Seen & Heard: The History Of Black Television

HBO Max

Ze hebben hun positie moeten bevechten en bevechten en bevechten. De Amerikaanse televisie was van oudsher een wit bastion, waar Afro-Amerikanen heel lang een volstrekt ondergeschikte rol speelden. Op het scherm waren ze veroordeeld tot bij-of schurkenrollen, achter de schermen kregen ze nauwelijks ruimte of moesten ze zich uiteindelijk toch schikken naar een witte man – ook al had die soms best goede intenties, zoals Norman Lear, de man achter de ‘zwarte’ sitcoms Sanford And Son, Good Times en The Jeffersons.

In het lijvige tweeluik Seen & Heard: The History Of Black Television (146 min.) belicht Giselle Bailey deze getroebleerde geschiedenis, een weerspiegeling van de emancipatiestrijd die Zwart Amerika sowieso al sinds jaar en dag voert, met Afro-Amerikaanse kopstukken van voor en achter de schermen zoals Tyler Perry, Shonda Rhimes, Issa Rae, Lena Waithe en Ava DuVernay. Hun verhalen over stereotypen en karikaturen, misstanden in verleden en heden en het belang van representatie voor het zelfbeeld van Amerikanen van kleur zijn gelardeerd met fragmenten uit beeldbepalende televisieprogramma’s zoals The Cosby Show, In Living Color en Black-ish.

‘Ik wilde zwartheid vermenselijken’, vertelt Oprah Winfrey, die met haar immens populaire talkshow, die inmiddels is uitgegroeid tot een heus imperium, bewust stelling nam en de keuze maakte om positieve verhalen te gaan vertellen. Zo maakte zij in Amerika’s huiskamer ruimte voor de mensen, onderwerpen en thema’s van de zwarte gemeenschap. Inmiddels heeft een nieuwe generatie Afro-Amerikaanse makers zoals zij z’n eigen platforms gecreëerd en zo een positie verworven in de entertainmentindustrie. Het belang daarvan voor de beeldvorming en het zelfbeeld van Zwart Amerika wordt er in Sean & Heard met tal van voorbeelden flink in gehamerd.

Deze viering van de zwarte televisiecultuur wordt daardoor soms ook bijna een lange spot voor zwarte makers, hun producties en de kritiek die zij hebben op de wereld waarbinnen zij moeten opereren. Dat heeft ongetwijfeld z’n waarde, maar voelt soms ook wel heel erg als een preek voor eigen parochie.

Ladies & Gentlemen… 50 Years Of SNL Music

Saturday Night Live

Als je ruim twee uur toch wat te gortig vindt voor een documentaire over de live-optredens in een legendarische Amerikaanse comedyshow, houdt ‘t dan simpelweg bij het intro van de film. Welgeteld vijf minuten puur muzikaal genot.

Nelly doet ‘t met Franz Ferdinand. Mmmbob van Hanson en Chers I Found Someone versmelten met elkaar. Queens Another One Bites The Dust lanceert Ice Ice Baby (Vanilla Ice), She Drives Me Crazy (Fine Young Cannibals) en Love Is A Wonderful Thing (Michael Bolton). John Mellencamp, INXS en Roy Orbison vechten ‘t samen uit. Prince, Rick James en Duran Duran jutten elkaar op. Lenny Kravitz leent het ritme van James Brown. Billie Eilish botst op U2 en Olivia Rodrigo. En *NSYNC, Dido en Destiny’s Child steken elkaar de helpende hand toe.

Deze volvette mashup, waarin de hoogte- en dieptepunten uit Saturday Night Live’s rijke muzikale historie zijn samengebald, vormt de opmaat naar Ladies & Gentlemen… 50 Years Of SNL Music (128 min.) van Oz Rodriguez en Ahmir ‘Questlove’ Thompson, de drummer van de hiphopgroep The Roots en maker van de muziekdocu’s  Summer Of Soul (…Or, When The Revolution Could Not Be Televised), een terugblik op het Harlem Cultural Festival in 1969, en Sly Lives! (Aka The Burden Of Black Genius), een portret van de legendarische funkband Sly & The Family Stone.

