
Ruim vijftig jaar geleden maakte hij met zijn eerste film Titicut Follies (84 min.) direct het pièce de résistance van zijn omvangrijke oeuvre. Anno 2018 is Frederick Wiseman, die inmiddels tegen de negentig loopt, echter nog altijd actief als documentairemaker. Zijn nieuwste film Monrovia, Indiana, over het leven in een vaak vergeten deel van de Verenigde Staten, komt aan het eind van deze maand uit.
In Titicut Follies uit 1967 begeeft Wisemans observerende camera zich in het Bridgewater State Hospital, waar veroordeelde psychiatrische patiënten met wel héél weinig compassie worden behandeld. Hij vangt talloze indringende scènes, die in deze klassieke direct cinema-film zonder enige opsmuk worden gepresenteerd. De camera volgt simpelweg de handelingen in beeld, die sober zijn gemonteerd. Interviews, muziek en andere mogelijke toevoegingen blijven achterwege. Dit is de rauwe waarheid. Tenminste, zoals Wiseman hem toentertijd zag. In grauw zwart-wit.
Vijftig jaar verder, en een hele stortvloed aan schokkende beelden, doet de film nog altijd pijn aan je ogen. Bijvoorbeeld als je ziet hoe een poedelnaakte man, die verward en verweesd op de gang staat, wordt getreiterd door de begeleiders die hem eigenlijk terzijde zouden moeten staan. Hij belandt uiteindelijk in een separeerruimte, alleen en bevuild. Een zielig hoopje mens. Ook uiterst ongemakkelijk: hoe een andere patiënt een slang in zijn neus krijgt gepropt en verplicht wordt gevoed. De dokter haalt er zijn sigaret niet voor uit zijn mond. De liefdeloosheid straalt er vanaf.
Het totale gebrek aan privacy, zowel in de instelling zelf als in deze film, is bovendien ronduit schrijnend. De vraag is onvermijdelijk: willen we dit zien? De lange monoloog bijvoorbeeld, van een geëxalteerde man die ogenschijnlijk louter wartaal uitslaat. Totdat je woorden als ‘christ’, ‘nigger’ en ‘sick boy’ meent te onderscheiden. Hij sluit af met het slaan van een kruis en een herhaaldelijk uitgesproken ‘amen’. Zogenaamd fier, maar volstrekt machteloos. Of de jonge kerel die tijdens uitgebreide praatsessies door een psychiater, met een bijna karikaturaal buitenlands accent, aan de tand wordt gevoeld over zijn seksuele voorkeuren en het misbruik van een elfjarig meisje.
Als we deze beelden al zouden wíllen zien, is het nog de vraag of we ze mógen zien. Er was de staat Massachusetts, die Wiseman nochtans toestemming had gegeven om te filmen, destijds in elk geval veel aan gelegen om de documentaire te verbieden. Titicut Follies deed te veel kwaad – en maakte kwaad. De debuterende filmmaker had de privacy van de geportretteerden geschonden, betoogden ze bij de rechter. Na enkele vertoningen op festivals verdween de documentaire dan ook achter slot en grendel. Pas 25 jaar later werd Wisemans debuut officieel vrijgegeven.
Met deze nog altijd schokkende documentaire legde Frederick Wiseman in de jaren zestig al een blauwdruk neer voor zijn latere werk. Met zijn observerende films – een term waarover hij zelf overigens niet zo enthousiast was, omdat die volgens hem suggereerde dat hij als maker geen dwingende keuzes maakte – zou de filmer zich in de navolgende decennia buigen over Amerikaanse instituties zoals de middelbare school, het ziekenhuis en de sociale dienst en hoe de mens zich daarbinnen staande probeert te houden.