Operation Dark Phone: Murder By Text

Channel 4 / Videoland

Het is alsof ze ‘de sleutels van het koninkrijk’ ontvingen, herinnert één van de betrokken Britse agenten zich. Terwijl de Coronacrisis op gang komt, krijgen specialisten van de National Crime Agency (NCA) begin 2020 plotseling toegang tot EncroChat, het systeem waarmee de georganiseerde misdaad via versleutelde mobiele telefoons communiceert. Ineens wordt een soort Pandora’s doos geopend, bomvol verwijzingen naar drugshandel, wapensmokkel en liquidaties. Maar wie gaan er schuil achter gebruikersnamen als Live-long, Tyrion Lannister en Ace Prospect?

Operation Dark Phone: Murder By Text (190 min.) combineert nagespeelde scènes van de zware criminelen met de chats en foto’s die zij gedurende 74 dagen, tijdens het begin van de pandemie, met elkaar delen. Ongefilterd, in de veronderstelling dat zij onder elkaar zijn. Intussen kan de politie, samen met collega’s uit andere Europese landen, meelezen en -kijken op deze ‘Linkedin van de georganiseerde misdaad’ en proberen te deduceren wie er verantwoordelijk zijn voor de miljoenen zeer expliciete, van geweld en illegale zaken doortrokken, berichten die zij onderling uitwisselen.

Nauwgezet reconstrueren de Britse rechercheurs in deze vierdelige serie van Luned Tonerai en Sophie Oliver  de grootschalige, internationaal gecoördineerde operatie. Het duurt niet lang of ook de Nederlandse onderwereld komt daarbij nadrukkelijk in beeld. Vanaf aflevering 2 zoomt politiechef Andy Kraag, ondersteund door de Nederlandse misdaadjournalisten Jan Meeus en Wouter Laumans, in op de groepering rond de Rotterdamse crimineel Piet Costa, die in het Brabantse dorp Wouwse Plantage een onderwereldgevangenis met martelkamer in aanbouw heeft.

Één van de direct betrokkenen, sportschoolhouder Robin van O., verschijnt zelfs voor de camera, om alle beschuldigingen ver van zich te werpen. En ook Costa’s advocaat Jan-Hein Kuijpers krijgt nog even de gelegenheid om diens straatje schoon te vegen. Intussen vorderen de pogingen van diverse politiekorpsen om criminele netwerken in kaart te brengen – fraai en overzichtelijk gevisualiseerd – gestaag. Alle betrokkenen zijn zich ervan bewust dat het niet lang kan duren voordat de gangsters in kwestie doorkrijgen dat hun volstrekt onkraakbare telefoons tóch gekraakt zijn.

Deze boeiende miniserie maakt inzichtelijk hoe zowel de politie als de criminelen, die hun tentakels hebben uitgeslagen naar landen als Frankrijk, Dubai, Spanje, Ierland en Australië, inmiddels over de landsgrenzen heen denken en zeer creatief te werk kunnen gaan. En als de internationale klopjacht via Encrochat naar z’n einde loopt – omdat de politie via het meelezen uiteindelijk ook zichzelf in de kaarten laat kijken – verplaatst die zich automatisch maar een ander terrein, waar de criminelen zich opnieuw onbespied wanen. Totdat de jagers daar weer een ingang vinden naar hun prooi.

Salo: Nee Is Misschien

Witfilm / EO

Zijn naam was vooral verbonden met het grote Ajax van begin jaren zeventig. Salo Muller, de man die Johan Cruijff, Piet Keizer en al die andere sterren van het Nederlandse totaalvoetbal masseerde en verzorgde. Enkele jaren geleden deed hij op een totaal andere manier van zich spreken: Muller dwong de Nederlandse Spoorwegen tot het betalen van vijf miljoen euro schadegeld aan de slachtoffers van de Jodenvervolging.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog vervoerden zij Joodse Nederlanders van Westerbork naar vernietigingskampen zoals Sobibor en Auschwitz. De Spoorwegen kregen daarvoor gewoon betaald. En dat werd weer gefinancierd vanuit ingeleverd Joods geld en sieraden. ‘Dat is roofgeld, bloedgeld’, zegt Muller daarover fel in Salo: Nee Is Misschien (60 min.). ‘De mensen hebben hun eigen treinkaartje betaald naar de gaskamers.’

Nu heeft de inmiddels 89-jarige Joodse Nederlander zijn blik verlegd naar Duitsland: ook Deutsche Bahn moet over de brug vormen. Documentairemaker Joris Postema gebruikt deze campagne als rode draad voor zijn portret van Salo Muller, die het leeuwendeel van zijn familie kwijtraakte tijdens de oorlogsjaren. Zelf moest hij zich staande houden op maar liefst negen onderduikadressen. Naderhand sprak hij nooit meer over de oorlog.

