The Six Billion Dollar Man

Charlotte Street Films

Regisseur Eugene Jarecki hamert ‘t er bij de start van The Six Billion Dollar Man (129 min.) nog even in: vóórdat Julian Assange een hacker, een verkrachter en een spion werd (genoemd), was hij de man die in 2010 met WikiLeaks de beruchte Collateral Murder-video publiceerde. Schokkend beeldmateriaal waarmee ondubbelzinnig werd aangetoond dat Amerikaanse militairen zich in Irak schuldig maakten aan oorlogsmisdaden.

Want daar ligt de oorsprong van al wat Assange daarna overkwam: een beschuldiging van seksueel misbruik in Zweden, een jarenlang verblijf als verstekeling op de Ecuadoriaanse ambassade te Londen en daarna nog een tragische periode van eenzame opsluiting in de Engelse gevangenis Belmarsh. Een rechtsgang – lees: martelgang – die in totaal toch al gauw veertien jaar in beslag heeft genomen.

Dat proces is natuurlijk al op diverse momenten en vanuit verschillende gezichtspunten opgetekend in gewaardeerde documentaires zoals We Steal Secrets: The Story Of WikiLeaks (2013), Ithaka: A Fight To Free Julian Assange (2021) en A Dangerous Boy (2024). Niet eerder werd dit verhaal echter zo compleet, goed gedocumenteerd en meeslepend gepresenteerd als in deze essentiële film van Eugene Jarecki.

Jarecki (The Trials Of Henry Kissinger, The House I Live In en The King) moest zijn film volgens eigen zeggen in Duitsland maken, omdat in het huidige Amerika niemand z’n vingers eraan wilde én wil branden. Niet vreemd: Julian Assange wordt, zéér overtuigend, geportretteerd als het slachtoffer van een buitengewoon geraffineerde Amerikaanse lastercampagne, die in feite neerkomt op ‘een slow-motion publieke executie’.

De documentairemaker kan daarvoor terugvallen op een ware sterrencast, met Edward Snowden, Sigurdur ‘Siggi The Hacker’ Thordarson, Naomi Klein, Yanis Varoufakis en Chelsea Manning. Zelfs Vivienne Westwood en, jawel, Pamela Anderson, die Assange opzochten tijdens zijn ballingschap, sluiten nog even aan. Alleen de man zelf ontbreekt. Hij wordt vertegenwoordigd door zijn vrouw Stella Moris en advocate Jennifer Robinson.

De onkreukbare Robinson, Assanges trouwste metgezel in een episch juridisch gevecht, fungeert tevens als verteller. Zij scheidt, vanuit het perspectief van haar cliënt, het kaf van het koren in een tragische zaak die uiteindelijk uitmondt in koehandel tussen de leiders van Ecuador en de Verenigde Staten, Moreno en Trump. Voor een slordige zes miljard dollar wordt de banneling van de hand gedaan – en in een Britse cel gesmeten.

The Six Billion Dollar Man belicht de zaak in z’n volle omvang. Rond een man die – of je nu sympathie voor hem hebt of niet; alsof dat er eigenlijk toe doet – stelselmatig kapot is gemaakt. Een kwaadaardig geval van ‘kill the messenger’, waarvan iedereen die belang hecht aan het vrije woord ernstige buikpijn zou moeten krijgen. Julian Assange bekent uiteindelijk wel schuld: ‘I plead guilty to journalism’, zegt de Man van Zes Biljoen cynisch.

Connected

SkyShowtime

Als de Russische oppositieleider Aleksej Navalny begin 2021 wordt gearresteerd, kiest de man die hem al jaren openlijk steunt, Dmitry Borisovitsj Zimin, de vlucht naar voren. Hij verlaat zijn geboorteland en zal er ook nooit meer terugkeren. Binnen een jaar is ‘Dim’ er zelfs helemaal niet meer. De bijna negentigjarige oprichter van de telecomgigant VimpelCom, het eerste Russische bedrijf op de beurs van New York, heeft voor een zachte dood gekozen, op zijn eigen voorwaarden.

