For Heaven’s Sake

Ziggo

De 31-jarige Harold Heaven vertrok in het weekend van 27 oktober uit zijn afgelegen hut en werd daarna nooit meer gezien. Het is een kwestie die de Canadese familie Heaven uit Haliburton County, Ontario, al geruime tijd bezighoudt: wat zou er toch met hem zijn gebeurd? Een familielid, de nerdy acteur/comedian Mike Mildon, en zijn doortastende vriend Jackson Rowe, twee ontzettende true crime-fans, besluiten om de cold case – zeg maar gerust: icecold case! – te gaan onderzoeken voor hun eigen epische misdaadklassieker: de achtdelige docuserie For Heaven’s Sake (244 min.), geregisseerd door Tim Johnson.

Één ding weet het olijke duo zeker: Harold Heaven zelf zullen ze niet meer vinden. Hij verdween immers al in 1934 en zou inmiddels zo’n 115 jaar oud zijn. En al zijn vrienden, mogelijke getuigen en potentiële verdachten zijn natuurlijk ook allang kassiewijlen. Mike en Jackson zijn voor hun kansloze missie (?) dus aangewezen op het originele politieonderzoek én op de Heaven-familie. Want die brengt al generaties lang amateurdetectives voort, op wie de verdwijning van Harold een onweerstaanbare aantrekkingskracht uitoefent. En één ding weten die dan weer zeker: hun excentrieke (oud-)oudoom stierf beslist geen natuurlijke dood.

De twee speurneuzen lopen in elke aflevering een andere onderzoekspiste af: van zelfdoding en criminele wegwerkers tot boze buurmannen en ontvoering door buitenaardse wezens. Intussen diepen ze allerlei bewijsmateriaal op, doen hoogstpersoonlijk onderzoek, laten enkele cruciale gebeurtenissen naspelen en tuigen natuurlijk een heus true crime-overzichtsbord met verdachten, motieven en dwarsverbanden op. Wat lijkt te beginnen als een uit de hand gelopen grap krijgt gaandeweg een serieuzer karakter. Met hun zoektocht krijgen Mike en Jackson daadwerkelijk het nodige boven tafel en slagen ze er ook in om de wereld van die ene verdwenen man op te roepen.

Een wereld waarin wel eens geen plek zou kunnen zijn geweest voor een ‘zonderling’ zoals Harold Heaven. En hoewel deze slimme true crime-pastiche zowaar nog best spannend wordt ook, ontleent For Heaven’s Sake, lekker laconiek verteld en met veel melige humor, z’n bestaansrecht toch vooral aan zijn bijzondere positionering: op het kruispunt van familiemythe, lokale geschiedschrijving en ‘urban legend’. Waar de jacht, zoals dat gaat in dit soort amateurdetective-producties, bijna altijd mooier is dan de vangst…

Winona Ryder – Fighting Demons

AVROTROS

Eigenlijk was ze al afgeschreven. Toen Winona Ryder in 2001 werd betrapt op winkeldiefstal leek de acteercarrière, die haar in de jaren negentig in kaskrakers zoals The Age Of Innocence, Reality Bites en Girl, Interrupted had gebracht, abrupt tot stilstand te komen. Na een periode in de luwte pakte ze haar stiel echter weer op. En in de afgelopen jaren scoorde ze zelfs een onverwachte hit met de Netflix-serie Stranger Things, een geinige eightiespastiche.

In Winona Ryder – Fighting Demons (53 min.) loopt Lukas Hoffmann keurig Ryders leven door. Dat begint in een hippieachtige commune in Mendocino County, Californië, waar ze te midden van sixties-iconen als Aldous Huxley, Allen Ginsberg en Timothy Leary opgroeit. Als vervolgens haar filmcarrière op gang komt, ruilt Winona haar oorspronkelijke achternaam (Horowitz) in voor een artiestennaam (Ryder) en kan haar leven als ster beginnen. in grote Hollywood-producties en gearmd met een andere ster, zoals Johnny Depp, Dave Pirner (Soul Asylum) of Matt Damon.

Dat blijkt alleen geen recept voor een rimpelloos leven. Ryder komt te boek te staan als ‘fragiel’ en kampt met slapeloosheid, angst en depressie. Althans, als we de sprekers in deze tv-docu mogen geloven: biograaf Nigel Goodall, regisseur David Seltzer, filmjournalist Violet Lucca, actrice Karron Graves en de hosts van de podcast Winona Forever. En daar zit meteen het zwakke punt van dit portret: het zijn louter secundaire bronnen die de mens achter de beroemdheid moeten schetsen. En zij komen dus niet veel verder dan de gebruikelijke gemeenplaatsen.

