The Coriolis Effect

Zindoc

Met een aantal mensen gaan ze het strand opruimen. Verpakkingen, lege waterflessen en aangespoelde visnetten. Zodat zojuist geboren schildpadden niet vast komen te zitten in de troep en, liefst zelfstandig, weer de zee kunnen bereiken. Met vereende kracht lukt het uiteindelijk om alles naar een zelf aangelegde dumpplaats te sjouwen. Niets staat de zeeschildpadjes nu meer in de weg.

De zeeschildpad vormt een terugkerend element in de associatieve documentaire The Coriolis Effect (110 min.) van Petr Lom en Corinne van Egeraat. De schildpad is kind aan huis in Kaapverdië, één van de grootste broedplaatsen ter wereld, en symboliseert de gecompliceerde relatie waarin mens en dier daar terecht zijn gekomen. Want op de eilandengroep voor de kust van West-Afrika worden de gevolgen van onze achteloze houding tegenover de aarde zichtbaar: de zee rukt op, net als vervuiling. Tegelijkertijd is er sprake van aanhoudende droogte. Het heeft er al jarenlang niet meer geregend.

In Kaapverdië doet het zogenaamde corioliseffect zich gelden: doordat de aarde ronddraait krijgt elke beweging er een afwijking. De archipel wordt daarom regelmatig gegeseld door wind en heeft het imago gekregen van een ‘land van wind’, een plek waar orkanen worden geboren. Lom en Van Egeraat proberen deze mythische wereld in al z’n diversiteit, complexiteit én schoonheid te vatten in een non-lineaire vertelling, zonder echte hoofdpersonen, over de verstoorde verhouding tussen mens en natuur, waarin alle verschillende elementen op de één of andere manier met elkaar verbonden lijken te zijn.

The Coriolis Effect vangt dit universum met lange en fraaie scènes, die, ogenschijnlijk intuïtief, met elkaar zijn verknoopt. Een visser geeft zijn boot bijvoorbeeld de naam van z’n overleden vriend Dery en sleept die vervolgens met vrienden de zee in. Een eenzame vis is onder water verstrikt geraakt in een vissersnet. Een krab doet zich tegoed aan een dode aangespoelde vis en maakt zich dan uit de voeten. Vogels proberen via de dop een druppel mee te pikken van aangevoerde flessen water. En een man maakt liefdevol met een tandenborstel en een bakje water de poten van een verminkt vogeltje schoon.

Dat mens en dier niet tegenover elkaar hoeven te staan in tijden van klimaatverandering en milieuvervuiling is tevens treffend vervat in een andere schildpadscène. Enkele jonge Kaapverdianen treffen een dood dier aan, dat gedesoriënteerd is geraakt en vervolgens uitgedroogd. ’s Nachts proberen zij een andere schildpad richting zee te sturen. En als dat maar niet wil lukken, tillen ze hem gewoon op en dragen het tegenspartelende dier naar het strand. Al snel neemt de natuur ’t over. Het dier ruikt de zee en kruipt het water in, om daar vrijwel direct uit het zicht te verdwijnen. Het is een hoopvol tafereel.

Apple Cider Vinegar

Cinema Delicatessen

Aan het begin van deze documentaire stelt de hoofdpersoon zich netjes voor. ‘Door de jaren heen heb ik zo’n beetje de hele wereld gehad’, beweert zij over haar werk als verteller van natuurdocu’s. ‘Ik vond dat ik klaar was met vertellen, besloot ermee op te houden en jullie schermen te verlaten.’ De oudere vrouw laat een korte stilte vallen. ‘En toch: hier ben ik weer. Ik heb nog één verhaal te vertellen.’ Over een vergeten wereld van steen. Die heeft ze leren kennen door haar eigen niersteen.

De vertelster, een soort vrouwelijke Richard Attenborough dus, roept in Apple Cider Vinegar (80 min.) – ofwel: appelazijn, naar het schijnt zowat de enige remedie tegen zo’n niersteen – de hulp in van de Britse mineralendetective Lorna Dawson, een vrouw die met behulp van zeer specifiek onderzoek allerlei misdrijven heeft opgelost. En zij doet een opmerkelijke ontdekking: de steen blijkt mineralen uit Antarctica te bevatten. Hoe komt die in ‘s hemelsnaam in haar lichaam terecht?

Die vraag is het startpunt van een intuïtieve exploratie van de stenen wereld en de verhalen die daarbij horen. Stenen waren eerder niet meer dan decorstukken voor de vertelster. Zeehonden gingen erop liggen luieren of vogels gebruikten ze om te gaan paren. En aan vulkanen, meteorieten, lavalandschappen en aardbevingen besteedde zij ook nooit al te veel aandacht. Laat staan dat ze als de eerste de beste geoloog stenen ging bekijken – of er zelfs een vakantie aan opofferde.

