In Waves And War

Netflix

Voor de camera hebben drie stoere mannen – nee: de stoerste mannen, want: Navy SEALs – plaatsgenomen. Na de terroristische aanslagen van 11 september 2011 zijn ze naar Afghanistan gestuurd, om de verantwoordelijken op te sporen en voor eens en altijd orde op zaken te stellen. Ze komen stuk voor stuk kapot terug. Hun lichaam heeft de onophoudelijke stroom militaire missies, met talloze dodelijke slachtoffers, min of meer ongeschonden doorstaan, maar hun geest begint serieuze mankementen te vertonen.

Hun levens worden ontregeld door hyper-waakzaamheid, survivor’s guilt, angst, woedeaanvallen, nachtmerries, déjà vu-gevoelens en depressies. Kortweg: PTSS. Ze keren zich af van de wereld, verliezen zichzelf in drank of drugs en beginnen te denken aan zelfmoord. ‘Sinds 9/11 zijn er 7100 dodelijke slachtoffers gevallen bij gevechten’, legt admiraal Brian Losey uit in In Waves And War (108 min.). ‘In diezelfde periode hebben zo’n 30.000 veteranen zelfmoord gepleegd. Dat zijn er ongeveer 22 per dag.’

‘I could have done more’, schrijft Navy SEAL Marcus Capone, in de brief waarmee hij in 2013 zijn medisch pensioen aanvraagt. De voormalige footballer is ten einde raad. Als zijn vrouw Amber hem op een ochtend aantreft met een lege fles whisky en een doorgeladen geweer, besluit ze om zelf actie te ondernemen. Zij stuit op een alternatieve therapie met psychedelica in Mexico. ‘En dit moet onze geharde krijgers redden?’ lacht haar echtgenoot cynisch, voordat ie zich toch laat overhalen. Hij heeft ook geen keus.

Behalve Capone volgen de documentairemakers Jon Shenk en Bonni Cohen nog twee andere SEAL-veteranen. D.J. Shipley is zichzelf en zijn relatie dan al enige tijd ten gronde aan het richten. ‘Terminale kanker zou een zegen zijn geweest’, zegt hij nu. Z’n vrouw Patsy dwingt hem om een behandeling te ondergaan bij de Ambio Psychedelic Clinic in Baja California. ‘Als je van me houdt, ga je’, herinnert hij zich haar woorden. ‘Dat is raar om te zeggen: als je van je vrouw houdt, ga je in Mexico psychedelische drugs gebruiken.’

Matty Roberts tenslotte, op het eerste gezicht ook al zo’n roestvrijstalen elitesoldaat, loopt al een tijd met een serieus oorlogstrauma rond. Hij zit volledig opgesloten in zijn hoofd en functioneert alleen nog tussen de broeders van zijn clan. Op een gegeven moment kan hij thuis helemaal geen rust meer vinden. Eenmaal terug op de basis slaapt hij echter weer ‘als een baby’. Ook hij ziet in eerste instantie echter helemaal niets in een behandeling die toch vooral associaties oproept met trippende bloemenkinderen.

In de eerste helft van deze documentaire nemen Shenk en Cohen de tijd om, samen met hun hoofdpersonen en met behulp van trainingsfilms en de foto’s en video’s die zij zelf maakten tijdens hun uitzending, hun periode in actieve dienst te schetsen. Daarna wagen die in Mexico, en gadegeslagen door onderzoekers van de Stanford University, de sprong in de diepte van hun eigen geest, een ervaring die de filmmakers proberen op te roepen met animaties, die het geheel een aantrekkelijk Hollywood-randje geven.

In eerste instantie lijkt In Waves And War triptherapie, onlangs ook al belicht in de Nederlandse documentaire Psychedelisch Pionieren, dan ook als een soort wondermiddel te presenteren. Een duizenddingendoekje voor al uw psychisch leed. Gaandeweg komt de nuance: hoe heilzaam een trip naar binnen ook kan zijn, daarmee is het leed nog niet automatisch geleden of elk pijnpunt ook weggewerkt. De ervaringen van deze stoere mannen doen vermoeden dat er nog een wereld te ontsluiten is – en te winnen.

Voor de camera – en daarmee ook voor zichzelf en hun directe omgeving – stellen ze zich in elk geval opmerkelijk kwetsbaar op en lijken ze ook daadwerkelijk vooruitgang te boeken. Terug naar het gewone leven, naar zichzelf.

Secret Mall Apartment

Secret Mall Apartment

Een kunstproject, protestactie, sociaal initiatief en uit de hand gelopen grap ineen. Het idee van Michael Townsend en enkele andere kunstenaars om in 2003 een Secret Mall Appartment (91 min.) te openen krijgt al snel de contouren van een onvervalst en onweerstaanbaar jongensboekverhaal.

