American Symphony

Netflix

Op de dag dat bekend wordt dat hij voor zijn album We Are maar liefst elf Grammy-nominaties in de wacht heeft gesleept, start zij met een nieuwe Chemokuur. Na tien jaar in remissie is de kanker in het voorjaar van 2022 teruggekeerd in het leven van de Amerikaanse schrijfster Suleika Jaouad, die een populaire column (Life, Interrupted) heeft in The New York Times. Haar geliefde, muzikant Jon Batiste, is intussen populairder dan ooit. Hij werkt aan zijn eigen American Symphony (103 min.), die moet worden uitgevoerd in de befaamde Carnegie Hall te New York.

Die uitvoering is ook het logische eindstation van deze intieme film van Matthew Heineman, die het publieke en privéleven van Batiste, de multi-instrumentalist die alleen uit de muzikale smeltkroes New Orleans kan komen, steeds tegenover elkaar zet. Terwijl hij ergens op een podium de sterren van de hemel speelt, zijn kunstje doet als leider van de huisband van Stephen Colberts Late Show of voorbereidingen treft voor zijn ambitieuze muziekstuk, ondergaat Suleika een beenmergtransplantatie die haar leukemie tot staan moet brengen.

Heineman, die eerder in The Boy From Medellin (2021) de Colombiaanse reggaeton-ster José Alvaro Osorio Balvin portretteerde, zit zijn hoofdpersoon zeer dicht op de huid en vangt zo de mens achter de showman én de momenten waarop die twee elkaar ontmoeten. In een geweldige scène draagt Jon Batiste tijdens een concert bijvoorbeeld eerst een nummer op aan Suleika en laat dan een lange, oorverdovende stilte vallen, alvorens met alles wat hij heeft toch op z’n piano aan te vallen. Alsof haar leven – en daarmee ook het zijne – van afhangt.

Vreugde en verdriet zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden in dit dubbelportret. Zoals ook Jon en Suleika in het echt met elkaar zijn verbonden – en zich in de echt, tijdens een delicate ceremonie, laten verbinden. Op weg naar de uitreiking van de Grammy Awards in Las Vegas belt zij nog wat advies door. ‘Blijf geconcentreerd’, zegt ze met een stralende glimlach en kaalgeschoren hoofd. ‘Mediteer, bid, focus.’ Vanuit huis ziet Suleika vervolgens hoe haar echtgenoot een ontzettend gelikte performance geeft en het Awards-spel vol verve meespeelt.

Thuis, op een sleetje in de sneeuw én in het ziekenhuis zijn ze één, in al hun twijfel, kwetsbaarheid en genegenheid. En Matthew Heineman heeft dit gloedvol vereeuwigd, verbonden met Batiste’s muzikale verrichtingen en zo een overrompelend eerbetoon gemaakt aan twee bijzondere mensen en hun liefde. ‘Je moet de wrede feiten van de realiteit onder ogen zien dat het misschien niet lukt’, zegt Batiste onderweg over zijn zelfgeschreven symfonie (maar hij zou ’t net zo goed over Suleika kunnen hebben). ‘Tegelijkertijd heb ik onwankelbaar vertrouwen.’

Bad Press

https://badpress.film/

Aan documentaires over ernstige inperkingen van de persvrijheid is er in de laatste jaren helaas geen gebrek. Zonder al te veel fantasie zijn de bijbehorende landen erbij te bedenken: Rusland (F@ck This Job), Brazilië (Amigo Secreto), India (While We Watched), de Filipijnen (A Thousand Cuts) en Afghanistan (The Etilaat Roz). Hier is er weer één: Bad Press (98 min.), gesitueerd in de Muscogee Creek Nation. En die soevereine staat, waarmee een indianenreservaat in Oklahoma wordt bestuurd, ligt toch echt in de Verenigde Staten.

Van de 574 Amerikaanse stammen hebben er maar vijf de persvrijheid gegarandeerd. Herstel: slechts vier. Want op 8 november 2018 schrapt de National Council van Muscogee met een meerderheid van zeven tegen zes stemmen de onderliggende wet. De beslissende stem komt van Speaker Lucian Tiger III, die niet lang daarvoor in opspraak is geraakt door in de pers breed uitgemeten beschuldigingen van seksueel geweld. Hij wordt in de rug gedekt door de Principal Chief van de natie, James Floyd. Tiger lijkt zijn beoogde opvolger, als machtigste man op het reservaat.

