Jimmy Carter: Man From Plains

Sony Pictures Classics

‘I’m only trying to make it to vote for Kamala Harris.’ Vanuit het hospice waar hij sinds februari 2023 wordt verpleegd, komt begin augustus het bericht dat Jimmy Carter hoopt dat hij nog eenmaal mag stemmen. Daarna kan de voormalige Amerikaanse president (1977-1981), die op 1 oktober ook honderd jaar oud wordt, zich met een gerust hart voegen bij zijn vrouw Rosalynn, die in november 2023 op 96-jarige leeftijd is overleden.

‘s Mans buitengewone leven begint op een eenvoudige pindaboerderij in Georgia, de staat waarvan hij later gouverneur zal worden. Van daaruit zet hij de stap naar een presidentschap, dat zeker niet door iedereen als een succes wordt beschouwd. Dat geldt wél voor de dik veertig jaar erna, als de ‘elder statesman’ Carter overal in de wereld strijdende partijen bij elkaar probeert te brengen en essentiële vredesakkoorden weet te sluiten. Het levert hem in 2002 de Nobelprijs voor de Vrede op.

Enkele jaren later, in het najaar van 2006, sluit regisseur Jonathan Demme (The Silence Of The Lambs, Philadelphia en Stop Making Sense) aan bij de politicus, inmiddels in de tachtig, voor Jimmy Carter: Man From Plains (125 min.). Carter heeft dan net een controversieel boek uitgebracht, Palestine: Peace Not Apartheid, waarover hij in gesprek gaat met Amerikaanse media. Die hebben in zijn optiek ‘abominabel’ bericht over de Palestijnse kwestie. Ze zijn veel te veel op de hand van Israël.

Daarvoor is, naast eigenzinnigheid, ook politieke moed nodig. Behalve woedende opiniestukken, kritische vragen van interviewers als Charlie Rose, Larry King en Wolf Blitzer en allerlei boze burgers krijgt Carter echter ook lof van gewone Amerikanen (en Palestijnen, die hem komen bedanken voor zijn bijdrage aan het debat). Over het algemeen houdt Carter zich tijdens zijn boektour zonder al te veel moeite staande, ook tijdens geladen interviews met de Israëlische televisie en Al Jazeera.

Tussendoor bezoekt hij zijn eigen Carter Center in Atlanta, een non-profit organisatie die de strijd aanbindt met wereldwijde thema’s als armoede, ziekte en onrecht, en steekt hij de handen uit de mouwen voor Habitat For Humanity, dat zich dan bezighoudt met het herbouwen van huizen in New Orleans, nadat de orkaan Katrina daar in 2005 ongenadig huis heeft gehouden. Intussen beijvert zijn echtgenote Rosalynn zich voor betere geestelijke gezondheidszorg voor Amerikaanse jongeren.

Zij is ‘t ook die herinneringen ophaalt aan hoe haar echtgenoot in 1978 het vredesakkoord tussen Israël en Egypte mogelijk maakte. Volgens Rosalynn trok Carter als president de besprekingen vlot door de kleinkinderen van de toenmalige Israëlische leider Begin erbij te betrekken. Op gezette moment snijdt Demme intussen door naar crisissituaties in Israël en de Palestijnse gebieden, om de noodzaak van een blijvende oplossing voor dit nog altijd door etterende conflict te benadrukken.

Deze observerende documentaire uit 2007 moet ’t verder niet hebben van dramatische ontwikkelingen of messcherpe confrontaties. Daarvoor is de hoofdpersoon ook een te vriendelijke en beheerste man. Illustratief is een scène van Jimmy op reis. Als hij een vliegtuig instapt – gewoon een reguliere vlucht, geen privétoestel – krijgt elke afzonderlijke passagier een hand. Waarbij het de vraag is, of hij inderdaad ‘heel gewoon’ is gebleven of toch ‘gewoon’ een doorgewinterde politicus is.

Jimmy Carter: Man From Plains toont in elk geval een man die dan al de huidige leeftijd van president Joe Biden heeft bereikt en die onvermoeibaar blijft pleiten voor de zaken die hem aan het hart gaan. En zeventien jaar later is hij er dus nog steeds: een heel eind uitgeleefd, maar klaar om een stem uit te brengen op de Democratische kandidaat die wellicht de eerste vrouwelijke president van de VS gaat worden.

In de fijne documentaire Jimmy Carter: Rock & Roll President (2020) wordt overigens belicht hoe de Democratische president in het Witte Huis een podium bood aan allerlei muzikanten zoals Bob Dylan, Bono, Nile Rodgers, Gregg Allman en Willie Nelson. Zij betonen hem in deze film alle eer.

Melania

DR Sales

Dit is geen film over de voormalige First Lady van de Verenigde Staten, Melania Trump, maar een portret van het Sloveense fotomodel Melania Knauss, dat aan het einde van haar carrière, inderdaad, in het huwelijk is getreden met de Amerikaanse ondernemer en latere president Donald Trump.

Ooit was Melania (51 min) een gewoon meisje uit de Balkan, afkomstig uit een arbeidersgezin in het stadje Sevnica. Haar moeder werkte er in de plaatselijke textielfabriek. En zij was ambitieus, wilde het gaan maken voor de camera. Knauss zou uiteindelijk een succesvolle modellencarrière opbouwen. Die bracht haar via Milaan en Parijs naar New York, waar ze de trotse eigenaar van Trump Model Management ontmoette.

Deze documentaire van Jurij Gruden – uitgebracht in 2022, als Trumps tumultueuze eerste ambtstermijn er alweer opzit en de man zich warm draait voor een nieuwe presidentscampagne – besteedt daaraan echter nauwelijks aandacht. Gruden is vooral geïnteresseerd in de achtergronden van de voormalige First Lady en laat in dat kader, haar Amerikaanse biografe Mary Jordan uitgezonderd, louter Slovenen aan het woord.

Geen echte intimi van Melania overigens, alleen figuren uit de periferie van haar leven: een jeugdvriendin, haar advocaat, meneer pastoor en diverse fotografen, waaronder de Franse fotograaf Philip Plisson. Die had geen idee waarom Gruden hem wilde interviewen en schrikt zich een hoedje als die hem vertelt dat hij een jongere uitvoering van Donald Trumps echtgenote talloze malen voor zijn camera heeft gehad.

Dat is de maker van dit portret dan weer niet gelukt. Hij moet zijn toevlucht nemen tot een oud interview met Knauss uit 2000, kan verder gebruik maken van haar portfolio als model en toont daarnaast bekende fragmenten van Melania in haar rol als First Lady. In wezen is dat ook wel treffend: zijn hoofdpersoon lijkt alle banden met haar vroegere leven en de mensen die daarin een rol speelden te hebben doorgesneden.

Voelt ze zich verheven boven haar voormalige landgenoten? is dan de vraag. Een enkele Sloveen is daar inmiddels van overtuigd. En ook het weinig flatteuze standbeeld Melania 2019 kan moeilijk als een compliment worden opgevat – al beweert de verantwoordelijke kunstenaar met een stalen gezicht dat het vooral de media zijn die de zwaaiende vrouwfiguur in blauwe jurk constant in verband brengen met Melania Trump. 

Toch zijn er ook landgenoten die haar een warm hart toedragen – of een slaatje willen slaan uit haar bekendheid, via speciale First Lady-appeltaart bijvoorbeeld. En dan is er in dit wat houterige portret, opgeleukt met een wel erg prominente (synth)soundtrack, nog de Sloveense poppenspeler die graag in Washington wil komen optreden voor Melania’s zoon Barron. Hoe het met zijn onderneming afloopt laat zich raden.

Zulke randverschijnselen brengen Melania natuurlijk niet dichterbij. Ze illustreren vooral de lange weg die zij in de afgelopen halve eeuw heeft afgelegd. Van Knauss naar Trump.

Requiem For The American Dream

De Amerikaanse Droom, het idee dat je van een dubbeltje een kwartje kunt worden, is dood, betoogt Noam Chomsky (1928) bij aanvang van Requiem For The American Dream (73 min.) uit 2015. Niet veel later zal ook de Republikeinse presidentskandidaat Donald Trump, zo’n beetje Chomsky’s tegenbeeld, diezelfde droom dood verklaren. Hun analyses over Amerika staan nochtans haaks op elkaar.

De situatie in de Verenigde Staten is volgens Chomsky te vergelijken met de crisis in de jaren dertig. In deze aangeklede monoloog, door Peter Hutchison, Kelly Nyks en Jared P. Scott samengesteld uit vier jaar interviews, ageert de invloedrijke intellectueel tegen het dominante maatschappijmodel. Hij baseert zich daarbij op tien principes rond de concentratie van macht en kapitaal.

Vanuit dit uitgangspunt verklaart Chomsky de wereld waarin wij leven. Het resultaat is een stijflinkse analyse van een zeer ongelijke samenleving, waarin de bezittende klasse succesvol zijn eigen belangen beschermt. Op kosten van de rest van de bevolking én de democratie. Deze maatschappijvisie laat zich volgens hem samenvatten als: ‘alles voor mezelf, niets voor alle anderen.’