De komst van een kolossaal winkelcentrum in het hart van de Amerikaanse stad Providence is hen een doorn in het oog geweest. Providence Place, geopend in augustus 1999, moet de stad weer aantrekkelijk maken voor een koopkrachtig publiek, maar is ook ten koste gegaan van de culturele enclave Fort Thunder, waar jonge kunstenaars en alternatieve muzikanten een thuis hadden gevonden. Een projectontwikkelaar koopt de vrijhaven op en laat die in 2002 slopen.

Een jaar later nemen Townsend en de zijnen wraak. Ze vinden een tussenruimte van zo’n 75 vierkante meter in het protserige winkelcentrum en beginnen daarin te verblijven. Het is zomaar een onbezonnen idee. Langer dan een week zal ‘t niet duren. Dat is echter buiten hun eigen vindingrijkheid gerekend – en het volstrekt onpersoonlijke karakter van zo’n winkelkolos. Het wilde plan wordt gekker en gekker. Ze documenteren de hele onderneming met kleine consumentencameraatjes.

Die totaal onwerkelijke beelden vormen de basis voor deze heerlijke documentaire van Jeremy Workman, waarin de direct betrokkenen met overduidelijk plezier terugkijken op het bizarre avontuur dat ze met elkaar zijn aangegaan. Om dit verhelderen hebben ze zowel een maquette van het winkelcentrum als een levensechte replica van het appartement gemaakt. De ruimte waar ze zo’n vier jaar hebben vertoefd, wordt zo weer tastbaar gemaakt. Want in gelul kan je nu eenmaal niet wonen.

Secret Mall Appartment wordt intussen ook een portret van Michael Townsend, een bevlogen kunstenaar en docent die in de periode van het appartement tevens sociale projecten met tapekunst opzet in zorginstellingen en de dragende kracht van een 911-kunstproject is. Het geheime appartement lijkt zijn meesterzet, een kunstwerk dat is opgebouwd uit allerlei kringloopspullen, een zelfgemaakte muur van betonblokken en de dringende behoefte om een punt te maken.

Tegen gentrificatie en de vercommercialisering van de hedendaagse maatschappij. Voor creativiteit, doorzettingsvermogen en eigenzinnigheid. En over de waarde van kunst.

Trump’s Power & The Rule Of Law

PBS

Zo ziet het Steve Bannon-adagium ‘flooding the zone with shit’ er in de praktijk uit. Vanaf de eerste dag van zijn tweede ambtstermijn, op 20 januari 2025, regeert Donald Trump per decreet. Hij ondertekent, liefst publiekelijk, méér ‘executive orders’ dan al z’n voorgangers. Zo maakt hij als zo’n beetje de eerste Amerikaanse president in de geschiedenis zijn verkiezingsbeloften waar, zeggen zijn medestanders – en draagt hij, volgens al zijn criticasters, de Amerikaanse democratie ten grave. Steve Bannon is vanzelfsprekend enthousiast in Trump’s Power & The Rule Of Law (82 min.). Trump trapt voor de verandering eens het gaspedaal in, zegt hij, in plaats van de rem. Actie!

Als de president ‘t doet, dan kan ‘t eenvoudigweg niet illegaal zijn, stelt Donald Trump zelf al tijdens z’n eerste termijn, in navolging van zijn Republikeinse voorgangers Richard Nixon, die net als Trump in ernstige juridische problemen verzeild raakte, en George W. Bush, die na de terroristische aanslagen van 11 september 2001 op zoek was naar meer armslag. En dit uitgangspunt wordt in 2024 nog eens bekrachtigd door het Amerikaanse hooggerechtshof, voor een belangrijk deel door Trump zelf benoemd, dat zijn grootste juridische problemen uit de weg ruimt en daarmee ook zijn herverkiezing als president van de Verenigde Staten in dat najaar mede mogelijk maakt.

Niet vreemd dus dat Donald Trump zich onaantastbaar waant bij de start van die tweede ambtsperiode. Hij verleent supporters, die zijn veroordeeld vanwege hun aandeel in de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021, algehele amnestie en opent de jacht op iedereen die tegen hem is, was of zou kunnen zijn. Te beginnen met de medewerkers van het ministerie van Justitie, die ‘t ooit hebben gewaagd om strafzaken tegen hem te starten. Geheel terecht, stelt Trumps juridische adviseur Mike Davis in deze docu van Frontline-journalist Michael Kirk, waarin de machtsgreep van Trump 2 in de eerste helft van 2025 wordt gereconstrueerd. Ze hebben ‘t er zelf naar gemaakt.