In de interessante documentaire Connected (105 min.) van Vera Krichevskaya vertelt zijn veel jongere vriend en compagnon Augie Fabela hun verhaal. Samen gingen ze halverwege de jaren negentig, toen de Sovjet-Unie uiteen was gevallen en de aartsvijanden van de Koude Oorlog toenadering zochten tot elkaar, met hun startup naar de beurs. De Rus Zimin en de Amerikaan Fabela, een kind van Mexicaanse en Colombiaanse immigranten, werden vrienden voor het leven.

Later kregen ze met hun bedrijf te maken met nietsontziende Russische criminelen, die uit waren op hun geld, en werden ze geconfronteerd met een nieuwe autocratische leider, Vladimir Poetin, en de corrupte clan die zich daaromheen verzamelde. Rusland begon, op een totaal andere manier, net zo’n totalitaire staat te worden als de Sovjet-Unie. Zimin trok er zijn conclusies uit. Hij verliet de business en besloot zijn aanzienlijke fortuin beschikbaar te stellen voor goede doelen.

Met deze terugblik op zijn opmerkelijke leven belicht Krichevskaya tevens de geschiedenis van de Sovjet-Unie en Rusland. In 1935 werd Zimins vader gearresteerd. Hij zou sterven in een strafkamp. Na de dood van de destijds almachtige leider Jozef Stalin in 1953, ontving zijn familie zowaar een rehabilitatieformulier. Dims moeder kreeg ook nog enkele maanden salaris van haar echtgenoot overgemaakt. ‘Ik weet niet of het tragisch was, of een farce’, herinnerde hun zoon zich later.

Het lot van zijn vader zou een enorme vastberadenheid losmaken in Dmitry Zimin. ‘We zullen nooit ergens komen’, hield de man, die ooit werd opgeleid als ingenieur en jarenlang werkzaam was in het militair-industriële complex, zijn gehoor voor tijdens een speech in 2011, ‘als we geen respect ontwikkelen voor afwijkende meningen.’ En daaraan zal hij ook het finale deel van zijn leven wijden, bezegeld met een allerlaatste reis met zijn vrouw Maya op hun zeiljacht.

En daar komt Augie, die op latere leeftijd zowaar politieagent is geworden, hem natuurlijk opzoeken. Ook bij hem kruipt het bloed waar ’t niet gaan. Als Rusland Oekraïne binnenvalt, kort na Dims dood, komt Fabela in actie – vast ook om zijn hartsvriend te eren.

Titan: The OceanGate Submersible Disaster

Netflix

‘A big swinging dick’, wil ie zijn. Een grote zwaaiende lul. Net als Jeff Bezos en Elon Musk.

Stockton Rush, de directeur van OceanGate, mikt op het allerhoogste. Althans, wat hij, een kind van een geprivilegieerd milieu en een man die gewend is om z’n zin te krijgen, daaronder verstaat. Regels gelden niet voor hem. Ooit wilde hij astronaut worden, nu heeft hij z’n zinnen gezet op het ontsluiten van de oceanen voor de mensheid. In het bijzonder: commerciële duikbootexpedities naar het wrak van de Titanic, dat bij het Canadese Newfoundland op bijna vier kilometer diepte in de Atlantische Oceaan ligt.

Die link met de Titanic, het schip dat een symbool is geworden voor de hoogmoed van de bevoorrechten, ligt in zekere zin voor de hand. Stocktons vrouw Wendy is een achterkleindochter van het puissant rijke echtpaar Isidor en Ida Strauss-Kahn. Dat kwam in 1912 om bij de ramp met de Titanic. OceanGates missie met de duikboot Titan in juni 2023 naar de restanten van het grootste passagiersschip ter wereld, dat destijds onzinkbaar werd geacht, doet daar ruim honderd jaar later nauwelijks voor onder.

Met direct betrokkenen reconstrueert Mark Monroe in Titan: The OceanGate Submersible Disaster (111 min.) een onvermijdelijk ongeluk. Behalve Rush bevinden zich dan nog vier andere ‘Titaniacs’ aan boord van de vijfpersoonsduikboot: de Britse luchtvaartmiljardair Hamish Harding, de Pakistaanse zakenman Shahzada Dawood en z’n zoon Suleman en de Franse ontdekkingsreiziger Paul-Henri ‘Mr. Titanic’ Nargeolet. Deze ramptoeristen hebben ongeveer een ton betaald voor hun verdoemde duikvlucht.