De Saturday Night Live-film, opgebouwd uit thematische hoofdstukjes van een minuut of negen, belicht met comedians die tot het vaste ensemble behoorden (zoals Eddie Murphy, Adam Sandler, Maya Rudolph,  Bill Hader en Jimmy Fallon) en artiesten die er optraden (Mick Jagger, Billie Eilish, Dave Grohl, Olivia Rodrigo, Miley Cyrus, Debbie Harry, Tom Morello, Jack White en Dua Lipa) de roemruchte geschiedenis van het New Yorkse televisieprogramma, dat al een halve eeuw een podium biedt aan nieuwe en gevestigde artiesten om zich live (LIVE!) te manifesteren.

Vanaf het allereerste optreden – Billy Preston in oktober 1975 – probeert het programma van showrunner Lorne Michaels de artiesten van het moment te strikken en vóór de trends uit te programmeren. Deze docu herbergt talloze van zulke dampende performances: Funky Four Plus One, Elvis Costello, Run-DMC, David Bowie, Nirvana en Adele. En soms veroorzaken die commotie. Na een tegendraads optredens van Captain Beefheart roept iemand uit het publiek hoorbaar ‘shit!’. Sinéad O’Connor verscheurt een foto van de paus. En Kanye West gaat z’n boekje weer eens helemaal te buiten.

En wat is er nu mooier dan om die artiesten ook te laten participeren in sketches? Madonna als ordinaire fan van Barbra Streisand. Paul Simon die Still Crazy After All These Years zingt in een belachelijk vogelpak). En Dave Grohl als de drummer van een punkband die een bruiloft versjteert. Saturday Night Live creëert overigens ook z’n eigen muzikale helden als John Belushi en Dan Aykroyd The Blues Brothers vormen, Eddie Murphy zich in James Brown’s Hot Tub Party waagt en het trio The Lonely Island hilarische muziekvideo’s zoals Dick In A Box begint uit te brengen.

Aan het niveau van dat daverende intro kan Ladies & Gentlemen… 50 Years Of SNL Music in de navolgende twee uur, die even fragmentarisch als vermakelijk zijn, niet meer tippen. Één probleem: zie hem na die eerste vijf minuten nog maar eens af- of stil te zetten.

Hate To Love: Nickelback

Nickelback

‘We zijn net The Beatles geproduceerd door Nickelback’, zegt Fred Savage stellig. ‘Het is muziek, maar die is wel kote!’

‘Nu is het genoeg!’, zegt zijn vriend die is verkleed als Spiderman. ‘Ik ben helemaal klaar met al dat Nickelback-gehaat. Denk je dat je daardoor cool overkomt bij de andere coole kids, Fred?

‘Nee’, antwoordt die zelfvoldaan. ‘Ik heb alleen wel gelijk.’

‘Nee, dat heb je niet’, reageert Spiderman fel.

‘Het is overgeproduceerde, formuleachtige oorrotzooi’, stelt Fred nog maar eens.

‘Oh, echt?’ sneert Spiderman, die zich naar de camera richt. ‘Dat staat dan wel op gespannen voet met de feiten. Vijftig miljoen verkochte albums. Nummer elf in de lijst van beste verkopende acts aller tijden. Billboard’s meest succesvolle groep van het afgelopen decennium. Zes Grammy-nominaties, twaalf Juno Awards…’ Hij werkt het lijstje nog even verder af, waarna de twee elkaar de hand geven en zacht Nickelbacks grootste hit How You Remind Me beginnen te zingen.

De scène uit de Hollywood-film Once Upon A Deadpool steekt op een aardige manier de draak met een opmerkelijk fenomeen: de alomtegenwoordige haat tegenover de Canadese band Nickelback, de risée van de internationale rockscene. Immens populair, maar geminacht door iedereen die zichzelf serieus neemt als muziekkenner. Een fenomeen waartoe ook acts als Bush, Kenny G en Limp Bizkit zich hebben te verhouden – of, in Nederland, Bløf en Kane.

Wat nu precies de reden is dat ’t, in vlogs, recensies en memes, zo gemakkelijk scoren lijkt tegen Nickelback? Ook de documentaire Hate To Love: Nickelback (101 min.) heeft het definitieve antwoord niet. Iets met gladgestreken gitaargeweld, platgetreden paden en pathos misschien? Zeker is dat ’t zo nu en dan nog steeds schrijnt en in het verleden ook écht pijn deed – zeker bij zanger Chad Kroeger, die samen met zijn broer Mike het hart van de groep vormt.