Totdat hij zich in 1995 liet overhalen voor een interview met de Shoah Foundation van Steven Spielberg, die zich ten doel heeft gesteld om de ervaringsverhalen van Holocaust-overlevenden op te tekenen. Dertig jaar later maakt Postema gretig gebruik van dit gesprek, waarin Muller zijn levensverhaal doet. Hij was nog maar zes jaar oud toen zijn ouders in 1942 via de beruchte Hollandsche Schouwburg werden afgevoerd.

Dat is een tamelijk klassiek overleversverhaal, dat later nog extra kleur krijgt als Muller verhaalt over zijn periode bij Ajax. Hij claimt bijvoorbeeld een belangrijke bijrol in de klassieke goal van Johan Cruijff tegen ADO Den Haag: als die vanaf de zijlijn, met een rolletje verbandgaas dat de fysiotherapeut hem net heeft overhandigd, naar binnen komt en met een boogbal over de keeper scoort. ‘Door mijn aanwijzingen en mijn bandje.’

Het interessantst wordt deze tv-docu echter als Muller reageert op actuele ontwikkelingen in Israël, de verkiezingswinst van de PVV, het veelbesproken bezoek van de Israëlische president Herzog aan zijn stad Amsterdam en de rellen na de wedstrijd Ajax – Maccabi Tel Aviv. Hij is strijdbaar en maakt zich zorgen over toenemend antisemitisme. En Joris Postema schroomt niet om ook kritische vragen te stellen.

Dan is Salo: Nee Is Misschien ineens niet meer een film die over het verleden gaat, maar een urgent verhaal over het hier en nu. Waarin Salo Muller uitdrukt wat een deel van de Joodse Nederlanders denkt: ze voelen zich niet meer altijd veilig. Net als toen: in een tijd die nooit mag worden vergeten en toch langzaam van ons lijkt weg te glippen.

Ik Zeg Je Eerlijk

NTR

‘Ik identificeer mij als een meisje of een vrouw’, begint Peter ‘Musa’ van Maaren het kennismakingsgesprek waarmee hij zijn les ‘culturele, religieuze en seksuele diversiteit’ voor leerlingen van de basis- en middelbare school opent. De meisjes uit de kring staan op. En de jongens kijken toe. Volgende stelling: ‘anderen zien mij als een meisje of een vrouw.’ Verbazing alom. Want Peter staat zelf ook op. ‘Écht?’ vraagt de jongen naast hem. ‘Ja’, antwoordt Peter. ‘Ja, dat kan.’ Volgende stelling: ‘ik geloof in een God.’ En ook dan staat Peter op. Hij is moslim.

In de korte documentaire Ik Zeg Je Eerlijk (24 min.) volgt Eva Nijsten wat Van Maaren te weeg brengt bij verschillende groepen pubers. Haar film is opgebouwd uit verschillende kringgesprekken, waarbij net zo vaak luisterende jongeren in beeld zijn als degenen die het woord nemen of krijgen. Onderwerpen als zoenen (voor de huwelijksnacht), internetporno en geaardheid passeren de revue. Op gezette tijden toont Nijsten bovendien als intermezzo wat er zoal op schoolmuren is geschreven, gekalkt of gekerfd. Grappige, seksueel getinte of onverdraagzame tekeningen of boodschappen.

Halverwege confronteert Peter van Maaren de diverse groepen jongeren met zichzelf: als kleine katholieke jongen was Petertje verliefd op Zwarte Piet. Later als tiener had hij ‘voor de schijn’ verkering met Monique. Totdat haar ouders eens een avondje weg waren…. ‘Ik was gewoon een vette homo’, vertelt hij over die tijd, zonder omhaal van woorden. ‘Maar ik probeerde wel hetero te worden.’ Het noopt een islamitische jongen, rechts van hem, tot een reactie: ‘De dingen die u nu doet is allemaal voor niks’, zegt die gedecideerd. ‘Want homo is niet geaccepteerd in de Islam.’

Peter van Maaren lijkt echter niet op zoek naar de confrontatie. Hij blijft de dialoog aangaan, op zoek naar verbinding. En daarmee lijkt hij de meeste tieners – en vast ook het leeuwendeel van de kijkers van deze boeiende gespreksfilm – wel te kunnen ontwapenen.

Beelden Van Piet Hein

NTR

Denkbeelden zijn veranderlijk, stelt Tim van den Hoff in zijn documentaire Beelden Van Piet Hein (69 min.). Standbeelden niet. Van de heldenstatus van Piet Hein (1577-1629) lijkt bijna vierhonderd jaar na zijn dood in elk geval weinig over. Op diverse plekken in Nederland zijn eerbetonen aan de Hollandse zeeheld te vinden, die zo langzamerhand nodig gerestaureerd moeten worden – als ze al niet beklad zijn door activisten. Want moeten zulke negatieve symbolen van het kolonialisme niet gewoon subiet worden verwijderd?

