Folktales

Cherry Pickers / vanaf donderdag 1 januari in de bioscoop

‘De honden leren ons om meer mens te worden,’ stelt Thor-Atle, zo’n oudere docent die je elke opgroeiende tiener toewenst, in de documentaire Folktales (105 min.). Samen met z’n jongere collega Iselin, een sensitieve en begripvolle vrouw, krijgt hij voor de rest van het schooljaar enkele jongeren onder zijn hoede. Zij hebben zich ingeschreven voor een tussenjaar op de Pasvik Folkehøgskole in Finnmark. Daar, in het uiterste noorden van Noorwegen, leren zij omgaan met sledehonden en buiten overleven in arctische omstandigheden.

Het gerenommeerde Amerikaanse documentaireduo Heidi Ewing en Rachel Grady (Jesus Camp12th & Delaware en One Of Us) volgt dit jaar via drie van hun leerlingen: het Noorse meisje Hege, dat de moord op haar vader een plek probeert te geven. Haar nerdy landgenoot Bjørn Tore, voor wie vrienden maken net zo moeilijk lijkt als ze houden. En de achttienjarige Groningse tiener Romain, die is vastgelopen op school en eigenlijk ook die negen maanden in barre Noorse omstandigheden helemaal niet ziet zitten.

Stuk voor stuk zullen zij hun eigen ontwikkeling doormaken in deze klassieke coming of age-docu. Uitgedaagd door elkaar, hun honden en de winterse omstandigheden – zie bijvoorbeeld maar eens een oog dicht te doen als je ergens in de besneeuwde bossen alleen met die hond in een ‘beervrije’ tent ligt – en begeleid door mentoren die empathie aan daadkracht paren, beleven zij momenten van opperste wanhoop, boeken ze kleine overwinningen en komen ze steeds iets dichter bij de mens die ze kunnen worden.

Het resultaat van zo’n jaartje volkshogeschool in het noorden van Noorwegen, niet voor niets populair bij jongeren die na de middelbare school zichzelf willen ontdekken, laat zich raden: de meeste deelnemers stappen met een hernieuwd zelfbewustzijn de rest van hun leven in. Althans, zo kennen we dat uit tal van documentaires. Deze film vormt daarop geen uitzondering – al weten Ewing en Grady de emotionele ontwikkeling van hun hoofdpersonen met fraaie observerende scènes ook echt geloofwaardig te maken.

De honden claimen daarbij inderdaad een sleutelrol. Zij ontwapenen de jongeren die zich op hen verlaten volledig. Wat ook ontzettend helpt is het imposante decor waarin zij acteren. Waar elk ogenblik de Noorse God Odin, aangehaald in een steeds terugkerend mythisch verhaal, lijkt te kunnen verschijnen tussen de bomen, sneeuw en rendieren. Een wereld die bovendien eerst naar een schijnbaar eeuwige Poolnacht toewerkt en daarna zoekt naar een sprankje hoop, dat zich aandient met het eerste zonlicht.

Met prachtig camerawerk, waarin het natuurschoon met veel oog voor mystiek en symboliek is vereeuwigd, sublimeert Folktales zowel de individuele mensen en dieren als de ontzagwekkende wereld waarvan zij deel zijn gaan uitmaken. Het resultaat is een machtig mooie film, die zowel jong als oud weer een beetje vertrouwen kan geven in de toekomst.

Timestamp

Cherry Pickers / vanaf donderdag 19 februari in de bioscoop

‘Yulia, ik kan je horen en zien’, begint de oudere leerkracht monter aan haar les. Ze heeft een stoel op een tafel geplaatst en daar haar laptop opgezet. ‘Hoe gaat het in Nederland?’, vraagt ze aan het meisje. ‘Hou je het vol?’ Al snel sluiten er nog andere middelbare schoolleerlingen online aan. ‘Dania, kom op. Zet de camera aan. Nastia, zie ik je vandaag nog?’

Als iedereen klaar zit, kan de wiskundeles beginnen. ‘Vandaag kijken we hoe het kwadraat van een binomiaal is af te splitsen’, wijst de docente naar een berekening op het schoolbord, dat ze provisorisch op een buitenmuur heeft bevestigd. De vrouw staat midden in Borodianka, een volledig kapotgeschoten stad in de buurt van Kiev die inmiddels weer in Oekraïense handen is. Ook het schoolgebouw heeft de Russische aanvallen niet overleefd.

Elders in Oekraïne wordt er eveneens lesgegeven met hindernissen, toont de observerende documentaire Timestamp (125 min.) van Kateryna Gornostai. Zij filmde in de periode van maart 2023 tot en met juni 2024 bij scholen, opleidingen en trainingscentra in de Oekraïense regio’s die het meest worden geraakt door de oorlog. De lessen kunnen elk ogenblik worden onderbroken door een luchtalarm, waarna iedereen een schuilkelder opzoekt.

In Kharkiv, zo’n veertig kilometer van het front, moeten basisschoolkinderen zowaar met een politie-escorte naar de ondergrondse school worden gebracht. Het tekent de vastberadenheid van dit land: Russische agressie of niet, het gewone (school)leven moet door. Niets mag de jeugd, de toekomst van dit bedreigde land, in de weg staan – al wordt die, met wapentraining, EHBO-les en onderricht in het werken met drones ook voorbereid op de strijd.