Verslaggever Angel Ellis en de andere journalisten van de onafhankelijke nieuwsorganisatie Mvskoke Media moeten voortaan verantwoordelijkheid afleggen aan Eli McIntosh, Secretary of the Nation And Commerce. Hij stelt onmiddellijk een nieuwe hoofdredacteur aan: Rita Courtwright. Zij heeft drie hele weken ervaring op een nieuwsredactie en moet het met een gedecimeerd medewerkersbestand gaan doen. Want tien van de zestien werknemers hebben hun ontslag genomen. En Secretary McIntosh schroomt ook niet om zo nu en dan inhoudelijke suggesties te doen.

Terwijl de overgebleven medewerkers van Mvskoke Media hun redactionele vrijheid proberen terug te krijgen, komen in deze documentaire van Rebecca Landsberry-Baker (zelf Muscogee Creek) en Joe Peeler tevens de verkiezingen voor een nieuwe Principal Chief op gang. Daarbij wordt uiteindelijk zelfs de hulp van The Carter Center ingeroepen, dat regelmatig in het buitenland als neutrale observator optreedt bij kwetsbare verkiezingen. Op de officiële lijst van de non-profit van oud-president Jimmy Carter staat Muscogee Nation tussen Mozambique en Myanmar.

De vraag of het land van deze ‘Native Americans’ – één van de minst zichtbare bevolkingsgroepen in de Verenigde Staten en dus wel gebaat bij een stevige pers, zou je zeggen – onder de dictaturen moet worden geschaard of toch mag worden gerekend tot de democratieën, wordt echter pas enkele jaren later bepaald. Als de inwoners van Muscogee in 2021 zelf mogen stemmen over een amendement bij de grondwet, waarmee de persvrijheid alsnog wordt gegarandeerd. Dat is het logische – en voor de betrokkenen zenuwslopende – eindstation van deze ferme film.

After Work

Fasad Mans Mansson / VPRO

Arbeid adelt, knecht, pleziert en sloopt. In het prikkelende beeldessay After Work (80 min.) onderzoekt de Zweedse filmmaker Erik Gandini (Surplus: Terrorized Into Being CustomersVideocracy en The Swedish Theory Of Love) opnieuw een groot maatschappelijk thema: hoe arbeid, in al z’n verscheidenheid, onze identiteit vormt en de betekenis van werk in de 21e eeuw, waarin heel veel banen wel eens zouden kunnen verdwijnen.

In Zuid-Korea portretteert hij bijvoorbeeld Yoo Deug Young, een man van middelbare leeftijd die zo’n zestien uur per dag werkt. Volgens zijn dochter Yoo Ga Yeon is het zo’n beetje zijn enige trots. ‘Mijn vader mist alles.’ In zijn land, één van de hardst werkende naties ter wereld, nemen veel arbeidskrachten hun vrije tijd helemaal niet op en is zelfs de campagne PC Off gestart. Computers verplicht uit! Anders blijft iedereen, al is het alleen voor zijn chef, toch gewoon doorwerken.

‘Ik ben zo druk’, houdt Josh Davies, de Amerikaanse oprichter van het Center For Work Ethic, zichzelf voortdurend voor, terwijl hij zich klaarmaakt voor een gelikte speech over arbeidsethos. Want dat is volgens hem het enige wat telt voor werkgevers. ‘Hee, zou je niet eens een baan zoeken waar je van houdt?’ vraagt hij sarcastisch. ‘Dat hoort bij een romcom, een Hollywood-film.’ Hij sneert nog even verder: ‘Weet je wat? Misschien is het helemaal niet de bedoeling dat werk leuk is.’

Astrid Moss, een Amerikaanse bezorgster van Amazon-pakketjes, kan daarover meepraten. Om de efficiëntie te vergroten, heeft haar opdrachtgever meerdere camera’s in de auto’s van medewerkers laten installeren. Zodat die vooral niet te lang pauze houden – of liever nog: hun brood gewoon onderweg wegwerken. Moss heeft een duidelijke grens voor zichzelf, zegt ze: als ze onderweg in een fles moet gaan plassen om haar schema te halen, stopt ze onmiddellijk bij Amazon.