Behalve in Nederland, waar Van Den Hoff ‘vier eeuwen van heldenverering, propaganda en verzamelwoede, van nationale trots en zwarte bladzijdes’ aantreft, is Piet Hein tevens een bekende figuur in Cuba. Bij de baai van Matanzas zou hij in 1628 immers de veelbezongen zilvervloot, kostbaarheden van de Spaanse koloniën in Amerika, hebben buitgemaakt op Spanje. En daarmee verkreeg die Nederlandse admiraal ook een mythische status op het Caribische eiland, waar een plaatselijke kunstenaar nu de opdracht krijgt om zijn standbeeld een opfrisbeurt te geven.

Intussen ligt de zeevaarder in eigen land dus onder vuur. Hij is de belichaming geworden van een zwarte bladzijde uit de Nederlandse geschiedenis, een man die direct wordt geassocieerd met het slavernijverleden van ons land. Als de gemeente een ‘emotienetwerksessie’ organiseert bij zijn standbeeld in het Rotterdamse Delfshaven, komt er bijvoorbeeld nogal wat opgekropte woede boven. Deze kerel van stavast – de rechterhand op zijn bevelhebbersstaf, de linker om het gevest van zijn degen – wordt door sommige aanwezigen beschouwd als de archetypische ‘grote boze witte man’.

De tegenstrijdige gevoelens die Piet Hein tegenwoordig oproept hebben ook hun weerslag op de restauratie van zijn grafmonument in Delft. Moet die worden uitgelegd als heldenvereniging, van een man die met hedendaagse ogen bekeken toch bepaald niet van onbesproken gedrag is? En als we er dan tóch mee aan de slag gaan, vraagt directeur Nyncke Graafland van de Oude en Nieuwe Kerk Delft zich af, is het dan niet logisch om ook dat botje en haar van Piet Hein, die nu tot de collectie van het Rijksmuseum behoren, daarna met hem te begraven? Hoe denken ze daar bij het museum over?

Trefzeker en zeker ook niet zonder humor schetst Tim van den Hoff de actuele status van een nationale held, die met de jaren in een ander daglicht is komen te staan – en die, wie ’t weet mag ‘t zeggen, over een tijdje mogelijk nóg weer anders wordt bekeken. Hoe ga je om met zo’n omstreden icoon, rekenend houdend met zowel de historie als de hedendaagse gevoeligheden? Van den Hoff dient alle verwikkelingen op met een lekker losse voice-over en een weelderige soundtrack van componist Ernst Reijseger en belicht zo op luchtige wijze een gevoelig maatschappelijk thema.

Godvergeten

Rik Devillé / VRT

‘De eerste doos’, zegt de Belgische priester en auteur Rik Devillé terwijl hij ‘een dossierke’ uit zijn persoonlijke archief opent. ‘Nog één die misbruikt is, nog één zijn leven verwoest.’ Intussen nemen die ‘dossierkes’ plaats voor de camera: gewone Vlamingen die Devillé in vertrouwen namen over hoe ze seksueel waren misbruikt door een pater of priester. Die vergrijpen, stelselmatig toegedekt door de katholieke kerk, zijn veelal officieel verjaard, maar voor de slachtoffers blijven ze akelig actueel.

Neem het bijzonder schrijnende geval van Piet. Als tiener werd hij eind jaren vijftig op de Abdijschool in Dendermonde misbruikt door de monnik Dom Robert. Piet kon er niet mee leven, Robert wel. ‘Dat je het lef hebt om naar de begrafenis van je slachtoffer te komen.’ Piets oudere zus Dianne, die nog veel meer klappen te verwerken zou krijgen als gevolg van het misbruik, kan er nog altijd niet bij. ‘Dat is eigenlijk arrogant tot-en-met’, zegt de bejaarde Vlaamse vrouw tegen Béatrice, de zus van Damien.

En Damien werd precies twintig jaar later, nadat zijn moeder was overleden bij een verkeersongeluk, op de Abdijschool in Dendermonde eveneens slachtoffer van dezelfde geestelijke. En ook Damien wilde of kon uiteindelijk niet meer leven met de herinneringen daaraan. ‘Dom Robert is naar de begrafenis gekomen’, vertelt Béatrice. ‘Die is daarna nog naar de koffietafel gekomen. Die heeft zitten praten met mijn familie en die heeft zitten praten met mijn papa. Ongelooflijk, hè?’

De vierdelige serie Godvergeten (191 min.) is een opeenstapeling van zulke aangrijpende ervaringsverhalen. Van grondig gesloopte mensen, die een half leven lang hebben gezwegen. Intussen bleef de katholieke kerk de zaken afdekken. De in opspraak geraakte geestelijke werd meestal direct overgeplaatst (waar hij dan vaak gewoon weer zijn gang kon gaan). En zijn slachtoffers en hun familie, als die al was ingelicht, werden onder druk gezet om vooral hun mond te houden.