Gornostai richt zich niet op afzonderlijke personages of verhalen, ze verzamelt vooral impressies die de onverzettelijkheid van haar land tonen. Net als andere Oekraïne-films, zoals The Invasion en Songs Of Slow Burning Earth, laat Timestamp zo de oorlog zien zonder de oorlog te laten zien. Op de achtergrond is die nochtans altijd aanwezig, een enkele keer slaat ie zelfs keihard toe. Zoals in Romny waar een droneaanval vier dodelijke slachtoffers op een school heeft gemaakt.

Intussen komt het eind van alweer een schooljaar in oorlogstijd in zicht. Terwijl in het bevrijde Borodianka de herbouw van de plaatselijke school naar de mening van de bewoners echt véél te langzaam gaat, maken scholieren zich elders op voor hun examens of de toelatingstoetsen voor een vervolgopleiding. Ze hopen tegelijkertijd op een feestelijke diploma-uitreiking – ook al moet die soms, zoals in de belegerde stad Bachmoet, online plaatsvinden.

Deze ruim bemeten collageachtige film, verrijkt met ijle muziek van Alexey Shmurak, toont dat ook Oekraïne ervan overtuigd blijft dat de jeugd de toekomst heeft. Liefst zonder oorlog.

Tyst I Klassen

HBO Max

Een geanonimiseerde man stuit op een downloadsite, waar hij naar verluidt op zoek is naar een martial arts-film, op ‘creepshots’: stiekem gemaakte foto’s en filmpjes van jonge meisjes. Hij ziet meteen iets opmerkelijks: de plek waar de beelden zijn gemaakt is duidelijk te herkennen. Het gaat om een internationale privéschool in de Zweedse stad Karlstad.

En het kost hem al even weinig moeite om te ontdekken wie de maker is van het ongepaste beeldmateriaal: een recreatieleider van deze Internationella Engelska Skolan, die zich online Waney Larway noemt. De schoolmedewerker heeft heimelijk leerlingen gefilmd en laat soms ook een zogeheten ‘cum tribute’ achter op die beelden.

De anonieme man wil niet in de zaak betrokken raken, zegt hij in de driedelige serie Tyst I Klassen (Engelse titel Quiet In Class, 126 min.). Daarom schakelt ie niet de politie in, maar stuurt eerst een bericht met screenshots naar de plaatselijke krant, Värmlands Folkblad, en daarna een brief naar de rector van de Engelska Skolan.

Daar lijkt de zaak te stranden. Binnen de school heerst een zwijgcultuur. Lastige zaken worden achter gesloten deuren afgehandeld. Meisjes die zich beklagen over ongepast gedrag van de recreatieleider, vertellen ze geëmotioneerd in deze miniserie, worden steeds afgewimpeld. Hun verhalen kunnen schadelijk zijn voor het imago van de school.

En dan neemt de zaak, aan het einde van de eerste aflevering, ineens een opmerkelijke wending, die de verwikkelingen in deze uitgekiende productie van Fredrik Öjes, aangekleed met chatverkeer van de verdachten en gevisualiseerd met erg suggestieve gedramatiseerde scènes, toch even in een ander perspectief plaatsen.

De keuze om de serie zo een oplawaai te geven voelt enigszins ongepast als dit crime-verhaallijntje wordt afgezet tegenover het grotere geheel: van meisjes die weliswaar gekleed zijn gefilmd en gefotografeerd – met een ongezonde interesse voor bepaalde lichaamsdelen – maar zich wel degelijk misbruikt voelen en niet serieus zijn genomen.

De Zweedse tieners en hun ouders zullen moeten leven met de gedachte dat een man met volstrekt ongepaste gedachten en ernstig grensoverschrijdend gedrag jarenlang min of meer vrij spel heeft gekregen op hun school en dat ze nooit zeker zullen weten wie zijn beelden heeft gezien – of, de gedachte alleen, wie die nog gaat zien.

Unknown Number: The High School Catfish

Netflix

‘U are worthless n mean nothing u never have get a fucking life out of here owen will never look at u again or talk to u u fucked his life up so bad his family fucking hates u for it n he will never in life acknowledge u again get the fuck lost bitch he is fucking done with you’.

Vanaf oktober 2020 ontvangt Lauryn Licari, een dertienjarig meisje uit Beal, Michigan twee jaar lang intimiderende berichten van een onbekend nummer op haar telefoon. Ze heeft geen idee van wie de haatteksten afkomstig zijn. Het is duidelijk iemand die een wig wil drijven tussen Lauryn en haar vriendje Owen. En de persoon in kwestie bevindt zich in de buurt: op school, in de vriendenkring of bij haar basketbalteam. Want in de berichten staan details die alleen mensen uit hun directe omgeving kennen.

Unknown Number: The High School Catfish (95 min.) is de nieuwe productie van Skye Borgman, een documentairemaakster die aan de lopende band nieuwe, publieksvriendelijke films en miniseries aflevert voor Netflix. Van Girl In The PictureI Just Killed My Dad en Sins Of Our Mother tot The Truth About JimAmerican Murder: Laci Peterson en Fit For TV: The Reality Of The Biggest Loser. Stuk voor stuk bizarre ‘stranger than fiction’-verhalen, met veel drama en suspense uitgeserveerd.

Van het cyberpesten van Lauryn en Owen maakt Borgman een geheel bijdetijdse whodunnit. Wie in Beal zit er achter deze digitale stalking? In de eerste helft van Unknown Number introduceert ze, als een moderne variant op Agatha Christie, steeds een nieuwe verdachte, die verantwoordelijk zou kunnen zijn voor de aanhoudende intimidatie van de twee tieners. Totdat de Hercule Poirot van deze nare geschiedenis, sheriff Mike Main, voor de lens van zijn bodycam de dader ter verantwoording roept?