Voortekenen voor diepe ellende waren er te over. Al jaren. Als OceanGates onderzeebootbestuurder David Lochridge in januari 2018 bijvoorbeeld serieuze veiligheidsissues aansnijdt tijdens een overleg, terug te luisteren via geluidsopnames, zijn z’n dagen bij OceanGate geteld. ‘David vertelde me die dag dat hij rustig 50.000 dollar zou uitgeven om iemand kapot te maken’, herinnert hoofdingenieur Tony Nissen zich. Hij realiseerde zich dat ie met ‘een psychopaat, op z’n minst een narcist’ werkte.

En die blijkt, in de woorden van Lochridge, bereid om ‘Russische roulette’ te spelen met de levens van zijn passagiers – die, om de regels te omzeilen, overigens consequent ‘missiespecialist’ werden genoemd. Tijdens hoorzittingen van de Amerikaanse kustwacht in het najaar van 2024 over de implosie van de toeristenduikboot komen nog veel meer opzichtige gebreken, roekeloze keuzes en interne strubbelingen boven tafel en worden Rush en zijn missie – als dat nog nodig was – verder afgeschminkt.

Groot en zwaaiend werd ‘t uiteindelijk dus niet voor Stockton Rush. Afgaande op deze ontluisterende exegese van zijn levensmissie is het overigens wél gelukt om aan het laatste element van zijn eigen ideaalbeeld te voldoen.

Writing Hawa

Amstelfilm

Nadat de Taliban in 2001 door Amerikaanse troepen zijn verjaagd uit de Afghaanse hoofdstad Kaboel, hebben vrouwen weer min of meer hun rechtmatige plek in de Afghaanse samenleving kunnen innemen. De herinnering aan het vijfjarige schrikbewind van de moslimfundamentalisten is echter nog nauwelijks vervaagd en speelt ook direct weer op als zij in augustus 2021 opnieuw aan de macht komen in Afghanistan.

Documentairemaakster Najiba Noori vlucht dan halsoverkop naar Parijs. Ze moet alles achterlaten. Alleen een koffer met tien kilo bagage en twee harde schijven met beeldmateriaal, dat ze vanaf 2019 heeft gemaakt van haar moeder Hawa en de rest van de familie, gaan mee. Die zullen de basis vormen voor Writing Hawa (82 min.), een film waarvoor haar broer Ali na Najiba’s vertrek nog aanvullende opnames heeft gemaakt.

Hun moeder Hawa is als dertienjarig meisje uitgehuwelijkt aan Najiba’s dertig jaar oudere vader. Hij is inmiddels hulpbehoevend, begint te dementeren en komt hun huis in Kaboel nauwelijks meer uit. Dat trekt een zware wissel op zijn vrouw en gezin, maar schept tegelijk ook ruimte voor Hawa om haar eigen bestaan op te bouwen. Ze neemt zich voor om te leren lezen en schrijven en begint na te denken over een eigen bedrijfje.

De onverwachte komst van Hawa’s veertienjarige kleindochter Zahra lijkt niets minder dan een zegen. Nadat haar moeder, Hawa’s dochter Fatima, twaalf jaar eerder van haar gewelddadige man is gescheiden, heeft het meisje haar familie niet meer gezien. Na een ruzie is de tiener nu weggevlucht uit het dorp van haar vader en op zoek gegaan naar haar moeder. In Kaboel komen zowel het meisje als haar grootmoeder Hawa tot bloei.

Intussen rukken de Taliban steeds verder op. ‘Ze nemen jonge meisjes mee en dwingen hen om te trouwen’, zegt Hawa tegen haar kleindochter. ‘Dat is het ergste wat je kan overkomen.’ De conclusie is onvermijdelijk: Zahra loopt gevaar en kan niet langer blijven. De verslagen blik van het meisje als ze haar tas inpakt zegt alles. Ze moet terug naar het dorp van haar vader. Daar zijn de nieuwe machthebbers voorlopig niet te verwachten.