Het nieuwe ministerie van Justitie, geleid door Trumps vertrouweling Pam Bondi, begint te functioneren als werktuig voor ‘s mans rancune en wraaklust. Daar mogen ze zijn vijandenlijst afwerken: de federale hulporganisatie USAID, eigenzinnige rechtbanken, prominente advocatenkantoren, kritische media, linkse universiteiten en het ministerie van Onderwijs. Trumps dadendrang is zonder precedent, constateren medestanders, journalisten en juristen in deze docu, en wordt niet of nauwelijks gecorrigeerd door de volksvertegenwoordiging en rechterlijke macht. Menigeen houdt z’n hart vast. Een enkeling komt in verzet, waaronder ook enkele oud-advocaten van Trump.

De tussenbalans is vooralsnog duidelijk, stelt Kirk aan het eind van deze grondige ontleding van ‘s mans eerste zes maanden: Donald Trump wint. Bigly.

The World According To Dick Cheney

Showtime

Het hele lijstje vragen wordt zonder problemen afgewikkeld. Zijn belangrijkste karaktereigenschap? Integriteit. Wat hij het meest waardeert in vrienden? Eerlijkheid. Zijn favoriete eten? Spaghetti. En dan valt ie toch even stil, de man die alles zo zeker weet. Bij de vraag wat zijn grootste fout is. ‘Daar denk ik eerlijk gezegd niet zoveel over na, moet ik eerlijk bekennen.’ En dan kan The World According To Dick Cheney (109 min.) daadwerkelijk van start.

Iedereen die vluchtig aan ‘de machtigste vicepresident die de Verenigde Staten ooit hadden’ denkt, roept bij die vraag waarschijnlijk meteen: de Amerikaanse inval in Irak. De respons van president George W. Bush op de terroristische aanslagen van 11 september 2001 – naar verluidt ingefluisterd door Dick Cheney en minister van Defensie Donald Rumsfeld, die nog een appeltje hadden te schillen met de Iraakse leider Saddam Hoessein – liep uit op een bloedige oorlog.

Gedrieën zouden ze zich ontwikkelen tot de kop van Jut voor links Amerika, de hardliners die hun land in alwéér een nodeloze oorlog hadden gestort, op basis van nepbewijs rond Hoesseins vermeende ‘weapons of mass destruction’. Intussen hadden ze in de Iraakse gevangenis Abu Ghraib en het strafkamp Guantanamo Bay ook nog alle mogelijke mensenrechten geschonden bij krijgsgevangenen. ‘Het was belangrijker om succesvol te zijn dan geliefd’, zegt Cheney over de periode na 911.

Op die turbulente jaren ligt vanzelfsprekend ook de nadruk in deze gedegen film van R.J. Cutler (A Perfect CandidateBelushi en Billie Eilish: The World’s A Little Blurry) uit 2013, waarin behalve de Republikeinse mastodont zelf ook zijn vrouw Lynne, enkele politieke vertrouwelingen en gezaghebbende duiders zoals Bob Woodward, Ron Suskind en Jo Becker aan het woord komen. Zij schetsen een politieke loopbaan waarin het doel vrijwel altijd de middelen lijkt te rechtvaardigen.

En ook zijn trouwe vriend Don Rumsfeld ontbreekt niet in dit politieke portret, waarvoor acteur Dennis Haysbert als verteller fungeert. Zij trokken al samen op in de regering van Richard Nixon, vormden later de zogeheten ‘Praetorian Guard’ van diens opvolger Gerald Ford (die tijdens het beschermen van de president zelf ook aanzienlijke macht verwierf) en fungeerden als kloppend hart van het kabinet van George W. Bush, dat hen tot Amerika’s meest gehate mannen zou maken.

In de halve eeuw voordat Donald Trump de macht greep in zijn partij speelde Dick Cheney (1941-2025) eigenlijk bij elke afzonderlijke Republikeinse regering een sleutelrol. En tussendoor was hij ook nog enkele jaren CEO van de oliegigant Halliburton. Een man met macht, statuur en tegenstanders. Het vertrouwde gezicht van (oer)conservatief Amerika, dat zelf vast ook niet had kunnen bedenken dat hij zich ooit niet meer thuis zou kunnen voelen binnen de Republikeinse partij.

Toch is dat precies wat er in de afgelopen jaren is gebeurd: in navolging van zijn dochter Liz, prominent congreslid, heeft Dick Cheney zich als ‘wise old man’ van de Republikeinse partij publiekelijk afgekeerd van de huidige president Trump. De twee hadden nochtans een gemeenschappelijke vijand: James Comey, de man die als onderminister van Justitie vicepresident Cheney de voet dwars zette, werd later als FBI-directeur een gezworen vijand van Donald Trump.

Die heeft de huidige minister van Justitie onlangs opgedragen om Comey te laten vervolgen. En daar scheiden de wegen van de Republikeinse kopstukken. Want zulke acties lijken zelfs voor een ijzervreter zoals Dick Cheney toch echt een brug te ver.