Al te veel invloed voor de gewone man kan de elite zich helemaal niet permitteren, stelt Chomsky. En dus zet die ongegeneerd de economie en politiek naar z’n hand. Vergelijk dat eens met autofabrikant Henry Ford. Die gaf zijn eigen medewerkers ooit een flinke salarisverhoging. Zodat ook zij een auto konden kopen. Eigen belang en maatschappelijk belang gingen toen hand in hand.

In onze hedendaagse wereld worden gewone burgers gereduceerd tot, liefst volstrekt ongeïnformeerde, consumenten. Zodat ze irrationele keuzes maken en relatief eenvoudig zijn te beïnvloeden. Kijk maar naar de politiek zegt hij erbij. Alsof Chomsky dan al voorvoelt dat er een Trump-tijdperk aan zit te komen, dat is doordesemd van onderbuikgevoelens, desinformatie en marketingopzetjes.

Requiem For The American Dream is eerder een college dan een reguliere docu. De film vraagt dus aandacht, interesse en misschien ook wel een zekere maatschappijvisie. Belasting betalen zou een feest moeten zijn, zegt Chomsky bijvoorbeeld enigszins provocerend. Daarmee zorg je er immers voor dat de overbuurjongen kan studeren of je tante een goede behandeling in het ziekenhuis krijgt.

Het is een idee dat tegenwoordig bijna archaïsch aandoet. Alsof Chomsky is blijven steken in de jaren zestig, de periode waartegen Trump gedurig te hoop loopt en waarin hij zelf van zich deed spreken tijdens de protesten tegen de Vietnam-oorlog. Veel persoonlijker wordt Requiem For The American Dream overigens niet. Dit is geen Noam Chomsky-verhaal, maar een verhaal van Noam Chomsky over ons.

Een man die ruim een halve eeuw consequent de heersende moraal in de Verenigde Staten en de westerse wereld als geheel is blijven bekritiseren. Men neme bijvoorbeeld ook zijn standaardwerk over massamedia als propagandamiddel voor het kapitalisme, Manufacuring Consent. Zo gaat Chomsky ook het collectieve geheugen in: uitgesproken en dwars, maar ook coherent en consistent.

De linkse oom met de scherpe blik, priemende vinger en wollen trui die het beter weet – écht.

Power Of The Dream

Prime Video

‘De waarheid is dat we minder – en niet meer – politiek nodig hebben in de sport’, stelt Kelly Loeffler, de co-eigenaar van het vrouwenbasketbalteam Atlanta Dream, in een officiële verklaring. Ze reageert daarmee op initiatieven binnen de WNBA, de Amerikaanse organisatie voor vrouwenbasketbal, om in 2020 Black Lives Matter-initiatieven te ondersteunen. In de nasleep van het overlijden van Breonna Taylor, een jonge Afro-Amerikaanse vrouw die is doodgeschoten door de politie, hebben enkele teams en speelsters zich daarbij aangesloten. Loeffler, die niets moet hebben van Black Lives Matter, heeft een beter idee: ‘We moeten een Amerikaanse vlag op elk shirt zetten.’

En dat is weer tegen het zere been van de WNBA-vrouwen. Kelly Loefflers brief komt ook niet uit de lucht vallen: als Republikeinse senator voor de staat Georgia, een zetel die ze heeft verkregen doordat haar voorganger Johnny Isakson vanwege gezondheidsredenen moest aftreden, staat ze aan de vooravond van een spannende herverkiezingsstrijd. Aan de zijde van president Donald Trump probeert Loeffler, die eerder dat jaar ook al in opspraak is geraakt vanwege aandelenhandel met voorkennis, haar conservatieve imago te bestendigen. De WNBA-speelsters komen eensgezind in verzet – ook al weten de basketbalsters van Atlanta dat Kelly Loeffler hun salaris betaalt.

De vrouwen scharen zich achter één van haar rivalen, de Democratische predikant Raphael Warnock, en gebruiken hun platform als topsporters vervolgens om hem verkozen te krijgen. Dat is het uitgangspunt voor Power Of The Dream (93 min.), een wat brave film van Dawn Porter. Zij serveert de initiatieven van de basketbalvrouwen, die volgens haar duidelijk aan ‘the right side of history’ bivakkeren, uit als een lekker Amerikaans succesverhaal. In dat opzicht is deze documentaire wel erg eenzijdig. Zou Porter net zo enthousiast zijn geweest als conservatieve sporters hun positie zouden hebben gebruikt om hun idealen te verwezenlijken? Het antwoord laat zich raden.

Kelly Loeffler stelt dat zij het slachtoffer is geworden van cancelcultuur en had in elk geval geen zin in een interview voor deze film. En Dawn Porter lijkt ook niet heel erg haar best te hebben gedaan om anderen te vinden die de Republikeinse kant van de zaak willen bepleiten. Daarmee preekt Power Of The Dream vooral voor eigen parochie. Waarbij het ook de vraag is of die idealistische WNBA-speelsters daadwerkelijk de de verkiezingen voor de senator van Georgia hebben beïnvloed of zelfs bepaald. Ze hebben beslist Warnocks naamsbekendheid aanzienlijk vergroot, zoveel is duidelijk, maar of dat genoeg was? Voor de film is ‘t natuurlijk beter om te veronderstellen van wel.

The Corridors Of Power

Dror Moreh Films / VPRO

Nooit meer.’ Na de onvoorstelbare gruwelen van de Holocaust heeft menige Amerikaanse leider deze of soortgelijke woorden uitgesproken als er na de Tweede Wereldoorlog ergens in de wereld opnieuw sprake leek te zijn van volkerenmoord. Maar wat hield die twee beladen belofte werkelijk in? Volgden op de woorden ‘never’ en ‘again’ ook passende daden? Of waren die voor ‘de politieagent van de wereld’ uiteindelijk toch niet meer dan loze woorden, een doekje voor het bloeden?

De achtdelige docusere The Corridors Of Power (459 min.), waarvoor Meryl Streep als verteller fungeert, neemt de proef op de som bij enkele actuele gevallen van genocide, waarbij de Verenigde Staten en de internationale gemeenschap wel, niet of erg laat ingrepen: van de zenuwgasaanvallen van de Iraakse dictator Saddam Hoessein op de Koerden via de etnische zuivering in Bosnië en Kosovo tot Assads ‘knielen of sterven’-regime in Syrië en de barbaarse daden van Islamitische Staat.

Regisseur Dror Moreh laat sleutelfiguren uit de regeringen van de Amerikaanse presidenten Reagan, Bush sr., Clinton, Bush jr. en Obama, zoals Hillary Clinton, Colin Powell, James Baker, Madeleine Allbright, Condoleezza Rice en Samantha Power aan het woord over hoe ze met hun beleidskeuzes brandhaarden elders in de wereld probeerden in te dammen. Of er sprake was van genocide – en dus reden om in te grijpen – hing vaak ook af van het ‘strategische belang’ van het desbetreffende land.

Duidelijk is dat er binnen de Amerikaanse regeringen van dienst regelmatig fundamenteel verschil van mening was. Topdiplomate Prudence Bushnell is er bijvoorbeeld nog altijd woest over dat haar land in 1994 niet ingreep in Rwanda toen Hutu’s daar de Tutsi-minderheid, gereduceerd tot ‘kakkerlakken’, met machetes, knuppels en bijlen begonnen af te slachten. Zodra de Amerikaanse burgers in veiligheid waren gebracht, verflauwde de aandacht van de regering Clinton direct.

Als de situatie daarna ontspoort in Soedan, lijkt Clintons opvolger, George W. Bush, wél bereid om in te grijpen. Enkele dagen later, op 11 september 2001, worden de Verenigde Staten echter zelf getroffen door een terroristische aanval. Waarna Bush ten oorlog gaat in Irak en de Janjaweed, de brute beulen van dictator Omar al-Bashir, vrij spel krijgen in Darfur. Daar voltrekt zich volgens Nicole Widdersheim (USAID) de duivelse logica van dit type oorlog: eerst seksueel geweld, daarna massaslachtingen.

Kun en wil je als ‘politieagent’ in zo’n penibele situatie vuile handen maken? Waar begint je verantwoordelijkheid en eindigt je betrokkenheid? En hoe kun je voor zowel vrede als gerechtigheid zorgen? Dat blijkt, steeds weer, een vrijwel onmogelijke opdracht voor de betrokken politici en diplomaten. En ook een loffelijk initiatief zoals het Internationaal Strafhof in Den Haag, een hedendaagse variant op het Neurenberg-tribunaal, wordt actief ondermijnd, nota bene door de Verenigde Staten zelf.