Via haar eigen moeder en familie brengt Najiba Noori de gevolgen van de terugkeer van de Taliban – ‘hersendode monsters’, aldus een terneergeslagen Hawa – voor de positie van Afghaanse vrouwen in beeld. Najiba’s moeder moet, via nieuwsuitzendingen van de Afghaanse televisie, aanzien hoe alle persoonlijke vooruitgang die zij – en vrouwen zoals zij – heeft geboekt weer teniet wordt gedaan. Ze voelt zich machteloos en moedeloos.

Terwijl een thematisch verwante film zoals Bread & Roses zich richt op de veelal hoogopgeleide vrouwen die openlijk in het verzet komen tegen alle beperkingen die hen worden opgelegd door de Taliban, concentreert Writing Hawa zich juist op gewone vrouwen die lijdzaam (moeten) ondergaan hoe de klok wordt teruggedraaid naar een Afghaanse variant op de Middeleeuwen. Waar geen vrouw wil leven…

Cose Che Accadono Sulla Terra

IDFA

Dit lijkt in eerste instantie zowaar een échte Spaghettiwestern te worden. Met een cowboyhoed op, hun lasso in de aanslag en een geweer hangend aan hun schouder proberen Giulio De Donatis en zijn vrouw Francesca te paard hun kudde ‘rode koeien’ te beschermen. De Italiaanse veehouders laten hun vee vrij grazen op uitgestrekte, alsmaar drogere vlaktes in het Tolfa-gebergte. Ze hebben speciaal daarvoor een ras geïmporteerd uit de Verenigde Staten, de Beefmaster, dat goed gedijt in droogte en hitte.

Het echtpaar heeft alleen moeite om het hoofd boven water te houden. Hun bedrijf stoelt misschien wel te veel op een idee – voedsel produceren op een manier die goed is voor mens, dier en aarde – en te weinig op keiharde cijfers. Want er komt regelmatig te weinig binnen om alle rekeningen te kunnen betalen. Bovendien ambieert hun zoon Brando een carrière als professioneel rugbyer. Dochterlief Brianna etaleert intussen een oneindige nieuwsgierigheid naar de wereld. Het tintelfrisse kleine meisje vraagt haar moeder het hemd van het lijf over hun manier van leven.

‘We weten allemaal dat het draait om het verkopen van steaks’, zegt Giulio in Cose Che Accadono Sulla Terra (Engelse titel: Things That Happen On Earth, 83 min.), als de financiële nood hen begint op te breken. ‘Maar wij vinden het nu eenmaal belangrijk wat er gebeurt voordat die steak wordt gemaakt.’ Die bedrijfsvoering wordt alleen ernstig gehinderd door een bijzondere vijand: een roedel wolven die ‘t hebben voorzien op hun dieren. Op beelden van beveiligingscamera’s is te zien hoe de wolven hun prooien besluipen en zich daarna tegoed doen aan het vlees.

Brianna kan ‘t nauwelijks bevatten: ze hebben al twee van haar pony’s opgegeten! Samen met haar moeder Francesca maakt zij hun wereld, die door regisseur Michele Cinque is vervat in een combinatie van fraaie vergezichten en levendige close-ups, inzichtelijk voor zichzelf. Cinque gebruikt de ontwapenende gesprekjes tussen moeder en kind als structurerend element in een weldadige film, die maar op één manier kan eindigen: met de onverschrokken Italiaanse cowboy en z’n girl, die ondanks al hun besognes op hun ros de toekomst tegemoet rijden.

Waarna de kijker bijna automatisch een Ennio Morricone-deuntje neuriet.’

The Happy Worker

MUBI

Iedereen zit vast in dezelfde poppenkast, aldus de essayistische film The Happy Worker (79 min.). Een groot deel van ’s werelds arbeidspopulatie is ongelukkig op zijn werk. Alleen niemand wil/durft er werkelijk over te praten. Liever houden we de schijn van succes, geluk en zelfontplooiing op. ‘Waarom creëren we als samenleving een omgeving waarbinnen goed, belangrijk en nuttig werk op zo’n manier moet worden gedaan dat mensen er kapot aan gaan en vertrekken?’ vraagt professor psychologie Christina Maslach, auteur van het boek The Burnout Challenge, zich af in deze productie van regisseur John Webster, die de ondertitel ‘How Work Was Sabotaged’ heeft meegekregen. Met veel humor schetst hij de dagelijkse hel die een (kantoor)baan kan worden.