The Astroworld Tragedy

Netflix

Tijdens het optreden van rapper en organisator Travis Scott wordt er vanaf het pretparkachtige festivalterrein ingebeld bij Houstons 911-meldkamer. ‘We zijn bij het Astroworld-concert’, schreeuwt een concertganger aan de andere kant van de lijn. ‘Het wordt echt gevaarlijk. Het moet ophouden.’ De telefoniste blijft rustig: ‘Wat wil je melden?’ Het meisje is nu bijna hysterisch. ‘Iedereen wordt op elkaar gestapeld.’

Want terwijl het leeuwendeel van Scotts publiek helemaal uit zijn dak gaat, zijn elders fans in de verdrukking geraakt. Zij verkeren echt in doodsnood. ‘Stop de show!’, roepen festivalbezoekers, terwijl hulpverleners mensen proberen te reanimeren. De ster van de avond heeft echter geen idee van wat er aan de hand is. En er is niemand, van zijn eigen entourage of de concertpromotor Live Nation, die hem daarvan op de hoogte brengt.

The show must go on, zelfs op een tragische dag zoals vrijdag 5 november 2021. Sterker: rapper Drake wordt het podium opgeroepen om het feest helemaal aan de kook te brengen. Als Travis Scott om 22.13 uur zijn show beëindigt met vuurwerk, zijn er allerlei ambulances gearriveerd op het festivalterrein. Astroworlds openingsavond resulteert in tien doden, honderden gewonden én de vraag wie daarvoor verantwoordelijk is.

Yemi Bamiro probeert die te beantwoorden in de degelijke tv-docu The Astroworld Tragedy (80 min.), het eerste deel van de nieuwe Netflix-serie Trainwreck, met concertgangers, nabestaanden, festivalpersoneel, hulpverleners en veiligheidsexpert Scott Davidson. Zoals tegenwoordig gebruikelijk is er meer dan genoeg ondersteunend bewijsmateriaal: de complete tragedie is door festivalgangers zelf gefilmd.

En naderhand is Travis Scott de gebeten hond. Hij had die show moeten stoppen, vinden sommige fans. Davidson zoekt ‘t eerder bij Live Nation, de grootste concertpromotor van de wereld. Heeft die voor, tijdens en na de ramp niet erg veel steken laten vallen? Uit berichten die medewerkers tijdens Scotts show uitwisselen blijkt in elk geval dat sommigen dondersgoed doorhebben wat er aan de hand is. ‘Er gaan doden vallen.’

What Jennifer Did

Netflix

Je hoeft geen geoefende true crime-kijker te zijn om te kunnen bedenken in welke richting de Canadese politie gaat zoeken als het huis van de familie Pan in Markham, Ontario, op 8 november 2010 wordt overvallen. De daders vermoorden moeder Bich en laten vader Hann met een ernstige hoofdwond in coma achter, terwijl de dochter des huizes ongedeerd is gebleven. Kijk gewoon naar de titel en promofoto van deze docu: zij moet op de één of andere manier betrokken zijn bij wat er zich heeft afgespeeld, maar hoe dan en waarom?

Deze film van Jenny Popplewell (American Murder: The Family Next Door) begint bij het eerste verhoor van Jennifer Pan, als de agent van dienst er nog simpelweg van uitgaat dat de jonge Aziatische vrouw het slachtoffer is geworden van een huiveringwekkende misdaad, waarbij in elk geval haar moeder om het leven is gekomen. Tegelijkertijd zijn er audio-opnamen te horen van hoe zij in blinde paniek de meldkamer van 911 belt om de gewelddadige overval te melden. Gaandeweg ontspint zich daarna Pans levensverhaal.

Als kind van Vietnamese immigranten is Jennifer bijzonder streng opgevoed. Haar ouders moesten bijvoorbeeld niets hebben van het vriendje dat ze mee naar huis wilde nemen. Danny Wong was in verband gebracht met drugshandel en sowieso niet goed genoeg voor hun dochter. Zij hadden een serieuze academische carrière in gedachten voor Jennifer. Het was echter nog maar de vraag of hun dochter, tevens een zeer getalenteerde pianiste, zulke ambities kon en wilde waarmaken.

Stukje bij beetje onthult Popplewell met de betrokken rechercheurs, enkele bronnen uit Jennifers directe omgeving en de verhoren van Pan en ex-vriend Danny, opgeleverd met de verplichte verhaalwendingen en spannende geluidjes en muziekjes, het verhaal achter het verhaal van de gewelddadige overval op de Pans. Als alle lijken eenmaal uit de kast zijn gekomen – wees gerust: niet letterlijk – komt de hele zaak inderdaad neer op What Jennifer Did (87 min.).

Jenny Popplewells documentaire is overigens enigszins in opspraak geraakt vanwege foto’s van Jennifer die zouden zijn gemaakt/gemanipuleerd met Artificial Intelligence. Zónder dat dit erbij wordt vermeld.