In Koeweit is er dan weer recht op werk. Er is alleen veel te weinig te doen. Bullshitbanen zijn onvermijdelijk in het puissant rijke oliestaatje: overheidsfunctionarissen zitten aan hun bureau de tijd uit met films en boeken. Intussen heeft zo’n beetje elk huishouden ook twee huishoudsters. En die worden dan weer behandeld als moderne slaven. Het is een pijnlijke tegenstelling, binnen één en dezelfde maatschappij – en, zou je zeggen, een onhoudbare situatie.

Met een open blik beziet Gandini hoe arbeid z’n plek binnen verschillende samenlevingen inneemt, verschillende visies op de betekenis van werk en aanverwante thema’s zoals robotisering, ontspanning en het basisinkomen. De conclusie van deze vaardig uitgeserveerde rondgang is dat werk – of het ontbreken ervan – ons als individu of gemeenschap nog altijd definieert. Ook al zou het zomaar kunnen dat we op termijn zonder, of in elk geval met veel minder, moeten kunnen.

‘We zijn niet altijd workaholics geweest’, stelt filosoof Elizabeth S. Anderson. ‘We kunnen ons opnieuw voorstellen hoe een goed leven eruit zou moeten zien en wat de rol van werk daarin is.’

Take Care Of Maya

Netflix

Hun dochter Maya wordt in 2015 voor vijf dagen in coma gebracht. Op advies van dokter Ashraf Hanna laten Jack en Beata Kowalski haar een experimentele behandeling ondergaan, die alleen in Mexico wordt aangeboden. Maya heeft allerlei lichamelijke klachten: ademhalingsproblemen, hoofdpijn, een branderige huid, pijn aan de armen, naar binnen gekeerde benen en een algemeen lusteloos gevoel. Het Amerikaanse kind is door een arts gediagnosticeerd met CRPS: Complex Regionaal Pijn Syndroom.

Enige tijd later, in het najaar van 2016, gaat het toch weer slechter met Maya. Het inmiddels tienjarige meisje wordt begin oktober opgenomen in het Johns Hopkins All Children’s Hospital in Tampa Bay, Florida. Daar vermoeden ze dat er wel eens sprake kan zijn van ‘medische kindermishandeling’. Haar moeder Beata wordt ervan verdacht dat ze lijdt aan Münchhausen By Proxy. Bij deze psychiatrische aandoening, eerder indringend vereeuwigd in de true crime-docu Mommy Dead And Dearest, zoeken mensen steeds medische hulp voor gefingeerde of zelf veroorzaakte stoornissen of ziektes bij iemand die aan hun zorg is toevertrouwd. Op basis van zulke vermoedens wordt Maya nu onder staatsvoogdij geplaatst. Het contact met haar ouders wordt geminimaliseerd. Met ronduit dramatische gevolgen.

In Take Care Of Maya (104 min.) reconstrueert Henry Roosevelt deze bijzonder tragische geschiedenis, die in september 2023 ein-de-lijk voor de rechter zal worden gebracht. Roosevelts voornaamste bron is vader Jack, die terzijde wordt gestaan door zijn advocaten, dokter Hanna en de journaliste Daphne Chen, die de situatie rond Maya en soortgelijke kwesties heeft onderzocht. Zulke zaken zijn nooit zwart-wit, zegt zij. Deze documentaire had echter wel wat meer grijstinten kunnen gebruiken. Want doordat de betrokken hulpverleners, waaronder de zeer omstreden expert Sally Smith van de geprivatiseerde kinderbeschermingsorganisatie Suncoast Center, niet kunnen of willen reageren, lijkt Roosevelts film bijna een opstapje naar het pleidooi dat de advocaat van Kowalski straks in de rechtszaal gaat houden.

Dat betoog kan overigens voor een belangrijk deel worden geschraagd met de getuigenissen van ouders met soortgelijke ervaringen en officiële verklaringen van Maya, haar vader Jack en broertje Kyle, medewerkers van het ziekenhuis, politieagenten én Sally Smith. Aan informatie en documentatie is sowieso geen gebrek in deze voor alle betrokkenen bijzonder pijnlijke zaak. Óók doordat alles, ook persoonlijke gesprekken en telefoontjes met instanties, lijkt te zijn vastgelegd en opgenomen. In het bijzonder door Beata Kowalski, waarschijnlijk om er later de tegenpartij mee om de oren te kunnen slaan. Vanuit een moeder in nood bezien is dat begrijpelijk, maar het tekent ook de argwaan die vanaf het allereerste begin in De Zaak Maya is geslopen – en de wantrouwende samenleving waarbinnen die is gesitueerd.

