Endurance

Disney+

Toegegeven, het wordt misschien niet zo’n heroïsch avontuur als ruim een eeuw eerder, maar het blijft een zeer ambitieuze onderneming. In 2022 vertrekt een schip met de historicus Dan Snow, onderwateringenieur Nico Vincent en de befaamde maritieme geoloog Mensun Bound aan boord naar Antarctica. De S.A. Agalhus II van kapitein John Shears gaat proberen om, ergens op de zeebodem, het legendarische wrak van de Endurance (104 min.) te vinden. De ambitieuze onderneming wordt vastgelegd door Natalie Hewitt en vormt de basis voor deze documentaire die ze samen met Jimmy Chin en Elizabeth Chai Vasarhelyi heeft gemaakt.

Tijdens de legendarische Imperial Trans-Antarctic Expedition nam de Britse ontdekkingsreiziger Ernest Shackleton in 1914 ook al een fotograaf/cameraman mee. In de documentaire South (1919) vereeuwigde Frank Hurley Shackletons mislukte poging om de Zuidpool over te steken, een avontuur dat de geschiedenisboeken inging als de laatste grote Antarctica-expeditie. Toen de Endurance na een jaar op zee helemaal vast kwam te zitten in het pakijs en tevens water begon te maken, daalde het besef in bij de 27 bemanningsleden dat ze daar, in bijzonder barre omstandigheden op de Weddellzee, zouden moeten overwinteren.

Hurleys beelden – gerestaureerd, ingekleurd en van geluid voorzien – zijn door Hewitt, Chin en Chai Vasarhelyi aangevuld met sjiek gemaakte re-enactment-scènes. Alle foto’s en films worden bovendien ingekaderd door de scheepslui zelf. Na terugkomst zijn zij destijds uitgebreid geïnterviewd. En wat ze op schrift hebben gesteld is door de filmmakers, met behulp van Artificial Intelligence, eveneens vertaald naar gesproken woord. Zo slagen ze erin om Shackletons legendarische poolexpeditie tot leven te brengen, inclusief diens miraculeuze ontsnapping naar de bewoonde wereld, na twee jaar overleven aan het ijzige einde van de aarde.

Deze gestaalde film verbindt de twee expeditie-verhalen met elkaar. Terwijl Sir Ernest Shackleton en zijn mannen in onmogelijke omstandigheden moeten zien te overleven, beschikken zijn navolgers over technologische verworvenheden, zoals een ingenieuze onderwaterrobot. Het vinden van Shackletons scheepswrak blijkt echter bepaald geen sinecure. In 2019 heeft Mensun Bound bijvoorbeeld al eens een poging gewaagd om de Endurance te traceren. Dat werd een enorme mislukking. ‘Één van de ergste momenten van mijn leven’, aldus Bound, die nooit had kunnen bevroeden dat hij nog een tweede kans zou krijgen. Succes blijkt ook dan niet verzekerd.

Hewitt, Chin en Chai Vasarhelyi nemen de kijker dus tweemaal mee naar de rand van de aarde, waarbij ’t nog maar de vraag is of, hoe en waarmee ze weer huiswaarts kunnen keren. Endurance wordt zo automatisch een ode aan het overwinnen van de elementen – en jezelf – teneinde een zelfverkozen, hoger gelegen doel te verwezenlijken.

Trapped

DR Sales

‘What the fuck!’ roept duiker Nico van Heerden.

‘Wat is er?’ reageert zijn duikbegeleider. ‘Oh, je hebt er één gevonden, hè? In de doorgang of niet? Begrepen.’

Dan volgt echter een daverende verrassing. ‘Ik heb een levend iemand gevonden!’ meldt Nico verbouwereerd. ‘Fuck, dat is wel het laatste wat ik verwachtte’, antwoordt z’n begeleider. Even later komt die overlevende zowaar ook in beeld, via Nico’s camera. Het is een verbijsterend tafereel: Harrison Okene, de kok van de sleepboot Jascon 4, zit ontredderd voor de camera. In zijn onderbroek. Zijn boot is drie dagen eerder gekapseisd nabij Nigeria en ondersteboven in de Atlantische Oceaan terecht gekomen. De voltallige crew van twaalf bemanningsleden zou daarbij zijn verdronken. Dat was tenminste het uitgangspunt waarmee de duikerscrew aan het werk is gezet: berg de stoffelijke overschotten van de ramp op 26 mei 2013, zodat hun familieleden netjes afscheid van hen kunnen nemen.