Giuliani: What Happened To America’s Mayor?

CNN

Na de aanslagen van 11 september 2001, hét dieptepunt van de recente Amerikaanse geschiedenis, groeide hij als burgemeester van het getroffen New York uit tot de meest bewonderde bestuurder van de Verenigde Staten, liefkozend ‘America’s Mayor’ genoemd. Een kleine twintig jaar later wordt Rudy Giuliani op zijn best beschouwd als een schertsfiguur, de man die de rottigste klusjes opknapte voor president Donald Trump en bereid was om zichzelf daarbij volslagen belachelijk te maken.

Zoals hij daar bijvoorbeeld staat, orerend over verkiezingsfraude op de parkeerplaats van het hoveniersbedrijf Four Seasons Total Landscaping. Het is een nauwelijks meer te persifleren tafereel. Net zo tragisch is zijn bijdrage aan 6 januari 2021, waarbij hij in de aanloop naar de bestorming van het Capitool oproept tot ‘trial by combat’. Is deze even richtingloze als rücksichtslose volksmenner al te herkennen in de jonge Rudy Giuliani, die in een parallel gemonteerde politiedemonstratie uit vroeger tijden is te zien? Het antwoord luidt onmiskenbaar ja.

Giuliani: What Happened To America’s Mayor? (168 min.), een vierdelige serie van showrunner John Marks, duikt met medewerkers, politieke insiders en opiniemakers in ’s mans verleden. Eerst als openbaar aanklager die, bepaald niet zonder succes, zijn tanden zet in de beruchte georganiseerde misdaad van New York. Niet veel later als kandidaat voor het burgemeesterschap, voor wie vrijwel alles geoorloofd lijkt om te winnen – óók, alweer een parallel, het betwisten van de verkiezingsoverwinning van zijn opponent.

En als hij, de crimefighter, dan daadwerkelijk wordt gekozen tot burgervader, maakt hij direct duidelijk dat er ‘a new sheriff in town’ is. Die gaat door riemen en ruiten om de torenhoge criminaliteitscijfers van New York omlaag te brengen. Dan is hij volgens anderen ook op zijn best: als een generaal in oorlogstijd, die bovenaan de pikorde staat en permanent orders geeft. Hij oogst er alom lof mee. Naar eigen smaak overigens nooit genoeg, volgens mensen die met hem hebben gewerkt. Alles moet en zal altijd om Rudy Giuliani draaien.

Terwijl de criminaliteit afneemt door Giuliani’s zero tolerance-beleid, is er ook kritiek vanuit met name de zwarte gemeenschap, die tijdens zijn burgemeesterschap vaak te leiden heeft onder politiegeweld. Treffend is het incident rond Amadou Diallo, van wie hier zijn moeder Kadiatou aan het woord komt. De ongewapende student uit Guinea wordt in 1999 met maar liefst 41 Shots gedood door politieagenten, simpelweg omdat hij als jonge zwarte man lijkt op de verdachte die zij zoeken. Het zorgt voor Black Lives Matters-achtige protesten.

Giuliani komt ook regelmatig keihard in aanvaring met de plaatselijke pers, die hem soms het vuur aan de schenen legt. ‘In veel opzichten was Rudy Donald Trump voordat Donald Trump zelf Donald Trump werd’, zegt de journaliste Tish Durkin daarover. ‘Hij ontdekte en perfectioneerde de politieke kunst van het onderhouden van een vijandige relatie met de pers en genoot daarvan.’ Net als de man die hij later als een soort consigliere zal gaan dienen wordt Giuliani de verpersoonlijking van het adagio dat zoiets als slechte publiciteit helemaal niet bestaat.

Aflevering 3 van deze boeiende miniserie, die bestaat uit een krasse combinatie van archiefmateriaal en een ontzaglijke hoeveelheid pratende hoofden (waarbij alleen die van Rudy zelf en Donald ontbreken), is grotendeels gewijd aan het trauma 911, als Giuliani boven zichzelf uitstijgt, steeds de juiste toon vindt en zo de burgemeester van een land in nood wordt. De bewondering die hem ten deel valt stijgt hem echter ook naar het hoofd en zal de man, bij zijn totaal mislukte presidentscampagne van 2008, ook de kop kosten.

En dan zit zijn politieke carrière er in wezen op. Rudy Giuliani is volstrekt irrelevant geworden. Totdat Donald Trump zich meldt als Republikeinse kandidaat voor de verkiezingen van 2016 en Giuliani in zijn mede-New Yorker een kans ziet om zichzelf te rehabiliteren als diens bloedhond, het uitgangspunt voor de ontluisterende slotaflevering van deze miniserie, waarin de hoofdpersoon in zijn eigen mes, een onbeheersbare behoefte aan status en aandacht, loopt en elke vorm van geloofwaardigheid verliest.