En dan krijgt en neemt die de gelegenheid om de hele affaire nog eens van begin tot eind door te akkeren – inclusief het naspelen van momenten waarop die berichten worden ingetypt – en het motief daarvoor toe te lichten. En dan is het aan de kijker zelf, die ook andere direct betrokkenen op zich in kan laten werken, om te bepalen hoe geloofwaardig dat is. Intussen heeft zich een onvervalst nee!nee!nee!-verhaal gevormd, dat wederom aantoont dat we als mensen echt weinig gekkers kunnen bedenken dan de waarheid.

My Name Is Happy

Autlook

In een parallelle wereld zou het zo zijn gegaan: een Koerdisch meisje uit Ergani, een stad in het zuidoosten van Turkije, neemt in 2015 deel aan het televisieprogramma Sesi Çok Güzel, ofwel Turkey’s Got Talent. Ze zingt zich ieders hart in en wordt een ster.

En het vreemde is: zo is het in de echte wereld ook gegaan. Bijna, tenminste. Met een geladen performance verovert Mutlu Kaya de harten van Turkije, de vrouwen in het bijzonder. Ze bereikt de finale van de populaire talentenjacht. Enkele dagen daarvoor slaat het noodlot echter toe. Of beter: Veysi Ercan. Mutlu is pas veertien als ze hem ontmoet, hij is al in de twintig. De middelbare scholier vindt hem wel leuk, een gentleman. Niet veel later volgt een huwelijksaanzoek. Daar wil zij alleen niets van weten.

‘Trouwen kwam niet in haar op’, vertelt moeder Hanim, die zelf al op haar dertiende werd uitgehuwelijkt aan Mutlu’s vader Mehmet, in deze indringende documentaire van Ayse Toprak en Nick Read. ‘Ik wilde dat ze voor zichzelf opkwam en niet verpletterd zou worden zoals andere meisjes, maar het lot had andere plannen met haar.’ Mutlu, wat zoveel als ‘gelukkig’ betekent, wordt het slachtoffer van een man die haar – zomaar omdat het kan en omdat hij ’t wil – als zijn eigen bezit is gaan beschouwen.

De gevolgen zijn hartverscheurend. En daarmee is de gifbeker nog lang niet leeg in My Name Is Happy (81 min.). Deze film schetst een wereld waarin ’s mans wil nog altijd wet is en misogynie en femicide dus nooit ver weg zijn. Vrouwen moeten zich binnen die toxische omgeving staande houden. Mehmet en Hanim houden bijvoorbeeld ongetwijfeld evenveel van hun dochters als van hun zoons – niet vanzelfsprekend in deze contreien – maar Mutlu en haar zussen Songül en Dilek hebben ‘t beduidend zwaarder.

In een parallelle wereld krijgen deze sterke en dappere vrouwen, die zich op hun kwetsbaarst tonen voor de sensitieve camera van Toprak en Read, de gelegenheid om zonder enige terughoudendheid zichzelf te zijn en voluit te gaan voor hun eigen dromen. In deze wereld moeten zij echter al blij zijn als ze ongeschonden hun huwelijk doorkomen en dan ook nog andere giftige mannen van het lijf weten te houden. Dat lukt dan ook niet: vijf jaar later, op 21 maart 2020, houdt ‘het lot’ weer huis bij de Kaya’s.

Mutlu zingt zich daarna nog eenmaal ieders hart in. Op haar eigen manier wordt ze toch een ster.

The Twister: Caught In The Storm

Netflix

Ze waren begonnen met het volgen van de storm. En toen begon die hen te volgen. Een groot eng monster, dat zich blijkbaar thuis voelde in het gebied dat niet voor niets ‘Tornado Alley’ wordt genoemd. ‘Er klonk gerommel’, herinnert Kaylee zich. ‘Alsof moeder natuur honger had.’ Samen met haar broer Eric en vriend Mac was ze een kijkje gaan nemen bij de tornado die Joplin, Missouri, zou gaan aandoen. De drie tieners moesten rennen voor hun leven.

In The Twister: Caught In The Storm (89 min.) reconstrueert Alexandra Lacey met Mac, Kaylee en andere overlevenden de wervelwind die op 22 mei 2011 ongenadig huishield in het hart van Amerika. Het was alsof de apocalyptische visioenen over het einde der tijden, waarover onheilspredikers al een tijd spraken in ‘de gesp van de biblebelt’, dan toch waren bewaarheid. Joplin werd volledig met de grond gelijk gemaakt. Wat restte was een soort slagveld, waar net de Derde Wereldoorlog leek te zijn uitgevochten.

Met een vloeiende combinatie van echte opnamen van de natuurramp en gedramatiseerde beelden – waarbij zeker niet altijd helder is waar het ene begint en het andere eindigt – wordt de ontwikkeling van de wervelwind opnieuw opgeroepen. Direct betrokkenen – een vanuit Californië ingevlogen aspirant-weerman van dertien, enkele rondrijdende tieners en een middelbare scholier die juist op die dag z’n diploma had gekregen bijvoorbeeld – vertellen hoe ze die ramp ternauwernood hebben overleefd.

