse elftal zal leiden – en zijn turbulente relatie met de Britse tabloids.

Eriksson heeft net te horen gekregen dat hij niet lang meer te leven heeft als ze in de lente van 2023 beginnen te filmen voor dit portret. Vanuit Värmland, de idyllische Zweedse regio waar hij is geboren en uiteindelijk ook weer is neergestreken, blikt de voormalige topcoach terug op zijn loopbaan. Hij wordt bijgestaan door een select gezelschap bronnen: zijn kinderen Lina en Johan, de oud-voetballers David Beckham en Wayne Rooney én de vrouwen die hem zoveel lol en gedoe hebben gegeven.

Zijn huidige echtgenote Yaniseth Bravo laat tot het einde van de film op zich wachten. Eerst maakt de Italiaanse femme fatale Nancy Dell’Olio haar opwachting. Zij maakt samen met ‘Svennis’ de oversteek naar Groot-Brittannië en doet daar heel wat stof opwaaien. Niet tot haar eigen ongenoegen, overigens. Later volgt Faria Alam, een medewerkster van de Britse voetbalbond, die zowel een geheime affaire heeft met Eriksson als een relatie met zijn baas bij de Football Association (FA), Mark Palios.

‘Bedrog zal nu eenmaal altijd de aandacht trekken van de Britse media’, stelt journalist Neil Wallis van News Of The World, de tabloid waarvoor in de jacht op bekendheden alles geoorloofd is. ‘De FA benaderde ons en zei: als jullie dat verhaal over Mark Palios droppen, overtuigen wij Faria ervan dat ze jullie alles over Sven moet vertellen in een exclusief verhaal. Met andere woorden: ze verkochten hun eigen bondscoach om het vege lijf van hun directeur te redden. En dus deden wij wat een tabloid dan doet.’

De schandaalkrant publiceert doodleuk een transcriptie van het gesprek met de communicatiemedewerker van de Engelse voetbalbond: ‘SCREWED! Svengate: Palios set to quit over FA plot.’ Daarmee lijkt de kous af voor Eriksson. Twee jaar later zal de tabloid hem echter nog eens ongenadig in de luren leggen met een nepsjeik, die de bondscoach voor een verborgen camera een lucratieve aanbieding doet. ‘Svend of the world’, kopt News Of The World vilein. ‘Eriksson crisis may now force FA to sack him.’

Als zijn dienstverband bij het Engelse nationale team wordt beëindigd, heeft deze documentaire ook z’n herfst bereikt. Het einde van Sven-Göran Erikssons leven en loopbaan, bezegeld met een standbeeld in zijn geboorteplaats Torsby, beginnen nu echt te naderen. De man die door zijn ambities nooit een familieman kon zijn, wil dat alsnog een beetje goed maken. En de kerel die z’n morele kompas niet altijd helemaal scherp had afgesteld, legt nu toch, zonder al te veel woorden overigens, rekenschap af.

Sven wordt daarmee méér dan een routineus sportportret, waarin de hoogte- en dieptepunten uit de carrière van een gewezen held met veel dramatiek achter elkaar zijn gezet, zodat de hoofdpersoon daar dan verlekkerd op terug kan kijken. Met haar keuze voor de verwrongen relatie tussen Eriksson en de tabloids geeft Claudia Corbisiero haar film behalve richting ook maatschappelijke betekenis. Want de Britse schandaalpers beperkt zich bepaald niet tot linksbacks of buitenechtelijke relaties…

Mayor Of Mayhem

Netflix

‘Goedemiddag allemaal’, begint Rob Ford in 2013 zijn persconferentie. ‘Ik wil graag reageren op een aantal geruchten die de afgelopen dagen rondgaan in de media. Ik gebruik geen crack en ik ben er ook niet verslaafd aan.’

De burgemeester van de Canadese stad Toronto reageert op berichtgeving van The Toronto Star, de krant waaraan Ford sowieso een bloedhekel heeft. Verslaggeefster Robyn Doolittle heeft een clandestiene video te zien gekregen waarop de populistische politicus een pijp met crack rookt, een uiterst verslavende vorm van cocaïne. Het spraakmakende filmpje wordt haar aangeboden voor 100.000 dollar.

‘Ik kan niets zeggen over een video die ik nooit heb gezien of die niet bestaat’, stelt de burgervader nog in zijn persverklaring. ‘Het is erg jammer dat ik door de media ben veroordeeld zonder enig bewijs.’ En zo is de Mayor Of Mayhem (49 min.) weer aanbeland op vertrouwd terrein: zijn vete met de progressieve pers. Als een Trump avant lettre maakt Rob Ford graag kritische journalisten verdacht.

Hij oogt wel vaker als een soort voorstudie van de huidige Amerikaanse president in deze docu van Shianne Brown. De grofgebekte, zwaarlijvige en aartsconservatieve Ford wordt gekozen met een Make Toronto Great Again-achtig platform en betoont zich vervolgens een Trumpy ongeleid projectiel. Hij spreekt de taal van het volk en heeft nog nooit gehoord van politiek correct, maar werkt zich ook gedurig in de nesten.

Maar hoe bont hij ‘t ook maakt – bónt! – Rob Fords achterban blijft onverminderd met hem dwepen. Net als bij The Donald, juist. Het politieke dier, dat heeft zich vermomd als een antipoliticus, komt alleen alsmaar meer in de problemen. Totdat zijn positie onhoudbaar is geworden en het alleen nog de vraag is hoe, waar en wanneer hij gedwongen wordt om met de staart tussen de benen afscheid te nemen.

Brown tekent Fords publieke neergang op met enkele naaste medewerkers, die nog altijd geen vrede hebben met hoe ’t met hem is afgelopen. Dat is meteen ook de beperking van Mayor Of Mayhem: de film beperkt zich tot de crack-affaire en de persoonlijke en politieke gevolgen daarvan, Shianne Brown doet geen serieuze poging om de achtergronden van Rob Ford te schetsen of het politieke fenomeen te duiden.

Beatrix

Videoland

Zo flamboyant als haar vader Prins Bernhard, de hoofdpersoon van Joost van Ginkels vorige Koningshuis-productie, is de voormalige Nederlandse koningin Beatrix natuurlijk niet. Toch doet de driedelige serie Beatrix (142 min.) echt niet onder voor z’n voorganger. Want of je het koningshuis nu wezenlijk voor het welbevinden van Nederland of kolderieke poppenkast vindt, de lotgevallen van de Oranjes leveren doorgaans méér dan genoeg gespreksstof op.

Dat begint bij Beatrix al kort na haar geboorte, als ze vanwege het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog samen met haar moeder, de toenmalige prinses Juliana, naar Canada verkast. Daar ontmoet ze als peuter een ander Nederlands meisje, Reneé Smith-Roëll, met wie ze zo’n 85 jaar later nog altijd innig bevriend is. Samen met andere klasgenootjes van ‘Trixie’ kijkt zij in deze serie met plezier terug op hun idyllische jeugd. Daarna wacht voor Beatrix in Nederland het lastige huwelijk van haar ouders weer, met de Greet Hofmans-affaire, Bernhards buitenechtelijke escapades en diens betrokkenheid bij het Lockheed-omkoopschandaal.

Een centrale rol in deze lekker toegankelijke serie is weggelegd voor beeldresearcher René Kok van het NIOD, een geanimeerde verteller die aan de hand van foto’s, en begeleid door fraai archiefmateriaal, door het leven van de hoofdpersoon wandelt. Hij wordt gesecondeerd door kenners van de Nederlandse monarchie zoals Jolande Withuis, Jutta Chorus, Daniela Hooghiemstra, Jan Tromp en Annejet van der Zijl (die het koningshuis overigens consequent een ‘sprookjesfabriek’ noemt). De voormalige hofdame Miente Boellaard-Stheeman, adjudant Tom Zwollo, couturier Sheila de Vries en kunstenares Marte Röling spreken verder vanuit eigen ervaring over (en misschien ook wel een beetje namens) de inmiddels 87-jarige oud-koningin.