En dat is niet zo gek. ‘Ik heb geen identiteit zonder deze band’, zegt de frontman tijdens een partijtje pool met Mike. ‘We doen dit nu 22 jaar. De helft van mijn leven ben ik al die kerel die voor op het podium in een microfoon staat te schreeuwen. Dus ik weet helemaal niet wie ik ben als ik die vent niet zou zijn.’ Zijn moeder Debbie, begeleid door gedragen muziek, vult aan: ‘Hij is zeer zorgzaam en liefdevol en staat altijd open. Hij laat zich dus heel gemakkelijk pijn doen.’

Want Nickelback had al last van cancelcultuur, merkt iemand uit de entourage van de band op, voordat die term überhaupt bestond. Verder is deze muziekdocu van Leigh Brooks, die netjes de carrière van de band afloopt en daarbij even halthoudt bij het ontslag van enkele bandleden, lichamelijke ongemakken en het groepsgevoel, een beetje dertien in een dozijn. Met een nét iets te gladde climax. Net als …durf ’t bijna niet te zeggen… Nickelback.

The Devil On Trial

Netflix

‘Hallo’, zegt een sinistere stem. ‘Jullie gaan eraan.’

‘Wie en wat ben jij?’ antwoordt een vrouw angstig.

‘Gaat je niks aan.’

‘David?’ probeert zij nog eens.

Een onheilspellend gegrom.

‘Mama is er’, doet ze opnieuw een poging. ‘Ga maar staan. Kom, we gaan. Ga weg. Ga m’n zoon uit!’

‘Nééé!’ krijst David.

‘Ik ben je moeder.’

‘Je bent een sukkel.’

Waarna een demonisch gelach klinkt.

Als David Glatzel zelf, zijn broers Carl en Alan en hun zus Debbie en haar echtgenoot Arne ruim veertig jaar later de audio-opnamen terug horen die Davids ouders in augustus 1980 van hem hebben gemaakt, kijken ze toch even ongemakkelijk. Wat ging de elfjarige David tekeer tegen zijn moeder! Alsof hij, inderdaad, bezeten was door de Duivel. 

Ze weten allemaal hoe ’t verder ging: hun ouders schakelden het echtpaar Ed en Lorraine Warren in. Hij noemde zichzelf demonoloog, zij stond bekend als medium. En samen joegen zij op spoken en geesten. Die ze dan ook weer netjes uitdreven. Nou ja, netjes… Exorcisme is geen klus voor tere zieltjes. Een demon laat zich alleen met veel gedoe en geschreeuw verjagen.

Ed en Lorraine hadden hun zaakjes echter netjes voor elkaar. Binnen korte tijd bevrijdden ze, als zelfbenoemde ‘paranormale politie’, die arme David uit de wurggreep van de één of andere Duivel. Toen maakte de daarbij aanwezig Arne Cheyenne Johnson, Debbie’s aanstaande echtgenoot, alleen een cruciale fout: hij daagde ‘het beest’ uit.

Een jaar later zou de ‘demonische bezetenheid’ van David Glatzel, via een kleine omweg, tot een veelbesproken rechtszaak over een onfortuinlijke moord leiden: The Devil On Trial (91 min.). Waarbij Martin Minnella, de advocaat van de verdachte, z’n toevlucht nam tot een wel heel opmerkelijke verdedigingsstrategie: The devil made me do it.

Ideaal verhaal, moet regisseur Chris Holt hebben gedacht, waarbij ik voor de gereconstrueerde scènes in deze documentaire alle denkbare goedkope horroreffecten voor de dag kan halen. Voor alle filmfans die The Exorcist of The Conjuring, gebaseerd overigens op een boek van de Warrens, nog niet hebben gezien of er gewoon nooit genoeg van krijgen.

Voor alle anderen vormt al die griezelarij – of zeg maar gewoon: kletskoek – wel een serieuze barrière naar het slot van de film, waarin de gebeurtenissen in de Glatzel-familie van een andere, uiteindelijk veel aannemelijkere verklaring worden voorzien. Het kwaad is dan alleen al geschied: ook The Devil On Trial is z’n geloofwaardigheid een heel eind verloren.

Terwijl de documentaire toch ook is gesitueerd in een wereld, met name in de Verenigde Staten, waarin de Duivel daadwerkelijk een kracht is om te vrezen en te bestrijden – en om een aardige boterham mee te verdienen, dat ook. De Satanic Panic van de jaren tachtig en negentig, onlangs nog vervat in de docu Satan Wants You, is daar beslist niet los van te zien.