Het zijn, helaas, bekende verhalen. Vanuit kerkgemeenschappen in de hele wereld zijn ze de afgelopen jaren losgekomen. Intern waren ze natuurlijk allang bekend. Er werd alleen welbewust over gezwegen. Stilte als wapen. Voor menigeen is kardinaal Danneels de verpersoonlijking daarvan. Toen hij zich publiekelijk uitliet over De Zaak Dutroux en daarbij zowaar sprak over het toedekken van pedofilie en misbruik – niet binnen de katholieke kerk, natuurlijk – kwam er eindelijk wat los.

Zeker toen bleek dat Roger Vangheluwe, de bisschop van Brugge, hoogstpersoonlijk betrokken was bij de pedofiele praktijken. Hij had jarenlang zijn eigen neefje misbruikt. En die had weer geluidsopnames gemaakt waarop zijn oom bekende. Behalve stug blijven zwijgen had de kerk echter nog veel meer wapens: ontkennen, bagatelliseren, krokodillentranen plengen, traineren en afkopen. Totdat de talloze slachtoffers zich niet alleen gebruikt maar ook murw gebeukt voelden.

Zo liefdeloos kan een kerkgemeenschap toch niet met zijn kinderen omgaan? Elke keer als deze ontluisterende miniserie van Ibbe Daniëls en Ingrid Schildermans de bodem wel lijkt te hebben bereikt, volgt er echter nóg een persoonlijke getuigenis – nét even anders, maar steeds weer verrassend plastisch en zeker zo pijnlijk – waarmee het schandaal nog eens wordt verdiept en verbreed. Totdat de gifbeker he-le-maal leeg is. Alleen blijkt ook dat weer ijdele hoop…

Trailer Godvergeten

Ga Terug En Haal Het

Tomtit Films / VPRO

Wat is de erfenis van de grootschalige Black Live Matters-demonstraties in de zomer van 2020? Die vraag wil Clarice Gargard exploreren in deze intuïtieve ontdekkingstocht. ‘Staan we nu op een kantelpunt?’ vraagt ze zich af. ‘Is dit hoe verandering ontstaat?’

Ga Terug En Haal Het’ (53 min.), start een soort stationsomroepster vervolgens de reis langs verzetsverhalen – van het verleden via het heden naar de toekomst – die op het punt staat om te beginnen. ‘Herinner wat u vergeten bent.’ Is deze steeds terugkerende stem, begeleid door beelden van voorbijrazende nachtelijke treinstations, een metafoor voor hoe zwarte mensen zichzelf moeten vinden, binnen een wereld waarin wit al sinds jaar en dag dominant is? Want, zo werpt de omroepstem nog op, ‘hoe reis je verder als je niet weet waar je vandaan komt?

Gargard gaat in Nederland, Suriname en Curaçao op zoek naar alledaags verzet van zwarte Nederlanders. Dat heeft zich door de jaren in allerlei gedaanten gemanifesteerd. Ze spreekt bijvoorbeeld André Reeder, ooit lid van de links-marxistische Surinaamse studentenvereniging. In 1982 maakte hij een film over de abominabele huisvesting van Surinaamse studenten in Nederland. Lulu Helder organiseerde in 1996 de allereerste anti-Zwarte Piet-actie ‘Zwarte Piet is zwart verdriet’. ‘Hoe lang moeten we wachten op een gelijkwaardige positie in deze samenleving?’ verzucht zij.

Deze voorbeelden weerspreken in elk geval het hardnekkige beeld dat zwarte Nederlanders hun achtergestelde positie al die tijd lijdzaam zouden hebben ondergaan. In Curaçao ontmoet Gargard verder Jeanne Henriquez, de conservator van het Tula museum. Als je je eigen geschiedenis niet kent, dan wordt het moeilijk om te geloven in jezelf, stelt zij. ‘Want je hebt niet geleerd wie je bent.’ Het pleidooi van al Gargards gesprekspartners komt in essentie neer op het herschrijven van de geschiedenis: loskomen van het kolonialisme en onderdrukking en het (h)erkennen van jezelf.

Dat proces krijgt gaandeweg voor de maakster zelf een steeds persoonlijker karakter en mondt tijdens een Winti-ritueel, tevens het eindstation van deze wat grillige en breed uitwaaierende film, uit in een emotionele climax. ‘Wij creëren zelf, steeds opnieuw, de kantelpunten die voor verandering zorgen’, concludeert Clarice Gargard daarna. ‘Wanneer we ons herinneren wie we zijn, waar we vandaan komen én besluiten actie te ondernemen.’

Akwasi

Videoland

Die ene omstreden uitspraak tijdens de Black Lives Matter-demonstratie van 1 juni 2020 vormt het startpunt voor de documentaire Akwasi (51 min.): ‘Op het moment dat ik in november een Zwarte Piet zie, ik trap hoogstpersoonlijk op z’n gezicht.’ De ‘slip of the tongue’ gaat in de maanden daarna een eigen leven leiden en zet allerlei ontwikkelingen in gang, waardoor de welbespraakte rapper indringend wordt geconfronteerd met de wereld om hem heen én zichzelf.