The Twister beperkt zich tot de ontwrichtende gebeurtenissen op die ene meidag en de directe gevolgen daarvan – behalve ongelooflijke materiële schade zo’n 160 doden – en laat het grotere verhaal van de ramp links liggen. Daarmee wordt de documentaire een soort real life-variant op de ouderwetse rampenfilm uit de jaren zeventig, waarbij de kijker zich van een veilige afstand kan verlustigen aan uitzinnig natuurgeweld, zonder zich te hoeven bekommeren over de oorzaken en lange termijngevolgen daarvan.

De tornado van Joplin wordt vooral behandeld als een spannend verhaal, een levensveranderende gebeurtenis, met bovendien een wel erg Amerikaans einde. Want alle overlevenden zijn er natuurlijk beter uitgekomen en voelen zich dan verantwoordelijk voor de wederopbouw van de plaatselijke gemeenschap. Zodat al die angst, dat lijden en ook het verlies van 22 mei 2011 – de Dag des Oordeels, zou iemand die ’t achteraf altijd beter weet zeggen – misschien toch nog ergens goed voor zijn geweest.

God, Ik Ben Gay

KRO-NCRV

In de kerk in Bergambacht, het zwaar gelovige Zuid-Hollandse dorp waar Robbert Rodenburg opgroeide, werd er soms gebeden voor mensen die psychisch lijden, een onzichtbaar kruis met zich meedragen of worstelen met hun geaardheid. Zijn jeugdvriend Nick van Herk herinnert dat zich hij daar als kind absoluut niet bij wilde horen. Robert hoorde er wel bij. Hij was homo. En alleen Nick, die zelf ook op jongens viel, wist daarvan. Van de dominee kregen ze te horen dat mensen zoals zij nooit ‘een praktiserende relatie’ mochten aangaan. Het leidde bij Rodenburg tot ‘heel erge bewijsdrang, omdat ik toch ergens heb gevoeld dat je toch de teleurstelling bent.’

Inmiddels is de influencer, presentator en acteur, die bekendheid verwierf met de online-serie Open Kaart, Expeditie Robinson en The Passion (!), uit de kast. In God, Ik Ben Gay (51 min.) deelt Robbert Rodenburg zijn worsteling met het geloof met Linda Hakeboom. Zij doet daarbij dienst als een soort biechtmoeder, die geduldig luistert, vragen stelt en ook voorstellen doet over wat hij zou kunnen doen. Samen duiken ze in zijn getroebleerde verleden met het geloof. Rodenburg herinnert zich bijvoorbeeld hoe hij als kind al verkikkerd raakte op een judoleraar. ‘Als ik een meisje was geweest, was ik echt op hem verliefd geworden’, zou hij toen, zich van geen kwaad bewust, hebben gezegd.

Heel pijnlijk is een ontmoeting met de directeur en staffunctionaris leerlingenzorg van zijn oude middelbare school Het Driestar College. Terwijl zij hem bij binnenkomst enthousiast oude schoolfoto’s laten zien, heeft Rodenburg vooral nare herinneringen. Het derde en vierde jaar noemt hij in hun bijzijn ‘de ongelukkigste jaren van mijn leven’. In boekjes hield hij bij hoeveel dagen hij nog moest ‘doorstaan’, voordat hij weg kon. Zijn ‘homofiele gerichtheid’ was er niet geoorloofd. Daardoor voelde hij zich absoluut niet veilig op school. Het leidt tot een ongemakkelijke, maar wel respectvolle uitwisseling van standpunten, waarbij elk van de betrokkenen zich kwetsbaar durft op te stellen.

Verder spreekt Robbert Rodenburg met zijn broers en zussen, voormalige klasgenoten en een voormalige docent. Zo stevent hij af op geladen ontmoetingen met zijn eigen ouders en de dominee van de kerkgemeenschap waarbinnen hij opgroeide. Het is geen gemakkelijk proces, bekent hij met een gepijnigde blik, die wel vaker zijn gezicht bepaalt. ‘Ik heb echt een zware error. In de zin van: waarom ben ik al deze lades van teleurstelling aan het opentrekken?’ Hij vraagt zich ook af: is er een uitweg uit deze impasse? Daarvoor belandt Rodenburg in deze treffende tv-docu bij de gay-voorganger van de Oranjekerk en een theoloog, in de hoop dat hij via hen weer vrede kan sluiten met het/zijn geloof.

Favoriten

Cinema Delicatessen

De vaders zijn bouwvakker, brengen pakketjes rond of werken in een pizzeria. En hun moeders zijn meestal huisvrouw – en opvallend vaak zwanger. De kinderen van Juf Ilkay komen van heinde en verre, zijn uiteindelijk aanbeland in de Weense multiculturele wijk Favoriten (118 min.) en worden nu, op een school die voortdurend kampt met een lerarentekort, voorbereid op het leven in Oostenrijk.

Thuis wordt er vaak een vreemde taal gesproken. Op dat gebied ligt er dus een schone taak voor Ilkay Idiskut in deze observerende documentaire van Ruth Beckermann. De bevlogen leerkracht, zelf Turks van oorsprong, neemt haar taak ruim. Ze bespreekt met haar kinderen bijvoorbeeld ook de oorlogen in Syrië en Oekraïne, het belang van autonomie en wie er bij hen thuis eigenlijk de baas is.