Terwijl enkele werknemers die in het bedrijfsleven van doen hebben gekregen met fnuikende arbeidsomstandigheden, ontslag(rondes) of een burn-out met elkaar in gesprek gaan, slaat Webster de kijker met allerlei ontluisterende feiten en weetjes om de oren. ‘Wereldwijd is twintig procent van de werknemers betrokken. Ruim zestig procent voelt zich niet betrokken. En negentien procent is zo ongelukkig dat ze actief hun werkgever tegenwerken.’ Uitroepteken. Geen heel opwekkend beeld. En ook van hoe die bedrijven worden gerund heeft de filmmaker duidelijk geen al te hoge pet op: ‘Zestig procent van de reorganisaties verbeteren helemaal niets.’ En de gevolgen voor bedrijven en hun werknemers zijn, de oplettende lezer raadt ’t al, eveneens desastreus: ‘Millennials zijn veertig procent armer dan hun ouders en grootouders op dezelfde leeftijd.’

De manier waarop werk en arbeid in deze uiterst vermakelijke film worden geportretteerd is wel erg kritisch, op het karikaturale af. ‘Je bombardeert iemand tot manager omdat hij zijn werk goed doet’, geeft Webster bijvoorbeeld z’n eigen draai aan het zogenaamde Peterprincipe. ‘En dan ga je hem meer betalen om dat werk niet meer te doen. In plaats daarvan moet ie werk gaan doen waarvoor hij niet gekwalificeerd is. Waardoor de productiviteit van het hele team omlaag gaat, terwijl je iedereen toch gewoon z’n salaris moet blijven betalen. Intussen probeert de nieuwe manager aan zijn baas te bewijzen dat hij resultaten boekt. Dus huurt hij een management consultant in om het probleem te verhelpen. Dat levert een cool rapport op, maar verandert de helft van de tijd helemaal niets. En die consultant moet toch gewoon betaald worden.’

Zo bezien is de gemiddelde kantoorbaan een soort Groundhog Day at The Office, een zichzelf steeds herhalende martelgang op een doodse plek die je zelfs je ergste vijand, ook wel de baas genaamd, niet eens toewenst. En met het hedendaagse onderwijs, waarin elke vorm van creativiteit uiteindelijk een langzame dood sterft, worden we daar al onze hele jeugd op voorbereid. Waarbij nog moet worden aangetekend dat juist de meest zinloze banen het best worden gewaardeerd. Financieel, welteverstaan. En dat echt nuttig werk altijd schromelijk wordt onderbetaald. Zo creëert een schoonmaker in het ziekenhuis, althans volgens neweconomics.org, tienmaal de waarde van zijn inkomen. Iemand uit de kinderopvang ook nog zevenmaal. En, aap uit de mouw, een Londense bankier vernietigt zevenmaal de waarde van zijn salaris. Uitroepteken 2.

Zo gaat Webster in The Happy Worker regelmatig lekker kort door de bocht, maar de boodschap van zijn polemische docu komt wel degelijk over: veel werknemers moeten zich staande houden in een zeer ongezond ecosysteem, dat aan een grondige herziening toe is. Zodat ze ’s ochtends niet meer met loden schoenen van huis vertrekken en onderweg, werkelijk waar, erover fantaseren dat ze worden aangereden en daarna dan een tijdje uit de running mogen zijn.

2nd Chance

Showtime

Hij stopt de kogels demonstratief één voor één in de 44. Magnum-revolver en geeft dan zijn autosleutels af. Voor het geval dat er onverhoopt toch iets misgaat. Daarna demonstreert Richard Davis nog even achteloos hoe handig hij is met de blaffer die we vooral associëren met Dirty Harry en stroopt zijn mouwen op. ‘Veel mensen denken dat het ontzettend dom is wat ik nu ga doen’, zegt hij in de camera. ‘Maar als dit ook maar voor één domoor het verschil maakt…. Als die dit ziet en denkt: “ja zo’n ding wil ik ook”, dan is ’t het waard geweest.’ Davis pakt de revolver nog eens goed vast en richt hem dan… op zichzelf. Hij zucht diep en haalt de trekker over. ‘Makkelijk zat!’

