Being Mary Tyler Moore

HBO

Met een hedendaagse bril bekeken oogt ze als een gedateerde verpersoonlijking van ‘the all American Girl’: knap, keurig en met een tandpastaglimlach. In de succesvolle sitcom The Dick van Dyke Show (1961-1966) bleef Mary Tyler Moore bovendien netjes in de schaduw van het centrale personage Dick van Dyke. Ze was zijn gedienstige, best wel grappige echtgenote, zo’n vrouw waaraan niemand in het Amerika van na de Tweede Wereldoorlog zich een buil kon vallen.

Nadat het doek viel voor het populaire televisieprogramma – waarin Moore overigens en passant had aangetoond dat vrouwen méér konden zijn dan alleen ‘mooi’, tóch humor konden hebben en zelfs een broek mochten dragen – zou ze zich na een flinke crisis begin jaren zeventig heruitvinden voor haar eigen comedy, The Mary Tyler Moore Show. Als gescheiden vrouw (!). In een serie bovendien die, voor het eerst, ook voor een belangrijk deel werd geschreven door vrouwen.

De gedegen documentaire Being Mary Tyler Moore (120 min.) belicht hoe het Amerikaanse burgervrouwtje – in werkelijkheid al voor de tweede keer gehuwd, ze zou in totaal driemaal trouwen – dan verzeild raakt in de tweede feministische golf en die in zekere zin ook toegankelijk maakt voor ‘mainstream America’. Dan valt de hoofdpersoon van deze film van James Adolphus voor even helemaal samen met de wereld en het tijdsgewricht waarvan ze deel uitmaakt.

Verder belicht dit postume portret Moore’s persoonlijke leven (drie huwelijken dus en een destructieve gewoonte, die ze gemeen had met haar moeder) en carrière (na haar eigen show volgden nog een carrière op Broadway, een gelauwerde rol in het filmdrama Ordinary People en het woordvoerderschap van een diabetesvereniging). Ze werd bovendien een voorbeeld voor comédiennes zoals Rosie O’Donnell, Julia Louis-Dreyfus en Reese Witherspoon, die haar hier eer bewijzen.

Samen met familieleden, intimi en directe collega’s als Dick van Dyke, regisseur/comedian Rob Reiner (de zoon van Dick van Dyke Show-bedenker Carl Reiner), acteur Ed Asner en schrijver Treva Silverman halen zij de vrouw achter de kamerbrede glimlach vandaan. Dat is bepaald geen sinecure. Want hoewel Mary Tyler Moore een leven in de spotlights leidde, hield ze haar kaarten het liefst stevig tegen haar borst. Een gereserveerde vrouw die kon (laten) lachen als de beste.

De Bellers

Remko Liebregts / KRO-NCRV

Een speciaal team onderhoudt het contact met de familie van de patiënten. Vanwege de strenge Corona-maatregelen, tijdens de eerste golf in het voorjaar van 2020, moeten ze dat telefonisch doen. Vrijwel dagelijks informeren De Bellers (75 min.) verwanten over hoe het gaat met hun vader, moeder of broer, die is opgenomen op de Intensive Care-afdeling van Amsterdam UMC.

Het zijn intensieve gesprekken. De familieleden aan de andere kant van de lijn, die vaak al een hele tijd zijn afgesneden van hun geliefde, snakken naar goed nieuws. Soms kunnen de artsen van het speciale support team hen inderdaad hoop geven, andere keren moeten ze die hoop juist de bodem inslaan. De bijbehorende emoties zijn regelmatig van hun gezicht af te lezen als ze de familie empathisch en toch professioneel proberen te informeren.

Die telefoongesprekken vormen het hart van deze observerende documentaire van Meral Uslu, Maria Mok, Paul Cohen en Martijn van Haalen, die verder nog enkele indringende scènes vanuit het ziekenhuis zelf bevat. De gesprekken geven enerzijds inzicht in wat er ook op menselijk vlak van ziekenhuisartsen wordt gevraagd en laten tegelijkertijd zien hoe zij dat deel van hun werk tijdens de pandemie echt met één arm op de rug gebonden moeten doen.

Tijdens sommige telefoontjes, met familieleden die niet of nauwelijks Nederlands spreken, worden ze gedwongen om nóg een extra omweg, via een tolk, te nemen. ‘Goeiedag, meneer’, begint dokter Remko Liebregts bijvoorbeeld zo’n gesprek. ‘We hebben elkaar dit weekend gesproken. Toen ging het nog niet zo goed met uw broer, maar de situatie lijkt nu wat gunstiger te zijn.’