Johan Derksen, Geert Wilders en talloze anonieme onverlaten gaan helemaal los op Akwasi Ansah, die wordt weggezet als de archetypische ‘angry black man’. Al snel volgen er concrete bedreigingen. ‘Ik denk dat heel veel witte mensen zwarte mensen accepteren, tolereren, zolang je aan het beeld dat zij van je hebben voldoet’, zegt zijn vriend Mitchell Esajas. Hij legt uit: ‘Je mag protesteren, maar wel vreedzaam. Je mag iets zeggen over racisme, maar wel wanneer wij dat acceptabel vinden, dus niet tijdens de Sinterklaasperiode. Doe het maar daarbuiten.’

Deze documentaire van Remco Garcia laat met persoonlijke vlogs en intieme beelden vanuit de familiekring zien welke impact de commotie en dreigementen hebben op Akwasi, zijn vrouw Ahisha Ansah en hun kinderen, bijvoorbeeld als er een poederbrief wordt bezorgd of een stel boosaardige zwarte pieten voor de deur staat. Medestanders zoals schrijver Adriaan van Dis, rapper Bizzey, documentairemaker Sunny Bergman en rapper/zanger Typhoon geven daarbij duiding en context.

Iets meer tegengeluid of kritische vragen over Akwasi’s eigen rol in de controverses zouden daarbij welkom zijn geweest, al is het duidelijk niet Garcia’s bedoeling om z’n hoofdpersoon het vuur aan de schenen te leggen. Deze film wil zijn kant van het verhaal laten zien en werkt uiteindelijk toe naar het moment waarop Akwasi, in het najaar van 2020, betrokken raakt bij de ledenwerfactie van Omroep Zwart, dat een nieuw, kleurrijk geluid wil toevoegen aan het vaderlandse omroepbestel.

Daarmee lijkt het verhaal van deze uitgesproken stem van het hedendaagse Nederland overigens nog lang niet afgerond. Deze film is vooral een tussenopname, de weerslag van een formatieve periode uit zijn bestaan als opinieleider.

Op Hete Kolen: Het Leven Volgens Emile Ratelband

Videoland

Het zou toch wat zijn, hè? Als uit Op Hete Kolen: Het Leven Volgens Emile Ratelband (140 min.) ineens zou blijken dat Emile Ratelband, de man die eind jaren tachtig met ontzettend veel bombarie het Neuro Linguïstisch Programmeren (NLP) heeft geïntroduceerd in Nederland en sindsdien geen moment uit het nieuws lijkt te zijn verdwenen, in werkelijkheid een diepzinnige, bescheiden en genuanceerde man is, die al die tijd schromelijk tekort is gedaan door alles en iedereen die de strontkar over hem uitreed.

Jaren waarin hij hele volksmassa’s over, ja, hete kolen liet lopen, te pas en (vooral) te onpas de strijdkreet Tsjakka! schreeuwde, een schier eindeloze stroom spraakmakende optredens in de media gaf, met botte opmerkingen Jan en alleman tegen zich in het harnas joeg, en plein public ruziede met een aanzienlijke collectie exen en als slagroom op de taart een rechtszaak aanspande om zijn gevoelsleeftijd, twintig jaar jonger natuurlijk, geregistreerd te krijgen als zijn werkelijke leeftijd. Om maar eens wat te noemen.

Dat er als het ware nog een Emile in die Ratelband verscholen blijkt te zitten. Wees gerust. Ratelband is al wat er is. En dat is méér dan genoeg voor een interessant portret. Dat ook. Hij wordt in deze miniserie opgewacht door filmmaker Roy Dames, een maker die doorgaans wel raad weet met uitgesproken persoonlijkheden: van bokser Rudi Lubbers en Foute Vriend Jantje van Amsterdam tot schuinsmarcheerder Gilbert Heijndels en de recalcitrante kunstenaar Rob Scholte.

Ratelband is net bezig om met de twee jongste van in totaal acht (!) kinderen – en nummer negen is schijnbaar op komst – te emigreren naar Thailand als Dames bij hem aansluit. Van tevoren wil hij in Nederland de opslagruimte met zijn persoonlijke archief nog eens uitmesten. Dat is meteen een logische aanleiding om eens goed terug te blikken op een, to say the least, veelbewogen leven. En Ratelband vindt het zelf ook wel een fijn idee dat zijn leven eens goed wordt gedocumenteerd, zodat zijn (achter)kleinkinderen ‘de genialiteit van hun opa’ kunnen zien.