Kijkers van de documentaire Trapped (79 min.), die dan zo’n 45 minuten onderweg is, hebben in de openingsscène direct kennisgemaakt met Harrison. Het is voor hen dus niet de vraag óf hij de scheepsramp heeft overleefd, maar hóe. Die vraag drijft deze enerverende film. Nadat hij de overlevende heeft geïntroduceerd stelt regisseur Lasse Spang Olsen het duikteam voor dat dik honderd kilometer verderop aan het werk was aan een pijplijn en van daaruit naar het wrak van de Jascon 4 is afgereisd voor wat een deprimerende missie leek te worden. Gezamenlijk reconstrueren zij nu de heroïsche reddingsactie. Die brengt een schier onmogelijke opdracht met zich mee: hoe krijgen ze de kok, die al 62 uur nabij de zeebodem bivakkeert en zich had opgemaakt voor een langzame en pijnlijke dood, weer heelhuids boven water?

Want in tegenstelling tot Nico en zijn collega-duikers heeft Harrison natuurlijk geen ‘umbilical, een soort navelstreng die zorgt voor warmte, licht en zuurstof en waarmee ook kan worden gecommuniceerd. Hij kan dus niet zomaar naar de oppervlakte worden gebracht. Dat zou hij niet overleven. Spang Olsen begeleidt de hachelijke onderneming om Harrison in veiligheid te brengen met een slimme combinatie van onderwaterreconstructies en authentieke beelden van de redding en de radiocommunicatie daarover. Trapped begeeft zich daarmee in hetzelfde water als Last Breath en The Rescue, films die met zowel de redders als de door hen geredden een heldenverhaal maken van een onwaarschijnlijke hulpactie op zee. Alsof het huzarenstukje voor het oog van de camera nogmaals wordt geleverd.

Pact Met De Duivel: In De Wurggreep Van Het Passageproces

Prime Video

Gaan we een deal sluiten met een moordenaar? vragen Officier van Justitie Sander de Haas en zijn collega zich af na een geheim gesprek met Peter la Serpe? Die heeft zojuist uit de eerste hand verklaard over de liquidatie van vastgoedman Kees Houtman in 2005. Durven ze het aan om deze rasopportunist, die al zijn hele leven vuistdiep in het criminele milieu zit, in te zetten als kroongetuige? De Haas twijfelt. Als niet veel later een moord wordt gepleegd, die al min of meer is aangekondigd door La Serpe, komt de zaak alsnog in een stroomversnelling. Tegelijkertijd realiseren de medewerkers van het Ministerie van Justitie zich terdege dat ze een risico nemen. De onderwereld oordeelt vaak heel eenvoudig over lieden die uit de school klappen: zwijgen is zilver, spreken is lood.

De deal leidt tot een rechtszaak tegen enkele criminele kopstukken, die worden beschouwd als de sleutelfiguren van de liquidatiegolf in de Amsterdamse onderwereld. In de zesdelige docuserie Pact Met De Duivel: In De Wurggreep Van Het Passageproces (283 min.) reconstrueren Erica Reijmerink en Peet Gelderblom met kenners van/uit het criminele milieu, rechercheleden, strafrechtadvocaten, officieren van justitie, rechters, hoogleraren strafrecht en misdaadjournalisten het geruchtmakende proces. Zij zijn stuk voor stuk aan de tand gevoeld in een soort verhoorkamer. Hun verklaringen worden omkleed met nieuws- en achtergrondreportages uit de tijd van de liquidaties (1993-2006) en rechtsgang (2007-2017) – al blijft het geheel tamelijk praterig.

Reijmerink en Gelderblom onderbreken hun vertelling zo nu en dan voor een miniprofiel van hoofdrolspelers zoals Dino Soerel en Willem Holleeder (die zelf overigens niet terecht staat tijdens het Passageproces), vragen rechtbanktekenaar Adrien Stanziani om alle sleutelfiguren te portretteren en geven forensisch rechercheur Carina van Leeuwen haar eigen Opsporing Verzocht-momentjes, waarin ze met behulp van maquettes enkele schokkende moorden doorneemt. Zo ontstaat een zeer complete en afgewogen impressie van een rechtszaak, die heel Nederland in z’n greep heeft gehouden. Waarbij verschillende lezingen van wat er is gebeurd naast of tegenover elkaar staan en soms ook nog altijd frontaal met elkaar botsen, met name tussen het Openbaar Ministerie en enkele prominente advocaten.