De tragedie die zich mede daardoor aftekent voor de Kowalski’s wordt door Take Care Of Maya uitstekend invoelbaar gemaakt. Tegelijkertijd maakt de film ook benieuwd naar dat andere perspectief, van hulpverleners die zich genoodzaakt zagen om in te grijpen. Dat had de ‘waarheid’ van het kwetsbare kind en haar directe familie beslist kunnen verrijken.

Putin’s Shadow War

VPRO

De ontwikkelingen aan het front in Oekraïne zijn voor de hele wereld zichtbaar. Daarachter wordt echter nog een andere oorlog gevoerd. Met spionnen, saboteurs, geheimagenten, trollen en buitenlandse actoren. Een select gezelschap van Scandinavische onderzoeksjournalisten probeert in Putin’s Shadow War (oorspronkelijke titel: Skyggekrigen, 157 min.) de vinger te krijgen achter Ruslands inspanningen om het westen in het geniep te peilen, destabiliseren en attaqueren.

Zo stuiten ze in deze collageachtige driedelige serie van Boris Bertram op Russische marineschepen die zich stiekem bezighouden met onderwatersurveillance. De Admiral Vladimirsky probeert bijvoorbeeld de energie-infrastructuur van enkele Europese landen, waaronder windmolenparken op zee, in kaart te brengen. Zodat die, als de situatie erom vraagt in de ogen van de Russische president Vladimir Poetin, vermoedelijk direct buiten werking kunnen worden gesteld.

Andere leden van het team onderzoeken Russische diplomaten die in het westen spioneren. ‘Spionage is de belangrijkste bijdrage aan de wereldvrede’, heeft voormalig Poetin-adviseur Sergei Markov daarvoor een wel heel opmerkelijke verklaring. ‘Veel oorlogen ontstaan omdat regeringen informatie missen over andere, hen niet vriendelijk gezinde landen en het gevaar daarvan dan overschatten.’ Een geïnformeerd land is minder bang. ‘Er is een Russisch gezegde: angst heeft grote ogen.’

Verder is er een rechtszaak rond industriële spionage bij Volvo en Scania. Yevgeny Umerenko, een Russische geheimagent met een diplomatieke status, zou een Zweedse medewerker met financiële problemen hebben geworven om informatie over de zelfrijdende auto  te stelen. ‘Het is onze inschatting dat deze informatie kan worden ingezet voor militaire doeleinden’, zegt Daniel Stenling, hoofd van de afdeling contraspionage van de Zweedse geheime dienst daarover.

En dan is er, natuurlijk, de sabotage van de Nord Stream-gasleidingen in het najaar van 2022. ‘Oh, fuck’, verzucht journalist Niels Fastrup tijdens een gespannen meeting, als ze via het Deense ministerie van Defensie beelden van ‘een vulkaan op zee’ krijgen toegespeeld. ‘Dit ziet er echt uit als oorlog.’ Er lijkt sprake van onderwaterexplosies. ‘Zoiets als dit is er nog nooit gebeurd in de tijd dat ik leef’, reageert Fastrup ontzet. Het is een geladen moment, dat de ernst van de situatie onderstreept.

Zo kijkt deze miniserie over de schouder mee als het team van journalisten onderzoek doet, (geanonimiseerde) bronnen uit de schimmige wereld van de internationale spionage bevraagt of zelf ter plaatse poolshoogte gaat nemen – en dan bijvoorbeeld tegenover Russische scheepslui met een doorgeladen wapen komt te staan. Daarbij begeven ze zich op onbekend terrein, met hulp van bronnen en organisaties met eigen belangen, zoals het Dossier Center van Poetins vijand Mikhail Khodorkovsky.

Het is oorlogsverslaggeving 2.0. Van een strategische strijd die veelal buiten het blikveld van de wereld en, soms letterlijk, in het duister wordt uitgevochten. Of vanuit ambassades, in trollenfabrieken en op al dan niet door Rusland georganiseerde nepdemonstraties. Waarbij niets is wat het lijkt. En elke keuze – identiteit en gezichten van Russische geheimagenten openbaren of niet bijvoorbeeld? – ook weer een rol kan spelen in de spionageoorlog tussen Rusland en z’n opponenten.