Zij schetsen een vrouw met een ijzeren wil, die de monarchie grondig professionaliseert en ondertussen heel wat te verduren krijgt: van de rellen in Amsterdam bij haar kroning en de aanslag op Koninginnedag in 2009 tot persoonlijk drama zoals de ziekte van haar echtgenoot Claus en de tragische dood van haar zoon Johan Friso. Van Ginkel zet alle ontwikkelingen soepel achter elkaar en geeft ze extra kleur met een nogal uitgesproken muziekkeuze die, net als bij zijn Prins Bernhard-productie, het midden houdt tussen lekker popi, bijna camp en tenenkrommend. Donna Summers I Feel Love begeleidt bijvoorbeeld de verloving met Claus, terwijl Everybody Wants To Rule The World van Tears For Fears Beatrix’s aantreden als koningin opluistert.

En wat te denken van Don’t Cry For Me Argentina als het huwelijk tussen Beatrix’s oudste zoon Willem-Alexander en Maxima kan worden ingezegend? Die tranen komen er dan overigens tóch. Bij haar Argentijnse schoondochter, welteverstaan, en voor het nageslacht vereeuwigd. Beatrix zelf houdt haar gezicht doorgaans in de plooi, laat op gezette tijden haar inlevend vermogen zien en toont zo nu en dan haar ‘boze oog’ als het ceremonieel, waarvan zij vindt dat het bij de monarchie hoort, door andermans fouten in het honderd dreigt te lopen. Als de rolvaste vorstin die ze, getuige deze interessante miniserie, eigenlijk haar hele leven is geweest.

De Illusie Aan De Macht – 1412 Dagen Kabinet Den Uyl

Joop den Uyl (l), koningin Juliana en Dries van Agt (r) / Aanpak Film

Alles is veranderd – en tegelijk helemaal niets. Zo’n linkse regering als het kabinet Den Uyl (1973-1977) had Nederland nog nooit en (vooralsnog) ook nooit meer. En tegelijkertijd ging ‘t er in de jaren zeventig, getuige de tweedelige documentaire De Illusie Aan De Macht – 1412 Dagen Kabinet Den Uyl (110 min.), niet zoveel anders aan toe dan nu: premier Joop den Uyl en bewindslieden van de partijen PvdA, KVP, ARP, PPR en D66 werden met de ene na de andere crisis geconfronteerd, kregen te maken met aanzienlijke weerstand en vochten elkaar soms, tot diep in de nacht, de tent uit.

Hun gekrakeel speelde zich alleen af in een grotendeels zwart-witte wereld en werd gekenmerkt door vormelijkere omgangsvormen. De uitgangspunten van de grote vormgever, Joop den Uyl, waren echter glashelder: een eerlijkere verdeling van macht, kennis en inkomen. Het PvdA-kopstuk geloofde in een maakbare samenleving, zijn progressieve regering was ‘van en voor gewone mensen’. En dat betekende dan weer vrij schieten voor de oppositie. ‘Sinterklaas bestaat’, kreeg VVD-leider Hans Wiegel, wijzend naar Den Uyl, bijvoorbeeld de lachers op zijn hand. ‘Daar zit ie, achter de tafel.’

Toen André van der Hout en Chris Vos werkten aan deze historische reconstructie, in 1999 beloond met een Gouden Kalf, was die ‘goedheiligman’ al overleden. Andere bekende kabinetsleden zoals de ministers Dries van Agt, Ruud Lubbers, Jos van Kemenade, Henk Vredeling, Jan Pronk, Tjerk Westerterp en Max van der Stoel en de Kamerleden Willem Aantjes, Hans van Mierlo en Frans Andriessen schoven wel aan om terug te blikken op een tijd die in het teken stond van pak ‘m beet de oliecrisis, Surinaamse onafhankelijkheid, abortus, de Lockheed-affaire en Molukse treinkapingen.

En ergens in die aaneenschakeling van kleinere en grotere crises ontstond er een verwijdering tussen de PvdA, geleid door de zuinige calvinist Den Uyl, en de katholieke minister van justitie Van Agt, die in 1977 de lijst zou gaan aanvoeren van het CDA, een nieuwe politieke partij die uit drie christelijke partijen was ontstaan. En die zou er uiteindelijk voor zorgen dat er, ondanks een enorme verkiezingsoverwinning voor de PvdA, géén tweede kabinet Den Uyl kwam. Dries van Agt werd minister-president in een kabinet met de VVD. Met Wiegel had Van Agt duidelijk meer chemie dan met Den Uyl.

Van der Hout en Vos tekenen die geschiedenis zonder al te veel opsmuk op. Ze verlaten zich op de fraaie archiefbeelden, laten die inkaderen door de toenmalige hoofdrolspelers en zorgen zelf voor een hoofdstukindeling en dienende muziek. Het resultaat is een film die de tijdgeest moeiteloos te pakken krijgt en tevens een aansprekend portret wordt van het gezicht daarvan: Joop den Uyl, een zeer principiële, gedreven en polariserende man, die regelmatig gebukt leek te gaan onder de enorme opdracht die hij zichzelf had gesteld: een Nederland van en voor iedereen.

Laurent – De Rebelse Prins

VRT

Het is gewoon een mens, met al z’n gebreken. Net als ieder ander. Laurent is alleen ook een prins. Prins Van Het Volk. Prins Plankgas. En Laurent – De Rebelse Prins (198 min.). De man voor wie het troonopvolgingssysteem van onze zuiderburen speciaal, met stoom en kokend water, wordt aangepast. Zodat híj maar geen koning van België zal worden – en daarmee wordt veroordeeld tot een positie voor het leven als onbeduidend onderdeel van de Belgische monarchie.

Uit de bespiegelingen van intimi, politici, journalisten, koningshuisdeskundigen en andere kenners, die in deze vierdelige serie uitbundig hun licht over hem laten schijnen, spreekt in elk geval dat Laurent al vanaf zijn jongste jaren met argusogen wordt bekeken. De jongste zoon van koning Albert is nooit voor vol aangezien. Hij wordt beschouwd als een enfant terrible, een matige leerling en een jongeling die zich in geen bedrijf kan handhaven. Géén koningsmateriaal, dat staat voor zijn omgeving vast.

Gaandeweg wordt dat ook voor gewone Belgen steeds duidelijker zichtbaar. Alsof Laurent, die eerst nog wel in het pulletje valt, zich genoodzaakt voelt om aan de laaggespannen verwachtingen te voldoen. Hij scheurt opzichtig met de ene na de andere bolide, gedraagt zich ongepast in het openbaar en fladdert langs allerlei vrouwen, waaronder een in de pers breed uitgemeten romance met de bekende pin-up Wendy van Wanten (die nog steeds in het midden laat of hij de vader is van haar kind). 

Deze miniserie van Niels Vandenbussche, oorspronkelijk uitgebracht onder de titel Laurent: Prins Op Overschot, reconstrueert het woelige leven van de prins, die door zijn moeder, koningin Paola, haar ‘meest kwetsbare kind’ wordt genoemd. Of de kenners daarin daadwerkelijk vat op hem krijgen is lastig vast te stellen. Ook in de kringen rond het Belgische koningshuis hult menigeen zich het liefst in stilzwijgen. En dus moet er soms flink worden gespeculeerd over wat er werkelijk in die miskende prins omgaat of hoe er over hem wordt gedacht.

Als hij zich lijkt te hebben ingelaten met fraude, even wordt opgenomen in een inrichting of zich in het openbaar vertoont met dubieuze politici bijvoorbeeld. Ook de soms wat bruuske Nederlandse voice-over levert daaraan een bijdrage. ‘Alles aan Laurent is ambigu’, stelt journalist Mario Danneels in de conclusie van deze aardige serie. ‘Aan de ene kant wil hij rebelleren. Hij wil de sympathieke prins zijn, die zich afzet, de volkse prins. Langs de andere kant moet iedereen hem monseigneur noemen.’

The Rise And Fall Of Boris Johnson

Channel 4

Het verhaal is bekend. Aan de vooravond van het referendum van 23 juni 2016, waarbij wordt bepaald of Groot-Brittannië in de Europese unie moet blijven, schrijft Boris Johnson twee columns: eentje om te pleiten voor een Verenigd Koninkrijk binnen Europa en een andere waarin hij zich sterk maakt voor Brexit. En geen mens weet welke kant hij zal opgaan. Het vervolg is al even bekend: het kopstuk van de Conservative Party pleit uiteindelijk voor vertrek en geeft de hoog oplopende maatschappelijke discussie zo misschien wel een beslissende zet. Met een minimale meerderheid zegeviert het Leave-kamp – en kandideert Boris Johnson zich nóg nadrukkelijker als partijleider van de Tories en prime minister.