Zo ontstaat een lekker schurende vertelling over een man die verbaal wild om zich heen slaat (herhaalde opmerkingen over ‘dat domme wijvengelul’ bijvoorbeeld, of het grapje ‘ik heb zijn adres, voor het geval ik een bom in zijn huis wil leggen’), op commando lijkt te kunnen huilen en soms toch ook weer zijn grote hart toont. Zo biedt hij bijvoorbeeld tijdelijke woonruimte aan enkele daklozen. Ze krijgen wel meteen te horen dat hij ze ‘eruit flikkert, dwars door de ruit heen’ als ze zich misdragen – én zodra er gebouwd kan worden voor luxueuze appartementen, dat ook.

Tussendoor komen bekende incidenten uit de roemruchte Ratelband-historie aan de orde (zoals zijn epische ruzie in het tv-programma Spijkers met hoogleraar Piet Vroon, waaraan presentator Jack Spijkerman 25 jaar na dato overigens compleet andere herinneringen blijkt te hebben dan de hoofdpersoon), gaat hij op bezoek bij zijn onlangs overleden broederhork Willibrord Frequin en raakt de overtuigde ‘positivo’ met zijn biograaf Henk Verhaeren opnieuw verzeild in een twistgesprek, dat alle tekenen vertoont van een héél slecht toneelstuk.

Dames volgt zijn hoofdpersoon tijdens diens (werk)leven en geeft hem ruimte om zijn persoonlijke thema’s te delen (zoals het onrecht dat zijn vader, die in de oorlog als ‘fout’ werd betiteld omdat hij als bakker aan de ‘moffen’ leverde, zou zijn aangedaan), maar zoekt met andere bronnen ook naar waar Ratelbands werkelijkheid botst op de waarheid van alle anderen. Dat blijft te allen tijde prikkelend en amusant – al blijven er hier en daar ook nog wel wat losse eindjes achter.

Op Hete Kolen komt uiteindelijk tot een climax in een kostelijke slotscène, waarin Ratelband een familieopstelling die hij van een NLP-collega aangeboden heeft gekregen volledig ontregelt. Het is een prachtige illustratie van wie hij is: een man die maar één weg kent. Zijn eigen weg, die bezaaid is met ‘roadkill’. En die gaat hij nu alweer ruim zeventig jaar vol overgave: recht voor zijn raap, met nauwelijks oog voor anderen en zonder enige vorm van zelfreflectie.

Het Gedoogdrama

Kathleen Ferrier / BNNVARA

De politieke spanning van het moment culmineert in dat ene moment op het CDA-congres van 2 oktober 2010: als partijprominent Camiel Eurlings salueert naar politiek leider Maxime Verhagen, die het CDA een minderheidskabinet met de VVD, met gedoogsteun van de PVV, wil binnenloodsen. ‘Maxime, jij hebt hier uit je hart gesproken’ houdt Eurlings, die zich maar al te bewust lijkt van de camera, een emotioneel betoog. ‘Je bent een Christen-Democraat in hart en nieren. Jij zult onze idealen nooit verloochenen!’ Verhagen neemt de loftuitingen met een stralende glimlach en trotse vuist in ontvangst en verlaat het congres als beoogd vicepremier van het omstreden kabinet.

Het onvergetelijke tafereel ontbreekt natuurlijk niet in Het Gedoogdrama: Regeren Met Populistisch Rechts (55 min.), een journalistieke reconstructie van de totstandkoming en korte regeerperiode van Rutte I, en is net als andere archiefbeelden geprojecteerd op meubels van Sociëteit De Witte in Den Haag. Op die statige plek, vlakbij Het Binnenhof, gaat interviewer Frénk van der Linden in gesprek met politieke insiders uit die turbulente tijd. De absolute hoofdrolspelers Mark Rutte (VVD), Maxime Verhagen (CDA) en Geert Wilders (PVV) weigerden overigens mee te werken aan deze tv-film, die werd geregisseerd door Piet de Blaauw. En ook de bekendste CDA-dissident tijdens de formatie, Ab Klink, laat verstek gaan.

PVV-kamerlid Hero Brinkman, VVD-minister Ivo Opstelten en -staatssecretaris Fred Teeven, CDA-voorzitter en staatssecretaris Henk Bleker, CDA-minister voor Immigratie en Asiel Gerd Leers, PvdA-leider Job Cohen en het kritische CDA-kamerlid Kathleen Ferrier zijn nochtans prima in staat om vanuit verschillende perspectieven de achterkant van de politieke gebeurtenissen te schetsen. Waarbij er en passant nog een saillant nieuwtje boven tafel komt over oud-premier Ruud Lubbers, die vanwege zijn rol als informateur kan worden beschouwd als geestelijk vader van de omstreden samenwerking.