Verder is het door een kloeke verteller bijeengehouden Fighting Demons aangekleed met een hele zwik filmfragmenten, enkele oude promotie-interviews met de hoofdpersoon en tamelijk schreeuwerige animaties, die nogal uit de toon vallen. Zo is er voor de liefhebber die zich nog eens aan Ryders uitgesproken filmografie wil verlustigen in elk geval meer dan genoeg te kijken.

The Murders At Starved Rock

HBO

David Raccuglia’s vader Anthony had er als openbaar aanklager alles aan gedaan om Chester Weger in 1960 voor de rest van zijn leven achter de tralies te laten verdwijnen. De 22-jarige Amerikaan zou drie vrouwelijke toeristen hebben vermoord bij het natuurgebied Starved Rock. Hij had destijds ook een gedetailleerde verklaring afgelegd. Een aanzienlijk deel van de gemeenschap in La Salle County, Illinois, hecht daaraan echter weinig geloof. Enkele amateurdetectives hebben zelfs The Committee To Free Chester Weger opgericht en nemen de zaak hoogstpersoonlijk onder de loep.

Gaandeweg is ook David Raccuglia, die tien jaar na de geruchtmakende moorden werd geboren, gaan twijfelen over The Murders At Starved Rock (165 min.). Aan het begin van de 21e eeuw besluit hij om de oude misdaad te gaan onderzoeken. Daarvoor moet hij ook in gesprek met zijn vader. ‘Een bekentenis hoefde toen niet vrijwillig te zijn’, zegt die in 2005 tijdens een interview. ‘Hij moest alleen waar zijn. Dat is in dit geval gebeurd.’ Maar of een afgedwongen verklaring, waarvoor de betrokken agenten bovendien een beloning hebben ontvangen, werkelijk standhoudt in de 21e eeuw?

Raccuglia baant zich in deze driedelige true crime-serie van Jody McVeigh-Schultz een weg door het woud van officiële lezingen, alternatieve verklaringen en bezopen complottheorieën dat is ontstaan rond de inmiddels zestig jaar oude drievoudige moord. Hij doet dat ogenschijnlijk met open vizier, ontzenuwt al te nadrukkelijke onzin en stuit – natuurlijk! – op nieuwe aanwijzingen dat er wel/niet sprake zou kunnen zijn van een justitiële dwaling. Voortschrijdend inzicht brengt zijn oorspronkelijke assumpties bovendien aan het wankelen. Intussen probeert de nieuwe advocaat van Chester Weger om zijn inmiddels hoogbejaarde cliënt voorwaardelijk vrij te krijgen.

Dat is een sterk en relevant verhaal. Over de betrouwbaarheid van herinneringen bijvoorbeeld, wat de tijd met ons geheugen doet en hoe amateurdetectives twijfel kunnen zaaien. Het krachtigste wordt The Murders At Starved Rock echter als de impact van de moorden op de families, zowel van de slachtoffers als de (vermeende) dader, in beeld komt. Zo was Chesters zoon Johnny bijvoorbeeld nog maar vier maanden oud toen zijn vader werd veroordeeld. Inmiddels heeft hij zelf ook een aanzienlijk strafblad opgebouwd. ‘Na m’n eerste inbraak zaten we vier maanden in dezelfde gevangenis’, vertelt hij. ‘Dat was de langste tijd die ik met mijn vader doorbracht.’

Punk In London

Netflix

Hoe punk wil je het hebben?

Terwijl het ene bandlid probeert uit te leggen wat dat nu is, punk, laat het andere zijn ontblote achterwerk zien voor de camera. Die wil de boodschap – schijt aan alles? – blijkbaar nog even kracht bij zetten in Punk In London (90 min.) een documentaire van Wolfgang Büld uit 1977. Hij bezocht destijds cruciale plekken in de Britse hoofdstad en portretteerde daar de eerste generatie punkbands. Illustere namen als The Adverts, X-Ray-Specs, Wayne County And The Electric Chairs en The Killjoys

Tijdens zijn omzwervingen langs de pleisterplaatsen van de punkhype komt de Duitse filmmaker ook terecht bij Arturo Bassick. Deze negentienjarige jongeling (echte naam: Arthur Billingsley) speelt sinds enkele maanden bas bij The Lurkers, die net een bescheiden hitje hebben met Shadow. In de woonkamer van zijn ouderlijk huis, omringd door z’n vader en moeder die gezellig rond het tv-toestel zijn gaan zitten, geeft hij uitgebreid tekst en uitleg over onder meer het politieke karakter van punkmuziek.