En daar, in de exploitatie van die redeloze angst, vanuit ideologische dan wel commerciële motieven, was voor Chris Holt meer te halen geweest dan in het uitdrijven van al dan niet ingebeelde duivels.

Satan Wants You

Cargo

‘Ik, Michelle Smith, werd op mijn vijfde door mijn moeder overgedragen aan een groep praktiserende satanisten, die me daarna een jaar lang gevangen hielden en me zowel mentaal als fysiek misbruikten als onderdeel van het demonische ritueel The Feast Of The Beast’, start de spreekstalmeester van het televisieprogramma To Tell The Truth, de Amerikaanse versie van Wie Van De Drie, alweer een nieuwe aflevering op.

‘Na deze beproeving leefde ik normaal en gelukkig tot 1976. Toen begon ik me ongemakkelijk te voelen en zocht psychiatrische hulp’, galmt de stem verder. ‘Al mijn verdrongen herinneringen heb ik toen hervonden met de hulp van dokter Lawrence Pazder. En dokter Pazder en ik hebben mijn verhaal nu verteld in een boek genaamd Michelle Remembers.’ Was getekend, Michelle Smith, ‘patient zero’ van de Satanic Panic, die zich uitstrekt van metalmuziek en het fantasyspel Dungeons & Dragons tot geruchtmakende misdaden zoals bijvoorbeeld de West Memphis Three-moorden.

Waarna de uitzending van Wie Van De Drie, waaraan die psychiater natuurlijk ook zijn medewerking verleent, kan beginnen en een schier eindeloze stroom van horrorverhalen over ritueel misbruik, marteling, verminking en – natuurlijk! – het drinken van bloed lanceert. Door geheimzinnige sektes van satanische pedofielen, die talloze kinderlijken op hun geweten zouden hebben. Zulke geruchten veroorzaken maatschappelijke onrust in de jaren tachtig en negentig. En Smith en Pazder hebben die ‘trend’ aangezwengeld, met een boek dat was gebaseerd op hun gezamenlijke therapiesessies.

Opnamen daarvan zijn ook te horen in deze documentaire van Sean Horlor en Steve J. Adams. ‘Laat het maar komen zoals het komt’, zegt Pazder bijvoorbeeld tegen zijn cliënt in november 1976. ‘Oordeel niet.’ Er weerklinkt onheilspellend gekreun. ‘Laat het zijn wat het is’, spoort de therapeut Smith nogmaals aan. Zij begint vervolgens geëmotioneerd te associëren, teksten die in bloedrode letters in beeld worden geprojecteerd: ‘Ik kon niet wegkomen. Niemand was goed. Ze deden me pijn en zorgden maar niet voor me. Ik kan het niet aan om ze daar te zien staan.’

Met hun verhalen over ‘Satanic Ritual Abuse’ worden Smith en Pazder, die er een ongezonde relatie op na blijken te houden, graag geziene gasten in de talkshows van Geraldo Rivera en Sally Jessy Raphael. Met Smiths zus Charyl, Pazder ex-vrouw Marylyn en dochter Theresa, podcaster Sarah Marshall, Blanche Barton (Magistra van de Church Of Satan), psycholoog Elizabeth Loftus en onderzoeksjournalist Debbie Nathan ontleden (en ontzenuwen) Horlor en Adams nu de wilde geruchten en beschuldigingen, die voor direct betrokkenen vaak ernstige consequenties hadden.

Michelle Smith en Larry Pazder waren niet meer dan cynische verkopers, stelt socioloog Jeff Victor, met de angst voor de Duivel als voornaamste product. En zulke handelaars in angst, zo maakt deze duister getoonzette film eveneens duidelijk, zijn van alle tijden. Zij haken aan bij maatschappelijke vrees – de horrorverhalen rond Jeffrey Epstein bijvoorbeeld, of in Nederland Robert M. – en voegen daar vervolgens hun eigen dosis spanning en sensatie aan toe. Ze oreren over pak ‘m beet Qanon, Pizzagate of Bodegraven, scoren daarmee volop aandacht en verdienen er ook nog een dik belegde boterham mee.