Het Gedoogdrama wordt zo een interessante terugblik op een woelige periode uit de recente politieke historie, die tevens de start betekende van het premierschap van Mark Rutte dat tot de dag van vandaag voortduurt, het CDA in een diepe crisis zou storten en de PVV, de partij die de ongemakkelijke gelegenheidscoalitie uiteindelijk opblies, tot nader order zou veroordelen tot de oppositie. En hoewel Wilders en de zijnen weer hoog staan in de peilen, is het de vraag of daar na de komende verkiezingen verandering in gaat komen. Voor een meerderheidskabinet zijn vermoedelijk (in elk geval) dezelfde drie partijen nodig. Het lijkt niet waarschijnlijk dat die opnieuw samen een avontuur – laat staan in zo’n vermaledijde gedoogconstructie – willen aangaan.

De Sobibor Tapes – De Vergeten Interviews Van Jules Schelvis

Het kamp zelf was volledig van de aardbodem verdwenen. Met de grond gelijkgemaakt. De herinneringen aan Sobibor bleken veertig jaar later echter nog springlevend. Jules Schelvis, een Nederlander die het nazi-vernietigingskamp overleefde, wilde de verhalen van die overlevenden vereeuwigen. Zodat er toch nog iets van deze plek des doods, waar zo’n 170.000 mensen werden vermoord, bewaard zou blijven.

Samen met schrijfster en slaviste Dunya Breur sprak Schelvis begin jaren tachtig twaalf mensen die de hel levend verlieten, voor wat een document in de traditie van Shoah moest worden. Dat zou er tot zijn grote verdriet alleen nooit komen. Vijf jaar na zijn dood vormen de opnamen van die getuigenissen alsnog de basis voor een documentaire: De Sobibor Tapes – De Vergeten Interviews Van Jules Schelvis (56 min.), gemaakt door filmmaker Piet de Blaauw en cameraman Jan Pieter Tuinstra.

Met historicus Johannes Houwink-ten Cate, Jetje Manheim van de Stichting Sobibor en oud-journalist Cees Labeur reconstrueren zij de pogingen van Schelvis en Breur om een film over het vernietigingskamp te maken en zoomen ze natuurlijk ook in op de fameuze opstand in Sobibor op 14 oktober 1943. Schelvis sprak in dat kader met de Russische leider Sasha Pechersky en enkele andere oproerlingen. Zij lijken de gebeurtenissen die hun hele verdere leven definieerden opnieuw te beleven voor de camera.

‘Tijdens de opstand zijn er zeer veel mensen omgekomen’, heft Pechersky bijvoorbeeld met betraande ogen en overslaande stem het glas met enkele lotgenoten, in één van de aangrijpendste scènes. ‘Onze vrienden zijn van ons weggerukt, doodgeschoten. Ik stel voor om de nagedachtenis van onze gevallen kameraden aan wie wij ons leven te danken hebben te eren met een minuut stilte.’ En daar staan ze, breekbare oude mannen die in desperate tijden hun rug rechtten en die duidelijk nog altijd een enorme last met zich meetorsen.

Behalve een eerbetoon aan al die verloren of geschonden levens is deze gedegen tv-docu natuurlijk ook een hommage aan Jules Schelvis zelf, een man die in Sobibor zijn jonge echtgenote Rachel verloor en tot op hoge leeftijd geplaagd zou worden door demonen uit het verleden. De oorlog zou hem nooit meer loslaten. En hij zou de oorlog nooit meer loslaten. Deze voltooiing van zijn levenswerk doet de man recht.

Oproerkraaiers

Raymond van Mil / VPRO

‘Volgens mij kan je enkel onverschillig blijven tegenover leed als je je ervoor afsluit’, constateert Sunny Bergman halverwege Oproerkraaiers (59 min.) ‘En misschien zorgt juist dat afsluiten ervoor dat we degenen die onze ogen willen openen als aanstellers, als overdreven drammers, ervaren. We vinden ze irritant omdat ze ons op iets wijzen dat we niet willen zien. En daarna geven we de zogenaamde drammers de schuld van polarisering.’

Het is een conclusie, die haar zelf natuurlijk goed uitkomt. Want met haar strijd tegen Zwarte Piet en institutioneel racisme behoort Bergman in de ogen van veel anderen ook tot die groep drammers. In deze nieuwe film duikt ze verder in de wereld van het Nederlandse activisme: van haar eigen natuurlijke omgeving bij Kick Out Zwarte Piet tot de fanatieke klimaatactivisten van Extinction Rebellion en de Jane Unchained Europe-demonstranten die zich manifesteren bij slachthuizen (en Bergman zelf tot het verfoeide ‘redelijke midden’ rekenen omdat zij nog gewoon dierlijke producten eet).

‘Een dag niet gedemonstreerd is een dag niet geleefd’, stelt beroepsactivist Frank van der Linde, terwijl hij met een megafoon leuzen schreeuwt naar het hoofdkantoor van booking.com. Hij voert fulltime actie, komt regelmatig in aanvaring met de autoriteiten en is inmiddels thuisloos geworden. Van der Linde is ook aanwezig bij de grote Black Lives Matter-demonstratie in Amsterdam, na de moord op de zwarte Amerikaan George Floyd, waar Sunny’s gehele natuurlijke entourage bij elkaar lijkt te komen.