Dat gevaar was er altijd al, stellen mensen uit zijn directe omgeving, maar nooit eerder werden de donkere krachten in deze eerzuchtige man zo weinig begrensd. Het is een wat onbevredigende slotsom. Is er werkelijk niets meer in het spel? Drank? Ouderdom? Psychische problemen misschien? Hoe kan America’s Mayor anders de risee van de Amerikaanse democratie zijn geworden? Of zat die gekte en roekeloosheid altijd al in Rudy Giuliani en heeft hij simpelweg zijn façade van respectabiliteit afgelegd?

Meet Me In The Bathroom

Utopia

Rond de eeuwwisseling leek de muziekstad New York dood en begraven. Sinds de opkomst van punk en disco in de jaren zeventig en tachtig was er nauwelijks meer iets noemenswaardigs gebeurd in de Amerikaanse metropool die zichzelf altijd als toonaangevend had beschouwd. In de jaren negentig hadden niksige bands uit ongecompliceerdere delen van de Verenigde Staten, zoals The Offspring, Blink-182 en Limp Bizkit, ongegeneerd het initiatief naar zich toe getrokken.

En toen stond er zowaar een nieuwe generatie elementaire rockbands op, met als vaandeldrager The Strokes, een übercoole band uit Manhattan. Samen met het rudimentaire duo The White Stripes uit Detroit (Rockcity, roepen liefhebbers er dan direct achteraan) en de cartoonachtige riffmachine The Hives (uit Zwéééden!) werden deze vijf jongelingen, met vooralsnog slechts één plaat en een handvol optredens op hun conto, opgezadeld met het predicaat ‘The New Rock Revolution’.

De documentaire Meet Me In The Bathroom (105 min.), gebaseerd op het gelijknamige boek van Lizzy Goodman, maakt een trip nostalgia naar de opkomst van de bijbehorende New Yorkse scene (spreek uit: sien) die na de millenniumwisseling The Strokes en enkele verwante groepen heeft voortgebracht. Alhoewel, verwant? De precieze relatie en muzikale verbanden tussen de verschillende acts maakt de film van Will Lovelace en Dylan Southern nu juist niet helemaal duidelijk.

De link tussen The Strokes en de rockbands The Moldy Peaches (die tijdens een tournee als hun voorprogramma, hun ‘fluffers’ volgens frontvrouwe Kimya Dawson, mochten fungeren) en Yeah Yeah Yeahs (met de iconische riot grrrl Karen O) zijn duidelijk, maar naar wat precies het verband is met Interpol, TV On The Radio, The Rapture en LCD Soundsystem blijft het gissen. Behalve dat al deze bands in min of meer hetzelfde tijdsgewricht vanuit New York City opereerden.

Die stad is in elk geval een essentieel decorstuk voor dit associatieve groepsportret. Met de name de terroristische aanslagen van 11 september 2001 lijken alles in New York, ook de muziek, op scherp te hebben gezet. Lovelace en Southern, eerder verantwoordelijk voor de LCD Soundsystem-concertfilm Shut Up And Play The Hits (2012), kneden met al die losse bandverhalen een dwingend narratief over succes dat – even kort door de bocht – eerst onvermijdelijk wordt en daarna niet te dragen blijkt.

Meet Me In The Bathroom, waarin alle hoofdrolspelers buiten beeld aan het woord komen en lekker veel obscuur beeld- en geluidsmateriaal is opgenomen, wordt daarmee meer dan de zoveelste popdocu, waarin pratende hoofden gedetailleerd hun eigen carrière doorlopen, de ene na de andere smeuïge anekdote uit hun mouw schudden en de hitjes tussendoor lekker veel ruimte krijgen. Dit is een oprechte poging om de toenmalige tijdgeest, couleur locale en zweetgeur te pakken te krijgen.

The Forever Prisoner

HBO

Ze hadden er een nieuw etiket opgeplakt: Enhanced Interrogation Techniques. In feite was het natuurlijk gewoon marteling. Na 11 september 2001 was echter alles geoorloofd, zolang nieuwe Al-Qaeda-aanslagen in de Verenigde Staten maar werden voorkomen. Toen de CIA in het voorjaar van 2002 Abu Zubayda, de vermeende nummer drie of vier van de terroristische organisatie van Osama bin Laden, in handen kreeg, was alles geoorloofd om informatie uit hem te krijgen.

Zubayda werd eindeloos ‘verhoord’ op een geheime locatie in Thailand, waarbij Amerikaanse functionarissen hun toevlucht namen tot zeer omstreden technieken: waterboarding, slaapdeprivatie, ernstige onderkoeling, keiharde muziek en totale vernedering. En zo nodig werd er zelfs een kist voor de dag gehaald, zodat hij levend kon worden begraven. Alles mocht als het maar geen zichtbare schade opleverde. Over psychisch letsel werd met geen woord gerept.

