The TMF Story

Videoland

Enkele generaties Nederlandse jongeren zijn opgegroeid met The Music Factory, de Nederlandse muziekzender die grofweg van 1995 tot 2011 – 24 uur, 7 dagen per week – bepaalde wat er populair was. In het tweeluik The TMF Story (95 min.) blikken kopstukken van voor en achter de schermen in de voormalige Studio Concordia in Bussum, waar alle uitzendingen destijds werden opgenomen, terug op een periode die ook voor hen vormend was.

In deel 1 worden de kwajongensjaren belicht van de zender, die begin jaren negentig uit de grond wordt gestampt door Veronica-coryfee Lex Harding en – kent-u-deze-nog-nog-nog? – Herman Heinsbroek, de latere LPF-minister. Ze beginnen met een nieuw veejayteam, dat deels bestaat uit bekende deejays van Radio 538. Zij krijgen gezelschap van de voormalige banketbakker Jeroen Post en vier nieuwe vrouwelijke gezichten: Fabienne de Vries, Bridget Maasland, Isabelle Brinkman en de latere BIJ1-politica Sylvana Simons. Die meiden moesten er vooral goed uitzien.

‘Nou ja, kijk, de pluspunten van Fabienne waren natuurlijk duidelijk waarneembaar’, zegt Erik de Zwart, die ‘de bril van toen’ duidelijk weer heeft opgezet, bij beelden van het voormalige boegbeeld van The Music Factory met een decolleté. ‘Zij was toch wel het naschoolse vriendinnetje’, vult Lex Harding aan. ‘De jongens moesten het een lekker wijf vinden. En de meiden moesten zich kunnen identificeren met haar.’ De vrouwelijke veejay zelf was vooraf ook goed geïnstrueerd: ‘Jij moet de beste vriendin van de meiden worden en de natte droom van de jongens.’

‘Woke was iets wat bij TMF niet bestond’, verduidelijkt Harding even later. ‘Waren opmerkingen grensoverschrijdend? Naar de maatstaven die nu gehanteerd worden: zeer zeker. Er werd gevloekt, er werd gescholden, er werd uitgelachen… weet ik veel allemaal.’ Hij laat een korte stilte vallen. ‘En dat was heel goed voor de sfeer.’ Fabienne bleef er ogenschijnlijk rustig onder, getuige ook een interview met Robbie Williams. Op de vraag wat hij leuk vindt aan zichzelf, antwoordt de Britse popster doodleuk ‘my massive penis’. Oké, blijft zij verbazingwekkend koel: ‘show me!’

En ook Sylvana, die later als Tweede Kamerlid een soort woke-boegbeeld zou worden, kan zich er nog altijd niet al te druk om maken: zo ging dat toen nu eenmaal. De presentatoren van het eerste uur lijken zich vooral de opwinding van die tijd te herinneren. Het was keihard werken, voor een grijpstuiver bovendien, maar dan werd je wel wereldberoemd in Nederland en mocht je bijvoorbeeld ook de immens populaire TMF Awards presenteren. En als iets hot was, dan kwam het naar de studio: van Madonna en Backstreet Boys tot Notorious B.I.G. en Mariah Carey.

En dan meldt zich in deel twee van The TMF Story een nieuwe generatie veejays, waarvan het leeuwendeel ook graag nog eens voor de camera plaatsneemt om over hun grote doorbraak te vertellen. TMF markeerde voor bijvoorbeeld Daphne Bunskoek, Valerio Zeno en Miljuschka Witzenhausen de start van een televisiecarrière, die nog altijd voortduurt. Zij reden scheve schaatsen, gingen doldwaze avonturen aan en werden geconfronteerd met zichzelf. Intussen waren ze er getuige van hoe The Music Factory van karakter veranderde en langzaam naar z’n einde ging.