Deze indringende serie zet bepalende figuren uit de Amerikaanse buitenlandpolitiek aan tot oprechte zelfreflectie en plaatst hun keuzes, dilemma’s en frustraties in een historische context. De parallellen met het verleden zijn vaak onontkoombaar. ‘Wat is het verschil tussen Sarajevo en Auschwitz?’ haalt ambassadeur Peter Galbraith bijvoorbeeld een wrang grapje aan dat rondging in Sarajevo, een stad die ‘t zonder drinkwater en gas moest doen. ‘In Auschwitz hadden ze tenminste nog gas.’

The Rise And Fall Of Boris Johnson

Channel 4

Het verhaal is bekend. Aan de vooravond van het referendum van 23 juni 2016, waarbij wordt bepaald of Groot-Brittannië in de Europese unie moet blijven, schrijft Boris Johnson twee columns: eentje om te pleiten voor een Verenigd Koninkrijk binnen Europa en een andere waarin hij zich sterk maakt voor Brexit. En geen mens weet welke kant hij zal opgaan. Het vervolg is al even bekend: het kopstuk van de Conservative Party pleit uiteindelijk voor vertrek en geeft de hoog oplopende maatschappelijke discussie zo misschien wel een beslissende zet. Met een minimale meerderheid zegeviert het Leave-kamp – en kandideert Boris Johnson zich nóg nadrukkelijker als partijleider van de Tories en prime minister.

Het is Johnson ten voeten uit: een berekenende politicus, met het imago van een losbol. ‘Hij was er zeer op gespitst dat ik zijn leven zou optekenen’, vertelt Johnsons biograaf Andrew Gimson bij de start van The Rise And Fall Of Boris Johnson (207 min.), een puike vierdelige docuserie van Barry Ronan. ‘En toen kreeg hij toch last van koudwatervrees en vroeg me hoeveel ik betaald zou worden voor dit boek. Dat wilde ik hem niet zeggen. Het ging om een bescheiden bedrag. En toen probeerde hij me uit te kopen. Elke keer dat ik hem ontmoette, bood hij me meer geld om dat boek niet te schrijven. Als het een boek is waarin ik er flink doorheen word gehaald, zei hij, kan ik dat best hebben. Niets is echter zo beschadigend als een boek waarin de waarheid wordt verteld.’

Gimson probeert een enigszins zelfvoldane glimlach te verbergen. De biograaf realiseert zich dat zijn anekdote een wezenlijk kenmerk van de hoofdpersoon blootlegt: Boris Johnsons problematische verhouding tot de waarheid. Als journalist, die vanuit Brussel regelmatig deels verzonnen stukken over Europa publiceerde, huldigde hij al het uitgangspunt dat je een goed verhaal niet moet dood checken. En als politicus is hij geen haar beter, toont deze boeiende miniserie nog maar eens ten overvloede aan. Met vrienden, collega’s, medewerkers, politieke tegenstanders én Petronella Wyatt en Jennifer Arcuri – vrouwen met wie hij buitenechtelijke affaires had – probeert Ronan vat te krijgen op de man die z’n eigen personage werd, BoJo.

Verteller Kate Fleetwood legt intussen gedurig verbanden tussen het heden en verleden van de Brit die zowel ‘de machtigste leugenaar uit de geschiedenis’ als een verlegen en eenzaam joch wordt genoemd. Terwijl Boris zichzelf na Brexit slinks richting het premierschap manoeuvreert, maakt deze serie uitstapjes naar het getroebleerde gezin Johnson, zijn studie in Oxford (waar hij belangrijke medestanders en rivalen zoals David Cameron en Michael Gove leerde kennen) en z’n relationele leven, waarin hij ’t dus niet altijd even nauw nam met de huwelijkse trouw. Zo ontstaat een gelaagd portret van een gecompliceerde man, die zich niet laat vangen in het overbekende clichébeeld van de elitejongen, die zich heeft vermomd als een man van het volk.

‘Ik zou heel graag eens in het hoofd van Boris Johnson willen kijken en zien wat ik dan tegenkom’, zegt voormalig Labour-leider Jeremy Corbyn over zijn politieke tegenstander, die zich na Brexit steeds nadrukkelijker begon te manifesteren als een Britse evenknie van Donald Trump en net als de Amerikaanse president in ernstige politieke problemen zou komen door de Coronacrisis. ‘Want ik denk dat er een heel intelligente, calculerende persoon inzit, die zich het imago heeft aangemeten van iemand die het tegendeel daarvan is.’

Girls State

Apple TV+

Al tachtig jaar wordt in elke Amerikaanse staat een week georganiseerd waarin tieners zich kunnen bekwamen in het participeren in de democratie. Ze krijgen de opdracht om een eigen regering en justitieel systeem voor hun staat op te starten. Er zijn aparte programma’s voor jongens en meisjes. In de documentaire Boys State (2020) volgden Amanda McBaine en Jesse Moss wat Texaanse jongens ervan terecht brachten, deze zusterfilm concentreert zich op vijfhonderd meisjes uit Missouri.

Ook de Girls State (97 min.) van 2022 wordt natuurlijk bevolkt door idealistische, hyperambitieuze en nét iets te welbespraakte jongeren. Tegelijkertijd speelt er bij de meisjes nog iets anders: het glazen plafond waar (Amerikaanse) vrouwen nog altijd tegenaan hikken. Wie breekt erdoorheen? Als het aan Emily Worthmore ligt, wordt zij in 2040 de eerste vrouwelijke president. De conservatieve tiener zou overigens ook best televisiejournalist of rockgitarist willen worden. En liefst alle drie, natuurlijk.

Feit is echter dat vrouwen nog altijd ondervertegenwoordigd zijn in de Amerikaanse politiek en rechtspraak. En dat besluiten over typisch vrouwelijke thema’s zoals abortus, een heikel onderwerp in de Girls State omdat het Amerikaanse hooggerechtshof op datzelfde moment lijkt te gaan tornen aan het federale recht op abortus, doorgaans toch vooral worden genomen door vertegenwoordigers van de welbekende Old Boy State. Witte, gelovige en veelal conservatieve mannen, welteverstaan.

McBaine en Moss lopen mee met enkele participanten en registreren via hen de felle discussies, het politieke gekonkel en de gelikte campagnespeeches, waarbij nieuwe vriendinnen zomaar elkaars concurrent kunnen worden. Tegelijkertijd komt op dezelfde campus, voor het eerst in de historie, ook de Boys State van Missouri bij elkaar. Afgunstig kijken sommige meiden naar hoe ‘t er bij hen aan toegaat. Zelfs in de jeugdversie van de echte wereld blijken de mannen een streepje voor te hebben.

Die verschillen illustreren ten overvloede dat er nog een wereld te winnen is voor meisjes die hun Amerikaanse Droom willen waarmaken. En dat gaat ook beslist niet zonder slag of stoot, laat deze beurtelings hoopvolle en ontmoedigende ode aan de democratie zien, te beginnen in de eigen Girls State.

Stormy

Peacock

‘It was awful but I didn’t say no’, zegt Stormy Daniels nu over de gebeurtenis, waarmee ze ook buiten de porno-industrie wereldberoemd is geworden. In 2006 ontmoet de 27-jarige Stormy (110 min.) bij een golftoernooi in Lake Tahoe de ruim dertig jaar oudere ondernemer en realityster Donald Trump. In zijn hotelkamer wil hij, vertelt ze in deze documentaire van Sarah Gibson, plotseling seks met haar. En zij laat het gebeuren.

In die tijd is Trump al getrouwd met zijn huidige, derde echtgenote Melania. Als hij zich negen jaar later kandidaat stelt voor het Amerikaanse presidentschap vormt het verhaal van zijn affaire met Stormy – echte naam: Stephanie Clifford – dus een bedreiging voor zijn politieke ambities. Daarom laat de Republikeinse presidentskandidaat zijn rechterhand Michael Cohen haar, nét voor de verkiezingen van 2016, 130.000 dollar betalen. Hij koopt daarmee, denkt ie, haar stilzwijgen.

In januari 2018, wanneer Donald Trump alweer een jaar president van de Verenigde Staten is, lekt de dubieuze deal echter uit. Stormy wordt subiet het mikpunt van Trumps omvangrijke trollenleger. Dat ze haar uitmaken voor hoer of slet kan ze best hebben, zegt Clifford daarover opvallend nuchter. Ze moeten het alleen niet wagen om haar een leugenaar te noemen. Als Michael Cohen de zaak dan ook nog lijkt te gaan behandelen in een boek, is de maat vol.

Daniels huurt een advocaat in, de publiciteitsgeile Michael Avenatti, die haar moet bevrijden van de geheimhoudingsverklaring die ze heeft getekend. Als ze op 25 maart 2018 besluit om haar verhaal te doen in het televisieprogramma 60 Minutes, sluit ook journalist Denver Nicks aan. Hij begint achter de schermen opnames te maken bij de zaak die dan allang verder reikt dan dat ene slippertje: heeft Trump misschien campagnefinancieringswetten overtreden?.