Ilkay laat de kinderen tevens zelf filmen en elkaar interviewen. Zo geven ze inzicht in wat er in hen omgaat en wat ze belangrijk vinden. Enkele jongens praten bijvoorbeeld met elkaar over de verschillen tussen cultuur en religie en het land waar ze later het liefst willen wonen. Anderen vragen de juf het hemd van het lijf: die is begin dertig, houdt van wandelen, shoppen en films en stamt uit een familie van leraren.

Verder veroorlooft Beckermann zich geen strapatsen in deze sobere film – geen virtuoos camera- of montagewerk, interviews of muziek bijvoorbeeld – waarin ze drie jaar lang simpelweg de bal volgt: hoe een pittige lerares de aan haar toevertrouwde kinderen, die stuk voor stuk met een achterstand aan de basisschool zijn begonnen, klaar probeert te stomen voor de middelbare school – en het leven.

Gezamenlijk brengen ze ook een bezoek aan de plaatselijke moskee, waar Mohammed, kind van een imam, voor mag gaan in het gebed. In de Stephansdom vermeldt de dienstdoende priester even later dat de kathedraal nochtans van alle inwoners van Wenen is, zelfs van hen. Na afloop herinneren sommige leerlingen zich echter vooral de hamburger die ze bij McDonald’s hebben gegeten.

Ilkay Idiskut – een geestverwant van Kiet Engels, Herr Bachmann en Georges Lopez – heeft duidelijk hart voor haar kinderen, maar bakt geen zoete broodjes. Ze stelt hoge eisen aan hen, grijpt kordaat in als er ruzie is en spreekt zonder meel in de mond tijdens (ouder)gesprekken. Voor volwassenen die zich willen handhaven in de hedendaagse samenleving, bestaan er nu eenmaal geen smoesjes.

Alleen als het afscheid is gekomen en ze afstand moet doen van ‘haar kinderen’, breekt ze even – en zij niet alleen, natuurlijk. De aandoenlijke scène vormt het emotionele hoogtepunt van een doeltreffende film over de kracht van onderwijs. En dat staat of valt toch vaak met de man of vrouw voor de klas. De kinderen van Juf Ilkay hadden ’t duidelijk een stuk slechter kunnen treffen.

Ik Zeg Je Eerlijk

NTR

‘Ik identificeer mij als een meisje of een vrouw’, begint Peter ‘Musa’ van Maaren het kennismakingsgesprek waarmee hij zijn les ‘culturele, religieuze en seksuele diversiteit’ voor leerlingen van de basis- en middelbare school opent. De meisjes uit de kring staan op. En de jongens kijken toe. Volgende stelling: ‘anderen zien mij als een meisje of een vrouw.’ Verbazing alom. Want Peter staat zelf ook op. ‘Écht?’ vraagt de jongen naast hem. ‘Ja’, antwoordt Peter. ‘Ja, dat kan.’ Volgende stelling: ‘ik geloof in een God.’ En ook dan staat Peter op. Hij is moslim.

In de korte documentaire Ik Zeg Je Eerlijk (24 min.) volgt Eva Nijsten wat Van Maaren te weeg brengt bij verschillende groepen pubers. Haar film is opgebouwd uit verschillende kringgesprekken, waarbij net zo vaak luisterende jongeren in beeld zijn als degenen die het woord nemen of krijgen. Onderwerpen als zoenen (voor de huwelijksnacht), internetporno en geaardheid passeren de revue. Op gezette tijden toont Nijsten bovendien als intermezzo wat er zoal op schoolmuren is geschreven, gekalkt of gekerfd. Grappige, seksueel getinte of onverdraagzame tekeningen of boodschappen.

Halverwege confronteert Peter van Maaren de diverse groepen jongeren met zichzelf: als kleine katholieke jongen was Petertje verliefd op Zwarte Piet. Later als tiener had hij ‘voor de schijn’ verkering met Monique. Totdat haar ouders eens een avondje weg waren…. ‘Ik was gewoon een vette homo’, vertelt hij over die tijd, zonder omhaal van woorden. ‘Maar ik probeerde wel hetero te worden.’ Het noopt een islamitische jongen, rechts van hem, tot een reactie: ‘De dingen die u nu doet is allemaal voor niks’, zegt die gedecideerd. ‘Want homo is niet geaccepteerd in de Islam.’

Peter van Maaren lijkt echter niet op zoek naar de confrontatie. Hij blijft de dialoog aangaan, op zoek naar verbinding. En daarmee lijkt hij de meeste tieners – en vast ook het leeuwendeel van de kijkers van deze boeiende gespreksfilm – wel te kunnen ontwapenen.

Aut There

Omroep Zwart

Loubna El Yandouzi wil met Aut There (51 min.) aantonen dat autisme géén gezicht heeft. Althans, niet het gezicht dat daarmee automatisch wordt geassocieerd. Van Rain Man bijvoorbeeld. Of Kees Momma. Een ander gezicht dus. Een gezicht dat overigens niet direct van andere gezichten is te onderscheiden. Het gezicht van een vrouw wellicht. Of zelfs van een biculturele vrouw.

Want autismespectrumstoornissen (ASS) worden vooral vastgesteld bij mannen. Bij vrouwen blijft autisme nogal eens ongediagnosticeerd. Voor de Marokkaans-Nederlandse vrouw Loubna, die zich vaak verdrietig, eenzaam en onbegrepen voelde, betekende het predicaat ASS eindelijk een antwoord op de vraag waarom ze zich altijd anders voelde dan anderen. Waarom lag zij bijvoorbeeld de hele nacht wakker van/voor een dagje school?