Het is Johnson ten voeten uit: een berekenende politicus, met het imago van een losbol. ‘Hij was er zeer op gespitst dat ik zijn leven zou optekenen’, vertelt Johnsons biograaf Andrew Gimson bij de start van The Rise And Fall Of Boris Johnson (207 min.), een puike vierdelige docuserie van Barry Ronan. ‘En toen kreeg hij toch last van koudwatervrees en vroeg me hoeveel ik betaald zou worden voor dit boek. Dat wilde ik hem niet zeggen. Het ging om een bescheiden bedrag. En toen probeerde hij me uit te kopen. Elke keer dat ik hem ontmoette, bood hij me meer geld om dat boek niet te schrijven. Als het een boek is waarin ik er flink doorheen word gehaald, zei hij, kan ik dat best hebben. Niets is echter zo beschadigend als een boek waarin de waarheid wordt verteld.’

Gimson probeert een enigszins zelfvoldane glimlach te verbergen. De biograaf realiseert zich dat zijn anekdote een wezenlijk kenmerk van de hoofdpersoon blootlegt: Boris Johnsons problematische verhouding tot de waarheid. Als journalist, die vanuit Brussel regelmatig deels verzonnen stukken over Europa publiceerde, huldigde hij al het uitgangspunt dat je een goed verhaal niet moet dood checken. En als politicus is hij geen haar beter, toont deze boeiende miniserie nog maar eens ten overvloede aan. Met vrienden, collega’s, medewerkers, politieke tegenstanders én Petronella Wyatt en Jennifer Arcuri – vrouwen met wie hij buitenechtelijke affaires had – probeert Ronan vat te krijgen op de man die z’n eigen personage werd, BoJo.

Verteller Kate Fleetwood legt intussen gedurig verbanden tussen het heden en verleden van de Brit die zowel ‘de machtigste leugenaar uit de geschiedenis’ als een verlegen en eenzaam joch wordt genoemd. Terwijl Boris zichzelf na Brexit slinks richting het premierschap manoeuvreert, maakt deze serie uitstapjes naar het getroebleerde gezin Johnson, zijn studie in Oxford (waar hij belangrijke medestanders en rivalen zoals David Cameron en Michael Gove leerde kennen) en z’n relationele leven, waarin hij ’t dus niet altijd even nauw nam met de huwelijkse trouw. Zo ontstaat een gelaagd portret van een gecompliceerde man, die zich niet laat vangen in het overbekende clichébeeld van de elitejongen, die zich heeft vermomd als een man van het volk.

‘Ik zou heel graag eens in het hoofd van Boris Johnson willen kijken en zien wat ik dan tegenkom’, zegt voormalig Labour-leider Jeremy Corbyn over zijn politieke tegenstander, die zich na Brexit steeds nadrukkelijker begon te manifesteren als een Britse evenknie van Donald Trump en net als de Amerikaanse president in ernstige politieke problemen zou komen door de Coronacrisis. ‘Want ik denk dat er een heel intelligente, calculerende persoon inzit, die zich het imago heeft aangemeten van iemand die het tegendeel daarvan is.’

Ashley Madison: Sex, Lies & Scandal

Netflix

‘Life is short’, houdt de datingsite Ashley Madison potentiële klanten voor. ‘Have an affair.’ Al snel pronkt de site voor getrouwde mensen die wel eens een avontuurtje willen met niet minder dan 37 miljoen subscribers. CEO Noel Biderman manifesteert zich intussen nadrukkelijk in de media. ‘De perfecte affaire is niet alleen iemand ontmoeten, maar er ook nog mee wegkomen’, zegt hij, soms ook met zijn eigen vrouw Amanda aan z’n zijde. ‘Een affaire op je werk, onze grootste concurrent, wordt ontdekt.’

Het verdienmodel van Ashley Simpson is eenvoudig volgens voormalig vice president of sales, de guitige Evan Back: pay to play: klanten kopen credits om berichten te kunnen versturen aan potentiële ‘sex interests’. Het is dus zaak om ze, op alle mogelijke manieren, te stimuleren om zoveel mogelijk credits te blijven kopen. Zodat de kassa blijft rinkelen. En dan staat er ineens een melding in het interne systeem: ‘Wij zijn het Impact Team. We hebben alle systemen in uw kantoor- en productieomgeving overgenomen. Ashley Madison moet meteen en voorgoed stoppen.’ Kortom: de boel is gehackt. Met één druk op de knop kan gevoelige informatie van miljoenen vreemdgangers – persoonlijke gegevens, creditcardinformatie én seksuele fantasieën – op straat belanden. Hoeveel huwelijken gaan er dan omvallen?

Dat smeuïge verhaal is al eens eerder verteld, bijvoorbeeld in de erg gelikte miniserie The Ashley Madison Affair, maar wordt door Toby Paton in deze driedelige serie nog eens grondig en smakelijk opgediend. Hij kan daarvoor een beroep doen op enkele medewerkers van het bedrijf, waarbij de flamboyante Back, die volgens eigen zeggen ook al bijna 25 jaar een monogame relatie heeft, als centrale figuur is gepositioneerd. Daarnaast heeft Paton ook enkele stellen gestrikt die tot de klantenkring van Ashley Madison behoren. Soms zonder dat ze het weten of willen, maar zo nu en dan ook met instemming van de ander. In de regel – en daar zit natuurlijk ook het verdienmodel – faciliteert de datingsite echter buitenechtelijke escapades die het daglicht niet kunnen verdragen. En is er dus ook een bedrogen partner…

Men neme in Ashley Madison: Sex, Lies & Scandal (155 min.) bijvoorbeeld Sam en Nia, twee Amerikaanse ‘gezinsvloggers’ die samen met hun kinderen regelmatig een inkijkje geven in ‘hoe je kunt leven voor de Heer’. Als ze in de auto eens enthousiast playbacken bij het Frozen-liedje Love Is An Open Door, gaat het stel viral en lijkt hun kostje als christelijke influencers gekocht. Zeker als Sam later ook nog eens stiekem Nia’s urine test en haar fantastisch nieuws brengt in de video Husband Shocks Wife With Pregnancy Announcement. Wanneer het Impact Team start met datadumps van de Ashley Madison-hack, vestigt manlief echter ook nog op een heel andere manier de aandacht op zich. Sam blijkt een account op de overspelsite te hebben gehad. Tot daadwerkelijke ontmoetingen met andere vrouwen is het natuurlijk niet gekomen.

Terwijl dit persoonlijke verhaal zich ontvouwt, zoomt de serie steeds verder in op de hack van de overspelsite, de zoektocht naar de mogelijke dader(s), de lozingen van privéinformatie van miljoenen klanten en de schade – persoonlijk, sociaal en maatschappelijk – die daarmee worden veroorzaakt. Want onderweg blijkt dat Ashley Madison bepaald niet zo discreet te werk gaat als het z’n klanten altijd heeft voorgehouden en vallen er nog veel meer lijken uit de kast in deze slim opgebouwde miniserie over een tot de verbeelding sprekend schandaal – al hadden de voormalige medewerkers van de ondeugende datingsite, zoals die koddige vice president of sales, wel wat steviger aan de tand gevoeld mogen worden.

Kind Van Het Toeslagenschandaal

NTR

Jaïr van den Essenburg en z’n moeder zijn het land uit gevlucht. In België wanen ze zich veilig voor de lange arm van de Nederlandse belastingdienst. Die heeft hen jarenlang in z’n greep gehouden. Sinds Jaïrs moeder in 2008 werd bestempeld als fraudeur raakte hun leven volledig ontregeld. Zij geldt tegenwoordig als een zogenaamde Toeslagenouder. En hij, inmiddels in de twintig, behoort tot de naar verluidt 90.000 kinderen die bij dit schandaal betrokken zijn geraakt. De ervaring heeft hen allebei getekend, maar lijkt tegelijkertijd ook de loyaliteit tussen de ouder en het kind te hebben versterkt.

In de korte docu Kind Van Het Toeslagenschandaal (25 min.) tekenen Josephine Hanna en Elisabeth van der Ploeg Jaïrs levensverhaal op. In dat kader spreken ze uitgebreid met de webdeveloper en zijn soms geëmotioneerde moeder. Ze vergezellen Jair verder naar een Lotgenotendag voor gedupeerde kinderen, leggen vast hoe hij tijdens en na het NOS op 3-debat de discussie aangaat met VVD-leider Dilan Yesilgöz en bezoeken zijn voormalige woonplaats Delft, waar Jair als één van de weinige niet-witte kinderen op de basisschool een laag schooladvies kreeg. Dat heeft hem blijkbaar jarenlang parten gespeeld. Alleen wordt niet helemaal duidelijk wat er precies is gebeurd en hoe dat verband houdt met het Toeslagenschandaal.