Dino Soerel ontbreekt in de zeer complete bronnenlijst. Hij heeft van Justitie geen toestemming gekregen om te participeren in de serie. Terwijl het Passageproces – zeker nadat medeverdachte en ‘moordmakelaar’ Fred Ros een deal heeft gesloten als tweede kroongetuige (!) – zich gaandeweg steeds nadrukkelijker op hem begint te richten. Soerels volwassen dochter Rachel treedt in Pact Met De Duivel op als zijn plaatsvervanger. Erg moeilijk wordt het haar niet gemaakt. Ze krijgt de gelegenheid om (weer) een mens van vlees en bloed van hem te maken: een opa bijvoorbeeld die elke Kerst een aardige boodschap stuurt aan zijn kleinkinderen. In elk geval niet de man die naar voren komt uit het Passageproces-dossier, waarin een mensenleven vaak nog geen stuiver waard lijkt.

In een tamelijk lang uitgevallen epiloog zet de miniserie deze grimmige fase in de Nederlandse criminele geschiedenis tot slot nog in hedendaags perspectief. Want de generatie ‘Holleeder’ mag dan een serieus gevaar voor de samenleving hebben gevormd, de volgende lichting criminele kopstukken, kortgezegd de generatie ‘Taghi’, lijkt bereid om nóg verder te gaan, getuige de moorden op de broer van kroongetuige Nabil B., diens advocaat Derk Wiersum en misdaadjournalist Peter R. de Vries. En de opvolger van het Passageproces, het zogenaamde Marengo-proces, is al even tumultueus verlopen. Ridouan Taghi en twee medeverdachten hebben levenslang opgelegd gekregen, kroongetuige Nabil B. toch ook nog tien jaar.

Kerwin

NTR / NPO Start

Black is beautiful, staat er op zijn graf. Voor een bepaalde generatie Nederlanders is zijn naam een begrip geworden: Kerwin (100 min.). Op 21 augustus 1983 wordt hij, een vijftienjarige jongen met Antilliaanse wortels, het slachtoffer van een haatmoord. ‘Een zestienjarige zogenaamde skinhead was van mening dat een vieze nikker vies naar hem had aangekeken, stak Kerwin in koelen bloede neer en betreurt nu alleen dat hij voor zo’n neger in de bak zit’, constateert presentator Jaap van Meekren met ingehouden woede in het tv-programma Televizier Magazine. En de populaire Frank Boeijen Groep wijdt er het nummer Zwart Wit aan, dat zal uitgroeien tot een nederpopklassieker.

Hij wordt bekend als Kerwin Duinmeijer, met de achternaam van het pleeggezin waarbij hij al een tijdje kind aan huis is en in de laatste periode van zijn leven ook daadwerkelijk in huis woont. In werkelijkheid heet hij Kerwin Lucas (1968-1983). Veertig jaar na zijn geruchtmakende dood reconstrueert zijn jongere broer Purly Lucas met hun vader Erwin, vrienden, vriendinnen, boksmaatjes, taxichauffeurs, politiemensen en hulpverleners het leven van Kerwin. Dat begint op Curaçao. Als hun ouders besluiten te scheiden, neemt hun moeder de kinderen mee naar Nederland. In Amsterdam raken de broers bevriend met een jongen uit de straat, Eric Duinmeijer.

En Kerwins leven – pril, vrolijk en onstuimig, getuige fraaie privébeelden van de guitige tiener in het zwembad, rolschaatsend op straat en in de boksring – eindigt op de Dam. Hij wordt een symbool, als Kerwin Duinmeijer. Tot groot verdriet van zijn eigenlijke familie, blijkt in deze driedelige serie van Sacha Vermeulen. In de Nederlandse media wordt Kerwin consequent weggezet als een zwarte jongen uit een wit gezin en krijgen de Duinmeijers de positie van directe familie toebedeeld. Het drijft een wig tussen de twee getroffen families, die elk rouwen om hun eigen Kerwin. Uiteindelijk komt het, een half leven later, tot een ontmoeting tussen Purly Lucas en Nicoline Duinmeijer.