Dit anekdotische en vluchtige tweeluik raakt in de kantlijn ook onderwerpen zoals divagedrag, burn-outs én drugsgebruik aan, maar gaat nooit de diepte in. Als veejay Sylvie Meis bijvoorbeeld vertelt dat zij op een afterparty met collega’s schrok van wit poeder, ‘niet het spul wat je doet op pannenkoeken’, blijft ‘t daar ook bij. De bewering wordt verder niet onderzocht of voorgelegd aan de anderen. The TMF Story is daarmee een documentaire die uitstekend past bij The Music Factory, een film die even gemakkelijk wegkijkt als ook weer uit het geheugen verdwijnt.

Meiden Van De Keileweg. 25 Jaar Later

Lieke / c: Ivar Schutte / Powned

Met zijn camera bivakkeert hij voortdurend in de schemerzone van het bestaan. Als Roy Dames niet is te vinden in Willems Kantine, rondhangt met zijn Foute Vrienden of de strijd aangaat met randfiguren zoals Emile RatelbandFrank Masmeijer of Rob Scholte, dan filmt hij wel met de vrouwen die ooit hun brood verdienden op de inmiddels gesloten tippelzone in Rotterdam.

Dat resulteerde in 2000 in de rauwe docuserie Meiden Van De Keileweg, met een ongefilterde kijk in de levens van verslaafde vrouwen die hun lichaam verkochten ‘voor een snuif, een base of een shot’. Een kwart eeuw later pakt Dames de draad weer op in Meiden Van De Keileweg. 25 Jaar Later (144 min.), om te kijken hoe ‘t nu met de vrouwen gaat, hoe zij destijds in de straatprostitutie zijn beland en hoe het dagelijks leven daar – in dat hellehol van junks, pooiers en hoerenlopers – nu eigenlijk was.

Lieke zorgde in de oorspronkelijke serie voor enkele onvergetelijke scènes (die sommige mensen nochtans graag zouden vergeten) en is opnieuw van de partij. Ze lijkt clean en woont in een gewoon rijtjeshuis, ergens in Oost-Brabant. Tegelijkertijd heeft ze heel wat te stellen met haar veel jongere vriend Mike. Terwijl Lieke Dames een inkijkje in haar ziel en verleden geeft, vechten de twee vechten als kat en hond. Roy Dames filmt dan gewoon door, ook als de ruzies volledig ontsporen, niet alleen fysiek.

Het leven van Sonja lijkt inmiddels in rustiger vaarwater te zijn gekomen. De vrouw die 25 jaar geleden oogde als een menselijk wrak – graatmager, verwilderde blik in de ogen en nauwelijks een tand in haar mond – zit er tegenwoordig netjes bij, in een opgeruimde woning. Als BDSM-meesteres lijkt ze bovendien verzekerd van een stabiel inkomen. Toch kijkt Sonja met een zekere romantiek terug op de Keileweg, waar ’t volgens haar, op z’n heel eigen manier, ook wel gezellig was. De vrouwen probeerden er te zijn voor elkaar.

Huismoeder Wendy, ook allang afgekickt, heeft soortgelijke gevoelens. De onderlinge kameraadschap op de Keileweg was volgens de immigrante uit de Dominicaanse Republiek, die overigens niet in de oorspronkelijke reeks zat, werkelijk onbetaalbaar. Op de tippelzone voelde ze zich thuis. En dat is minder vreemd dan ‘t lijkt. Als Wendy uitweidt over haar jeugd, waarin geweld en misbruik bijna vanzelfsprekend waren, is het bijna de vraag waar ze anders terecht had moeten komen dan op een soort Keileweg.

Christel tenslotte leeft in geleende tijd. Ze is ernstig ziek. En de man die haar uit het wereldje haalde, een voormalige klant, is inmiddels ook al enkele jaren dood. Door zijn overlijden moest ze tevens hun huis verlaten. Daar heeft ze nog altijd geen vrede mee. In de rug gedekt door een draaiende camera gaat Christel verhaal halen bij zijn familie. En Roy Dames sluit ook aan als ze zich alsnog probeert te verzoenen met haar vader. Die wil daar niets van weten. Hij heeft al lang en breed afscheid genomen van zijn dochter.