De boodschap van Satan Wants You blijft daarmee uiterst actueel. Want het gevaar schuilt niet in de Duivel. Althans niet in de gehoornde versie daarvan, hooguit in de mens die het slechtste in zichzelf aanboort. Teneinde een ander ermee te raken.

Try Harder!

PBS

Een goede opleiding wordt door veel ouders beschouwd als hét entreebewijs tot een beter leven. En dus begint de ratrace voor hun kinderen al op een middelbare school zoals Lowell High in San Francisco. Waar de andere leerlingen in wezen concurrenten zijn, die afgetroefd moeten worden. Want dan komt jouw kind in aanmerking voor een plek op Berkeley, Harvard of Stanton. En daar wil iedereen naartoe, al wordt het steeds moeilijker om er ook daadwerkelijk binnen te komen.

Lowell heeft een grotendeels Aziatisch-Amerikaanse leerlingenpopulatie. Het is een erg competitieve omgeving. Goed is eigenlijk niet goed genoeg. Ofwel: Try Harder! (84 min.). Documentairemaker Debbie Lum volgt in deze film enkele leerlingen die hun zinnen hebben gezet op een prestigieuze school. Of, in sommige gevallen: leerlingen die van hun ouders hun zinnen hebben moeten zetten op een prestigieuze school. Want voor sommige kinderen is alleen het beste goed genoeg.

En dus is de schoolloopbaan van sommige leerlingen bezaaid met tegenslag en decepties. Teleurstellende testscores, tegenvallende adviezen en een stroom aan afwijzingen – of de milde variant daarvan: een plek op de wachtlijst. Je went eraan om je middelmatig te voelen, zegt een jongen die inmiddels weet hoe ’t is om bot te vangen tamelijk mismoedig. Voor de zekerheid schieten veel leerlingen daarom maar met hagel en melden zich bij allerlei plekken tegelijk.

Onder druk van zijn pusherige moeder heeft Alvan Cai zich bijvoorbeeld voor maar liefst 26 scholen ingeschreven. En dan loopt de ambitieuze jongen nog steeds het risico dat elke afzonderlijke universiteit hem afwijst of op de wachtlijst zet en dat hij aan het einde van een zeer intensief proces met lege handen achterblijft. Want dat is nu eenmaal de keerzijde van de Amerikaanse droom: in principe kan iedereen een topper worden, maar in werkelijkheid wordt vrijwel niemand dat.

Try Harder! graaft misschien niet zo diep in de Amerikaanse onderwijscultuur als bijvoorbeeld de serie America To Me, maar brengt wel treffend in beeld hoe dominant de prestatiedruk is. Elke schoolprestatie wordt gekwantificeerd en afgezet tegen de verrichtingen van anderen. Voor middelmaat is daarbinnen geen ruimte. Al loopt er op Lowell gelukkig ook nog gewoon een ouderwets goeie leraar rond, Richard Shapiro. Zo’n man die raakt en inspireert. En ziek wordt, dat ook.

Rondom hem wordt iedereen klaargestoomd voor een absolute winnaarsmaatschappij, die in werkelijkheid vooral uit verliezers bestaat – of op zijn minst uit mensen die zich afvragen of ‘gewoon’ eigenlijk wel goed genoeg is.

Força Koeman

Videoland

Het is een beetje de goden verzoeken: om als voormalig sterspeler van FC Barcelona de baan van coach te accepteren op het moment dat die club definitief door zijn hoeven lijkt te zakken. En om tijdens dat proces ook nog eens een cameraploeg toe te laten, dat ook. De kans dat de ultieme jongensdroom uitloopt op een gigantisch fiasco is immers levensgroot. Misschien tekent het echter de absolute winnaar in Ronald Koeman dat hij de uitdaging toch aangaat en dat afbreukrisico dan maar op de koop toeneemt.

Niet dat Koeman heel veel heeft te vrezen van regisseur Chiel Verbakel. Die geeft hem in de negendelige serie Força Koeman (280 min), uitgebracht in drie korte seizoenen, alle ruimte om zijn eigen verhaal te doen. Waarbij de hartproblemen, die hij in mei 2020 ondervond, hem zouden hebben aangespoord om nu eindelijk voor zijn droomclub te kiezen. Aan het woord komen verder Koemans vrouw Bartina, broer Erwin, moeder Marijke en kinderen Ronald junior, Tim en Debbie. Zij geven een leuk inkijkje in hoe de familie Koeman de terugkeer naar de Catalaanse hoofdstad beleeft, waar al zoveel zoete herinneringen liggen. Dat gevoel wordt nog eens versterkt met idyllische shots van de stad, vergezeld van traditionele muziek.