Het is Richard Davis, de bedenker van nauwelijks zichtbare en gemakkelijk te dragen kogelwerende vesten, ten voeten uit. Een vlotte prater, een gladde verkoper én een slimme filmmaker. In zijn leven als het boegbeeld van Second Chance heeft hij zichzelf in totaal bijna tweehonderd keer beschoten en – nog veel belangrijker, vindt hij zelf – honderden Amerikaanse agenten en soldaten het leven gered. In deze film van Ramin Bahrani slaat hij zichzelf daarvoor regelmatig opzichtig op de borst. Zoals hij, nooit vies van een spraakmakende reclametruc, politiemannen die iemand hebben neergeknald die het vuur op hen had geopend ook regelmatig een wapen cadeau heeft gedaan.

De slimmerik heeft de vuurgevechten van zijn helden tevens verfilmd, als een gewiekste mixture tussen reconstructie en commercial. Één van de hoofdpersonen van die films, politieagent Aaron Westrick, vertelt in 2nd Chance (89 min.) hoe een kogelvrij vest zijn leven heeft gered tijdens een schietpartij. Westrick zal zich ontwikkelen tot een trouwe secondant van Davis én aan de basis staan van diens ondergang. Want als de nieuwe vesten die Davis’ bedrijf vanaf 1998 begint te verkopen niet blijken te deugen, daardoor mannen om het leven komen en de professionele bullshitter desondanks aan zijn vaste promoverhaal vasthoudt, begint Westricks geweten duchtig op te spelen.

De rechtschapen oud-politieman komt recht tegenover de praatjesmaker te staan. En die blijkt nog wel meer lijken in de kast te hebben liggen, ontdekt Ramin Bahrani in dit wat grillige portret van Richard Davis. De voormalige eigenaar van een pizzeria probeert in die gevallen recht te praten wat toch echt krom lijkt en de filmmaker laat hem daar in zekere zin ook mee wegkomen. Hij zorgt weliswaar voor bewijsmateriaal en verklaringen van direct betrokkenen, waaronder twee ex-vrouwen, die ’s mans lezing van de feiten ondergraven, maar legt hem voor de camera nooit écht het vuur aan de schenen. Davis zou zich er vermoedelijk, ongetwijfeld met de nodige bravoure, toch uit hebben gekletst.

Elke aanval op zijn integriteit ketst af op de ‘body armor’ waarmee Richard Davis zichzelf, zijn zelfbeeld en de zijnen, waaronder een WOII-veteraan als geadoreerde vader en zijn zoon Matt die met de onderneming Armor Express in papa’s voetsporen treedt, probeert te beschermen. Die onverzettelijkheid maakt van hem tegelijkertijd een onweerstaanbaar documentairepersonage. 

Enron: The Smartest Guys In The Room

Magnolia Pictures

‘What’s he building in there?’, gromzingt Tom Waits, met zijn donkerste stem aan het begin van Alex Gibney’s klassieke witte boorden-docu. ‘What the hell is he building in there?’ bromt de Amerikaanse zanger nog eens als het hoofdkwartier van Enron in Houston, Texas, in beeld komt. Wat zit er in godsnaam in de zwarte doos van zo’n energieconcern?

Journalist Bethany McLean van Fortune Magazine, die later samen met Peter Elkind ook het boek The Smartest Guys In The Room zal schrijven, stelt in maart 2001 de vraag waarop niemand eigenlijk antwoord kan geven: hoe verdient Enron precies zijn geld? Het heeft jaren en onnoemelijk veel bravado, schimmigheid en schelmentrucs gekost om de zeepbel tot opzienbarende proporties op te blazen, zodat Enron een plek kan verwerven in de top tien van grootste bedrijven van de Verenigde Staten. Niet veel later zal het echter slechts een luttele 24 uur kosten om hem lek te prikken.

De financiële crisis van 2008, waarbij zakenbank Lehman Brothers onderuit gaat, ligt dan nog jaren in de toekomst verscholen. En Bernie Madoff is nog gewoon bestuursvoorzitter van de NASDAQ als Enron en plein public voor de bijl gaat. In Enron: The Smartest Guys In The Room (109 min.) tekent Alex Gibney de survival of the fittest en bijbehorende machocultuur binnen het bedrijf op, die daaraan ten grondslag ligt. Het is alsof de topmannen denken dat zij een casino hebben gevonden dat alleen uitkeert. En zo nodig schoppen ze stiekem tegen de speeltafel aan.