Nicks kan van binnenuit de emotionele achtbaan vastleggen waarin zijn hoofdpersoon in de navolgende periode terechtkomt. Daar zit de meerwaarde van deze film, die de achterkant van een in de pers breed uitgemeten politieke affaire kan laten zien: hoe Stephanie Clifford, haar echtgenoot Glen en hun dochtertje zich staande proberen te houden terwijl Stormy Daniels en plein public de strijd aanbindt met de president en zijn handlangers.

Trumps advocatenteam stelt in de navolgende jaren alles in het werk stelt om haar kapot te procederen. Clifford dreigt alles te verliezen wat ze heeft: haar huwelijk, haar inkomen én haar bewegingsvrijheid. Want de lieden die haar in 2018 nog vanaf een anoniem account uitscholden, uiten tegenwoordig rustig op eigen titel onverholen dreigementen. Aan het eind van deze boeiende film oogt ze dan ook verbitterd, moegestreden en bang.

Het beschadigde meisje uit een white trash-milieu, de ongenaakbare stripper en pornoster, de vrouw die zich dapper teweer stelt tegen de ‘grab ‘em by the pussy’-president, de onderneemster die tijdens dat proces ook gewoon de tering naar de nering zet met de striptour Make America Horny Again en het boek Full Disclosure en de moeder die koste wat het kost haar kind wil beschermen maakt tegenwoordig een ronduit geslagen indruk.

Terwijl haar Nemesis middenin zijn derde presidentscampagne zit en druk doende is om al z’n juridische problemen voor zich uit te schuiven, vreest zij bankroet en de gevangenis. De behoefte om haar kant van het verhaal over het voetlicht te brengen, zodat de wereld weet wat er zich tijdens en vooral na dat schmutzige bezoek aan Trumps hotelkamer heeft afgespeeld, lijkt stilaan te zijn gedoofd. Sommige gevechten mag/kun je nu eenmaal niet winnen.

De zwijggeldaffaire komt waarschijnlijk in het voorjaar van 2024 alsnog voor de rechter. Stormy Daniels lijkt dan te mogen getuigen.

War Game

Matador Content

Oud-hoogleraar bestuurskunde Uri Rosenthal, die van 2010 tot en met 2012 ook minister van Buitenlandse Zaken was, participeerde in 1997 in een vijfdelige serie op de Nederlandse televisie, genaamd Crisis, waarin beslissers waren samengebracht in een soort ‘war room’ en werden geconfronteerd met een gesimuleerde ramp. De Amerikaanse documentaire War Game (94 min.) kent een vergelijkbare opzet – al is de crisis ditmaal wel erg levensecht.

Op 6 januari 2023, precies twee jaar na de bestorming van het Capitool in Washington, organiseert de onafhankelijke Vet Voice Foundation een geheime oefening op het terrein van nationale veiligheid. Uitgangspunt is dat er op 6 januari 2025 opnieuw een opstand komt na de presidentsverkiezingen en dat ditmaal extremistische elementen uit het Amerikaanse leger zich in het strijdgewoel mengen. Het is een zorgwekkend scenario, waarin elementen van 6 januari 2021 zijn verwerkt.

‘Jullie hebben zes uur om een burgeroorlog te voorkomen en een vreedzame overdracht van de macht te garanderen’, houdt game designer Ben Radd de deelnemers aan het begin van deze film voor. Die hebben hun sporen verdiend in de hoogste echelons van de Amerikaanse overheid als leidinggevende bij het leger, generaal, senator, woordvoerder of medewerker van de FBI en CIA. Voormalig gouverneur van Montana Steve Bullock treedt op als president John Hotham.

De beslissers worden vanuit een studio bestookt met informatie over de snel escalerende situatie, waarbij een afvallige generaal, gemodelleerd naar generaal en QAnon-propagandist Michael Flynn, de verkiezingen bestempelt als frauduleus en oproept tot strijd. Hij sluit daarmee aan bij acties ter plaatse van de extreemrechtse Order of Columbus. En Hothams politieke tegenstander, gouverneur Robert Strickland, gooit olie op het vuur door daarvan geen afstand te nemen.

Het rollenspel, dat een steeds serieuzer karakter krijgt, wordt door de documentairemakers Jesse Moss en Tony Gerber zo nu en dan afgewisseld met de persoonlijke verhalen van direct betrokkenen. Zo raakte de vader van game producer Janessa Goldbeck in de ban van QAnon, heeft oud-veteraan en Order Of Columbus-leider Kris Goldsmith zelf een problematisch verleden en getuigde consultant Alexander Vindman in 2019 tegen president Trump tijdens de eerste afzettingsprocedure tegen hem.

Onder hun ogen voltrekt zich een onrustbarend scenario. Hotham en zijn team overwegen al snel om de zogenaamde Insurrection Act in werking te stellen, die de president in de gelegenheid stelt om het Amerikaanse leger in eigen land in te zetten. Daarmee zou het gefingeerde conflict, geïllustreerd met berichtgeving over soortgelijke situaties in de recente Amerikaanse geschiedenis die helemaal uit de hand zijn gelopen, wel eens ernstig kunnen escaleren.

Burgeroorlog is niet het meest voor de hand liggende scenario, constateert voormalig senator Heidi Heitkamp ergens halverwege het burgeroorlogspel, maar ook beslist niet onmogelijk. Dat is een ongemakkelijke conclusie, die dit ogenschijnlijk zeer realistische en spannende experiment onvermijdelijk oproept. In ‘the fog of war’, zo bleek eveneens tijdens Trumps gewelddadige revolte op 6 januari 2021, kan het kwartje ook zomaar de verkeerde kan op vallen.

Zoals hij dat eerder deed in Crisis, zou Uri Rosenthal na afloop van War Game nog wel enkele harde noten hebben te kraken – al zou ook hij waarschijnlijk kippenvel hebben gekregen van de geïmproviseerde speech van president Hotham. Die is Amerikaans goed.

Our Nixon

CNN Films

Hoezeer Richard M. Nixon ook beweerde dat ie geen ‘crook’ was, hij ging wel degelijk de geschiedenisboeken in als schurk. De eerste Amerikaanse president die dreigde te worden afgezet en er toen maar zelf de brui aan gaf. Met de staart tussen de benen en twee handen in de lucht, die een volledig misplaatst Victorieteken maakten, stapte hij op 9 augustus 1974 in een helikopter en verliet voorgoed Het Witte Huis. De grootste schandvlek uit de recente Amerikaanse politieke historie. Tenminste, tot de komst van Donald Trump, die zelfs ‘Tricky Dick’ Nixon in de schaduw plaatste.

Ruim veertig jaar lang had hij nauwelijks fans – al nam Trumps ‘dirty trickster’ Roger Stone nog wel een tatoeage van de Republikeinse president (1969-1974) die hij als jongeling diende. De naam Richard Nixon werd vereenzelvigd met een immorele politicus, die stiekem al zijn gesprekken begon op te nemen, tapes waarop hij overkwam als een rancuneuze en vuil gebekte manipulator, en zo zichzelf vernietigde voordat hij het land kon vernietigen. Toch zijn er ook medewerkers van zijn regering, die hem al die tijd door dik en dun zijn blijven steunen. 

Nixons stafchef H.R. ‘Bob’ Haldeman, Nixons rechterhand en ‘son of a bitch’, adviseur binnenlandse zaken John Ehrlichman en speciale assistent Dwight Chapin gingen bijvoorbeeld alle drie naar de gevangenis voor hun rol in het Watergate-schandaal dat ook hun baas de kop kostte. Dat is echter nooit ten koste gegaan van hun loyaliteit aan Richard Nixon. En ze hebben de beelden om dat te bewijzen: ruim 500 banden met zelfgemaakte Super 8-films, die eerst veertig jaar in een kluis lagen en nu het hart vormen van Our Nixon (85 min.).

Hun terugblik op de Nixon-jaren, waarvan regisseur Penny Lane in 2013 een tragedie heeft gemaakt, gunt de kijker zo’n veertig jaar later een blik achter de schermen bij één van de meest turbulente presidentschappen in de Amerikaanse geschiedenis. De documentaire, die tevens audio-opnamen en interviews met de drie Nixonites bevat, begint hoopvol tijdens de inauguratie van hun president in 1969, als de nieuwe Republikeinse regering een conservatieve comeback hoopt te bewerkstelligen en Nixon nog zonder enige twijfel de juiste man voor de job lijkt.

Richard Nixon mag vervolgens als president de eerste man op de maan begroeten, slaat zijn vleugels uit richting China en worstelt intussen met de grootste uitdaging van die jaren: de oorlog in Vietnam. Zelfs als hij de muziekgroep The Ray Conniff Singers in het Witte Huis ontvangt voor een optreden – lekker burgerlijk, aldus de man die graag Amerika’s ‘silent majority’ aansprak – wordt dat nog begeleid door protest. Nixon lijkt zich niettemin senang te voelen in zijn rol en wordt in 1973 dan ook moeiteloos herkozen voor een tweede ambtstermijn als president.