De voetbalinput komt van zaakwaarnemer Rob Jansen, Koemans assistenten Alfred Schreuder en Henrik Larsson, voorganger Pep Guardiola (met wie het heel lekker golfen is) en Frenkie de Jong. De Nederlandse middenvelder is inmiddels kind aan huis bij de Koemannetjes met zijn vriendin Mikki (die, als ze gearmd met Bartina door de stad flaneert, zou kunnen doorgaan voor een echt Koemeisje). De voetbaljongens houden zich veelal op de vlakte of debiteren clichés. Zoals de docuserie over het hier en nu – Koemans komst naar Barcelona en zijn lastige periode als coach – in eerste instantie sowieso niet zoveel nieuws heeft te melden. De problemen rond sterspeler Messi komen bijvoorbeeld nauwelijks aan de orde. En het gedwongen vertrek van diens boezemvriend Luis Suárez blijft al helemaal onbenoemd.

Als aan het eind van het seizoen, in de tweede serie van drie afleveringen die in september 2021 is uitgebracht, Ronald Koemans eigen positie in het gedrang komt, spreekt Kamp Koeman echter honderduit. De coach zelf heeft het gevoel dat de nieuwe voorzitter Laporta hem nodeloos laat bungelen (maar de Nederlander verbindt daar dan zelf ook geen consequenties aan). En Bartina is emotioneel en boos. Ze moeten van Ronald afblijven! Hij bedoelt het tenslotte goed en werkt ook zo hard, volgens zijn echtgenote, die moeite heeft om haar tranen te bedwingen. Uiteindelijk mag de Nederlander, die moedwillig in het openbaar is beschadigd en die zelf via de media ook flink heeft teruggevochten, tóch blijven. ‘De hypocrisie van de topsport’, zegt zaakwaarnemer en huisvriend Rob Jansen ijskoud. Hij doelt op de handelswijze van Barcelona’s nieuwe voorzitter.

Força Koeman kent meer van zulke onthullende momenten: als Koemans vriend, de sportpresentator Lluís Canut, bijvoorbeeld zijn mond voorbij lijkt te praten. Hij beweert te hebben gefungeerd als postillon d’amour tussen Barcelona en de trainer, waarbij het initiatief van de Nederlander schijnt te zijn gekomen. Dat strookt niet helemaal met het beeld dat is geschetst van Koemans overgang van het Nederlandse elftal naar de Spaanse topclub (en dat hier nog eens wordt bevestigd door Rob Jansen). De Barcelona-trein is dus niet zomaar gestopt voor Ronald Koeman, zodat hij er, nadat hij al twee keer ‘nee’ had gezegd, op kon springen. De trainer zou zelf hebben gevraagd of die trein, na Barcelona’s ‘Humillación Histórica’ (een 8-2 verlies tegen Bayern München), bij zijn stationnetje halt wilde houden. 

Ook opvallend: Pedri, ‘het grootste talent van Spanje’, lijkt te zijn aangetrokken zonder dat Koeman hem überhaupt kende. Het zijn zulke, al dan niet bedoelde, nieuwtjes die van deze miniserie met een plastic promorandje best een aardige kijkervaring maken. Waarbij de relatie van de Koemannen en –vrouwen met Barcelona – en hun herinneringen aan de vroegere buurman Johan Cruijff – het allerleukst is. Dan worden ze net een gewone familie, met kinderen en kleinkinderen die opa en oma bij hun 35 jarige huwelijk vergasten op een surpriseparty en een zoon die ten overstaan van de gehele Koemanclan te paard in het huwelijk treedt. Dan ook toont Ronald Koeman even de man, of soms zelfs het jongetje, achter de geharde coach, die aan de job van zijn leven is begonnen. Waarvan hij niet weet of ie die, na een veelbewogen seizoen dat ondanks winst van de Spaanse beker in mineur eindigt, ook mag afmaken.