Er gaat nu een wereld open voor de vrouw, die haar ontdekkingstocht door die nieuwe wereld paart aan een opmerkelijke ‘guilty pleasure’: ze kan uren gebiologeerd naar webcams in de vrije natuur kijken. Het idee dat er altijd iets kan gebeuren… Een beer die behendig een vis vangt. De kat die zeer behoedzaam een spoorlijn oversteekt. Zoiets kan haar zielsgelukkig maken. In deze vertelling van de Belgische filmmaakster Sofie Benoot maakt ze de kijker graag deelgenoot van deze verrukking.

Intussen gaat ze ook overal ter wereld op zoek naar aardbewoners die leven voor, met of door de stenen. De Palestijnse steenhouwer Juma’a slaat bijvoorbeeld al een half leven lang rotsen stuk. Hij weet precies waar ze hard en zacht zijn – en waarom. De Amerikaanse vrouw Charlotte heeft dan weer last van chronische pijn. Haar lijf fungeert als een soort antenne voor onrustig gesteente. Haar man Glenn kampt daarnaast met zijn kortetermijngeheugen en kijkt elke avond dezelfde film.

En de Brit Rob verzamelt op het strand keien, die meer van plastic dan van steen zijn. Hij maakt er kunstwerken mee. Op die manier vraagt hij in deze losse en speelse vertelling aandacht voor de staat van de stenige aarde. Los en speels is ook de gekozen insteek. Want de vertelster die alle verhaallijntjes bijeenbrengt en verluchtigt met een grapje is natuurlijk – ’t mag geen verrassing meer zijn – een alter ego van Benoot zelf. Een fictief personage, vertolkt door de actrice Siân Phillips.

Zij zorgt ervoor dat dit stenen-essay geen moment taai of saai wordt. Tegelijkertijd tast de constatering dat die vertelling in wezen is gebouwd op drijfzand – een verzonnen hoofdpersoon en een al even bedachte niersteen – de geloofwaardigheid van deze documentaire toch ook wel een heel klein beetje aan. Verder is deze film – in woorden die de verstelster zelf, als ze had bestaan en dan ook nog in een woordspelige bui was geweest, had kunnen gebruiken – eigenlijk steengoed.

Coos & De Colafles

Tuvalu Media / BNNVARA

Kijk eens hoe ie loopt, riepen ze hem naderhand na. ‘Je loopt alsof je een colafles in je reet hebt gehad.’ En zo bleef één enkele gebeurtenis op zijn dertiende Coos jarenlang achtervolgen. Intussen werd hij een foute jongen, die doelbewust z’n school verknalde, regelmatig in vechtpartijen verzeild raakte en nogal eens het verkeerde pad opzocht.

Op zijn 38e is de Rotterdamse barbier helemaal klaar met dat verhaal van Coos & De Colafles (50 min.), over die dag waarop hij apestoned helemaal ‘out’ ging aan de waterkant. Hij wilde ’t eigenlijk mee zijn graf innemen, maar het incident blijft zich maar opdringen. Coos heeft daarom ruim een jaar thuisgezeten en wil nu eindelijk eens schoon schip maken.

Hij begint contact te leggen met de ruim twintig oude vrienden die er 25 jaar geleden bij waren. ‘Had ik een beetje meer opgelet en ik had gezien wat ze gingen doen, dan had dat niet gebeurd, hoor, vriend’, zegt zijn voormalige buurmeisje aan de telefoon. Zij windt er geen doekjes om: grensoverschrijdend gedrag. ‘In principe ben je gewoon seksueel misbruikt, hè?’

Terwijl Coos in deze documentaire van Wouter Vogel met kunstenaar Niels Egidius werkt aan een virtual reality-installatie, waarmee hij zijn traumatische ervaring invoelbaar probeert te maken voor zijn ouders, vrouw Jessica en broer Ronald geeft hij steeds meer pijnlijke details prijs over wat er zich destijds heeft afgespeeld en hoe dit hem heeft gevormd.

Intussen werkt deze delicate film toe naar het moment waarop mensen uit de directe omgeving van Coos met een VR-bril op kunnen beleven hoe hij het incident destijds heeft ervaren – en wie van de direct betrokkenen zoveel jaar na dato nog wel/niet bereid is om deze confrontatie aan te gaan.