Zoals wanneer de energievoorziening in de staat Californië schaamteloos wordt ontregeld, om zelf op slinkse wijze extra inkomsten te genereren. Enrons CEO Jeffrey Skilling grapt in die tijd dat er één verschil is tussen de Titanic en Californië: toen de boot ten onder ging, deed het licht het tenminste nog. Geld fungeert als enige motivator bij Enron. En perceptie is alles. Zolang niemand het merkt – of er iets van zegt – mag alles. Totdat de conclusie onvermijdelijk wordt: ook deze keizers, de zelfverklaarde slimste jongetjes van de klas, hebben echt helemaal geen kleren aan.

‘Ik heb nooit iets gedaan dat niet in het belang was van onze aandeelhouders’, beweert Skilling niettemin met een stalen gezicht voor een onderzoekscommissie van het Amerikaanse parlement. ‘Bij de Titanic ging de kapitein ten onder met zijn schip’, riposteert de Democratische senator Byron Dorgan vervolgens ijzig. ‘Bij Enron gaf de kapitein zichzelf en zijn vrienden eerst een bonus, stapte daarna met de andere toplui in een gereedstaande reddingsboot en riep tenslotte tegen de rest: o ja, alles komt helemaal goed!’ Jeffrey Skilling probeert geen spier te vertrekken.

Ook Enrons andere topman Ken Lay, een persoonlijke vriend en donateur van de Republikeinse president George W. Bush, zal nooit verantwoordelijkheid nemen voor de wanorde, het opportunisme en de onvoorstelbare corruptie binnen het bedrijf, waaraan alle ‘usual suspects’ van Wall Street, de banken en accountants, ook weer ongegeneerd hand- en spandiensten blijken te hebben verleend. En als Enron dan over de kop gaat, blijft alleen het personeel op de werkvloer berooid achter. Als nietsvermoedende passagiers op een schip dat wel een Titanic moest worden.

Het bankroet van Enron geldt sindsdien als een exemplarisch voorbeeld voor het failliet van een compleet financieel systeem, dat overigens, ruim twintig jaar later, nog altijd vrolijk voortwoekert. En deze ferme film uit 2005, waarin acteur Peter Coyote als verteller fungeert, Enron-medewerkers worden geportretteerd als subjecten binnen het beruchte wetenschappelijke Experiment van Milgram en allerlei smakelijke muziekjes ervoor zorgen dat het geheel nooit té zwaar op de maag ligt, geldt als het ultieme, nog altijd zwaar ontluisterende bewijsstuk daarvoor.

In dit artikel van Investopedia is overigens te lezen hoe het de belangrijkste betrokkenen bij het Enron-schandaal daarna verging.

Nothing Lasts Forever

Showtime

Synthetische diamanten zien er volgens Dusan Simic beter uit en zijn nog goedkoper ook. Waarom zouden we dan nog echte diamanten zoeken? wil filmmaker Jason Kohn weten. ‘Dat is een goede vraag’, antwoordt de edelsteendeskundige met een schalkse blik. ‘Sommige mensen willen nu eenmaal iets wat echt bij de aarde hoort. Iets wat is gemaakt door God, niet in één of ander laboratorium. Wat vind je van dat antwoord?’

Even later introduceert Kohn precies zo’n figuur in zijn tragikomische exploratie van de wereld achter (synthetische) diamanten: Martin Rapaport. Daarbij moet meteen wel gezegd worden dat Rapaport een zeker belang heeft bij een duidelijk onderscheid tussen die nepdiamanten van menselijke makelij en de diamanten die écht voor altijd zijn  Als voorzitter van de zogenaamde Rapaport Group stelt hij, vanuit een kantoor aan de Diamond Jewelry Way, immers de prijzen van diamanten vast. Een synthetische diamant verkopen als verlovingsring is volgens hem een ernstige inbreuk op de ethische code van de diamantindustrie. ‘Je schopt mensen in hun emotionele ik-hou-van-jou plek’, zegt de sleutelfiguur binnen het diamantkartel gedecideerd, alsof hij ‘t zelf gelooft. ‘Wat is mijn huwelijk waard, wat is mijn relatie waard?’