Dat valt tegen de volledige film in te brengen: het verhaal van Jair en zijn moeder blijft veelal op gevoelsniveau steken. De twee dragen het Toeslagenschandaal duidelijk nog met zich mee, maar de details daarvan – en soms ook de context die daarbij hoort – blijven achterwege. De meerwaarde van deze productie van Hanna en Van der Ploeg zit hem met name in het toevoegen van een kinderperspectief aan het beeld dat naar voren komt uit het Toeslagendossier van een onverschillige of zelfs vijandige overheid. Daarmee wordt de docu een aardige bijsluiter voor de twee films die Stijn Bouma inmiddels maakte over het Toeslagenschandaal (Alleen Tegen De Staat en Sheila Versus De Staat) – al heeft deze docu zeker niet de impact daarvan.

Outreau: Un Cauchemar Français

Netflix

Als een rij vallende dominostenen. De één na de ander. Het begint met de bekentenis van Myriam Badaoui, een morsige vrouw uit de Tour du Renard-flat in het Noord-Franse stadje Outreau. En daarna gaan allerlei mensen uit haar directe omgeving, waaronder haar verdorven echtgenoot Thierry Delay, door de knieën en biechten gruwelijk misbruik van kinderen op. Totdat er in totaal zeventien verdachten zijn. Hun verklaringen worden bevestigd door de jeugdige slachtoffertjes. Het kan niet anders of de jonge onderzoeksrechter Fabrice Burgaud is in 2001 gestuit op een pedoschandaal van epische proporties, al snel De Zaak Outreau genaamd, waarbij ook nog een vijfjarig Belgisch meisje lijkt te zijn vermoord. Het is onvermijdelijk dat daarbij ook de link tussen Outreau en Dutroux, de beruchte pedoseksueel die in dezelfde regio actief was, wordt gelegd.

Binnen de mediahype die zo ontstaat blijkt het verdomd lastig om het kaf van het koren te scheiden en kritische vragen te stellen. Bestaat er bijvoorbeeld bewijsmateriaal van kindermisbruik en bestialiteit dat de onthutsende verklaringen en (zelf)beschuldigingen ondersteunt? En hebben de ondervragers hun gesprekspartners, waaronder dus hele jonge kinderen, wellicht woorden in de mond gelegd? Zulke vragen zijn sindsdien natuurlijk regelmatig gesteld. Zoals onlangs nog in de magnifieke docuserie L’Affaire D’Outreau (2023), waarin Olivier Ayache-Vidal en Agnès Pizzini de geruchtmakende zaak bijzonder grondig en ingenieus ontleden – met nagespeelde politieverhoren en rechtbankzittingen, waarbij er een wisselwerking ontstaat tussen de acteurs en de echte mensen die zij vertolken – en ook de emotionele impact op alle betrokkenen zeer overtuigend overbrengen.

Zo bezien komt Outreau: Un Cauchemar Français (182 min.) echt als mosterd na de maaltijd – al zorgt de release op Netflix er ongetwijfeld voor dat deze productie veel meer bekijks trekt dan z’n tegenganger. De vierdelige serie van Marika MathieuCamille Le PomellecAnna Kwak en Oron Adar beschikt ook over een uitgesproken troef: de man die ruim twintig jaar geleden de drijvende kracht achter De Zaak Outreau was, Fabrice Burgaud. Hij wordt terzijde gestaan door magistraten van de rechtbank in Boulogne-sur-Mer en krijgt uitgebreid weerwoord van de advocaten van de verdachten. Terwijl in L’Affaire D’Outreau vier van de zeventien verdachten, waaronder deurwaarder Alain Marécaux, aan het woord komen, beperkt deze serie zich tot Marécaux’s ex-vrouw Odile Polvèche. ‘Hij wilde onze onschuld niet bewijzen, zegt zij over onderzoeksrechter Burgaud. ‘Maar alleen onze schuld.’

Deze nieuwe miniserie richt zich ook minder op de individuele verhalen en betrokken mensen – al is slachtoffer Jonathan Delay, die nog altijd vasthoudt aan de belastende verklaringen die hij als kind aflegde, ook nu weer present. Outreau: Un Cauchemar Français – aangekleed met een maquette van het Tour du Renard-flatgebouw, rechtbanktekeningen en een visualisatie van Burgauds computer, met daarin de complete mappenstructuur van het strafdossier – focust zich vooral op het metaverhaal: hoe het Franse justitiële systeem zo opzichtig de fout kon ingaan. De verpersoonlijking daarvan denkt nog vaak terug aan de zaak. ‘Gelukkig heb je verdedigingsmechanismes’, zegt Fabrice Burgaud bedachtzaam in deze kritische, maar beslist niet hijgerige ontleding van de zaak die Frankrijk op z’n grondvesten deed schudden en nog altijd tot verbeelding spreekt. ‘Anders was ik gek geworden.’

Ook hij zal soms afvragen wie nu precies het duwtje tegen de eerste dominosteen heeft gegeven en waarom daarna niemand de tegenwoordigheid van geest had om het vallen, al was het maar voor even, tot staan te brengen?

51 Birch Street

Copacetic Pictures

Als Mina, de moeder van filmmaker Doug Block, plotseling overlijdt, komt zijn 83-jarige vader Mike er na ruim vijftig jaar huwelijk ineens alleen voor te staan. Doug zoekt de man, met wie hij nooit een hechte band heeft gekregen, op voor wat tamelijk ongemakkelijke ontmoetingen zullen worden. Pas na het nodige aftasten komen ze, heel voorzichtig, wat dichter bij elkaar.

En dan, slechts drie maanden na de dood van zijn vrouw, schokt Mike de hele familie. Hij zoekt zijn voormalige secretaresse Kitty, die hij ruim dertig jaar niet heeft gezien, weer op en is binnen de kortste keren getrouwd met haar. Als de twee op de bruiloft verliefd dansen op ‘hun’ nummer Only You – die titel alleen al! – moeten zijn drie volwassen kinderen het nodige ongemak wegslikken.

En wat doet een filmmaker in zo’n geval? Hij laat zijn camera draaien. Wat ooit, ruim vóór het overlijden van Mina, is gestart als het voor privédoeleinden vereeuwigen van zijn vader en moeder, wordt in 2005 een serieuze documentaire: 51 Birch Street (88 min.), een persoonlijke film over het leven van zijn ouders, twee mensen die jong verliefd werd en daarna veroordeeld bleven tot elkaar.

Als Mike besluit om bij Kitty in Florida in te trekken, moet Blocks ouderlijk huis in Port Washington, New York, ontmanteld worden. Een prima gelegenheid voor Doug om samen met zijn vader en zussen Ellen en Karen de balans van dat huwelijk op te maken. Al is Mike in eerste instantie een onwillige gesprekspartner. Spreek alleen goeds over het verleden en de doden, houdt hij zijn zoon voor.

Op Dougs video-opnamen is zijn echtgenote, die in Mike’s ogen vastzat in ‘fantasieliefde’, intussen een stuk uitgesprokener. ‘Als een vrouw van mijn generatie niet trouwde’, zegt Mina, ‘dan was ze in feite dood.’ Mike zit naast haar, luistert mee en denkt er duidelijk het zijne van. Haar echtgenoot is in elk geval, stelt Mina even later, ‘a hell of a lot better than most men of my generation that I know’.

En met dat ‘compliment’ heeft hij ‘t moeten doen, constateert Mike, inmiddels getrouwd met Kitty, nu berustend. Meer zat er niet in. ‘Ze hield zoveel van mij als ze van iemand kon houden.’ En die constatering doet Doug Block ook over zijn eigen huwelijk nadenken – en over zijn bijbaan als bruiloftsfotograaf. Wat doen relaties met mensen? Hoe houd je ze gezond? En wat als dat niet lukt?