En dan, een half uur voor het eind van deze boeiende archieffilm, valt voor het eerst het woord Watergate en wordt de ondergang van Dick Nixon en de zijnen, in elk geval met een hedendaagse bril op bekeken, volstrekt onvermijdelijk. De leider van de vrije wereld raakt steeds meer in de verdrukking, begint achter elke boom een vijand te zien en ontdoet zich uiteindelijk, om zijn eigen hachje te redden, ook rücksichtslos van de mannen die hem als ‘onze Nixon’ zijn gaan beschouwen.

Alex’s War

Play Nice

‘Vanaf de frontlinies van de informatieoorlog, hier is Alex Jones.’ De vaste aankondiging van The Alex Jones Show op z’n eigen platform Infowars fungeert als een soort startschot voor de gastheer om de zoveelste editie van Alex’s War (131 min.) op te starten. Binnen de kortste keren heeft hij zichzelf weer verloren in een uitzinnige ‘rant’ over een grootschalige samenzwering rond pak ‘m beet Waco, de aanslagen van 11 september of de Sandy Hook-‘school shooting’.

Tegen de achtergrond van de steeds verder ontsporende protesten tegen de officiële uitslag van de presidentsverkiezingen van 2020, waarbij ‘zijn’ kandidaat Donald Trump is verslagen door Joe Biden, duikt Alex Lee Moyer in deze documentaire uit 2022 in de achtergrond van Amerika’s meest beruchte complotdenker. De filmmaakster doet dat volgens het ‘show, don’t tell’-principe. Zonder de juiste voorkennis of context, vrezen kenners, kan dat zomaar verkeerd uitpakken.

Moyer volgt Alex Jones tijdens zijn pogingen om het verzet tegen Bidens verkiezing verder op te poken en stelt daarbij geen kritische vragen. ‘We zullen nooit opgeven’, schreeuwt haar protagonist bijvoorbeeld ten overstaan van een door Trumpisten opgejutte Stop The Steal-meute. ‘Wij geven ons nooit over. En we zullen nooit buigen voor de satanische, pedofiele, globalistische nieuwe wereldorde.’ En zij legt hem daarna niet het vuur aan de schenen.

Moyer stelt ook geen kritische vragen bij al zijn strapatsen uit het verleden. In deze film wordt zijn ontwikkeling van Texaanse probleemjongere tot de belichaming van het Trump-tijdperk inzichtelijk gemaakt met een karrenvracht aan oude beelden. Waar Jones jarenlang doorging voor de gekke Henkie van de Amerikaanse talkradio, met een schier onuitputtelijk arsenaal complotten, is hij inmiddels uitgegroeid tot een invloedrijke stem in het maatschappelijk debat.

Jones beschikt ook zonder meer over de gave van het woord. Als hij eenmaal op stoom komt, is er vaak geen woord meer tussen te krijgen en gaat de ‘ik stel alleen maar vragen’-tactiek, die hij al bij Timothy McVeighs aanslag op overheidsgebouwen in Oklahoma in 1995 hanteerde, snel over in bizarre en groteske beweringen, die zijn achterban in de juiste stemming moeten brengen om de portemonnee te trekken. Want daarna volgt al snel een commerciële break.

Zulk ondernemerschap laat Alex Lee Moyer echter maar eenmaal zien in Alex’s War. Het is een treffende scène, maar die doet geen recht aan het belang van dit verdienmodel voor Jones’ imperium. Hoewel hij totaal ongecontroleerd oogt – en waarschijnlijk ook wil lijken: spontaan en authentiek – moet daarachter een berekenende man schuilgaan. Een nietsontziend aandachtsdier dat steeds weer snuffelt naar nieuwe ophef en de daaraan verbonden inkomsten.

En dus pist ‘de Dan Rather van de samenzweringstheorieën’, aldus zijn eerste cameraman Mike Hanson, ongegeneerd voor de camera tegen de zogenaamde Georgia Guidestones, stenen des aanstoots voor elke zichzelf respecterende complotdenker. Of beweert hij doodleuk dat de ringen van de Olympische Spelen door Adolf Hitler zijn ontworpen. Flagrante onzin, die met één keertje googelen is te ontkrachten – maar die door Moyer dus niet wordt weersproken.

Met de juiste bril op wordt deze film, die toewerkt naar de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021 en de rol van Alex Jones op die dag belicht, daadwerkelijk een naargeestige afdaling in de verdorven geest van een handelaar in leugens, angst en woede. Puur op basis van wat hij zelf doet en zegt. Zonder kritische blik kan Alex’s War en de cynische (en fascinerende) man die erin wordt geportretteerd echter wel eens volstrekt verkeerd begrepen worden.

De Erfenis Van Els Borst

Special Eye Film Productions / BNNVARA

De politieke carrière van Els Borst (1932-2014) kende feitelijk maar één grote crisis: de Bijlmervliegramp. En die vond toch echt in 1992 plaats, twee jaar vóórdat zij minister van Volksgezondheid werd. Borst kreeg gaandeweg echter steeds nadrukkelijker het verwijt dat ze gezondheidsklachten van bewoners van de Bijlmer niet serieus zou hebben genomen.

Tijdens een parlementaire enquête kwam ze daardoor recht tegenover het uitgesproken PvdA-kamerlid Rob Oudkerk te staan. ‘Els Borst was een hele geschikte minister van volksgezondheid, de beste die we gehad hebben’, stelt die nu over de vrouw, met wie hij toentertijd ongenadig hard botste. ‘Dat blijf ik zeggen. Maar dit is een enorme smet op haar blazoen.’ 

‘Ik geloof niet dat ze hem ooit vergeven heeft’, reageert Borsts dochter Andra Neefjes-Borst koeltjes glimlachend. ‘Ik weet niet of ze met hem later nog een goed gesprek daarover gevoerd heeft. Ik heb ‘t nooit gehoord in elk geval.’ Rob Oudkerk is er desondanks van overtuigd dat ze alle plooien toch weer recht hebben kunnen strijken: ‘Het kwam eigenlijk wel weer goed met ons.’

De botsing met het Kamerlid van een andere regeringspartij staat in De Erfenis Van Els Borst (61 min.) vrijwel op zichzelf. Verder is er eigenlijk niets dan lof voor de arts, hoogleraar, minister en politiek leider van D66 die op 8 februari 2014, nu alweer tien jaar geleden, op gewelddadige wijze om het leven werd gebracht door een ernstig verwarde man.

De schokkende dood van Els Borst vormt natuurlijk de tragische climax van deze tv-docu over de politica. Het was een politieke moord, zeggen mensen uit haar partij D66, zoals voormalig leider Alexander Pechtold, partijprominent Roger van Boxtel en politiek adviseur Carla Pauw. Een rechtstreeks gevolg van haar baanbrekende euthanasiewetgeving.

Die moord mag volgens haar familie alleen Borsts nalatenschap niet overschaduwen. En dus concentreren Pamela Sturhoofd en Jessica van Tijn, de makers van dit aardige portret, zich vooral op wat zij als bestuurder heeft nagelaten, zoals het beschikbaar maken van HIV-medicatie, de centralisatie van bloedbanken, het garanderen van het recht op abortus en anti-rookmaatregelen.

De Erfenis Van Els Borst belicht ook vooral haar publieke verrichtingen. Borsts privéleven komt slechts mondjesmaat aan bod. Tegelijkertijd komt uit haar werk ook wel degelijk de vrouw daarachter naar voren. Een kundig, aardig en invoelend mens. Bepaald niet de kille, berekenende politica die menigeen na de Bijlmervliegramp in haar meende te zien.

Larry Flynt For President

WW Entertainment

De felste kritiek op de Republikeinse president Ronald Reagan komt in 1983 niet van zijn Democratische tegenstanders, maar van de flamboyante uitgever van het seksblad Hustler, Larry Flynt. Hij stelt zich zelfs kandidaat voor het presidentschap. Flynts campagne wordt zowel een satire op als rebellie tegen Reagans conservatieve visie op Amerika en doet heel wat stof opwaaien. Totdat de boel ook weer publiekelijk implodeert. Het beeldmateriaal dat in deze periode is gemaakt bleef jaren op de plank liggen, maar vormt nu de basis voor Larry Flynt For President (89 min.).

Flynt heeft bij de start van de campagne enkele jaren van complete inertie achter de rug. In 1978 is de vuil gebekte pleitbezorger van het vrije woord, die al menige controverse heeft veroorzaakt in puriteins Amerika, verlamd geraakt bij een moordaanslag. In de navolgende jaren lijdt hij onder helse pijnen, die alleen met zware medicatie zijn te onderdrukken en die hem volledig lam slaan. Terwijl zijn vrouw Althea Leasure wegzinkt in een ernstige drugsverslaving, weet Flynt de pijn echter langzamerhand de baas te worden. Daardoor kan hij zich weer gaan richten op wat hij het allerliefste lijkt te doen: het ontregelen van alles en iedereen, Brave Hendriken in het bijzonder.