Op die vraagstelling valt natuurlijk wel wat af te dingen. En dat gebeurt dus ook in Nothing Lasts Forever (83 min.). ‘De diamant was ook nooit echt’, stelt de messcherpe juwelenontwerpster Aja Raden bijvoorbeeld, niet zonder ‘Schadenfreude’. ‘Dat was ook altijd al een leugen. Een synthetische diamant is dus niet meer dan een leugen over een leugen. Ik vind dat hilarisch en verrukkelijk.’ Stephen Lussier, een gesoigneerde topman van het toonaangevende diamantbedrijf De Beers in Botswana, maakt zich desondanks niet druk om ‘vervalsingen’. Hij weet immers, zegt hij met een triomfantelijk bedoelde glimlach, ‘waartoe De Beers in staat is’. Maar of ‘parasieten’ zoals John Janik van Xtropy Lab-Grown Diamonds, die de ‘diamantdroom’ proberen te stelen, zich daardoor werkelijk laten afschrikken?

En laten we eerlijk zijn: in China staan ze ongetwijfeld al te popelen om een diamant-lopende band te laten draaien, terwijl in India nu al druk wordt gehandeld in diamanten met een dubieuze herkomst. ‘Want je bent pas een dief als je gepakt wordt’, stelt Tehmasp Printer van het International Gemological Institute. ‘Tot dat moment ben je een eerlijk mens.’ Met zichtbaar plezier prikt Kohn in deze kostelijke film, geïllustreerd met fraaie beelden van diamantproductie en -controle en verluchtigd door een afwisselend enerverende en joyeuze soundtrack, de ene na de andere mythe van de diamantwereld door. Totdat alles een illusie lijkt – of superieure marketing. Gaandeweg zou een buitenstaander wel eens het idee kunnen krijgen dat diamanten in werkelijkheid vooral van lucht worden gebakken.

The Elon Musk Show

Viaplay

‘Je gebruikt dit vast niet’, zegt Jim Cantrell tegen documentairemaker Jeremy Llewellyn-Jones als hij zijn initiële reactie wil laten zien op Elon Musks idee om van de mensheid ‘een multi-planetaire soort’ te maken. ‘Maar dit is wat ik in eerste instantie dacht, oké?’ De goedlachse ruimtevaarttechnicus maakt een opzichtige masturbatiebeweging.

Daarbij kan een buitenstaander zich vast iets voorstellen als het gaat om de rijkste man ter wereld, visionair, bullebak, superondernemer, opperhaan, autist en internettrol Elon Musk. The Sky is beslist niet the limit voor de drijvende kracht achter baanbrekende ondernemingen als Tesla en SpaceX en de omstreden nieuwe eigenaar van Twitter. Zoals overigens ook de ondergrens soms maar niet in zicht komt bij de man die met één tweet een bedrijf op zijn kop zet of de beurskoers ervan kan laten kelderen.

In Llewellyn-Jones’ driedelige serie The Elon Musk Show (170 min.) loopt verteller Kate Fleetwood het leven en de carrière van zijn enigmatische protagonist door en probeert ondertussen vat te krijgen op Musks persoonlijkheid met zijn moeder (en grootste fan) Maye, vader Errol, tweevoudige ex-vrouw Talulah Riley, durfkapitalist Steve Jurverson (die volgens eigen zeggen honderd miljoen dollar in Elons bedrijven heeft geïnvesteerd) en allerlei medewerkers van zijn bedrijven.

Is hij, zoals zijn moeder beweert, niets minder dan een genie? En ‘immuun voor risico’? Een notoire wereldverbeteraar misschien? Of toch één van de gevaarlijkste mannen op aarde? Alle betrokkenen zijn ’t er wel over eens dat Elon Musk een imposant intellect heeft, maar wat hij daar dan mee doet? Dit gesmeerde portret, waarin hij zelf alleen via archiefmateriaal aan het woord komt, belicht ook ‘s mans schaduwzijden, maar benadert die toch vooral als onvermijdelijke bijwerkingen bij zijn grootse verrichtingen.

Het is natuurlijk niet voor niets The Elon Musk Show.