Dan verschijnen ineens The Boomtown Rats, die later ook nog in de film zelf zullen opduiken, op de televisie in het programma Top Of The Pops. ‘Waardeloos!’ reageert Bassick direct in stijl. ‘Lang niet zo goed als The Lurkers.’ Hij legt uit: ‘Zij hebben een groot label achter zich dat er geld in pompt. Alleen zo word je beroemd. Corrupt. Uitverkoop!’ Gelukkig voor de nieuwbakken Lurker vindt zijn vader Bassicks band ‘beter dan gemiddeld’ en moet zijn moeder zelfs aan The Rolling Stones denken.

Büld laat zich regelmatig met een kluitje in het riet sturen door zelfbewuste punkers met een gemeenplaats over waarom zij wél punk zijn, anderen juist niet of het genre in de uitverkoop wordt gedaan, maar intussen dringt hij wel degelijk tot het binnenste door van een jeugdcultuur die zich voor even het middelpunt van de wereld waant, met zijn eigen platenwinkels, poptijdschriften en rivalen (de gevreesde Teddy Boys, vetkuiven die hun territorium maar wat graag verdedigen).

Alleen The Stranglers, op dat moment één van de grootste en meest omstreden groepen van de subcultuur, weigeren categorisch om aan Bülds film mee te werken. Al valt ook dat leed te overzien, omdat enkele bandleden hem nog wel even hoogmoedig te woord staan als hij daarover verhaal gaat halen bij hen. The Jam en The Clash, twee van de interessantste bands van de eerste Britse punkgolf, zijn gelukkig wel van de partij en krijgen tegen het einde van dit vermakelijke tijdsbeeld ook nog eens uitgebreid het podium.

Outcry

‘Hij stopte zijn pee-pee in mijn mond’, vertelt het vierjarige jongetje tijdens z’n gesprek met een kinderrechercheur. En ook dat Greg een veel grotere pee-pee heeft. Hij is tenslotte nog maar een kind. Het is een schokkend tafereel: een kleuter die op de hoogte lijkt te zijn van dingen waaraan ie nog lang niet toe is.

Vanaf de openingsscène van de vijfdelige serie Outcry (300 min.) is ook helder dat de achttienjarige Greg Kelley, een bekende footballspeler van de Leander-middelbare school in Williamson County te Texas, serieus in de problemen zit. Zeker als zich al snel nog een tweede slachtoffer meldt. Dat kan alleen fout gaan. En dat gebeurt dan ook: Kelly verdwijnt voor 25 jaar achter de tralies.

Maar… – en dan volgt nu de vraag der vragen die vrijwel elke true crime-productie drijft – heeft hij ‘t eigenlijk wel gedaan? Zijn aalgladde nieuwe advocaat Keith Hampton is in elk geval overtuigd van Kelleys onschuld en is ook van mening – al even voorspelbaar – dat diens oorspronkelijke advocaat allerlei steken heeft laten vallen. Hampton weet zich bovendien in de rug gesteund door een soort burgercomité dat er voetstoots van uitgaat dat zijn cliënt onschuldig vastzit voor zo’n beetje het ergst denkbare misdrijf, kindermisbruik.

Drijvende kracht daarachter is ene Jake Brydon, een plaatselijke aannemer, die, zonder duidelijk motief of al te veel kennis van zaken, een #FightForGK-campagne begint op te zetten. Lijnrecht daartegenover staat dan weer ervaringsdeskundige Lindsay Armstrong, die zich in deze serie opwerpt als pleitbezorger van de slachtoffers. Hun bemoeienis geeft deze toch al gecompliceerde zaak, die natuurlijk ook slordige of zelfs kwaadwillende agenten, aanklagers met scoringsdrift, een door spijt overmand jurylid en alternatieve verdachten opvoert, een vet Amerikaans randje.

Gedurende enkele jaren volgt documentairemaker Pat Kondelis alle ontwikkelingen in deze Making A Murder-achtige miniserie, die vanzelfsprekend ook een stortvloed aan beelden van getuigenverklaringen en rechtbankzittingen bevat. Hij schaart zich bovendien erg nadrukkelijk aan de zijde van Team Kelley, waarbij het voor buitenstaanders moeilijk is om vast te stellen of hij zo een waarheidsgetrouw beeld van de kwestie schetst.

Feit is dat de serie wel erg lang is uitgevallen, desondanks nog enkele opzichtige losse eindjes bevat en het leeuwendeel van de andere betrokkenen bovendien de gelegenheid laat lopen om te reageren op alle verdachtmakingen en beschuldigingen. Hoewel de zaak tegen Greg Kelley aan het eind tot een min of meer sluitende oplossing komt, laat Outcry daardoor allerlei vragen onbeantwoord en een onbevredigend gevoel achter.