‘Het leven moet één groot orgasme zijn’, declameert hij dus als presidentskandidaat, die zegt ‘onwetendheid en geslachtsziekten’ te willen uitbannen. En daarvoor moeten ze volgens hem ook de ‘massieve en repressieve hand van de regering weghalen uit het kruis van de Amerikaanse bevolking’. Flynts T-shirts vormen intussen een verhaal op zich. ‘Fuck The Olympics’, schreeuwt er eentje over de Olympische Spelen die een jaar later in Los Angeles moeten worden gehouden. Of, als de rechters hem niet goed gezind blijken: ‘Fuck this court’. En, erg gewaagd: ‘Give Hinckley a second chance’, een onverhulde verwijzing naar John Hinckley, de man die in 1981 een aanslag op Ronald Reagan pleegde.

Regisseur Nadia Szold gebruikt Flynts campagne, die wordt ingekaderd door allerlei lieden die er toentertijd op de één of andere manier bij betrokken waren of raakten, om zijn complete leven en missie over het voetlicht te brengen. Met de wijsheid van nu lijkt Larry Flynt een soort Donald Trump avant la lettre. Hij veroorzaakte net zo vaak en gemakkelijk ophef en liet zich eveneens in met dubieuze figuren en complottheorieën. Waar Trump echter de rechterkant van het politieke spectrum opzoekt en een kongsi is aangegaan met christelijk Amerika, zette de ongelovige Larry zich daar juist met zichtbaar plezier tegen af. Virtuoos en lomp, zoals alles waarmee hij zich bezighield.

Deze smakelijke film is een prima introductie in het tumultueuze leven van de geboren provocateur, over wie ook eerder ook al de heerlijke speelfilm The People Vs. Larry Flynt (1996) is gemaakt. Als geen ander slaagde Flynt erin om steeds weer, met veel lef en humor, de grenzen van de goede/slechte smaak op te rekken en zo The Right To Be Left Alone, tevens de titel van een andere documentaire over hem, op de kaart te zetten. Want voor Larry Flynt was vrijheid uiteindelijk het allerbelangrijkste. Om altijd en overal te kunnen zijn wie je wilde. Ook al was dat een eenvoudige pornoboer.

Caroline

Videoland

De huid verkopen voordat de beer geschoten is. Wouter Bos (PvdA) en Emile Roemer (SP) hadden Caroline van der Plas kunnen waarschuwen: hoe goed je er ook voorstaat in de peilingen, een verkiezingsoverwinning staat op voorhand nooit vast. En dan is een campagnedocu toch een risico. Als het resultaat onverhoopt tegenvalt, is die camera er ook, om het incasseren van de tegenvaller te registreren.

Toen Caroline (96 min.) instemde met deze tweedelige docu van presentator/verslaggever Jaïr Ferwerda, die zelf overigens helemaal buiten beeld blijft, leek haar BoerBurgerBeweging waarschijnlijk nog een serieuze kans te maken om de grootste partij te worden bij de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Het zou anders lopen – al kan BBB natuurlijk nog wel tot de regeringscoalitie doordringen.

Ferwerda heeft behoorlijk toegang gekregen tot Van der Plas en haar entourage. Hij is bijvoorbeeld bij geheim overleg met BBB-nieuwkomers zoals premierskandidaat Mona Keijzer – die volgens Caroline overigens al in maart/april zou zijn benaderd, ruim vóór de val van het kabinet dus – in de spreekwoordelijke rijtjeswoning van Van der Plas in Deventer (die wel erg rommelig en rokerig is voor een opgeruimd type zoals Keijzer).

Ook de impact van Carolines ‘vechtscheiding’, die na de publicatie van een biografie breed wordt uitgemeten in de pers, brengt deze film van dichtbij in beeld. Dan lopen de emoties even heel hoog op bij de hoofdpersoon en haar directe familie. Ze zijn de controle over een heel persoonlijk verhaal enige tijd helemaal kwijt. En dat lijkt ook weer z’n weerslag te hebben op Caroline’s prestaties tijdens de campagne.

Juist dan mist zij ook man Jan, die jarenlang haar steun en toeverlaat was en in 2019 overleed. Van der Plas houdt zulke emoties niet weg van de camera en schetst en passant in grove penseelstreken tevens haar levensverhaal. En dat geheel wordt dan weer door Caroline zelf, haar moeder Nuala, zoons Ryan en Kyle Grippeling, Mona Keijzer, BBB-campagneleider Henk Vermeer en enkele partijmedewerkers achteraf ingekaderd.

Van der Plas is best een aansprekende hoofdpersoon, die niet al te veel op lijkt te houden voor de camera – al gebruikt ze haar ‘gewoonheid’ natuurlijk ook als politieke troef. Gaandeweg komt ze tijdens de campagne echter steeds meer onder vuur te liggen. Is het Caroline van der Plas-effect uitgewerkt? vraagt een verslaggeefster met nét iets te veel nadruk aan de BBB-leider. Die lijkt dat stilaan zelf ook te gaan denken.

Ferwerda volgt intussen vooral de bal en speelt in op wat er tijdens de campagne gebeurt. Hij gebruikt deze documentaire niet om z’n hoofdpersoon nog eens uitgebreid door te zagen over haar politieke filosofie of de financiering van haar partij – al botst hij nog wel even stevig met een tamelijk pinnige Mona Keijzer. Caroline krijgt veelal de ruimte om Caroline te zijn – of, zoals bijvoorbeeld in haar eigen vlogs, Caroline te spelen.

En op de verkiezingsavond, het sluitstuk van dit aardige tweeluik, wordt ondanks de toch wat tegenvallende uitslag gewoon Sweet Caroline aangeheven. Ook door de hoofdpersoon zelf, die vanaf het podium en met een pilsje in de hand de achterban toezingt.

The Hungarian Playbook

Film Five

Een onafhankelijk opererende pers is alleen maar lastig als je als politicus of politieke partij de volledige macht wilt hebben. En dus hebben de Hongaarse premier Viktor Orbán en zijn Fidesz-partij, die alweer sinds 2010 aan de macht zijn in het Oost-Europese land, zich flink ingespannen om de journalistiek aan banden te leggen. Met een mediawet, het opzetten van faciliteren van een eigen mediaconglomeraat én het knechten van de publieke omroep.

Hoe The Hungarian Playbook (45 min.) er in de praktijk uitziet? Een concreet voorbeeld: ‘In 2015, toen er veel vluchtelingen en migranten naar Hongarije kwamen, kregen we de opdracht om geen kinderen te laten zien’, vertelt András, die destijds nog als journalist werkzaam was bij de Hongaarse publieke omroep. ‘Kinderen zouden voor empathie kunnen zorgen. En dat was duidelijk niet de bedoeling. Er kwamen alleen jonge mannen, die Europa wilden binnenvallen.’

‘Ik moest op zoek gaan naar migrantenverhalen’, vult zijn collega Krisztina aan. Zij behoort tot de Roma-minderheid in het land en heeft haar heil inmiddels buiten de journalistiek gezocht. ‘Ik moest beweren dat zij onbekende ziektes meebrachten en moest daarbij een dokter zoeken die dat voor me kon bevestigen. In Boedapest kon ik zo iemand niet vinden. Toen hebben collega’s van buiten de stad een arts gevonden die woord voor woord zei wat onze eindredacteur wilde horen.’

Zo gaat dat in een autoritair geleide staat. En uit deze journalistieke docu van Bence Máté en Áron Szenpéteri zijn nog wel meer regels te destilleren voor hoe media zich in zo’n omgeving dienen te gedragen. Aan de oppositie besteed je bijvoorbeeld geen of alleen negatieve aandacht. Kritisch berichten over de regering en bondgenoten (zoals de Russische leider Vladimir Poetin) is natuurlijk niet de bedoeling. En zulke regels schenden betekent automatisch de toorn van de staat over jezelf afroepen.

Inmiddels is zo’n tachtig procent van de Hongaarse media of min of meer in handen van Orbán, die zijn verhaal zo dus goed kwijt kan aan het land, tamelijk eenvoudig verkiezingen naar z’n hand zet en weinig last heeft van waakhonden die beginnen te blaffen bij belangenverstrengeling of corruptie. Dus slecht voor de portemonnee is het uiteindelijk ook niet, zo’n gedienstige pers. Alleen de lieden die waarde hechten aan democratie krabben zich misschien even achter de oren.

In dat opzicht zou deze degelijke docu toch ook als waarschuwing kunnen dienen voor bezorgde Nederlanders – ook al lijkt ons land zo op het eerste oog totaal anders dan Hongarije.