Zo bevat deze vierdelige update met de vrouwen van de Keileweg opnieuw een aaneenschakeling van schrijnende verhalen. Over een traumatisch verleden, vervat in nog altijd schokkende beelden, dat vaak al lang vóór die tippelzone begon en waaraan nauwelijks valt te ontsnappen. En een heden dat niet altijd héél veel beter is dan die periode op straat. De aanwezigheid van een camera – van Dames en/of zijn rechterhand Sven Jacobs – helpt ook niet: conflicten lijken eerder en heftiger te escaleren. 

Daarmee krijgt ook deze wat fragmentarische miniserie soms een ranzige realityfeel en een trieste ondertoon – hoewel de meiden er, ondanks alle beschadigingen die ze hebben opgelopen, wel degelijk het beste van proberen te maken.

Theo van Gogh, De Hunkering

Andy Gray / BNNVARA

Zou hij toch nog een grote publieksfilm hebben gemaakt? Over welke onderwerpen zou Theo zich boos maken? En welke zelfverkozen vijanden zou hij aanhoudend tot op het bot hebben beledigd?

Twintig jaar nadat Theo van Gogh (1957-2004) op klaarlichte dag met bruut geweld werd gedood op de Linnaeusstraat – door burgemeester Job Cohen destijds vervat in de onvergetelijke woorden ‘er is vandaag een Amsterdammer vermoord’ – lijkt de filmer, meesterinterviewer, columnist, provocateur, televisiemaker en onversaagde ridder voor het vrije woord nog even relevant als in de pak ‘m beet 25 jaar dat hij de goegemeente compleet voor zich innam of geestdriftig tegen zich in het harnas joeg.

Nadat Cohens zoon Jaap dit jaar al een zéér leesbare biografie uitbracht, De Bolle Gogh, is er nu een vierdelige serie van documentairemaker David de Jongh, die eerder schrijfster Renate RubinsteinFrans Bromet en zijn eigen vader, de fotograaf Eddy de Jongh, vereeuwigde in zéér kijkbare films. Theo van Gogh, De Hunkering (193 min.), gebaseerd op research van Jaap Cohen, start bij ‘s mans tragische einde op 2 november 2004 en fladdert daarna associatief door z’n veelbewogen leven.

Het verteltempo ligt enorm hoog – alsof zo Van Goghs dadendrang moet worden benaderd. De miniserie krijgt daarmee ook iets hakketakkerigs. Het ene deelonderwerp is nog niet afgewikkeld – met een springerige montage van (ingelezen) interviewfragmenten, filmscènes, columns, persoonlijke brieven, gedramatiseerde taferelen en korte quotes van een veelheid aan sprekers – of een volgend thema klopt alweer op de deur. Het verveelt geen seconde, maar of alles ook even goed binnenkomt?

Theo van Gogh, De Hunkering wordt min of meer chronologisch verteld en begint dus bij de gelukkige jeugd waaraan hij volgens eigen zeggen leed in Wassenaar. Met een zeer uitgesproken moeder, de regelmatig met haar botsende vader en beroemde familieleden, schilder Vincent van Gogh en diens broer Theo, om tegenaan te schoppen en stiekem te bewonderen. Vrijwel alle mensen die ertoe deden in zijn hoekige bestaan zijn verder van de partij en spreken zonder meel in de mond.

Er zijn natuurlijk uitzonderingen: zijn zussen Jantine en Josien en zoon Lieuwe hebben geen zin in een interview. Ellik Bargai, de hoofdpersoon van Van Goghs film Vals Licht (1993) die er met zijn vriendin Heleen vandoor ging, laat ook verstek gaan. En vanzelfsprekend zijn ook de mikpunten van Theo’s spot, weerzin en woede, op alle mogelijke manieren en langdurig in de openbaarheid uitgevent, wel wijzer. Geen Thom Hoffman, Sonja Barend, Leon de Winter, Caroline Tensen of Monique van de Ven dus.