Aan Nico Bodemeijer, de zestienjarige jongen die met een messteek Kerwins leven heeft beëindigd, besteedt de serie verder nauwelijks aandacht. Hij wordt vooral geportretteerd als de losgeslagen representant van een onverdraagzaam klimaat, dat in de jaren tachtig vleugels krijgt door de opkomst van de extreemrechtse Centrumpartij/Centrumdemocraten. In een uitzending van het televisieprogramma Profiel uit 2008 ontkent de voormalige skinhead overigens dat hij Kerwin heeft neergestoken vanwege zijn huidskleur. Het lot van Bodemeijer, wiens vader tijdens de Tweede Wereldoorlog nota bene in de kampen heeft gezeten, zal later nog op een tragische manier verbonden raken met Kerwins vriend Eric Duinmeijer.

Intussen maakt deze gedegen docuserie van het symbool Kerwin Duinmeijer weer een jongen van vlees en bloed: Kerwin Lucas.

Verified Couple

First Hand Films

Als vreemden aan Andreea en Nico vragen wat ze doen voor de kost, antwoorden ze: internetmarketing. Of de twee twintigers zeggen dat ze werken als influencer. Dat is niet eens zo ver bezijden de waarheid: het jonge Duitse stel is een Verified Couple (alternatieve titel: Pornfluencer, 52 min.). Als ‘Youngcouple9598’ verdienen ze hun geld met internetporno. Dit jaar hopen ze hun inkomsten op te krikken tot één miljoen euro.

Andreea en Nico wonen op belastingparadijs Cyprus, waar ze worden opgezocht door filmmaker Joscha Bongard. Hij heeft hen benaderd met de vraag of ze willen meewerken aan ‘een seks-positieve, sensitieve en eerlijke documentaire’.  En dat willen ze wel. Trots vertellen de kleine zelfstandigen hoe er al in de eerste maand ruim 10.000 euro binnenkwam bij hun bedrijfje.

Monter laten Andreea (alias ‘Jamie Young, the teenie girlfriend you never had’) en Nico (alias Nico Nice) ook hun huis, katten en werkruimtes zien. Zij zijn actief binnen de zogenaamde ‘koppelsporno’ legt expert Sylvia Sadzinski uit, naar wie Bongard in deze als een webdocu opgebouwde film zo nu en doorklikt. Daar is veel vraag naar omdat de seks in beeld gepaard zou gaan met oprechte affectie.

Wat betekent seks voor jullie? wil Joscha Bongard weten. ‘Liefde’, antwoordt zij direct. ‘Voor mij is het vooral liefde. Ik hoef ook niet zo vaak seks als hij.’ Nico knikt bevestigend. De voormalige psychologiestudent leerde Andreea kennen toen zij pas zestien en nog maagd was. Hij had zich toen al verdiept in hoe je als jongen met zogenaamde ‘pick-up skills’ het beste meisjes kon versieren.

Tussen de regels door toont de goedlachse Nico zich ook wat bezitterig. Zoals het een echte ‘pickup artist’, een toxische term die door psycholoog Andreas Baranowski nader wordt geduid, nu eenmaal betaamt. Andreea en Nico zijn duidelijk kinderen van hun tijd. Ze spiegelen zich aan internetgoeroes die het snelle geld prediken en geloven heilig in het manifesteren van je eigen levensdoelen.

‘Nico, jij bent een geweldig mens’, zegt hij met een stralende glimlach tegen de persoon in de spiegel. ‘Ik hou van jou met heel mijn hart. Het is fantastisch dat jij bestaat.’ Zijn vriendin volgt daarna. ‘Jamie, je bent een geweldig mens’, begint Andreea al even enthousiast. Ze sluit af met een welgemeend: ‘Jij maakt de wereld mooier. Ik hoop dat je een prachtige dag hebt. Ik hou van je.’

Zonder er verder over te oordelen, zoals hij ook aan hen had beloofd, toont Joscha Bongard het jonge koppel in z’n zelfverkozen wereld.  Daar laten Andreea en Nico uiteindelijk veel meer van zichzelf en de wereld waarvan zij deel uitmaken zien dan in hun eigen expliciete video’s. En elke kijker kan – en zal – zich daarover vervolgens zijn eigen oordeel vormen.