Larry Flynt: The Right To Be Left Alone

Midtown Films

Toen Larry Flynt (1942-2021) halverwege de jaren zestig een toplessclub opende in Dayton, Ohio, had niemand, ook hijzelf niet, kunnen vermoeden dat hij mede daardoor zou uitgroeien tot één van de belangrijkste strijders voor de vrijheid van meningsuiting in de Verenigde Staten. Want die club kreeg al gauw een eigen clubblad, Hustler. En dat blaadje groeide al even snel uit tot een ranzige concurrent voor de toonaangevende naaktbladen Playboy en Penthouse, met tegen porno aanschurkende blootrepotages en bijtende satire. Daarmee zou Flynt geregeld en heftig in aanvaring komen met Conservatief Amerika.

‘s Mans tumultueuze bestaan vormde al de basis voor Milos Formans messcherpe en dolkomische speelfilm The People Vs. Larry Flynt (1996), waarin acteur Woody Harrelson een onweerstaanbare Larry Flynt neerzette en zangeres/actrice Courtney Love een tamelijk ordinaire versie van diens vrouw Althea Leasure. In de documentaire Larry Flynt: The Right To Be Left Alone (74 min.) uit 2007 doet regisseur Joan Brooker-Marks dat nog eens dunnetjes over. Ze behandelt natuurlijk de schietpartij waardoor Larry Flynt in een rolstoel belandde, schetst de teloorgang van de aan drugs verslaafde Althea en loopt ook netjes alle controverses af waarbij Flynt gedurende de jaren betrokken raakte. En vergeleken met Forman heeft ze de beschikking over nóg eens elf doldwaze jaren met de man die door de één wordt beschouwd als een martelaar van het vrije woord en door een ander, feministe Gloria Steinem bijvoorbeeld, als een seksuele fascist.

De film is op zijn sterkst als die man, boerenslim en niet zonder zelfspot, op z’n praatstoel gaat zitten en al z’n streken nog eens de revue laat passeren. Over zijn epische clashes met televisiedominees zoals Jerry Falwell en Jimmy Swaggart bijvoorbeeld. ‘Het bevredigendste moment dat ik van al die evangelisten heb gekregen’, begint Flynt bijvoorbeeld, terwijl er een kenmerkende ondeugende glimlach op zijn gezicht verschijnt, ‘was toen Swaggart, net op het moment dat Swaggart Ministries op z’n hoogtepunt was, op een motelkamer in Baton Rouge werd betrapt met een hoer. Op die kamer bleek ook een Hustler te liggen.’

Ook zijn methoden als waarheidszoeker komen natuurlijk aan de orde. Die zijn, to say the least, bepaald niet onomstreden. Als de Democratische president Bill Clinton dreigt te worden afgezet vanwege een buitenechtelijke affaire, looft Larry Flynt bijvoorbeeld een miljoen dollar uit voor iedereen die bewijs kan leveren van seksuele escapades van Clintons criticasters. Niet veel later moeten enkele prominente Republikeinen de eer aan zichzelf houden. En als Flynt zelf voor de rechter moet verschijnen, doet hij dat rustig met een helm op, in een luier of met een ‘Fuck This Court’ T-shirt aan. Hij neemt ook dan bepaald geen blad voor de mond en blijft consequent voor zijn disciplines staan.

‘Ik zou niemand aanraden om zich in de rechtbank te gedragen zoals ik deed’, zegt hij daar zelf over in deze, ondanks die prikkelende hoofdpersoon, tamelijk degelijke docu. ‘Maar je moet goed begrijpen: ze dachten dat ik iemand was die je tot onderdanigheid kunt dwingen. En ze bleven maar terugkomen voor nóg een stukje van mij. En ik wilde heel duidelijk maken dat ze dat niet zouden krijgen. Fuck you! Gooi me maar in de cel!’

In 2021, het jaar van zijn dood, is overigens Larry Flynt For President verschenen, een archieffilm over zijn spraakmakende – en natuurlijk tot mislukken gedoemde – presidentscampagne van 1983. Daarmee verzette Flynt zich hevig tegen het Amerika van president Ronald Reagan. Zoals hij zich in de jaren voor zijn dood ook tegen één van diens Republikeinse opvolgers Donald Trump zou keren. Hij loofde tien miljoen dollar uit voor de tip die tot Trumps afzetting zou leiden. Dat geld heeft hij uiteindelijk op zak kunnen houden.

You’ve Been Trumped (Too)

Journeyman Pictures

Wat wisten we pakweg vijftien jaar eigenlijk over Donald Trump? Behalve dat hij een succesvolle Amerikaanse ondernemer, bekende tv-persoonlijkheid en ideale belichaming van nouveau riche was. Van Don Jr. had sowieso nog geen mens gehoord. En dan wordt in 2011 You’ve Been Trumped (100 min.) uitgebracht en krijgt The Donald ineens de rol van schurk toebedeeld – en zoonlief die van rechterhand en dommekracht.

Deze typische David & Goliath-docu van Anthony Baxter wordt verteld vanuit het perspectief van enkele bewoners van het Schotse graafschap Aberdeenshire. Sinds enkele jaren beijvert Trump zich om daar, op het ongerepte platteland, een golfbaan met luxehotel te bouwen. En de plaatselijke bevolking moet dan maar gaan wieberen. Die leiden toch slechts een ‘slumlife’, aldus de Amerikaanse projectontwikkelaar, die speciaal met zijn Trump-privéjet is ingevlogen en voor de verzamelde pers poseert met een golfclub in de aanslag en twee doedelzakspelers in vol ornaat op de achtergrond. Hij heeft ’t in het bijzonder over ‘buurman’ Michael Forbes. De bonkige boer en visser leeft volgens Donald Trump in een zwijnenstal. ‘Disgusting!’

Bij mensen zoals Forbes, die weigert om zijn land aan Trump te verkopen en samen met zijn moeder Molly het gezicht wordt van het verzet tegen de flamboyante bullebak, worden dus gewoon plotseling het water en de elektriciteit afgesloten of melden zich lieden die de grens van hun land betwisten. En de autoriteiten kijken de andere kant op of lijken zelfs aan de zijde te staan van de Amerikaanse entrepreneur die de Schotse economie een impuls moet geven. Trump krijgt in deze activistische film intussen een Roger Smith-achtige rol toebedeeld, de General Motors-topman die documentairemaker Michael Moore in z’n debuutfilm Roger & Me tevergeefs aan de tand probeert te voelen over de ontslagronde die hij heeft doorgevoerd in zijn woonplaats Flint, Michigan.

Als Anthony Baxter in 2016 de opvolger You’ve Been Trumped Too (79 min.), die overigens ook los van zijn voorganger is te bekijken, het levenslicht laat zien, is Donald Trump al hard op weg om president van de Verenigde Staten te worden en behoort zijn golfresort Menie Estate, waarvoor een groot deel van het traditionele duinlandschap heeft moeten wijken, inmiddels tot het vaste decor van het Schotse graafschap Aberdeenshire. Van de beloofde werkgelegenheid is weinig terechtgekomen. En Molly Forbes, dik in de negentig inmiddels, heeft al jaren niet of nauwelijks stromend water meer, omdat een medewerker van de Trump-organisatie ooit ‘per ongeluk’ de leiding heeft beschadigd en sindsdien nooit meer kans heeft gezien om die te repareren. 

Baxter gaat verhaal halen aan de andere kant van de Atlantische oceaan, als de verkiezingscampagne van 2016 op gang komt en er in Michael Moore’s thuishaven Flint zowaar ook een watercrisis is ontstaan, die door de schurk van dit verhaal al even nadrukkelijk wordt genegeerd (en die het onderwerp zal worden van één van Baxters volgende films, Flint). De Britse documentairemaker confronteert gewone Amerikanen nu met wat hun beoogde leider in Schotland heeft aangericht. Die geven niet al te veel sjoege. Ze zijn druk genoeg met hun eigen sores, waarvan de duizenddingenman Trump hen zal gaan verlossen. Zelfs Michael Forbes maakt nog de oversteek, gekleed in Schotse rok, om Cleveland te bezoeken voor de Republikeinse conventie.

Dat Amerikaanse deel van Baxters tweede docu voelt enigszins gekunsteld. De verwikkelingen in Schotland waar de bewoners nog altijd met nieuwe complicaties rond dat prestigieuze golfproject worden geconfronteerd zeggen méér dan genoeg. You’ve Been Trumped (Too), een Michael Moore-achtige actiefilm zonder diens ontwapenende humor, toont nog maar eens aan dat de Donald Trump die we sinds de presidentscampagne van 2016 in de hele wereld hebben leren kennen eigenlijk een logische voortzetting is van de egocentrische patser die zich eerder als zakenman deed geleden. En allebei belijden ze vooral met de (grote) mond dat ze het beste voorhebben met de gewone Schot/Amerikaan.

Blind Vertrouwen

Omroep Max

Een visuele beperking hoeft geen beperking te betekenen voor je ambities. Die boodschap ligt er duimendik bovenop in Blind Vertrouwen (60 min.). De tv-docu, naar een idee van Tjarda Struik, werd uit ruim 3500 inzendingen gekozen als winnaar van het initiatief ‘Jouw idee op TV’. Dat er werk aan de winkel is als het gaat om de emancipatie van blinden en slechtzienden is overigens ook duidelijk: naar schatting heeft slechts zo’n dertig procent van hen betaald werk.