In deze verzorgde tv-docu, die ze samen met Abdelkarim El-Fassi regisseerde, onderneemt Loubna El Yandouzi een roadtrip met haar moeder. Ze spreken, op een kleedje in de natuur, over allerlei onderwerpen uit het leven van mensen met autisme, zoals het belang van vriendschap. ‘De behoefte om connecties te maken’, wil moeder weten. ‘Hoe geef je daar invulling aan?’ Loubna’s antwoordt onomwonden: ‘Ja, misschien heb ik die behoefte dus niet.’

Dochter wil vooral vriendschap omdat ze die bij anderen ziet. ‘Serieus, meen je dat?’ vraagt haar moeder. ‘Ik zie dat mensen gelukkig zijn als ze met elkaar zijn’, neemt Loubna de tijd voor haar antwoord. ‘Ze maken grapjes en vinden elkaars gezelschap fijn. En dan zie ik het zo voor me gebeuren en denk ik: Ja, misschien is dat wel fijn, ja. Maar heb ik intrinsiek die behoefte om mensen om me heen te hebben? Ik denk ’t niet.’

Verder spreekt Loubna met haar, jawel, beste vriendin Radwa, een mentor van haar middelbare school (die ze voortijdig verliet) en enkele collega’s van Zouka, die betrokken waren bij de productie van deze film. Die ziet er verzorgd uit, maar bestaat wel voornamelijk uit dialoog – hoewel El Yandouzi wel degelijk een serieuze poging onderneemt om te verbeelden hoe prikkels vanuit de buitenwereld haar kunnen overweldigen.

De meerwaarde van Aut There zit ‘m echter met name in het verbreden en verdiepen van het beeld van ASS. Zoals er talloze verschillende neurotypische mensen bestaan, geldt dat natuurlijk ook voor mensen met een autismespectrumstoornis. Op hun eigen manier moeten zij, net als iedereen, met de uitdagingen des levens zien om te gaan. Een beetje begrip helpt dan.

Try Harder!

PBS

Een goede opleiding wordt door veel ouders beschouwd als hét entreebewijs tot een beter leven. En dus begint de ratrace voor hun kinderen al op een middelbare school zoals Lowell High in San Francisco. Waar de andere leerlingen in wezen concurrenten zijn, die afgetroefd moeten worden. Want dan komt jouw kind in aanmerking voor een plek op Berkeley, Harvard of Stanton. En daar wil iedereen naartoe, al wordt het steeds moeilijker om er ook daadwerkelijk binnen te komen.

Lowell heeft een grotendeels Aziatisch-Amerikaanse leerlingenpopulatie. Het is een erg competitieve omgeving. Goed is eigenlijk niet goed genoeg. Ofwel: Try Harder! (84 min.). Documentairemaker Debbie Lum volgt in deze film enkele leerlingen die hun zinnen hebben gezet op een prestigieuze school. Of, in sommige gevallen: leerlingen die van hun ouders hun zinnen hebben moeten zetten op een prestigieuze school. Want voor sommige kinderen is alleen het beste goed genoeg.

En dus is de schoolloopbaan van sommige leerlingen bezaaid met tegenslag en decepties. Teleurstellende testscores, tegenvallende adviezen en een stroom aan afwijzingen – of de milde variant daarvan: een plek op de wachtlijst. Je went eraan om je middelmatig te voelen, zegt een jongen die inmiddels weet hoe ’t is om bot te vangen tamelijk mismoedig. Voor de zekerheid schieten veel leerlingen daarom maar met hagel en melden zich bij allerlei plekken tegelijk.

Onder druk van zijn pusherige moeder heeft Alvan Cai zich bijvoorbeeld voor maar liefst 26 scholen ingeschreven. En dan loopt de ambitieuze jongen nog steeds het risico dat elke afzonderlijke universiteit hem afwijst of op de wachtlijst zet en dat hij aan het einde van een zeer intensief proces met lege handen achterblijft. Want dat is nu eenmaal de keerzijde van de Amerikaanse droom: in principe kan iedereen een topper worden, maar in werkelijkheid wordt vrijwel niemand dat.

Try Harder! graaft misschien niet zo diep in de Amerikaanse onderwijscultuur als bijvoorbeeld de serie America To Me, maar brengt wel treffend in beeld hoe dominant de prestatiedruk is. Elke schoolprestatie wordt gekwantificeerd en afgezet tegen de verrichtingen van anderen. Voor middelmaat is daarbinnen geen ruimte. Al loopt er op Lowell gelukkig ook nog gewoon een ouderwets goeie leraar rond, Richard Shapiro. Zo’n man die raakt en inspireert. En ziek wordt, dat ook.

Rondom hem wordt iedereen klaargestoomd voor een absolute winnaarsmaatschappij, die in werkelijkheid vooral uit verliezers bestaat – of op zijn minst uit mensen die zich afvragen of ‘gewoon’ eigenlijk wel goed genoeg is.

High School

Kanopy

Zó herkenbaar. Voor vrijwel iedereen, ook in Nederland. De lange gangen om eindeloos in te verdwalen, betweters met de gave des woords (althans, dat vinden ze zelf), de reprimandes van de conciërge of een andere ouwe ziel die het (weer) beter weet, gymles en manieren om daar onderuit te komen en dat enkele uurtje in de week, met die ene leraar of lerares die het wél begrijpt of wél weet wat er nu speelt, waarop al je vriend(inn)en, belangrijke bezigheden zoals rondhangen of keet trappen en die ene onbereikbare liefde heel even pas op de plaats maken.