In de zoektocht naar zijn ouders wordt Block intussen met een serieus dilemma geconfronteerd. Tijdens het opruimen van z’n ouderlijk huis treft hij persoonlijke dagboeken van zijn moeder aan. Mag hij die als zoon inzien en dan ook nog gebruiken als filmmaker? Hij legt de vraag voor aan een vriendin van Mina. Wat zou zij gewild hebben? En: wil je als kind werkelijk alles weten van je eigen ouders?

Met alles wat hem ter beschikking staat construeert Doug Block zo z’n film: een aangrijpend portret van zijn ouders, die net als de meeste mannen en vrouwen van hun generatie vastzaten in hun rol. En een prikkelende exegese van het huwelijk en relaties in het algemeen. En zoals dat gaat bij egodocu’s, maakt de hoofdpersoon zelf ook nog een ontwikkeling door: Doug bouwt een band op met z’n vader.

Lover, Stalker, Killer

Netflix

Geen wapen, geen lijk en zelfs nauwelijks een plaats delict. Hoezo kan het dan een moordzaak zijn? De openingsscène van de true crime-docu Lover, Stalker, Killer (90 min.), waarin alvast wordt vooruitgeblikt naar wat er de komende anderhalf uur nog gaat komen, roept meteen een elementaire vraag op: wie is uiteindelijk wie in de duivelse driehoeksverhouding tussen de hoofdpersonages Dave, Liz en Cari, die ten grondslag ligt aan het spannende drama dat zich rondom hen gaat voltrekken?

Hebben zij elk hun eigen rol, zoals bijvoorbeeld in de film The Good, The Bad And The Ugly? Of is één van hen zowel geliefde als stalker en moordenaar? En zo ja, wie dan? Automonteur Dave Kroupa, die na een stukgelopen huwelijk wel zin heeft in een avontuurtje? Liz Golyar, de eigenaresse van een schoonmaakbedrijf, met wie Dave via een datingsite kennismaakt? Of toch Cari Farver, de aantrekkelijke dame die hem bepaald niet koud laat als zij toevallig eens langskomt in zijn garage?

Als de twee vrouwen elkaar in het najaar van 2012 per ongeluk tegen het lijf lopen bij Dave’s appartement, ontvouwt zich een real life-thriller, die zo nu en dan doet denken aan de Hollywood-hit Fatal Attraction. Over een man die een slippertje heeft met de verkeerde vrouw. En de muziek die alle navolgende intriges in Lover, Stalker, Killer begeleidt lijkt zowaar een echo van de Basic Instinct-soundtrack, ook al zo’n film over een argeloze man die in een dodelijke affaire verzeild raakt.

Dave raakt steeds meer in het nauw als – tromgeroffel, paukengeschal, doodse stilte – Cari zich openbaart als de wraaklustige maîtresse uit ieders bangste dromen. Zij maakt zijn leven, dat van Liz en zelfs van zijn ex Amy tot een levende hel. Althans, met die gedachte stuurt regisseur Sam Hobkinson (The Kleptocrats, Fear City: New York Vs. The Mafia en Misha And The Wolves) z’n kijkers doelbewust het bos in. Totdat ze volledig verdwaald zijn in wie nu wat heeft gedaan – en waarom ook alweer.

Pas als een bijna karikaturaal rechercheduo uit Pottawattamie County, dat zo uit een Coen Brothers-film lijkt te zijn weggelopen, zich met de zaak begint te bemoeien, komt er langzaam maar zeker klaarheid in wat er is gebeurd tussen Dave, Liz en Cari. Hobkinson houdt de aandacht zo tamelijk probleemloos vast – al ziet een beetje oplettende kijker de ontknoping al wel een tijdje aankomen en is het tevens de vraag of hij de waarheid soms ook niet een handje heeft geholpen.

Sheila Versus De Staat

Human

‘I fought the law’, verwoordde Sonny Curtis in de gelijknamige, klassieke rock & roll-single ooit een ultiem gevoel van strijdbaarheid en machteloosheid. ‘And the law won.’ Dat gevoel – van een overheid die zich aan jou niets gelegen laat liggen, waartegen ook niets valt uit te richten en die jij maar moet zien te verduren – is alomtegenwoordig geweest in het Toeslagenschandaal. Kwetsbare burgers zijn vermalen door een nietsontziende bureaucratie.

In de schrijnende documentaire Alleen Tegen De Staat (2021) gaf filmmaker Stijn Bouma vijf slachtoffers de gelegenheid om hun persoonlijke relaas te doen. Derya, Janet, Nazmiye, Badrya en Naoual belandden niet geheel toevallig op de radar van de belastingdienst. Bij hen leek Vrouwe Justitia toch echt haar blinddoek te hebben afgedaan. De vrouwen schetsten een Kafkaëske maalstroom van vernederingen: schulden, ontslag, voedselbank, depressie, kinderen uit huis geplaatst… Totdat er van hen en wie ze waren nauwelijks meer iets over was. Volledig ontmenselijkt.

Met Sheila Versus De Staat (59 min.) zoomt Bouma in op één enkele casus. Sheila Badal (44) oogt in eerste instantie sterk en strijdbaar. In de openingsscène rijdt ze met haar zevenjarige dochtertje Farah naar huis. Daar ziet ze een blauw busje staan. ‘Dat is een eng busje’, zegt ze tegen Farah. ‘Zit de belastingdienst erin?’ Ze doet het raampje van haar auto open. ‘Kom, we gaan kijken of ze erin zitten. Hee, Rutte!’ Eenmaal in huis maken ze samen een papiertje met ‘Belastingdienst’ erop. Sheila plakt ’t op de bus. ‘Zoveel jaar geleden stonden ze ook voor m’n deur. En nu staan ze weer voor m’n deur.’

Farah kijkt een beetje bedremmeld toe. Zij kent ook een andere moeder. Een kwetsbare vrouw. Een moedeloos slachtoffer. En de geslagen ouder van een doodgeboren kind. Sheila probeert haar dochter een fuck you-mentaliteit bij te brengen. Zelf wordt ze alleen steeds kwetsbaarder. Haar gezondheid is zorgwekkend. Bouma volgt Sheila en de haren van zeer dichtbij en vangt hen in heel intieme situaties. En als de voortekenen in zijn vertelling – een speelgoedschildpad op z’n rug en lekkende champagneglazen bijvoorbeeld – niet bedriegen, moet ‘t op termijn wel verkeerd met haar aflopen.

‘Weet je, dat het niet goed meer zit met mijn hart: prima’, zegt zijn hoofdpersoon cynisch tijdens een telefoongesprek met een medewerkster van de belastingdienst. ‘Maar ik wil wel met een lach in mijn kist kunnen gaan, met een gerust hart. Dat ik zoiets heb: het is geregeld voor mijn dochtertje.’ Het is de tragische tussenconclusie van een leven dat volledig ontregeld is geraakt – en van een film die dat invoelend registreert.

Beckham

Netflix

Een vierdelige docuserie over oud-topvoetballer David Beckham, met in totaal bijna vijf uur speeltijd. Dat lijkt op voorhand, zelfs voor lieden die gek worden als ze gras ruiken, geen onverdeeld genoegen. Beckham (282 min.) valt echter alleszins mee. De hoofdpersoon speelt namelijk behoorlijk open kaart, ook over zijn donkere periodes, misstappen en conflicten. Net zoals zijn moeder Sandra, zo’n vrouw die altijd partij kiest voor haar kind, van haar hart ook geen moordkuil maakt. En vader Ted, een echte Manchester United-fan, laat zich, wellicht onbedoeld, kennen als een archetypische horror-voetbalvader. Hij schijnt in z’n privé-archiefje meer dan 1300 filmpjes van jeugdwedstrijden van zijn zoon te hebben. Documentairemaker Fisher Stevens (The Lincoln Project), als acteur bekend in de rol van Hugo Baker in Succession, kan het nauwelijks geloven. ‘Jézus!’

Een uitgesproken troef van deze serie – en ook van David Beckham, zal hij er zelf onmiddellijk bij zeggen – is mevrouw Victoria Beckham, met wie hij nu alweer meer dan 25 jaar een tandem vormt. Een wereldwijd bekend merk ook. Samen en los van elkaar. Rode loperwerk. ‘Met haar ga ik trouwen’, zou Beckham tegen teamgenoot Gary Neville hebben gezegd toen ze de girlband The Spice Girls voor het eerst op tv zagen. Hij kon zijn ogen nauwelijks geloven toen Posh Spice niet veel later een wedstrijd van United bijwoonde, waarin hij natuurlijk weer een prachtgoal maakte. ‘Toen hield ik niet van voetbal’, vertelt zij. ‘Nu ook niet, trouwens.’ Victoria wilde gewoon in contact komen met David. Ze onderbreekt haar verhaal om de hond des huizes te roepen. ‘Olive, kom even hier. Dan zie ik er aardiger uit.’ Haar echtgenoot reageert direct: ‘Dan heb je meer dan één hond nodig. Ik haal de rest.’ De twee zijn duidelijk aan het kloten, steken de draak met hun eigen imago.