En dan, nadat zijn hoofd wekenlang op het hakblok heeft gelegen en hij aan het vervolg van zijn klus kan beginnen, meldt Messi met betraande ogen dat hij Barca gaat verlaten. En daar pikken de laatste drie afleveringen van Força Koeman, uitgebracht in maart 2022, de draad weer op. Als de Nederlandse trainer weinig vertrouwen voelt bij de clubleiding en steeds verder in het nauw komt. ‘De scheidsrechters zijn anti-Barcelona’, zegt Koeman tegen Bartina nadat hij is weggestuurd bij alwéér een teleurstellende wedstrijd. Clubkenner Simon Kuper stelt dat die slechte resultaten overigens vooral een gevolg zijn van jarenlang wanbeleid.

‘Het was gewoon wachten totdat de gelegenheid daar was voor de president om te zeggen: nu kan ik niet anders’, zegt zaakwaarnemer Rob Jansen als zijn cliënt dan toch ontslag is aangezegd. Wanneer de zeis is gevallen, zijn Verbakel en z’n cameraploeg erbij om de eerste reacties in Huize Koeman op te tekenen, waarbij met name Bartina weer geen blad voor de mond neemt. De hoofdpersoon zelf is alweer bezig met de toekomst: een nieuwe periode als bondscoach van het Nederlands elftal. ‘Dat zou ik wel doen’, zegt de man die natuurlijk nóóit zelf zou solliciteren voor die job. ‘Dat past eigenlijk misschien nog wel het beste bij mij.’ En zo loopt Ronald Koeman, nauwelijks verhuld, toch alvast warm voor een nieuwe episode van Força Oranje.

Deze bespreking is na elk seizoen geactualiseerd.

The Innocent Man

Netflix

Twee strafzaken die ogenschijnlijk niets met elkaar van doen hebben: de verkrachting van en moord op Debbie Carter in 1982 en de verdwijning van een andere jonge vrouw, Denice Haraway, anderhalf jaar later. Beide misdrijven vonden plaats in Ada, een slaperig stadje in Oklahoma. En in beide zaken werden twee mannen aangeklaagd en veroordeeld. Maar zijn deze vier langgestraften ook werkelijk schuldig? En (wat) hebben de twee verontrustende delicten met elkaar te maken?

De startpositie van de zesdelige documentaireserie The Innocent Man (282 min.), gebaseerd op de enige non fictie-thriller van bestsellerauteur John Grisham, voelt direct vertrouwd: true crime, zoals Amerikaanse documentaireproducenten die tegenwoordig per strekkende meter afleveren. Een enerverende achtbaanrit door het plaatselijke justitiesysteem met bizarre personages, straffe gedramatiseerde scènes en duizelingwekkende plotwendingen en cliffhangers. En, als het enigszins kan: een of meerdere ten onrechte veroordeelden en snode lieden die hen er doelbewust in hebben geluisd.

In dit specifieke geval: mannen die zelf een schuldbekentenis hebben afgelegd en een vrouwelijke getuige met de gave om aan anderen bekentenissen te ontlokken. En ook nu komt het betrokken politiekorps, uit Pontotoc County ditmaal, onder het vergrootglas te liggen. In die zin doet deze serie van Clay Tweel sterk denken aan het in Manitowac County gesitueerde Making A Murderer en moeten er ook vergelijkbare vragen worden beantwoord: zijn er andere verdachten? Hebben zij een logisch motief? En: is de (verplichte) complottheorie geloofwaardig?

Terwijl de successerie over de (onterechte) veroordeling van Steven Avery en Brendan Dassey, die in 2015 uitgroeide tot de standaard voor hedendaagse true crime, erg prekerig en langdradig wordt in het onlangs verschenen tweede seizoen, blijft The Innocent Man behoorlijk op koers en tempo. Het verhaal is wel erg gecompliceerd. Filmmaker Tweel probeert de chronologie en verbanden tussen de twee moordzaken te verduidelijken met een tijdlijn en heeft de ontwikkelingen zoveel mogelijk ondergebracht in afgebakende hoofdstukken. Kijkers moeten niettemin goed bij de les blijven. Na bijna vijf uur moord laat het overkoepelende verhaal zich niet zomaar in enkele zinnen samenvatten.

Aan het eind zet Tweel ‘gelukkig’ de voornaamste argumenten uit het pleidooi van het advocatenteam van de (ten onrechte) veroordeelden nog maar eens netjes op een rij, waarna amateurdetectives in de huiskamer zelf op zoek mogen naar gaten en losse eindjes in dat betoog.