Can You Feel It – How Dance Music Conquered The World

Clockwork Orange, Camden, London, 1995 / Clubbers Some thin-Else

Eerst is er de beat. Daarna volgen de clubs. En die geven deejays een platform om supersterren te worden. Dat is dan ook meteen de opzet van Can You Feel It – How Dance Music Conquered The World (178 min.)  een driedelige serie van Nico Wasserman en James Giles waarin verteller Rosalind Eleazar voorgaat door de historie van dancemuziek.

En die begint, in elk geval in deze versie van de gebeurtenissen, bij de Amerikaanse drummer Earl Young die in 1973 een discobeat introduceert in de single The Love I Lost van Harold Melvin & The Blue Notes. Zijn groove slaat aan en zorgt voor een nieuwe, uiterst dansbare muziekstroming die volgens menige oude rocker gigantisch ‘sucks’. Disco dus. Niet veel later zijn begrippen als ‘four to the floor’, remix en 12 inch (of maxi-single) volledig ingeburgerd. In Chicago ontstaat in de jaren tachtig vervolgens een eerste versie van housemuziek, terwijl Detroit zich min of meer tegelijkertijd opwerpt als onvervalste technostad. Deze nieuwe dansmuziek heeft alleen een gigantische U-bocht via Groot-Brittannië nodig, om echt de oversteek naar het grote publiek te maken.

Daarmee legt deze serie, met de muzikale pioniers die ertoe deden en doen, een gedegen fundament voor het volgende hoofdstuk. Over de plekken waar die nieuwe muziek en de bijbehorende cultuur een thuis zullen vinden: clubs en festivals. Ook daarvoor grijpen Wasserman en Giles een halve eeuw terug. Naar de feesten die deejay Dave Mancuso aan het begin van de seventies in New York begint te organiseren onder de noemer The Loft. Van daaruit is het dan weer een logische stap naar Studio 54, waar iedereen die gezien wil worden zich op de dansvloer meldt. Waarna Eleazar natuurlijk aanbeland in de raves van Manchesters Hacienda, uitgebreid verpoost op het ultieme pleziereiland Ibiza en uiteindelijk strandt in Las Vegas. Want daar eindigt uiteindelijk alles en iedereen.

Intussen valt bij herhaling de term ‘hedonisme’. Die vlag dekt blijkbaar de lading. Ook als dit straffe drieluik, waaraan allerlei kopstukken en insiders hun medewerking hebben verleend, aanbelandt bij de supersterren: deejays zoals Paul Oakenfold, Norman ‘Fatboy Slim’ Cook, Paul van Dyk, David Guetta en Steve Aoki die een mensenmenigte naar hun pijpen kunnen laten dansen met trance, EDM of dance-muziek voor mensen die daar eigenlijk niet van houden. De Nederlander Tijs Verwest, alias Tiësto, is in 2003 de eerste deejay die een stadionconcert geeft. Dat succes levert niet alleen geluk op, vertelt hij. De Bredanaar voelt zich regelmatig eenzaam en gedeprimeerd en merkt dat een automatische piloot zijn ooit zo geïnspireerde draaiwerk dreigt over te nemen.

Tiësto zal zichzelf helemaal hervinden en op zijn eigen voorwaarden onderdeel blijven van een wereld die steeds bigger business wordt – en daardoor zo nu en dan weer op zoek moet naar zijn ziel: de beat. En die gaat, in goed Nederland, on and on and on.

Payboys

Videoland

Op bepaalde, vaak wat oudere homoseksuele mannen oefenen ze een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit: de zogenaamde Payboys (44 min.), héél jonge, soms nog minderjarige jongens die online zijn in te huren voor een sexdate. Hoe jonger de jongen, hoe meer klanten blijkbaar bereid zijn om ervoor te betalen.

Vier van zulke voormalige sekswerkers, waarvan twee nagespeeld door acteurs, doen in deze unheimische documentaire van Willem Timmers hun verhaal. Over hoe en waarom ze zijn gestart in de jongensprostitutie (meestal een variant op de behoefte aan snel geld), de tamelijk naïeve ideeën waarmee ze ooit begonnen (payboy Tristan: niet ouder dan mijn opa en oma) en hoe ’t er in de praktijk aan toeging (Maxi-cosi’s en tissues in de auto bijvoorbeeld).