Die humor is tevens een terugkerend element in deze miniserie. Ook Fisher Stevens veroorlooft zich tijdens de interviews regelmatig een lollige vraag of snedige opmerking en heeft het geheel bovendien met veel panache gemonteerd. Ook zijn bronnenkeuze is opmerkelijk. Natuurlijk, ManU-iconen als Rio Ferdinand, Roy Keane, Steve Bruce, Paul Ince, Eric Cantona, Paul Scholes, Gary en Phil Neville, Ole Gunnar Solskjaer en de legendarische manager Alex Ferguson – die Beckham als jongen al onder zijn hoede nam en hem later overigens ook rücksichtslos afdankte toen er naar zijn mening te veel afleiding kwam in Beckhams leven – ontbreken niet. Net als zijn voormalige Real Madrid-collega’s Figo, Roberto Carlos, Michel Salgado en Ronaldo en oud-trainers zoals Carlos Quieroz en Fabio Capello. Stevens spreekt hen uitgebreid, maar filmt hen ook, héél close, terwijl ze verlekkerd of met afgrijzen naar hun eigen wedstrijden kijken. Prachtmateriaal.

De filmmaker haalt echter ook enkele quotes bij modegoeroe Anna Wintour, bassist Peter Hook van de Manchester-bands Joy Division en New Order en de gebroeders Eamonn en James Clarke, de paparazzi die ‘Posh’ en ‘Becks’ voor het eerst samen op de foto zetten. Zelfs de Argentijnse ijzervreter Diego Simeone zit glimmend voor de camera. Hij ontwikkelde zich tot Beckhams ‘angstgegner’. Nadat Simeone de glamourboy een rode kaart had aangesmeerd, werd Engeland uitgeschakeld op het WK van 1998. En dat kreeg ‘Stupid Spice’ hoogstpersoonlijk in de schoenen geschoven. Hij werd de risée van Groot-Brittannië. Bij de receptioniste van Manchester United, die eerder wekelijks postzakken met liefdesbrieven voor hem in ontvangst moest nemen, kwamen nu kogelbrieven binnen. Een onverlaat hing bij een Londense pub zelfs een pop van Beckham aan een strop. De voetballer stond intussen op het punt om voor het eerst vader te worden.

Zo slalomt deze miniserie door een publiek geleefd leven waarvan de gemiddelde voetbal- of entertainmentkenner alles al denkt te weten. Ook bij David Beckham geldt echter: (schone) schijn bedriegt. Zie ‘Goldenballs’ bijvoorbeeld maar eens aan het werk in zijn eng schone keuken, bij z’n al even perfect georganiseerde klerenkast of ontspannen dansend met zijn lief op de mierzoete Kenny Rogers & Dolly Parton-klassieker Islands In The Stream. Hij blijkt ook een onvervalst na-regen-komt-zonneschijn type. Want Becks en Posh mogen dan geen héél gelaagde personen/personages zijn. Ze hebben wel levenslust, veerkracht én – meer dan vermoed, eerlijk gezegd – zelfspot. Het blijkt zo’n stel, dat tegelijkertijd groter dan groot en kleiner dan klein leeft en dat die bijna vijf uur speeltijd dus uiteindelijk toch wel waard is.

Twee jaar later, in het najaar van 2025, krijgt ook Victoria Beckham haar eigen docuserie op Netflix.

Een Amerikaanse Nachtmerrie

BNNVARA

Hoe zou de ideale true crimezaak eruit zien? Een maker stuit op een gerechtelijke dwaling, achterhaalt na allerlei dramatische verhaalwendingen, doodlopende onderzoekspistes en gigantische cliffhangers wat er werkelijk is gebeurd en pleit vervolgens zijn protagonist vrij, zodat die alsnog in vrijheid van de rest van zijn leven kan genieten? Zo eenvoudig en plooibaar is de werkelijkheid doorgaans echter niet, hoezeer sommige makers hem ook hun wil proberen op te leggen.

Ook Hans Pool zal misschien, toen hij zich zes jaar geleden in De Zaak Singh begon te verdiepen, héél even hebben gedacht dat hij de Nederlandse Errol Morris zou worden en dat Jaitsen Singh wellicht kon uitgroeien tot zíjn Randall Adams, de Amerikaan die door Morris werd vrijgepleit van moord in de true crime-klassieker The Thin Blue Line (1988). Pool is echter geen Amerikaanse amateurdetective die even snel en gemakkelijk wil scoren met Een Amerikaanse Nachtmerrie (internationale titel: The Singh Case, 235 min), maar een gelauwerde Nederlandse documentairemaker, met bijvoorbeeld een Emmy Award voor Bellingcat – Truth In A Post-Truth World op zak. Hij wil zich ook niet zomaar voor iemands karretje laten spannen – al is dat in deze gecompliceerde zaak bepaald geen sinecure. Hoe voorkom je bijvoorbeeld dat je aan de tunnelvisie gaat lijden die je bij de politie vermoedt? Of een instrument wordt van de aanklagers of verdediging?

De zaak leek in eerste aanleg, vanuit het verre Nederland, vast nog bedrieglijk simpel: Jaitsen Singh, een Surinaamse Nederlander die met zijn gezin ooit ‘The American Dream’ was gaan najagen, zit al sinds halverwege de jaren tachtig in een Amerikaanse cel als vermeende opdrachtgever van de moord op zijn vrouw Grace en stiefdochter Daphne. Onschuldig, welteverstaan. Singh zou erin zijn geluisd door een overijverige openbaar aanklager, die warm liep voor een politieke carrière en veel te graag wilde scoren, en een verslaafde crimineel, die in ruil voor strafvermindering bereid was om op te treden als kroongetuige. Maar is de werkelijkheid net zo simpel als het verhaal dat ervan kan worden gemaakt? Van de andere kant: het kan toch ook niet zo zijn dat Jaitsen Singh, zoals de aanklagers lijken te beweren, simpelweg een gewetenloze killer is, die een overval op zijn eigen huis heeft geënsceneerd en daarbij zijn eigen echtgenote en stiefkind heeft laten ombrengen?

Via Singhs Nederlandse advocate Rachel Imamkhan, die in de afgelopen jaren uitgebreid zijn onschuld heeft bepleit in Nederlandse media en vanaf het begin betrokken is geweest bij deze Nederlandse Making A Murderer, komt Hans Pool ook in direct contact met Jaitsen Singh zelf. Hij stelt dat zijn zaak, net als de veelbesproken dood van George Floyd, ’voor honderd procent puur op racisme gebaseerd is’. Zó eenvoudig zijn de beschuldigingen tegen hem echter zeker niet te weerleggen. Behoedzaam pelt Pool de verschillende lagen er vanaf, in de hoop zo bij de kern te komen. Hij neemt de kijker daarbij letterlijk mee in zijn onderzoek. In beeld, als de man die Singhs verleden doorwandelt en uiteindelijk zelfs voor het spreekwoordelijke true crimebord belandt. En via verbindende voice-overs, waarmee hij zijn bevindingen, gevoelens én twijfels deelt. Want waar de filmer ooit begon vanuit het idee dat zijn protagonist waarschijnlijk onschuldig vastzit, krijgt hij daarbij gaandeweg steeds meer vragen.

Een Amerikaanse Nachtmerrie blijft mede daardoor vijf afleveringen lang onverminderd boeien. Ook omdat Pool al zijn bronnen, achtergrondinformatie en ontdekkingen slim en gedoseerd uitserveert en er dus steeds een andere verhaallijn of -laag wordt blootgelegd. Elk nieuw stukje informatie plaatst wat je al denkt te weten over de twee moorden en de achtergronden daarvan in een nieuw perspectief. Een echte true crimezaak dus, die zich echter niet zomaar laat reduceren tot een hap-slik-weg misdaadverhaal. Daarvoor is De Zaak Singh te ingewikkeld en diffuus. Hans Pool wordt er bijna zichtbaar ‘sadder and wiser’ van en weerstaat tegelijkertijd de verleiding om al te gemakkelijke conclusies te trekken. Samen met productiemaatschappij Submarine is de filmmaker desondanks in een conflict verzeild geraakt over wat hij wel of niet wil, mag en kan vertellen. Via de rechter hebben Singh en zijn advocaat, vooralsnog tevergeefs, geprobeerd om uitzending van de serie te verhinderen.