Toen ze klaar waren met hem, was één ding duidelijk: niemand mocht ooit zijn verhaal horen. Abu Zubayda zou The Forever Prisoner (120 min.) worden. Er werd expliciet gezegd: de gevangene mag nooit in de situatie komen waarin hij echt contact heeft met anderen en moet van de buitenwereld afgesloten blijven voor de rest van zijn leven. En dus verblijft de terrorist al bijna twintig jaar in Guantanamo Bay, een stukje juridisch niemandsland op Cuba.

Met insiders en kenners ontleedt Alex Gibney, die een Oscar won voor het thematisch verwante Taxi To The Dark Side (2007), gedetailleerd hoe het zover kwam. Het begon met het Amerikaanse besluit dat Al-Qaeda-strijders niet beschermd zouden worden door de conventie van Genève. Dit zette de deur wagenwijd open voor totaal ontsporende verhoorsessies. Om die inzichtelijk te maken gebruikt Gibney tekeningen die Zubayda zelf maakte om uit te leggen wat hij had doorgemaakt.

De videocassettes van deze verhoren zijn namelijk vernietigd. Er waren immers al verslagen gemaakt, stelde de CIA. Dat moest toch voldoende zijn? Die cruciale beslissing, ongetwijfeld ingegeven door puur zelfbehoud, is door de Amerikaanse documentairemaker, die zelf als messcherpe verteller fungeert, met veel drama verbeeld: begeleid door Strauss’ wals An Der Schönen, Blauen Donau worden de tapes letterlijk vermorzeld. Zoals het ook ging met de waarheid.

En dan te bedenken, constateert Alex Gibney bitter in deze ontluisterende film, dat de keuze om Enhanced Interrogation Techniques in te gaan zetten sowieso was gebaseerd op een totale misvatting: dat marteling betrouwbare informatie zou kunnen opleveren. Het nettoresultaat van al die illegale inspanningen, betoogt de Amerikaanse documentairemaker, was uiteindelijk niet veel meer of minder dan niets. Intussen zit Abu Zubayda nog altijd vast…

The Unknown Known

De verbeelding had in zijn ogen gefaald. Ze hadden moeten imagineren wat er zou kunnen gebeuren. Dan waren de terroristische aanslagen van 11 september 2001 wellicht voorkomen. En Donald Rumsfeld had zich bij het begin van zijn ambtstermijn als Amerikaans minister van defensie, acht maanden eerder, nog voorgenomen om nooit in een soort post-Pearl Harbor hoorzitting terecht te komen, waarin hij zou worden doorgezaagd over waarom er wanneer door wie niet was ingegrepen.

De man die als de architect van de navolgende Amerikaanse inval in Irak te boek is komen te staan, heeft in deze intrigerende interviewfilm van Errol Morris uit 2013 ook allerlei theorieën opgebouwd rond geheel eigen constructies zoals ‘known knowns’, ‘known unknowns’, ‘unknown unknowns en ‘unknown knowns’. Als Donald op zijn praatstoel zit, is het sowieso altijd genieten geblazen – ook al gruw je misschien van wat hij zegt. De man is een begenadigd denker en spreker en bovendien niet bang om de degens te kruisen met een opponent.

The Unknown Known (102 min.) ontwikkelt zich dan ook tot een heerlijk verbaal steekspel, door Morris aangekleed met strategisch geplaatste archiefbeelden en dwingende muziek, waarbij alle retorische middelen geoorloofd zijn. Nadat hij in alle toonaarden heeft ontkend dat iemand van de Amerikaanse regering heeft gesuggereerd dat Iraks leider Saddam Hoessein iets met 11 september had te maken, laat Morris bijvoorbeeld doodleuk archiefbeelden zien waarin ‘Rummy’ precies dat doet. Zonder het letterlijk te zeggen, dat wel.

‘Geloof in de onvermijdelijkheid van conflict kan één van de oorzaken van een conflict worden’, citeert Rumsfeld even later één van de vele memoranda uit zijn eigen archief, vervat in het boek Rumsfeld’s Rules. ‘Dat is echt zo. En dan heb je de andere kant van de medaille, die al even waar is: als je vrede wenst, bereid je dan voor op oorlog.’ Op dat moment grijpt Morris in: ‘Als die uitgangspunten allebei waar zijn, kun je zo’n beetje alles rechtvaardigen.’ Rumsfeld begint te glimlachen: ‘Alle generalisaties zijn vals’, zegt hij en laat een korte stilte vallen. ‘Ook deze.’