Het blijkt werk waardoor ze over zo’n beetje elke persoonlijke grens zijn gegaan. Maar ben je ook slachtoffer als je er zelf in het begin voor hebt gekozen? vraagt oud-sekswerker Giovanni zich af. Toch maakt ook zijn verhaal duidelijk dat eigenlijk niemand zonder reden deze schmutzige wereld instapt. En eenmaal binnen, dan is de weg terug, bijvoorbeeld door drugsgebruik en schaamte, vaak verdomd moeilijk te vinden. Want hiervan komen ze nooit meer helemaal los.

Timmers omlijst de ontboezemingen van de vier jonge mannen met suggestieve, soms bijna barokke gedramatiseerde scènes, waardoor zelfs een buitenstaander zich een gedegenereerde voyeur begint te voelen. Die sequenties sluiten tegelijkertijd wel uitstekend aan bij de ervaringsverhalen van zijn hoofdpersonen, van wie er enkele betrokken zijn geraakt bij het escortbedrijf van Hans A. en Nico L., die inmiddels zijn veroordeeld vanwege mensenhandel.

Vol overtuiging schetst Payboys het bestaan van jeugdige jongensprostituees dat zich letterlijk in het duister afspeelt. Daar zijn het in werkelijkheid niet de klanten maar de jongens die, met hun lijf en geest, betalen voor de twijfelachtige keuzes die zij ooit op jonge leeftijd, vaak gedwongen door de omstandigheden, hebben gemaakt.

Een trailer van Payboys is hier te bekijken.

The Velvet Underground

Apple TV+

Het zou ongepast zijn geweest als Todd Haynes van The Velvet Underground (120 min.) zo’n typische joyeuze popdocu, waarin nostalgie de boventoon voert, had gemaakt. Hoewel de documentaire in wezen het vaste stramien van zulke films volgt – ontstaan, opkomst, bloei, implosie en herwaardering – is de toonzetting aanmerkelijk donkerder en wekt ook het veelvuldige gebruik van splitscreen licht vervreemdend. De film lijkt daarmee in eerste instantie al net zo weinig aaibaar als de experimentele rockband rond zanger/songschrijver Lou Reed en multi-instrumentalist John Cale.

Zij creëerden samen met gitarist Sterling Morrison en drummer Maureen Tucker, en onder de hoede van popartheld Andy Warhol, in de tweede helft van de jaren zestig een geheel eigen universum. Met als voornaamste wapenfeit dat klassieke debuutalbum uit 1967, met tijdloze Reed-songs over drugsgebruik en sadomasochisme zoals Venus In Furs, Heroin en I’m Waiting For The Man, vocale bijdragen van de Duitse actrice/zangeres Nico (Femme Fatale, All Tomorrow’s Parties en I’ll Be Your Mirror) en natuurlijk Warhols klassieke bananenhoes.

Haynes neemt de tijd om toe te werken naar het ontstaan van The Velvet Underground. Eerst schetst hij de achtergrond van de twee belangrijkste groepsleden, de getormenteerde Reed en zijn Welshe tegenpool Cale, en hoe zij elkaar vonden in de avant-garde scene van New York. Daarna zoomt hij in op de illustere band zelf en z’n natuurlijke omgeving, Warhols Factory. Hij spreekt met de twee nog levende bandleden, John Cale en Maureen Tucker, laat Lou Reeds zus Merrill en vertegenwoordigers van de toenmalige scene aan het woord en vult dat aan met archiefinterviews met Reed, Morrison en Nico.

Met een arty montage van concertbeelden, foto’s, kunstwerken, posters, performances en tijdsbeelden weet Todd Haynes vervolgens de geest van de band goed te pakken te krijgen. The Velvet Underground is daardoor precies de bandfilm – conventioneel met een rafelrandje – geworden die de goegemeente verwacht. En dat is in dit geval niet eens een diskwalificatie.

De Zaak Tuitjenhorn

Anneke Tromp / Zeppers

Binnen zes weken verandert Nico Tromp van een gewaardeerde huisarts in een man die door de Inspectie Gezondheidszorg (IGZ) publiekelijk is geschorst en door het Openbaar Ministerie wordt beschuldigd van ‘moord’ op één van zijn patiënten. In opperste wanhoop maakt hij begin oktober 2013 een einde aan zijn leven. ‘Jullie zijn beter af zonder mij’, schrijft hij in een afscheidsbrief aan zijn gezin.