De IRT Affaire

Prime Video

Met één arm op de rug gebonden moet de Nederlandse politie in de jaren tachtig de strijd aangaan met de georganiseerde misdaad. Als de rechercheurs al eens wat overuurtjes mogen schrijven, dan vallen die volledig in het niet bij de oneindige oorlogskas van de bendes waarop ze jagen. Het is net ‘een aflevering van Tom & Jerry, waarbij de muis altijd won’, zegt één van de mannen uit de directe entourage van topcriminelen zoals Klaas Bruinsma en Mink Kok. Voor het eerst vertellen zij in deze boeiende vierdelige serie over de tijd waarin de Nederlandse onderwereld, in de woorden van misdaadjournalist Bas van Hout, van ‘softcrime’ overgaat op ‘hardcrime’. Hun verklaringen zijn ingesproken door stemacteurs. En Daniel Belinfante, een kompaan van Kok en zelf ook een zware jongen, geeft zelfs gewoon in beeld tekst en uitleg.

In 1988 besluit het Ministerie van Justitie tot oprichting van het Interregionaal Recherche Team Noord-Holland / Utrecht, dat zich gaat richten op georganiseerde misdaad en daarbij gebruik maakt van omstreden opsporingsmiddelen. Dat zal enkele jaren later resulteren in een enorm schandaal: De IRT Affaire (169 min.). De politie blijkt jarenlang doelbewust enorme partijen drugs doorgelaten te hebben – de bijzonder omstreden Delta-methode – om zo de drugskartels in beeld te krijgen en te kunnen oprollen. Intussen begint de onderwereld zich inderdaad van steeds grovere methoden te bedienen, zoals intimidatie en criminele afrekeningen. Een treffend voorbeeld daarvan is de moord op de drugshandelaar Jaap van der Heijden in 1993. Hij treft een tas met de springstof Semtex aan bij zijn voordeur, die tot ontploffing wordt gebracht.

In deze miniserie ontleedt showrunner Thijs Schreuder en het team dat ook Over Grenzen maakte, een serie over hoe Nederland en België een spilfunctie hebben gekregen in de internationale drugshandel, met politiekopstukken, IRT-medewerkers en insiders de affaire die Nederland begin jaren negentig op z’n grondvesten doet schudden. De nadruk ligt daarbij op het criminele milieu rond de erven van Klaas Bruinsma, die in 1991 wordt geliquideerd. Tussen de zogenaamde Delta-groep van beruchte criminelen zoals Stanley Hillis, Jan Femer en Mink Kok en de politie ontstaat een kat- en muisspel, waarbij het inderdaad maar de vraag wie nu eigenlijk de muis is. Want de criminelen durven groot te denken en opereren dan allang internationaal, kunnen twee ex-leden van het Colombiaanse Calikartel en een kolonel uit doorvoerland Ecuador bevestigen.

In de slotaflevering van deze goed onderbouwde misdaadserie, die is aangekleed met archiefbeelden, illustratieve fictiescènes en privéfilmpjes van de betrokken criminelen, volgt de plotselinge ontmanteling van het IRT en de parlementaire enquête over de werkwijze van het rechercheteam, dat gebruik maakte van criminele informanten en volgens de overlevering dus een eigen drugslijn zou hebben gerund. Het koningskoppel van de criminele inlichtingendienst in Haarlem, Joost van Vondel en Klaas Langendoen (die uitgebreid aan het woord komt in deze serie), werd daarvoor destijds verantwoordelijk gehouden. Dit zou echter wel eens een ernstige simplificatie van de situatie kunnen zijn geweest. En dat lijkt dan weer de resultante van een richtingenstrijd binnen de politie, die dwars door de jacht op de criminelen heen liep.

Na recente crimeproducties zoals Martin H. en Mijn Vader De Hasjkoning brengt De IRT Affaire zo opnieuw een stukje Nederlandse misdaadhistorie in kaart. Daarbij blijven er nog wel wat vragen onbeantwoord en beschuldigingen onweersproken. Dat is waarschijnlijk echter onvermijdelijk bij een kwestie, waarover nog altijd een fundamenteel verschil van mening bestaat en die bovendien diepe wonden heeft geslagen.

Prins Bernhard

Videoland

Het verhaal is te mooi om niet opnieuw te worden verteld.

Over de armlastige Duitse edelman die in 1937 ‘omhoog trouwde’ en een Nederlandse prins werd. Een onverzadigbare charmeur die er in de hele wereld liefjes – en kinderen – op nahield. De ritselaar die het z’n hele leven niet al te nauw nam met de regeltjes. Een man van de wereld met oog voor het goede leven en een gigantisch gat in zijn hand. De oorlogsheld die na de Lockheed-affaire geen uniform meer mocht dragen. Een fervente jager die het boegbeeld van het Wereld Natuur Fonds werd. En – niet te vergeten – de bon vivant die (op z’n minst een beetje) model zou hebben gestaan voor het personage James Bond.

Als één Nederlander zich leent voor zijn eigen documentaire, dan is het Prins Bernhard (132 min.). Zoals er ook al talloze biografieën en series zijn gewijd aan Bernhard van Lippe-Biesterfeld (1911-2004) en zijn echtgenote, koningin Juliana. De schrijvers daarvan – Annejet van der Zijl, Jolande Withuis, Gerard Aalders, Marc van der Linden en Jutta Chorus – leveren ook stuk voor stuk een bijdrage aan deze driedelige serie van Joost van Ginkel, die met oud-premier Dries van Agt, Bernards nooit erkende dochter Mildred Zijlstra en allerlei intimi sowieso sterk is bezet. Al schittert de Koninklijke familie zelf natuurlijk door afwezigheid.

De documentairemaker serveert alle smeuïge anekdotes, scherpe observaties en ferme conclusies in hoog tempo uit in hapklare hoofdstukjes en stut die met heerlijk archiefmateriaal, illustratieve scènes en tekeningen uit de aan Bernhard gewijde strip Agent Orange. Van Ginkels toon is over het algemeen kritisch, maar hij heeft ook oog voor ‘s mans charmes en verdiensten. Met een wel erg frivole soundtrack – waarin het ene op het andere voor de hand liggende hitje volgt, liefst met een héél toepasselijke tekst – maakt hij het larger than life van zijn hoofdpersonage bovendien toegankelijk voor een groot publiek.

Al die input over een eeuwige kwajongen, netjes op een rijtje gezet en ingekaderd, resulteert weliswaar niet in nieuwe inzichten over de man die in zijn eigen avonturenroman leefde, maar brengt hem, een kleine twintig jaar na zijn dood op 93-jarige leeftijd, wel weer helder in het vizier. Als de belichaming van prinsheerlijk leven – en het mooie verhaal dat nodig weer eens verteld moest worden.

Begin 2025 bracht Videoland Beatrix uit, een driedelige serie van Joost van Ginkel over Bernhards dochter, koningin Beatrix.

Fugitive: The Curious Case Of Carlos Ghosn

Netflix

Na een enerverend intro, waarin de kijker lekker is gemaakt met het smeuïge verhaal van een westerse topmanager die op 29 december 2019 met de staart tussen de benen – en verstopt in een instrumentenkist – Japan uit is gevlucht, wandelt een jonge vrouw het beeld in van Lucy Blakstads documentaire Fugitive: The Curious Case Of Carlos Ghosn (95 min.). Ze neemt plaats achter een bureau en voor de camera. Nadat zij de kijker in diverse talen welkom heeft geheten, stelt ze zich voor. ‘Oké, even voor de duidelijkheid: ik ben in werkelijkheid een actrice. Mijn script is gebaseerd op interviews met assistenten en pr-adviseurs van Ghosn met wie hij al jaren samenwerkt en die om verschillende redenen niet wilden meewerken aan de documentaire.’