Putin’s Shadow War is hier te bekijken.

Victim / Suspect

Netflix

‘Ik wil je geen leugenaar noemen’, zegt de agent van dienst tegen Dyanie Bermeo, een 21-jarige Amerikaanse studente die aangifte heeft gedaan van aanranding tijdens een verkeerscontrole. ‘Maar….’

En dan volgt een lange lijst met inconsistenties in haar verklaring, die tot een voor Dyanie verpletterende conclusie leidt: ze wordt aangeklaagd voor het doen van een valse aangifte. ‘Als je bekent, doen we een goed woordje voor je bij het OM’, zou de man die haar heeft verhoord erbij hebben gezegd. Niet veel later ontdekt Bermeo’s huisgenote een bericht dat de politie van Washington County, in de Amerikaanse staat Virginia, op Facebook heeft geplaatst. De jonge vrouw wordt met naam en toenaam genoemd. Er is ook een foto van haar bijgeplaatst. De reacties laten zich voorspellen.

Van slachtoffer van aanranding is Dyanie Bermeo binnen korte tijd veranderd in een verdachte, die in ‘the court of public opinion’ ook meteen wordt veroordeeld. En ze is bepaald niet de enige, ontdekt Rachel de Leon, een onderzoeksjournalist van The Center For Investigative Reporting en de hoofdpersoon van de documentaire Victim / Suspect (95 min.), die deze actuele maatschappelijke kwestie probeert te agenderen. De Leon is allerlei valse aangiftes op het spoor gekomen, die vermoedelijk helemaal niet vals waren. ‘Is aangifte doen het risico waard?’ vraagt ze zich op basis daarvan af.

De kans dat een melding van seksueel geweld tot een veroordeling leidt is sowieso zeer klein, concludeert de journaliste na jarenlang graafwerk. En het slachtoffer loopt het risico dat ze zelf tot verdachte wordt gebombardeerd. Regisseur Nancy Schwartzman volgt De Leon tijdens haar werk aan enkele casussen (waarvoor waarschijnlijk ook enkele scènes, getuige een paar wat opgeprikte gesprekken en scènes, zijn gereconstrueerd). Dat levert een schrijnend beeld op: van agenten die slachtoffers verhoren en de bijbehorende verdachten, waarmee ze soms ook wel erg familiair omgaan, veelal ongemoeid laten.

Om bekentenissen uit te lokken – van slachtoffers, welteverstaan – mogen ondervragers zelfs hun toevlucht nemen tot ‘listen’, een mooi woord voor leugens en verzinsels. Zo kunnen agenten tijdens een verhoor bijvoorbeeld inbrengen dat de verklaring van de jonge vrouw niet strookt met beveiligingsbeelden – ook al hebben ze die beelden zelf nooit gezien (of bestaan die misschien zelfs helemaal niet). En het meisje, vermoedelijk getraumatiseerd, heeft zich daar dan maar tegen te verdedigen. Houdt ze voet bij stuk of trekt ze haar aanklacht in, met daarbij het risico dat ze vervolgens zelf in de beklaagdenbank belandt?

Waar bij de mannen in de genoemde voorbeelden de onschuldpresumptie te allen tijde leidend blijft, lijkt een vrouw die aangifte durft te doen bij voorbaat al verdacht. Óók omdat zo’n omgekeerde aanklacht in de praktijk – over perverse prikkels gesproken – vaak minder werk oplevert voor de betrokken politieman dan een regulier onderzoek naar seksueel geweld. Het is een tragische constatering, die deze soms wel erg Amerikaanse film een bijzonder schrijnend karakter geeft. Dit is victim blaming in het kwadraat, die voor de aangeefsters ongetwijfeld voelt als de spreekwoordelijke ‘second rape’.

Giuliani: What Happened To America’s Mayor?

CNN

Na de aanslagen van 11 september 2001, hét dieptepunt van de recente Amerikaanse geschiedenis, groeide hij als burgemeester van het getroffen New York uit tot de meest bewonderde bestuurder van de Verenigde Staten, liefkozend ‘America’s Mayor’ genoemd. Een kleine twintig jaar later wordt Rudy Giuliani op zijn best beschouwd als een schertsfiguur, de man die de rottigste klusjes opknapte voor president Donald Trump en bereid was om zichzelf daarbij volslagen belachelijk te maken.