Met haar camera begeeft ze zich ook buiten haar eigen bubbel en neemt plaats in de tractor van Mick, een actievoerder van Farmers Defence Force. Overtuigd van zichzelf legt die club geregeld half Nederland plat. Te midden van de boeren verbaast Bergman zich er wel over dat die echt geen ‘activist’ genoemd willen worden. ‘Dat is heel wat anders’, volgens twee mannen. ‘Ik versta onder activisten toch wel wat agressievere mensen’, legt een vrouw uit. ‘En zo agressief zijn wij niet. Wij houden ‘t netjes.’

Bergman kan vervolgens de verleiding niet weerstaan om het grote geld achter de boerenprotesten aan te snijden. Worden die niet gefinancierd door zuivelproducenten en veevoederbedrijven, die simpelweg hun eigen nering proberen te beschermen? Haar vader, een gezworen communist, zou zeggen: het is allemaal de schuld van het grootkapitaal. En dat zou je de gemene deler van al die protestacties kunnen noemen. Het gaat vrijwel altijd om gewone mensen die zich stelselmatig niet gehoord of gewaardeerd voelen. Toch zijn zij ‘t, stelt Bergman met een blik op het verleden vast, die uiteindelijk voor wezenlijke verandering zorgen. Zonder al die oproerkraaiers zou Nederland nooit het land zijn geworden dat het nu is.

Ofwel: radicaal wordt ooit normaal. Het is de optimistische slotsom van deze aardige rondgang langs idealisme, strijdbaarheid en belangenbehartiging.

Schijnbewegingen: Over Voetbal En Dans

Rudi van Dantzig & Johan Cruijff / NOS Collectie Rudi van Dantzig

Hij oogt als een vis in het water: Johan Cruijff in een balletzaal. Geconcentreerd kijkt de beste Nederlandse voetballer aller tijden toe hoe choreograaf Rudi van Dantzig aan het werk is met Clint Farha, de topdanser van het Nationaal Ballet. Hij herkent de hand van de meester. Van Dantzig geeft het ritme aan en laat zijn protegé zweten. Er wordt urenlang gerepeteerd.

‘En iemand wie keihard traint’, stelt Cruijff op geheel eigen wijze in Schijnbewegingen: Over Voetbal En Dans (59 min.) uit 1988. ‘Dat is bloed, zweet en tranen.’ De toenmalige trainer/coach van Ajax, in die tijd vrijwel altijd met een sigaret in de hand, heeft tegenover Van Dantzig plaatsgenomen voor een tweegesprek onder leiding van Frits Barend, waarin de overeenkomsten tussen voetbal en ballet worden onderzocht. Van Dantzig stelt op zijn beurt dat hij zich regelmatig heeft laten inspireren door het Ajax van Cruijff en Michels.

Voor hedendaagse begrippen zou het dubbelinterview met de twee grootheden soms wel een zetje of wat meer tempo kunnen gebruiken. Het wordt in deze tv-docu, geregisseerd door Piet Erkelens en Pim Marks, echter omlijst door fraaie sequenties van een indrukwekkende solo van Farha (op Bachs Air On G String) en hoogstandjes van topspits Marco van Basten (opgeleukt met lekker campy jaren tachtig-muziek).

Schijnbewegingen wordt bovendien tot een fraaie climax gebracht met een meeslepende parallelmontage van een voorstelling van de excellerende Farha en het Nationaal Ballet en een Europa Cup 2-wedstrijd waarin het Ajax van Van Basten, Menzo en Rijkaard het in de eigen Meer opneemt tegen het Zweedse Malmö FF. Sport en kunst verworden in die apotheose voor heel even tot elkaars evenbeeld.

Naderhand geeft Van Dantzig zijn protegé in de coulissen een welgemeend schouderklopje en wordt in de Ajax-kleedkamer luidkeels ‘Johan Cruijff, Johan Cruijff, Johan Cruijff, Johan Cruijff, Johan Cruijff, Johan Cruuuiiijjjff’ gezongen.

Hier Komt Piet Hein Eek

hierkomt

Donderdag herhaalt Het Uur Van De Wolf de boeiende documentaire Hier Komt Piet Hein Eek (55 min.) over de uiterst succesvolle Eindhovense ontwerper. Eek is de man die sloophout van de stort redde en er basismateriaal voor zeer gewilde designmeubels van maakte. Sinds kort heeft hij zelfs een eigen collectie bij Ikea, genaamd JASSA.
Regisseur Niek Koppen zoekt in zijn portret van Piet Hein Eek en het bedrijf dat hij samen met enkele getrouwen heeft opgebouwd de spanning op tussen de kunstenaar en de ondernemer Eek. Hoe kan hij zijn werkplaats, winkel en restaurant draaiende houden en toch trouw blijven aan zijn eigen ideeën en idealen?
En wie/wat moet er wijken voor Eeks ambitie?