Behalve al Van Goghs publieke activiteiten en zijn permanente oorlog tegen hypocrisie blijft er dan nog méér dan genoeg smeuïgs over: uitbundig fabuleren, drugsgebruik, allerlei vormen van deviante seks en een al dan niet geconsumeerd Oedipus-complex bijvoorbeeld. In die wirwar van beelden en typeringen is vooral Van Goghs buitenkant te zien: die pretoogjes, sardonische grijns en dikke pens, na alwéér een duivelse provocatie. De man – of zo u wilt: het jongetje – daarachter houdt zich veelal schuil.

Dat zit ongetwijfeld ook in de aard van het medium televisie. Jaap Cohens biografie voelt minder als een rariteitenkabinet en is coherenter en genuanceerder dan deze miniserie. De Jongh kan dan weer de aanloop naar Van Goghs dood indringend in beeld brengen. Zijn bikkelhard verwoorde kritiek op de Islam mondt uit in de controversiële film Submission. Die maakt hij op initiatief van Ayaan Hirsi Ali. Het is volgens journalist Yoeri Albrecht een ‘game of chicken’. Theo wil niet voor haar onderdoen.

En daarmee komt in de zomer van 2004 een fatale dynamiek op gang rond Van Gogh, die er ten onrechte van overtuigd leek te zijn dat een ‘dorpsgek’ niet vermoord zou worden. Geen nieuwe films, fixaties of vijanden meer. Geen larger than larger than life-persoonlijkheid ook, met ongetwijfeld een verrassend klein hartje. En hoewel hij inmiddels twintig jaar dood is, heeft het enfant terrible der enfant terribles Theo van Gogh als schouwspel nog altijd nauwelijks aan kracht ingeboet.

Trailer Theo van Gogh, De Hunkering

Puinhoop

Selfmade Films

Nadat Allard Detiger de deur van zijn moeders woning heeft geopend en een stapeltje post bij elkaar heeft gegrist, stapt hij de wereld van zijn jeugd binnen. De stapels rommel lijken hoger dan ooit. Het was vroeger al een hoardershuis, maar is sindsdien alleen maar verder dichtgegroeid. De vrouw die hem heeft opgevoed is ondertussen een menselijk wrak geworden. Een boze vrouw ook, naar verluidt gediagnosticeerd met borderline. ‘Jullie hebben me allemaal naar de knoppen geholpen’, sneert ze naar Allard en andere mensen die haar proberen te helpen.

Allards bejaarde moeder laat ook een eindeloze stroom boze, wanhopige of verwarde berichten achter op zijn antwoordapparaat. Hij kan zich nauwelijks een ogenblik van haar losmaken. Deze film lijkt een poging om die Puinhoop (84 min.) te documenteren, in de hoop er op de één of andere manier vat op te kunnen krijgen. In familiefilmpjes kan hij terugzien hoe ze vroeger was: een zorgzame alleenstaande moeder. Te zorgzaam. ‘Ik mocht alles van haar’, herinnert Allard zich. ‘Zolang ik maar dichtbij haar bleef.’ En thuis was het dus, ook toen de kinderen er nog woonden, al een flinke bende. Alle vriendjes die ooit eens bij hen thuis waren geweest, hadden volgens jeugdvriend Daniel naderhand dezelfde droom: ze gingen dat huis opruimen.

Met sleutelfiguren uit zijn leven – zijn eigen partner Kristina, oudere broer Mathijs (die op jonge leeftijd de wijk nam naar Amerika), tennisleraar Tom, enkele therapeuten bij wie hij in behandeling was en de zus van zijn moeder, Sonja – probeert hij zicht te krijgen op de vrouw die zijn leven regelmatig tot een hel (heeft ge)maakt. Wie of wat is hij daardoor geworden? In gestileerde symbolische sequenties drukt Allard, die sinds enkele jaren zelf ook een kind heeft, in deze pijnlijk persoonlijke documentaire bovendien zijn eigen kwetsbaarheid, woede en machteloosheid uit. Over de (soms verwrongen) loyaliteit tussen ouder en kind en hoe ondraaglijk mantelzorg kan worden.