In wezen is er in de dikke halve eeuw die is verstreken sinds Frederick Wiseman zijn tweede documentaire High School (74 min.), na ‘s mans schokkende debuutfilm Titicut Follies, heeft afgeleverd, relatief weinig veranderd. De gangen zijn nog steeds lang, sommige leraren oersaai en de liefde doorgaans even onbereikbaar. Hooguit was het onderwijs destijds, eind jaren zestig, nog vooral eenrichtingsverkeer, dat veelal in traditioneel klassikaal verband werd opgediend aan een vrijwel volledig wit publiek. Met tamelijk traditionele opvattingen over jongens en meisjes bovendien. Bij de typeles zit bijvoorbeeld nauwelijks een manspersoon.

Tegelijkertijd waart ook de geest van de sixties wel degelijk rond op de Northeast High School in Philadelphia. Een jeugdige lerares legt, met een elpeehoes van Simon & Garfunkel in de hand, uit wie van de twee zangers Paul Simon is en wie Art Garfunkel, waarna ze met zijn allen heel geconcentreerd naar het duo gaan luisteren. Een leraar vraagt zijn leerlingen wie van hen lid wil zijn van een gemengde club en of dat nog verandert als de helft van de leden, of meer, zwart is. En een oudere lerares leest geëmotioneerd een brief voor van een oud-leerling, een jongen zonder ouders die een thuis vond op school en inmiddels als soldaat dient in Vietnam. 

Wiseman heeft in het voorjaar van 1968 vijf weken gefilmd op de middelbare school in Pennsylvania. In zijn kenmerkende observerende stijl, in fraai zwart-wit, legt hij met dat materiaal de interne machinerie van de Amerikaanse leerfabriek vast. Zonder vaste hoofdpersonen, met scènes die de tijd krijgen. Én met betrokken/bemoeizuchtige ouders, ook toen al. ‘Het is mijn leven’, zegt een leerling, met een nogal dominante vader, tijdens een gesprek op school over haar toekomst. ‘Wat ik wil worden is belangrijker dan wat hij voor mij wil.’ Daarmee is de kous alleen niet af. Bij vertrek wil pa toch nog even kwijt dat hij zou willen dat ze ‘net zo slim als sterk’ was.

Ook dat is nog altijd zó herkenbaar: generatieconflicten waarbij ouders, leraren en kinderen stuk voor stuk het beste voor ogen hebben, maar daar totaal andere dingen onder verstaan.

High School is hier te bekijken.

My Old School

Dogwoof

Zijn klasgenoten kunnen het zich een kleine dertig jaar later nog goed herinneren. In 1993 kwam er een nieuwe jongen in hun klas op de Bearsden Academy, gelegen in één van de betere wijken van Glasgow. Het was een bijzondere, vroegwijze figuur, opgegroeid in Canada als zoon van een operazangeres. Toen zijn moeder overleed bij een auto-ongeluk, ging hij als zestienjarige bij zijn grootmoeder in Schotland wonen.

En nu zat Brandon Lee dus naast hen in de schoolbanken. Ze vonden dat overigens wel een opvallende naam. De zoon van karatelegende Bruce Lee heette toch ook Brandon? En was die niet net om het leven gekomen bij een schietongeluk tijdens de opnames van de film The Crow? Pas later begonnen ze er echt over na te denken: Brandons personage in The Crow stond op uit de dood. Zou hij nu aan een tweede leven zijn begonnen op – of all places – Bearsden Academy?

Brandon wil tegenwoordig best terugblikken op zijn tijd op My Old School (109 min.). Hij wil alleen niet in beeld. Daarom verschijnt acteur Alan Cumming, die ooit in de running was om de rol van Lee op zich te nemen in een uiteindelijk nooit gemaakte speelfilm, nu voor de camera om te lip syncen bij het audio-interview met de voormalige scholier. Die had van klasgenoten destijds al snel de bijnaam ‘Thirty-Something’ gekregen. Want in zekere zin leek hij veel ouder – en wijzer – dan zij.

Met zichtbaar plezier kijken ze, gezeten in een schoolbank, terug op de mysterieuze figuur die hun formatieve jaren op de middelbare school inkleurde, een periode die door regisseur Jono McLeod met cartoonachtige animaties is verbeeld. McLeod, die zelf ook op Bearsden in de klas zat bij Brandon, neemt erg veel tijd om dat ‘stranger than fiction’-verhaal op te zetten, maar knoopt in de tweede helft van de film alle losse eindjes aan elkaar en lost ook de eerder afgegeven clous netjes in.

My Own School komt dan zowel mooi rond als achter de façade van Brandon Lee, een jongen met een onverwoestbare droom: dokter worden. Een man ook met een dubbelleven dat hem uiteindelijk, voor het oog van de natie, flink zal opbreken. Dat schandaal wordt hier nog eens met verve, van binnenuit en met bijpassend beeldmateriaal, tot in detail uit de doeken gedaan. Want deze schooltijd vergeet niemand meer.

Voorspel

VPRO

Nergens klinkt de bel zo indringend als in de gangen van een middelbare school. Uit met de pret, terug naar de les! Dit wordt wel een bijzondere bijeenkomst. Niet zozeer saai, als wel gênant. Of spannend. Informatief, misschien.