Struik is zelf ook één van de drie hoofdpersonen van deze film van Ary Schouwenaar, Floor Collin, Dolf Gerbers en Roy Ferwerda. Als ‘blindfluencer’ is ze met meer dan 200.000 volgers inmiddels een bekend gezicht op de sociale media. ‘Hoi, ik ben Tjarda en ik ben bijna blind’, de zin waarmee ze filmpjes begint, is zelfs een begrip te worden. Struik is ambitieus en gaat bijvoorbeeld te rade bij de bekende influencer Nienke Plas. Want ze wil nóg meer volgers. ‘Zodat veel mensen zien, letterlijk zien, dat als je niet ziet er nog heel veel deuren openstaan in het leven.’ En ooit, liever vandaag dan morgen, wil Arda Struik burgemeester worden.

Veertiger Ronald Boef, die blind werd geboren, is zowaar golfprofessional. Hij moet daarbij puur op zijn gehoor of gevoel afgaan, want Ronald heeft zelf dus nog nooit een golfbal, -club of -baan gezien. Met zijn beschermende vader Rein als caddie en golfcoach Adrian Morley aan zijn zijde wil hij het wereldkampioenschap voor blinden en slechtzienden in Zuid-Afrika op zijn naam schrijven. Om Ronalds sportcarrière te faciliteren, is alleen wel veel geld nodig. En dus zetten zijn ouders, die hun leven volledig in het teken lijken te zetten van hun enige kind, zich in voor een fundraiser.

Annemarie Nodelijk tenslotte heeft tijdens haar modeopleiding een hersentumor gekregen. Sindsdien is  ze slechtziend. Dit weerhoudt ook haar er niet van om het hoogste na te streven. In haar geval: een show waarbij ze haar werk als tassenontwerpster aan de wereld kan tonen. ‘Verliezers hebben een excuus en winnaars hebben een plan’, zegt ‘Annie’ daarover. ‘Dus volg je plan en ga er gewoon voor!’ En precies die attitude spreekt ook uit Blind Vertrouwen, waarin misschien niet altijd alles volgens plan verloopt – wel bijna, overigens – maar waaruit een onmiskenbaar ‘waar een wil is…’-gevoel spreekt.

En voor Tjarda Struik, initiatiefnemer en hoofdpersoon van deze niet al te diepgravende docu, zit er aan het eind zowaar nog een aardige surprise in het vat. Om het centrale punt, van haar eigen idee op TV, nog eens extra goed in de verf te zetten.

South To Black Power

HBO Max

Het is een prikkelend idee: als zwarte Amerikanen nu eens collectief terug verhuizen naar de zuidelijke Staten waar ze tijdens De Eerste Grote Migratie (1915-1940), met zes miljoen sterk, zijn vertrokken om werk te gaan zoeken in grote steden zoals New York en Chicago. Volgens schrijver en New York Times-columnist Charles Blow, die het idee uitwerkte in zijn boek The Devil You Know: A Black Power Manifesto, is zo’n Tweede Grote Migratie een uitgelezen mogelijkheid voor Afro-Amerikanen om, op het niveau van de individuele staten, macht te verwerven. Zeker nu Black Lives Matter over z’n hoogtepunt heen lijkt, moet de zwarte gemeenschap volgens Blow manieren bedenken hoe ze meer invloed kan krijgen.

Aardig gedachtenexperiment om South To Black Power (85 min.) in gang te zetten, zo lijkt ‘t, maar natuurlijk geen serieus plan. Dat laat zich echter nog bezien. Er zijn wel degelijk min of meer geslaagde voorbeelden. In de jaren zestig verhuisden hippies bijvoorbeeld collectief naar de staat Vermont en zorgden daar voor een aanmerkelijk liberaler klimaat, dat als voedingsbodem heeft gefungeerd voor de bekende linkse senator Bernie Sanders. In Jackson, Mississippi, werd ondertussen de zogenaamde Republic Of New Africa opgericht. Die bleek weliswaar geen lang leven beschoren, maar de huidige burgemeester, Chokwe Antar Lumumba, is wel een afstammeling van een zwarte activist die destijds voor de Republiek overkwam vanuit Detroit. Dat is Black Power in de praktijk.

Net als veel Afro-Amerikanen is Blow zelf ooit van het zuiden naar het noorden gemigreerd. Hij groeide met vier broers op bij een alleenstaande moeder in Louisiana en wilde zich als veelbelovende jongeling losmaken van zijn gesegregeerde omgeving. In New York vond hij zijn plek en missie. Inmiddels is de schrijver, vertelt hij in deze documentaire van Sam Pollard en Llewellyn M. Smith, weer terug verhuisd naar het zuiden, Georgia. Omdat, behalve woorden, ook daden ertoe doen. Blow gaat daar dan wel weer over in gesprek met zwarte Amerikanen die altijd in een zuidelijke staat zijn blijven wonen, net als hij naar het noorden zijn vertrokken, daar nooit meer weg willen en/of juist overwegen om te migreren naar een plek waar op termijn een Afro-Amerikaanse meerderheid kan ontstaan.

Het idee van een Tweede Grote Migratie blijft dus vooral aanleiding voor een, tamelijk braaf, gesprek tussen gelijkgestemden en wordt verder niet uitgetest. In staten zoals Georgia en North Carolina is tijdens de parlementsverkiezingen van 2022 al wel te zien wat de gevolgen van zo’n zwarte meerderheid zouden kunnen zijn. Tegenover een versterkt zwart zelfbewustzijn komen al snel pogingen te staan om het stemmen te ontmoedigen of om, via gerrymandering, kiesdistricten zo in te richten dat de zwarte bevolking alsnog in een district met een witte meerderheid terecht komt of dat alle Afro-Amerikanen juist bij elkaar worden geplaatst (zodat ze alleen daar, op dit kleine stukje Amerika, invloed kunnen uitoefenen).

Dat zijn best interessante en relevante constateringen. En ook het antwoord daarop, vanuit zwarte activisten, levert denkvoer op. Het resulteert alleen niet in een heel sprankelende film. Na een prikkelend begin wordt South To Black Power een soort kruising tussen een politiek pamflet en een praatfilm, die vooral in de eigen parochie heel goed zal worden ontvangen.

The Lady Bird Diaries

Disney+

Terwijl een hele generatie Amerikanen een klein beetje sterft op vrijdag 22 november 1963, krijgt het leven van Claudia ‘Lady Bird’ Johnson een beslissende wending. De moord op president John F. Kennedy maakt ruimte voor haar echtgenoot. Terwijl ze nog wachten op de beëdiging zien Lyndon en zij, volgens een dagboekframent dat Lady Bird zelf heeft ingesproken op een taperecorder, op tv al hoe een commentator ‘t aankondigt: ‘Lyndon Johnson, nu president van de Verenigde Staten’. 

‘Het was alsof ik een podium op liep voor een rol die ik nooit geoefend had’, stelt zijn echtgenote. Een vriendin heeft Lady Bird aangeraden om haar periode als Amerika’s ‘first lady’ te documenteren. En die opnamen, gestart enkele dagen na de moord op JFK, vormen nu het fundament onder- de documentaire The Lady Bird Diaries (100 min.), waarmee het turbulente presidentschap van haar echtgenoot, gekenmerkt door baanbrekende sociale wetgeving (Johnsons Great Society), de strijd van de burgerrechtenbeweging en de oorlog in Vietnam, vanuit persoonlijk perspectief in kaart wordt gebracht.

Lady Bird Johnson krijgt bijvoorbeeld als geen ander mee hoe haar man, een larger than life-politicus die onverminderd tot de verbeelding blijft spreken, regelmatig gebukt gaat onder de verantwoordelijkheden van zijn job en soms zelfs in de greep raakt van wat zij ‘het zwarte beest van depressie’ noemt. Tegelijkertijd gaat ook het gewone leven door: hun dochters Lynda Bird Johnson en Luci Baines Johnson – viermaal LBJ dus in het gezin – treden allebei in het huwelijk in het Witte Huis. Werk en privé raken helemaal met elkaar versmolten als één van hun schoonzoons, de latere Democratische senator Chuck Robb, naar Vietnam vertrekt.

Regisseur Dawn Porter (Bobby Kennedy For President / The Way I See It) verrijkt Lady Birds dagboekfragmenten met privébeelden en -foto’s, nieuwsreportages, interviews, geluidsopnames van gesprekken van/met haar echtgenoot en elementaire animaties. Zo ontstaat een interessant ooggetuigenverslag van iemand die op de eerste rij mocht zitten bij het Amerikaanse presidentschap, aan de zijde van de machtigste man van de wereld, en vanuit die positie de kleine gebeurtenissen en grote ontwikkelingen van de jaren zestig laat herleven.