Het resultaat is een beklemmende, knarsetandende en uiteindelijk ook wel weer liefdevolle film over een vrouw die zichzelf volledig verliest in haar fixaties en haar directe omgeving daarin voortdurend probeert mee te trekken. En over een zoon die de storm die zij ontketent steeds weer moet trotseren en heeft besloten om de menselijke ravage die zo wordt aangericht voor eens en altijd te documenteren. Het is een puinhoop, in de loop van tien jaar verzameld, om niet snel te vergeten.

The Slow Hustle

HBO Max

‘Oh, Sean, nee!’ schreeuwt politieagent David Bomenka met overslaande stem. Samen met zijn collega Sean Suiter van de Baltimore Police Department is hij op 15 november 2017 op een melding afgegaan in de ongure omgeving van Harlem Park, in het westen van de beruchte Amerikaanse stad Baltimore. Daarbij is het in een steeg, in een onoverzichtelijke situatie, gekomen tot een schietpartij. Met dramatische gevolgen: Suiter ligt levenloos op de grond. ‘Officer down!’ roept zijn collega.

Sean Suiters tragische dood leidde onlangs al tot één van de aangrijpendste scènes van We Own This City, de sterke miniserie waarmee showrunner David Simon een vervolg gaf aan zijn klassieke serie The Wire. Het dramatische tafereel vormt tevens het startschot van deze krachtige documentaire van Sonja Sohn. Als actrice was zij vijf seizoenen lang te zien in The Wire, Simons verpletterende ontleding van de Amerikaanse ‘war on drugs’, als de gedreven politieagent Kima Greggs.

Al snel worden er in The Slow Hustle (85 min.) vragen opgeworpen over Suiters dood: was het wel doodslag? Of kon het ook moord zijn? Of zelfs zelfdoding? Sean Suiter was betrokken geraakt bij duistere zaakjes van een speciaal politieteam en zou een dag na zijn dood tegen collega’s getuigen in een corruptiezaak. Het leek te veel op zelfmoord om zelfmoord te kunnen zijn, stelt Justin Fenton, misdaadverslaggever van The Baltimore Sun en schrijver van het boek We Own This City, cryptisch.

Met Suiters vrouw en kinderen, collega’s en plaatselijke journalisten loopt Sohn, die in haar debuut Baltimore Rising al de gespannen situatie in haar thuisstad en de Black Lives Matters-rellen na de dood van Freddie Gray in beeld bracht, de hele affaire door. Ze komt daarbij automatisch terecht bij de hoofdrolspelers van We Own This City: het wapenopsporingsteam van Wayne Jenkins, de verpersoonlijking van de ‘bad cop’. Dat heeft Baltimore jarenlang als een roversbende geplunderd.

Sonja Sohn plaatst intussen serieuze vraagtekens bij de officiële lezing van wat er op 15 november in die desolate steeg in West-Baltimore is gebeurd. Hoewel hij zelf politieagent was, zou Sean Suiter zomaar één van de vele zwarte Amerikanen kunnen zijn die een gewelddadige confrontatie met de politie moet bekopen met de dood. ‘Give us the shooter’, roepen boze Black Lives Matter-demonstranten niet voor niets boos als het officiële onderzoek naar de ware toedracht is afgerond. ‘Give us the shooter of Sean Suiter.’

In de documentaire I Got A Monster wordt het losgeslagen Gun Trace Task Force van Wayne Jenkins nog eens doorgelicht, met journalisten, agenten en inwoners van Baltimore die er door hem in werden geluisd.

How To Fix A Drug Scandal

Netflix

Zitten er mensen onschuldig in de cel? Die vraag dringt zich onmiddellijk op als Sonja Farak in 2013 wordt aangehouden. De chemicus van het Amherst-laboratorium in de Amerikaanse staat Massachusetts test in beslag genomen drugs en zou wel eens met bewijsmateriaal kunnen hebben geknoeid. Moeten die rechtszaken nu opnieuw? En wat kan Farak hebben bewogen om haar beroepseer op zo’n flagrante wijze te schenden? Ze zal toch niet zelf…?