Nadat de arts heeft uitgelegd dat de patiënt minder ondersteuning nodig heeft van beademingsapparatuur, neemt de Imam en geestelijk verzorger van het ziekenhuis het over. ‘Met Allah’s hulp is zijn toestand verbeterd’, geeft Mohammed Ben Ayad een vrije vertaling van Liebregts’ boodschap aan het familielid aan de andere kant van de lijn. ‘Moge Allah jullie kracht geven, zodat jullie sterk blijven. En dat Hij jullie gebeden mag accepteren en dat Hij jullie beloont.’ De man reageert geëmotioneerd. ‘God zij dank’, klinkt het. ‘God zij geprezen.’

Het Coronavirus blijkt echter een grillige vijand. De patiënt die nu uit de gevarenzone lijkt te zijn, kan morgen weer in kritieke toestand geraken. De medici kunnen soms niet meer dan volgen en proberen de verwanten daarin mee te nemen. Dat verzacht beslist de pijn – al kan die lang niet altijd worden weggenomen.

Tiger

HBO/Ziggo

Hij was zegge en schrijve acht maanden oud toen vader Earl hem kennis liet maken met golf. Een kleine anderhalf jaar later waren ze samen te gast in de tv-show van Bob Hope, waar de peuter zijn beste slagen mocht laten zien. Tiger Woods was voorbestemd om een grootheid op de golfbaan te worden, zeker in de ogen van zijn ouders Earl en Kultida. Zij hadden een heus masterplan voor hun kind: hij moest de eerste zwarte topgolfer worden.

En zo geschiedde. Tiger (192 min.) werd een legende in zijn sport. Een merk ook, van zo’n honderd miljoen dollar per jaar. En een ideale schoonzoon. Totdat de zeepbel vakkundig werd doorgeprikt. Volgens deze meeslepende biografie kwam de ommekeer na het overlijden van zijn vader, die in Tiger een soort kruising tussen Mahatma Gandhi en Nelson Mandela zag, en de brave huisvader een ongezonde voorliefde ontwikkelde voor wilde avonturen in Sin City, Las Vegas. Seks als pijnbestrijding, aldus zijn biograaf Armen Keteyian. Dat ene adagio – what happens in Vegas, stays in Vegas – zou alleen niet opgaan voor Tiger Woods. Zijn wilde escapades haalden hem uiteindelijk aan alle kanten in.

In het eerste deel van dit tweeluik schetsen de filmmakers Matthew Heineman en Matthew Hamachek met pakkend beeldmateriaal van de ene na de andere golftriomf en interviews met z’n vrienden, kleuterjuf, eerste vriendin, concurrenten, marketeers en vaste caddie de opmars van de Amerikaanse ‘golfrobot’. In deel 2 tekenen ze vervolgens met biografen, sportjournalisten en z’n bekendste maîtresse Rachel Uchitel diens dubbelleven en ondergang op. Waarna er op de valreep, zoals in een echte Hollywood-evergreen, toch nog een wederopstanding volgt.

Dit is nu eenmaal een klassiek verhaal over een held, die eerst zonder voorbehoud op het schild wordt gehesen en er daarna en plein publique vanaf sodemietert – of vanaf wordt geduwd. Gadegeslagen door talkshowgasten met ferme meningen, comedians met gemakkelijke grappen en bobo’s die niet weten hoe snel ze afstand van hem, de zwarte jongen in de witte wereld, moeten nemen. In dat opzicht is Tiger tevens een nauwelijks verhulde aanklacht tegen de celebritycultuur, die de protagonist bijna de kop heeft gekost. Opgevreten door zijn eigen populariteit.

En deze tweedelige docu is tenslotte ook nog het aangrijpende relaas van een jongetje dat roofbouw op zijn lijf en persoonlijkheid pleegt om de droom van zijn ouders, vader Earl in het bijzonder, te verwezenlijken. Want Nike mocht voor hem dan de slogan ‘winning takes care of everything’ hebben bedacht, Tiger Woods werd er te langen leste op hardhandige wijze mee geconfronteerd dat zo’n uitgangspunt alleen verliezers kon opleveren.