Vogels Kun Je Niet Melken

M&N Films

Een nieuw bedrijfsmodel moet er komen voor boer Bote de Boer uit Tjerkwerd in Súdwest-Fryslân. Met behoud van vogels, zegt hij er meteen bij. ‘s Mans melkveehouderij produceert tegenwoordig alsmaar minder melk, maar hij biedt al jaren een weldadig thuis aan allerlei vogelsoorten, de grutto in het bijzonder. De romanticus Bote ontvangt de weidevogel elk jaar met open armen. Het is zijn lust en zijn leven.

Maar, constateert zijn zoon Jan Jochum nurks, Vogels Kun Je Niet Melken (100 min.). Die geven helemaal niks. Geen melk in elk geval. De Friese jongen zou het liefst gewoon verder gaan als koeienboer. Marc, een andere zoon van Bote en zijn echtgenote Astrid, heeft zijn conclusie zelfs al getrokken. Hij wil verkassen naar Portugal om daar een bedrijf te starten. Dat betekent wel dat er nu flink geld geleend moet worden – en nog jaren afbetaald moet worden. Kunnen ze die last dragen? En wat betekent dit dan voor andere toekomstplannen?

Barbara Makkinga, die enkele jaren geleden in Het Leven Gaat Niet Altijd Over Tulpen al de West-Friese tulpenkwekersfamilie Schouten (met schaatskampioen Irene in de gelederen) portretteerde, haakt in deze verstilde film in eerste instantie vooral in op Bote’s liefde voor zijn vogelgebied. Met fraai camerawerk, dat zowel de pracht en praal van de landelijke omgeving benadrukt als een kien oog heeft voor al wat daar leeft, maakt ze er een lyrische ode aan landelijk Friesland van, die op smaak is gebracht met expressieve muziek.

Tegelijkertijd is er het eeuwige gedonder over geld. Want terwijl zijn vogelpopulatie floreert produceren de koeien van De Boer dus simpelweg te weinig melk. ‘Soms vind ik het offer dat wij moeten brengen te groot’, stelt zijn vrouw Astrid daarover omfloerst. Jan Jochum, die het bedrijf wil overnemen (als er tegen die tijd nog iets over te nemen valt) is veel directer. Het kan gewoon niet uit, constateert hij zonder omhaal van woorden. ‘De enige optie is meer melken en meer koeien.’ Hij laat een korte stilte vallen en kijkt naar zijn vader. ‘En minder vogels.’

Daarmee komt het centrale dilemma voor de boerenfamilie, dat zich al de hele film heeft aangediend, eindelijk glashelder op tafel in deze kalme, oogstrelende documentaire. Waar vader Bote bezig is met natuurbeheer en de opbloeiende vogelstand, wil de rest van het gezin vooral dat er een nieuwe stal komt en dat het bedrijf weer echt rendabel wordt. (Hoe) kunnen ze die ideeën met elkaar verzoenen?

Mijn Ouders Zijn Gescheiden – Seizoen 2

Zomer Zonder Jou / EO

Jaarlijks worden tienduizenden Nederlandse kinderen geconfronteerd met die ene mededeling waarop ze echt niet zitten te wachten: wij, de mensen die je op de wereld hebben gezet, gaan uit elkaar! En daarna is werkelijk alles anders, op zijn minst voor zover zij nu kunnen kijken. In het tweede seizoen van Mijn Ouders Zijn Gescheiden laten vier jonge documentairemakers hun licht schijnen op hoe kinderen de split tussen de twee belangrijkste mensen uit hun bestaan verwerken en de uitdagingen die ze daarbij tegenkomen.

‘Als ik bij jou ben, mis ik mama’, schrijft Julie (10) bijvoorbeeld vanaf de éénoudercamping Le Gibanel in de Franse Dordogne aan haar vader. ‘En als ik bij mama ben, mis ik jou.’ Het wordt weliswaar een Zomer Zonder Jou (15 min.) in deze idyllische film van Milou Gevers (Waarom Bleef Je Niet Voor Mij?), maar mét andere kinderen die ook zonder één van hun ouders op vakantie zijn. Terwijl ze genieten van allerlei activiteiten, babbelen de kids ongedwongen over de echtscheiding – en de nieuwe partners die daarna in het spel zijn gekomen. De vakantie geeft hen de gelegenheid om deze vreemde realiteit te accepteren en even onbekommerd lol te maken.

Boos Enzo (15 min.) laat een ander aspect van echtscheiding zien: boosheid. Sinds z’n ouders uit elkaar zijn schiet de dertienjarige Enzo regelmatig flink uit zijn slof. Hij gaat erover in gesprek met een hulpverleenster, slaat zo nu en dan eens lekker tegen een boksbal aan en krijgt een vogel, Flip, die zijn zachte kant naar voren moet halen. Regisseur Nicky Maas volgt de jongen op de voet, vangt zijn opgekropte gevoelens en omkleedt dit microverhaaltje met quotes van enkele andere kinderen over hun huisdier. Via hen leren ze zichzelf een heel klein beetje beter kennen en hopelijk hun eigen gevoelens accepteren.