Haar echtgenoot is het slachtoffer van karaktermoord, meent Anneke Tromp. Na zijn overlijden start ze een juridisch gevecht voor eerherstel. In de documentaire De Zaak Tuitjenhorn (66 min.) keert Sarah Vos, gebruikmakend van de officiële getuigenverklaringen, verhoren en rechtszaak, de zaak binnenstebuiten die ooit is begonnen met een terminaal zieke dorpsgenoot (65) van Tromp. Bij de behandeling wijkt de huisarts vervolgens af van de bestaande protocollen en dient hem 1 gram morfine toe. Waarna de man terstond komt te overlijden…

Een jonge coassistent die met hem meeliep verbaast zich over Tromps handelen. Ze maakt melding van de kwestie bij een begeleidende huisarts, die haar verklaring op zijn beurt doorstuurt naar de Inspectie. En die schakelt weer justitie in, waarna Nico Tromp midden in de nacht van zijn bed wordt gelicht en een Kafkaëske nachtmerrie begint. De huisarts uit Tuitjenhorn stort helemaal in en wordt opgenomen in een psychiatrische instelling. Volgens zijn zoon Reinier was hij ‘ontzettend bang’ om in de gevangenis te komen.

De politie ziet er nochtans geen been in om Tromp tijdens zijn opname, drie weken voor zijn zelfdoding, te verhoren. Delen van dit gesprek zijn voor deze film gereconstrueerd, waarbij acteur Pierre Bokma de rol van medewerker van de opsporingseenheid van de Inspectie Gezondheidszorg op zich neemt. Bokma geeft ook tijdens de rechtszaak een stem aan de IGZ omdat Vos geen toestemming heeft gekregen om de oorspronkelijke geluidsopnames te gebruiken. De betrokken medewerkers van de Inspectie worden overigens wel met naam en toenaam genoemd.

Heeft de huisarts, zoals de jonge coassistent denkt en door de IGZ lijkt te worden ondersteund, een patiënt vermoord? Of is Nico Tromp, zoals zijn weduwe en zoon denken, geheel ten onrechte aan de schandpaal genageld? Wat de juiste toedracht ook is – het is helder aan welke kant Sarah Vos staat – de actie van de coassistent heeft een keten van gebeurtenissen in gang gezet, die uiteindelijk tot nóg een familietragedie leidt. Waardoor deze tragische film een relaas is geworden met louter verliezers, voor wie een Pyrrusoverwinning het hoogst haalbare lijkt.

De Verdediging

BNNVARA

Geen beter decor voor een documentaire dan een gerenommeerd advocatenkantoor. De elementen voor een spannende film dienen zich als vanzelf aan: aansprekende personages (zowel de strafpleiters zelf als hun cliënten), verhalen met een dramatische lading en altijd een spannende ontknoping.

Deze ingrediënten geven ook pit aan De Verdediging (165 min.), een ambitieuze vierdelige documentaireserie over het kantoor van de bekende strafpleiter Bénédicte Ficq, die woensdag start op NPO2. Regisseur Monique Nolte richt zich daarin op het dagelijkse werk van de advocaten en zoomt bovendien in op enkele aansprekende zaken waarmee zij zich bezighouden.

Fiq zelf voert bijvoorbeeld een rechtszaak tegen de tabaksindustrie namens een vrouw die lijdt aan longkanker. Haar kantoorgenoot Nico Meijering verdedigt intussen verdachte Dino Soerel die tijdens het geruchtmakende Passage Proces terecht staat vanwege vermeende betrokkenheid bij diverse liquidaties. En Leon van Kleef staat de president van motorclub Bandidos bij, die al een hele tijd huisarrest heeft.

Interessante materie, die gelikt en toegankelijk wordt geserveerd op prime time, zodat een groot publiek zich aan al die malheur kan verlustigen. Met de juristen van Ficq en Partners als een soort negenkoppige variant op The Magnificent Seven, die onder het motto ‘de aanval is de beste verdediging’ onvervaard ten strijde trekt voor z’n clientèle.