De Amerikaanse true crime-crack Erin Lee Carr (Mommy Dead And DearestAt The Heart Of Gold: Inside The USA Gymnastics Scandal en I Love You, Now Die: The Commonwealth v. Michelle Carter) brengt de zaak tegen de 35-jarige chemicus in How To Fix A Drug Scandal (208 min.) samen met de kwestie rond een andere laborante: Annie Dookhan van het eveneens in Massachusetts gevestigde Hinton-misdaadlab. Zij heeft er ook een potje van gemaakt bij het testen van drugsbewijs.

Alle elementen voor een onvervalste nagelbijter lijken aanwezig. Toch duurt het even voordat deze vierdelige documentaireserie op stoom komt. Zeker de eerste aflevering is erg uitleggerig: wat doet zo’n drugslaborant nu precies en welke consequenties heeft het als dat werk niet kan worden vertrouwd? Dit gaat ten koste van het verteltempo, dat later wel wat wordt opgeschroefd.

Erin Lee Carr kleedt de vertelling aan met chique reconstructies, waarin actrice Shannon O’Neill Sonja Farak vertolkt, en kadert die in met een waslijst aan bronnen: openbaar aanklagers, advocaten, verdachten, deskundigen, journalisten en de moeder en zus van Farak. Die laatste komt zelf niet aan het woord. En ook Dookhan laat verstek gaan. Al is het sowieso de vraag wat zij had kunnen toevoegen. De meerwaarde van de tweede casus blijft beperkt.

Dit is en blijft het relaas van Sonja Farak, de welhaast malicieuze manier waarop het Openbaar Ministerie van de staat Massachusetts is omgegaan met de strapatsen van haar dolende medewerker en wat de consequenties daarvan zijn geweest voor honderden, misschien wel duizenden, veroordeelden. Daarbij is de vraag gerechtvaardigd of die vertelling wel een miniserie waard is of toch ook gewoon in één stevige docu over deze geruchtmakende zaak had gepast.

Farewell Paradise

Persicoop Film

De mise-en-scène spreekt boekdelen. Een stemmige interviewsetting met twee stoelen. Links neemt een oudere man plaats in een gemakkelijke zwarte stoel: vader Ueli. Rechts op een witte fauteuil gaat vervolgens een dame op leeftijd zitten: moeder Dorine. Ze worden gescheiden door een veelzeggende zwarte streep. Van ver klinkt kindergezang, ondersteund door idyllische beelden van een gezin aan het strand, met vier dochters in matchende rode badkleding. Waarna de titel van de film in beeld verschijnt: Farewell Paradise (96 min.).

Filmmaakster Sonja Wyss legt aan haar ouders uit wat ze van plan is: ze wil hun kant van het verhaal horen over hun gezamenlijke verleden. Dat begint met een zwart-wit foto: van hun vertrek uit de Bahama’s. Niet veel later nemen ook haar drie oudere zussen in hetzelfde decor plaats. Eerst Kathrin, dan Chriggi en tenslotte Bettina. Gezamenlijk ontleden ze hun roerige familiegeschiedenis, die hen aan het eind van de jaren zestig van een tropisch eiland naar het koude Zwitserland leidt en die ieder van hen voor de rest van hun bestaan met zich zal meedragen.

Sonja Wyss spaart haar familieleden niet in deze persoonlijke interviewfilm, waarin enkele goed getimede intermezzo’s de openhartige ontboezemingen van de talking heads zo nu en dan kleur geven. Zo pleegt ze vivisectie op een huwelijk, kindertijd en familiesysteem, waarbinnen mensen zichzelf en elkaar zowel kunnen kwijtraken als (weer) terugvinden. Daarmee zegt Wyss iets over haar eigen gezin, maar benadert ze ook het wezen van elke familie.