De pubers kijken elkaar veelbetekenend aan. Ze kunnen een lach niet onderdrukken. ‘Nou, hier zie je dus eigenlijk het vrouwelijk geslachtsorgaan’, zegt de lerares, met een plastic replica van een vagina in haar handen. ‘Heb je een ander woord daarvoor?’ De grappigste jongen van de klas reageert direct: ‘Kut’.

‘Dat is een woord wat we dus niet gebruiken’, laat de juf zich niet uit het veld slaan in de openingsscène van de ontwapenende jeugddocu Voorspel (15 min.). ‘Dit plekje daar is de clitoris. Als je dat van binnen zou voelen, dat kan net als bij de eikel van een jongen een prettig gevoel geven.’

In een ander lokaal kondigt de mannelijke leerkracht een les Basisstof 1: ‘primaire en secundaire geslachtskenmerken’ aan. Daarna volgen Basisstof 2 ‘voortplantingsstelsel man’, 3 ‘voortplantingsstelsel vrouw’, 4 ‘menstruatie’ en 5 ‘seksualiteit’. De klas zit in een kring, met de leraar midden in de groep.

En de camera van Anne van Campenhout observeert hoe de pubers de les aanhoren, in zich opnemen of gewoon uitzitten. En hoe ze een condoom over een houten penis proberen te rollen, dat ook. In de pauze bevraagt ze de jongens en meiden over seksualiteit, porno en de gevaren daarvan.

Zo maakt Van Campenhout tastbaar hoe tieners, nét voordat het kwartje echt is gevallen, worden voorbereid op hun relationele bestaan. Met timmermansoog legt de filmmaakster vast hoe de spelregels en -techniek van de seksualiteit worden uitgelegd, die ze vervolgens met dikke esoterische muziek naar een hoger plan tilt.

En dan kan elk moment de bel weer gaan…

Voorspel is hier te bekijken.

America To Me

VPRO

‘Ik wil met jullie praten, omdat ik weet dat sociale rechtvaardigheid je interesseert’, zegt docent natuurkunde Aaron Podolner tegen vierdejaars-leerling Jada Buford en derdejaars Charles Donalson. De witte docent wil de twee zwarte leerlingen zijn eigen ‘racial memoir’ laten lezen. Podolner is ook benieuwd naar hun mening over hoe hij het thema ras aanpakt in de klas. Het is duidelijk dat hij daar zelf heel tevreden over is.

Charles begint eens te lachen, Jada ziet daarentegen haar kans schoon om eindelijk haar ongenoegen te uiten over Podolners continue opmerkingen en grapjes over haar haren. Alsof hij, die roomblanke leraar, iets begrijpt van een afrokapsel. Ze vindt het duidelijk ook een ongemakkelijke manier van contact leggen. Met frisse tegenzin stemmen de twee leerlingen uiteindelijk in met het verzoek van de docent om zijn stuk te lezen.

Zo proberen ze het wel, op The Oak Park And River Forest High School, een eliteschool in een buitenwijk van Chicago. Het lukt alleen nog niet altijd om op een natuurlijke manier om te gaan met multiculturaliteit, getuige de hartveroverende tiendelige documentaireserie America To Me (623 min.). Ook omdat de cijfers van de zwarte leerlingen nog steeds behoorlijk achterblijven. En dat is een bron van zorg voor alle betrokkenen. Hoe je die problematiek tackelt, daarover lopen de meningen natuurlijk uiteen.

Filmmaker Steve James brengt van dichtbij het leven op de middelbare school in beeld; van het reguliere curriculum met standaardvakken als Engels, wiskunde en geschiedenis tot het rijke leven daaromheen, dat zich afspeelt in sportcomplexen, theaters en danszalen. Gedurende een schooljaar volgt hij twaalf leerlingen, hun families en de leraren en begeleiders die ze tijdens hun schoolloopbaan tegenkomen en spreekt met hen indringend over de rol van ras in hun leven en leefomgeving. Dat levert een genuanceerd beeld op van een multiculturele gemeenschap, waarin iedereen zich bewust is van zijn eigen positie en z’n verhouding tot de ander.

Hoewel alle betrokkenen uiteindelijk van goede wil lijken, gaat de onderlinge afstemming bepaald niet altijd vanzelf. Als meester Podolner en zijn leerlingen Charles en Jada elkaar bijvoorbeeld opnieuw ontmoeten, is er direct weer spanning. Jada: ‘U kunt wel lesgeven aan zwarte leerlingen, maar u weet niet per se alles van ras.’ Volgens haar is het gedrag van Aaron Podolner in de klas gebaseerd op stereotypen. ‘U maakt er grappen over en dat maakt me echt woest.’ Charles voelt zich intussen geroepen om te nuanceren en de leerkracht in bescherming te nemen: ‘Racisme, dat is er nou eenmaal. Maar soms is het grappig.’

En dat is weer tegen het zere been van zijn medeleerling. ‘Zo geef je witte mensen de ruimte om dingen te zeggen en verandert er niks’, fulmineert Jada. ‘Er komt nooit iets positiefs uit als het gaat over ras.’ De docent zit de tirade van zijn zwarte leerling manmoedig uit. Charles is dan al vertrokken en heeft bij het weggaan demonstratief zijn koptelefoon opgezet. Moe van een (twist)gesprek, dat vast al veel vaker zal zijn gevoerd. Met en zonder docenten. Binnen en buiten de school. In een samenleving, waarin de nuance zo vaak weg lijkt.