Op gezette momenten zal deze actrice, Lyna Dubarry, in de navolgende anderhalf uur de herinneringen van collega’s, medewerkers, concurrenten, juristen, journalisten en Ghosns zus Nayla aan de voormalige CEO van Renault verbinden, inkaderen en verduidelijken. ‘s Mans carrière heeft een vlucht genomen als de Franse autofabrikant in 1999 een alliantie sluit met de Japanse concurrent Nissan. Carlos Ghosn, bijgenaamd ‘Le Cost Killer’, wordt dan gevraagd om de zaak in Japan vlot te trekken. Hij krijgt Nissan inderdaad weer aan de praat, maar dat gaat niet vanzelf: terwijl hijzelf een nationale bekendheid wordt – en de hoofdpersoon in zijn eigen mangastrips – mogen 21.000 medewerkers naar een andere baan uitzien.

Het levert Ghosn zelf ook een nieuwe betrekking op: hij wordt in 2005 benoemd tot CEO van Renault. Nissan blijft hij erbij doen. En daarna gaan, zoals wel vaker bij een leider die alleen nog gelijkgestemden of jaknikkers om zich heen verzamelt, alle remmen los: hij begint een exorbitant salaris op te strijken, gaat zich steeds meer gedragen als een zonnekoning en voert intussen de werkdruk ongenadig op. Daarmee duwt hij enkele medewerkers van Renault naar de rand van de afgrond. Een enkeling is zelfs zo wanhopig dat-ie een einde aan z’n leven maakt. ‘De pijn is wat afgenomen’, zegt de weduwe van één van hen in Fugitive. ‘Maar de woede niet.’

En dan moeten de beschuldigingen van corruptie, zelfverrijking en fraude, waarvoor Carlos Ghosn in een Japanse cel zal belanden, nog komen. De hoofdpersoon laat de mogelijkheid om zich daarvoor te verantwoorden in deze documentaire aan zich voorbij gaan. Via openbare verklaringen komt hij echter wel degelijk aan het woord in een solide film, die – behoudens de toevoeging van een gefingeerd personage – tamelijk conventioneel Ghosns carrière en werkwijze doorlicht en daarna gestaag toewerkt naar zijn miraculeuze ontsnapping uit het land dat hem ooit groot heeft gemaakt. Als de dief in de nacht waarvan hij zelf volhoudt dat hij die nooit is geweest.

Een jaar na Fugitive heeft Apple TV+ de vierdelige docuserie Wanted: The Escape Of Carlos Ghosn.

Moeders

Baldr

‘Criminaliseren we nu risicojongeren die we juist willen helpen?’ vraagt een medewerker van de gemeente Amsterdam op 3 november 2016 in een memo aan toenmalig burgemeester Eberhard van der Laan. De medewerker reageert op het besluit om een groep jongeren op basis van met algoritmen bepaalde risico’s – en niet op basis van daadwerkelijk gedrag – toe te voegen aan een lijst van veelplegers. Het is de volgende escalatie in een proces dat in 2010 is ingezet. Van der Laan wil de criminaliteit in de hoofdstad terugdringen en neemt daarbij het besluit om heel vroeg in te grijpen bij jongeren die op het verkeerde pad dreigen te belanden.

Hoe dit er in de praktijk uitziet, vertellen vier Moeders (80 min.) met een kind dat in Van der Laans ‘top 400’ is beland. Om de identiteit en privacy van de vrouwen en hun zoons te waarborgen worden zij in beeld vertolkt door actrices, die ‘playbacken’ bij de stemmen van de moeders zelf. Dat is zeer knap gedaan. Terwijl ze zich bezighouden met hun dagelijkse beslommeringen vertellen de vrouwen in beeld over hoe hun kind in aanraking is gekomen met hulpverleners, politie en justitie. Soms spreken ze ook recht in de camera. Daarmee krijgen hun getuigenissen wel bijna het karakter van een performance. Een theatermonoloog in/uit ‘real life’.

Uit de verhalen van de moeders valt af te leiden dat de vroegtijdige signalering van hun zoons volgens hen als een ‘self fulfilling prophecy’ heeft gewerkt. Hun kinderen zijn daardoor eerder dichter bij de gevarenzone terechtgekomen dan eruit weggelokt. Het is de vraag of ze daarmee altijd voldoende zicht hebben op de rol die hun eigen kroost speelt en een reëel en/of volledig beeld van de situatie schetsen. Tegelijkertijd vertoont de manier waarop de lokale overheid in deze situaties optreedt onmiskenbaar overeenkomsten met de handelswijze van de Belastingdienst in het Toeslagenschandaal. En ook hier lijken huidskleur en afkomst – stelt tenminste de enige witte moeder, die overigens wel een donker kind heeft – een bepalende factor.

Met de keuze om zich vooral te verlaten op de ervaringsverhalen van de vrouwen en zelf geen verhaal te halen bij politie, justitie en de betrokken hulpverleners neemt documentairemaker Nirit Peled in elk geval duidelijk stelling. Uit deze prikkelende film spreekt onmiskenbaar haar zorg over het combineren van straf en zorg – inmiddels op diverse plekken in Nederland ingevoerd – teneinde potentiële overlastveroorzakers of criminelen vroegtijdig in beeld te krijgen. Is dit middel misschien erger dan de kwaal?

Hostages

HBO

Als de Verenigde Staten in de jaren zeventig met één land in de Golfregio bevriend waren, dan was ‘t met het Iran van de Sjah van Perzië, een man die al bijna veertig jaar leefde en regeerde als een vorst en zonder scrupules ingreep als iets hem niet zinde. Net als zijn Amerikaanse boezemvrienden, die hem altijd de hand boven het hoofd hadden gehouden, werd de Sjah echter volledig verrast door de opkomst van een opponent, de conservatieve geestelijk leider Ayatollah Khomeini.

En met diens Islamitische Revolutie kreeg ineens ook het al langer sluimerende anti-Amerikanisme vrij spel in Iran. Dit culmineerde op 4 november 1979 in de gijzeling van 63 medewerkers van de Amerikaanse ambassade in Teheran, een crisis die uiteindelijk 444 dagen (!) in beslag zou nemen en de Amerikaanse president Jimmy Carter de kop kostte. Op 19 januari 1981, de dag waarop zijn opvolger Ronald Reagan werd ingezworen, kwamen de gegijzelden eindelijk vrij.

Hostages (240 min.) reconstrueert met gijzelnemers, gegijzelden, familieleden, journalisten, historici, diplomaten en politici uit beide landen de dramatische actie. Die heeft voor een permanente verzuring gezorgd in de toch al zeer ingewikkelde relatie tussen Iran en de VS. Daarvoor werd ooit de basis gelegd in de jaren vijftig. Toen zette de Amerikaanse inlichtingendienst CIA met een coup de Democratisch gekozen leider Mohammad Mossadeq af en bracht de Sjah (weer) aan de macht.

Deze vierdelige serie van Maro ChermayeffAbbas Motlagh en Sam Pollard plaatst de gijzelingscrisis (inclusief faliekant mislukte bevrijdingspoging) nadrukkelijk binnen die historische context, illustreert met (opnieuw opgediept) archiefmateriaal hoe die kon uitgroeien tot een soort real life-televisiedrama en schetst de gecompliceerde afwikkeling ervan, waarbij Carter de allerlaatste nacht van zijn presidentschap doorhaalt om alsnog tot een deal te komen met de gijzelnemers.

De volgende president – en zijn voormalige tegenstrever – Ronald Reagan kan vervolgens met de eer gaan strijken. Willen de Iraniërs simpelweg Jimmy Carter vernederen? Of heeft Team Reagan, in het diepste geheim, met de gijzelnemers onderhandeld, zodat de terugkeer van de gegijzelde Amerikanen wordt uitgesteld tot ná de machtsoverdracht in de Verenigde Staten? Daarover is het laatste woord nog altijd niet gezegd, ook niet in dit stevig doortimmerde stukje geschiedschrijving.

Feit is dat de regering Reagan in 1986 verwikkeld zal raken in het zogenaamde Iran-contra schandaal. Met de illegale verkoop van wapens aan Iran hebben de Amerikanen stiekem rechtse rebellen in Nicaragua gefinancierd. Los daarvan heeft de gijzeling ook diepe wonden geslagen bij de slachtoffers, die veertien maanden in soms barre omstandigheden moesten zien te overleven. En die ervaring speelt, getuige enkele emotionele scènes in Hostages, nog altijd een belangrijke rol in hun leven.