Gedurende zijn lange loopbaan werkte Donald Rumsfeld nauw samen met de Republikeinse presidenten Nixon, Ford en Reagan. Die laatste koos hem bijna, bijna!, als vicepresident. Als dat was gebeurd, zou waarschijnlijk de rode loper voor hem zijn uitgelegd als presidentskandidaat. George H. Bush, de man die ’t wél werd, belandde in 1989 inderdaad in het Witte Huis. De twee zouden nooit vrienden worden. Toch vroeg Bush’s oudste zoon George, de 43e president van de Verenigde Staten, Rumsfeld als minister. Lachend: ‘Ik denk niet dat George W’s vader mij heeft voorgedragen.’

Als diens minister van defensie zou hij definitief in de geschiedenisboeken belanden. Geassocieerd met schandvlekken als het illegale gevangenenkamp Guantanamo Bay, ‘verbeterde ondervragingstechnieken’ en die ene desastreuze poging om Irak te ontdoen van massavernietigingswapens die uiteindelijk nooit werden gevonden, maar altijd strijdbaar en vol (zelf)spot.

9/11: Inside The President’s War Room

Apple TV+

De dag begon met een lekker rondje joggen. Toen kreeg George W. Bush zijn dagelijkse CIA-briefing. En daarna stond er een bezoek aan de Emma E. Booker-basisschool in Florida op het programma voor de Amerikaanse president. Daar zouden uiteindelijk klassieke beelden van Bush worden gemaakt: terwijl hij geacht werd om te luisteren naar spellende kinderen, probeerde ‘Dubya’ zijn gezicht in de plooi te houden. Hij was zojuist geïnformeerd over huiveringwekkende gebeurtenissen in New York.

‘Het eerste vliegtuig leek op een ongeluk,’ vat hij de situatie op die hachelijke dinsdagochtend in september 2001 twintig jaar later samen. ‘Het tweede maakte duidelijk dat het een aanval was. En het derde toestel betekende niets minder dan een oorlogsverklaring.’ Hij omschrijft de situatie in 9/11: Inside The President’s War Room (90 min.) als ‘een psychologische tsunami’. Voor deze gebeurtenis bestond geen draaiboek. Zijn regering zou moeten improviseren, zo bevestigen ook vicepresident Dick Cheney, stafchef Andy Card, veiligheidsadviseur Condoleezza Rice, minister van buitenlandse zaken Colin Powell en adviseur Karl Rove.

De uitputtende bronnenlijst, inclusief talloze onderknuppels, behoort meteen tot de uitgesproken troeven van deze nauwgezette reconstructie van hoe Amerika’s belangrijkste gezagsdragers de terroristische aanslagen van 11 september beleefden. Vrijwel alle belangrijke spelers binnen de Republikeinse regering Bush leveren een bijdrage en geven de documentaire van Adam Wishart, waarvoor acteur Jeff Daniels als verteller fungeert, een gezaghebbend karakter. Dit is hoe de beslissers destijds hebben gedacht en gehandeld – of hoe ze het zich nu herinneren.

Saillant is bijvoorbeeld de situatie rond het door Al-Qaeda-terroristen gekaapte vliegtuig United 93. Cheney geeft het bevel ‘take the track’. Ofwel: haal het toestel neer. Ook Bush geeft zijn goedkeuring om het vliegtuig, waarin zich ook onschuldige Amerikaanse passagiers bevinden, te attaqueren. ‘Was ik blij met die beslissing?’ zegt de voormalige president nu. ‘Nee. Maar stond ik achter dat besluit? Zeker.’ Als United 93 even later inderdaad uit het luchtruim is verdwenen, weten Bush en zijn medewerkers vreemd genoeg niet of zij dat zelf op hun geweten hebben of niet.

Want de tv-ontvangst en telefoonverbinding in het regeringsvliegtuig Air Force One waren ronduit slecht. En ‘the leader of the free world’ was voor zijn nieuwsvoorziening veelal gewoon aangewezen op televisiezenders. Uiteindelijk bleken enkele dappere passagiers de kapers te hebben overmeesterd, waarna het vliegtuig was neergestort. De gedachte aan de moed van de United 93-passagiers en het lot dat hen ten deel viel zorgen nog altijd voor emoties bij de direct betrokkenen, die zich 9/11 sowieso herinneren als een emotionele achtbaan: twijfel, onzekerheid en ook angst vochten om voorrang, zo nu en dan gepareerd met galgenhumor.

Zulke momenten zijn tevens terug te zien op officiële foto’s van die fatale dag, die het optreden van Bush tijdens dit scharnierpunt in de moderne Amerikaanse historie in beeld brengen. De dag eindigde met de afkondiging van de zogenaamde Bush-doctrine: hij maakte in niet mis te verstane bewoordingen duidelijk dat ze terug gingen slaan naar de terroristen én naar degenen die hen onderdak verschaften. Een kleine maand later zouden Amerikaanse troepen in Afghanistan landen. En anderhalf jaar later vielen de Verenigde Staten het Irak van Saddam Hoessein binnen.