Nadia Shah portretteert in Rocó & Noï (15 min.) twee achtjarige vriendinnen. ‘Wij gaan niet scheiden zoals mijn ouders’, schrijft Noï aan Rocó. Later vraagt ze: heb je soms het gevoel dat je moet kiezen tussen papa en mama? Nee, knikt Rocó, terwijl ze enthousiast aan een ‘hoorn vanille’ likt. ‘Ik soms wel een beetje’, legt Noï uit. ‘Vooral met vakanties. En dat is al twee keer gebeurd. Dat was het stomste van m’n hele leven.’ Even later, in dit vlotte en vrolijk vormgegeven dubbelportretje, schrijft Rocó aan Noï dat ook haar ouders nu uit elkaar gaan. Ze wil er eigenlijk niet over praten. Terwijl de twee lekker spelen grijpt het meisje echter tóch de kans om ‘de emoji’s in haar lichaam’ eruit te laten bij haar vriendinnetje.

In Kleine Baas (15 min.) vertelt knuffel Walter het verhaal van zijn baasje Valentino, een achtjarig joch dat maar moeilijk kan accepteren dat hij zijn zusjes zo weinig ziet sinds hij met zijn vader ergens anders is gaan wonen. In deze speelse film van Soraya Pol bezoekt Valentino een kindercoach, om beter te leren omgaan met zijn boze buien. In dat kader heeft zij een lumineus idee. Juist: Walter. Zodat hij Valentino kan helpen als hij weer eens woest wordt op de wereld. Walter, waarvan de stem verdacht veel lijkt op die van rapper Rico, helpt de achtjarige jongen om te benoemen wat hem dwarszit en te vragen wat hij wil weten, bijvoorbeeld wanneer zijn vader voor het laatst heeft gehuild.

Zo wordt in deze kleine impressies uit kwetsbare kinderlevens groot leed teruggebracht tot behapbare proporties. Zodat de hoofdpersoontjes hun leven met – en soms ook tussen – twee ouders kunnen vervolgen.

Eerder verscheen er al een eerder seizoen van Mijn Ouders Zijn Gescheiden.

Omari – Geen Gezeik

Nielsz Weekhorst / BNNVARA

‘Ik ga heel slecht op me oneerlijk bejegend voelen’, stelt Selma Omari over de kritiek die ze na de breuk met rapper Boef te verduren kreeg. Als uitgesproken jonge Nederlandse vrouw met zowel Marokkaanse als Iraakse roots ligt ze sowieso permanent onder het vergrootglas en in de vuurlinie. De vlogger, influencer en zangeres uit de Rotterdamse volkswijk Crooswijk maakt van haar hart echter geen moordkuil. In Omari – Geen Gezeik (50 min.) trekt ze flink van leer tegen alles en iedereen die haar de voet dwars probeert te zetten.

‘Ik begrijp niet hoe je als vrouw op een andere vrouw kan haten’, zegt ze bijvoorbeeld. ‘Op de manier waarop er bij mij wordt gehaat. Dus het maakt niet uit wat ik doe. Mensen blijven toch wel op mijn naam spugen. Dus dan kan ik toch gewoon doen wat ik leuk vind?’ Daarbij heeft ze in elk geval geen last van valse bescheidenheid of een gebrek aan zelfvertrouwen. Selma Omari steekt haar ambities niet onder stoelen of banken: ze wil de nieuwe Kim Kardashian worden. Over enkele jaren hoopt ze haar eigen imperium te hebben, met enkele honderden personeelsleden.

Regisseur Wouter Vogel portretteert deze vurige representant van het nieuwe Nederland binnen haar natuurlijke omgeving, in Rotterdam en Casablanca, te midden ook van de mensen die haar dierbaar zijn. Omari krijgt zo ogenschijnlijk veel ruimte en laat daarbinnen, bedoeld en onbedoeld, ook echt zien wie ze is. Daarmee komt dit persoonlijke, soms lekker schurende portret heel dicht bij de biculturele vrouw Selma Omari, haar getroebleerde achtergrond en de uitdagingen waarvoor zij nog altijd staat.

Strijd lijkt daarbij sleutelwoord. Als voornaamste kenmerk van de weg die ze tot nu toe heeft afgelegd én als basishouding richting de toekomst, die in haar hoofd alleen in termen van groot, groter, grootst kan worden uitgedrukt.