Zoals hij daar bijvoorbeeld staat, orerend over verkiezingsfraude op de parkeerplaats van het hoveniersbedrijf Four Seasons Total Landscaping. Het is een nauwelijks meer te persifleren tafereel. Net zo tragisch is zijn bijdrage aan 6 januari 2021, waarbij hij in de aanloop naar de bestorming van het Capitool oproept tot ‘trial by combat’. Is deze even richtingloze als rücksichtslose volksmenner al te herkennen in de jonge Rudy Giuliani, die in een parallel gemonteerde politiedemonstratie uit vroeger tijden is te zien? Het antwoord luidt onmiskenbaar ja.

Giuliani: What Happened To America’s Mayor? (168 min.), een vierdelige serie van showrunner John Marks, duikt met medewerkers, politieke insiders en opiniemakers in ’s mans verleden. Eerst als openbaar aanklager die, bepaald niet zonder succes, zijn tanden zet in de beruchte georganiseerde misdaad van New York. Niet veel later als kandidaat voor het burgemeesterschap, voor wie vrijwel alles geoorloofd lijkt om te winnen – óók, alweer een parallel, het betwisten van de verkiezingsoverwinning van zijn opponent.

En als hij, de crimefighter, dan daadwerkelijk wordt gekozen tot burgervader, maakt hij direct duidelijk dat er ‘a new sheriff in town’ is. Die gaat door riemen en ruiten om de torenhoge criminaliteitscijfers van New York omlaag te brengen. Dan is hij volgens anderen ook op zijn best: als een generaal in oorlogstijd, die bovenaan de pikorde staat en permanent orders geeft. Hij oogst er alom lof mee. Naar eigen smaak overigens nooit genoeg, volgens mensen die met hem hebben gewerkt. Alles moet en zal altijd om Rudy Giuliani draaien.

Terwijl de criminaliteit afneemt door Giuliani’s zero tolerance-beleid, is er ook kritiek vanuit met name de zwarte gemeenschap, die tijdens zijn burgemeesterschap vaak te leiden heeft onder politiegeweld. Treffend is het incident rond Amadou Diallo, van wie hier zijn moeder Kadiatou aan het woord komt. De ongewapende student uit Guinea wordt in 1999 met maar liefst 41 Shots gedood door politieagenten, simpelweg omdat hij als jonge zwarte man lijkt op de verdachte die zij zoeken. Het zorgt voor Black Lives Matters-achtige protesten.

Giuliani komt ook regelmatig keihard in aanvaring met de plaatselijke pers, die hem soms het vuur aan de schenen legt. ‘In veel opzichten was Rudy Donald Trump voordat Donald Trump zelf Donald Trump werd’, zegt de journaliste Tish Durkin daarover. ‘Hij ontdekte en perfectioneerde de politieke kunst van het onderhouden van een vijandige relatie met de pers en genoot daarvan.’ Net als de man die hij later als een soort consigliere zal gaan dienen wordt Giuliani de verpersoonlijking van het adagio dat zoiets als slechte publiciteit helemaal niet bestaat.

Aflevering 3 van deze boeiende miniserie, die bestaat uit een krasse combinatie van archiefmateriaal en een ontzaglijke hoeveelheid pratende hoofden (waarbij alleen die van Rudy zelf en Donald ontbreken), is grotendeels gewijd aan het trauma 911, als Giuliani boven zichzelf uitstijgt, steeds de juiste toon vindt en zo de burgemeester van een land in nood wordt. De bewondering die hem ten deel valt stijgt hem echter ook naar het hoofd en zal de man, bij zijn totaal mislukte presidentscampagne van 2008, ook de kop kosten.

En dan zit zijn politieke carrière er in wezen op. Rudy Giuliani is volstrekt irrelevant geworden. Totdat Donald Trump zich meldt als Republikeinse kandidaat voor de verkiezingen van 2016 en Giuliani in zijn mede-New Yorker een kans ziet om zichzelf te rehabiliteren als diens bloedhond, het uitgangspunt voor de ontluisterende slotaflevering van deze miniserie, waarin de hoofdpersoon in zijn eigen mes, een onbeheersbare behoefte aan status en aandacht, loopt en elke vorm van geloofwaardigheid verliest.

Dat gevaar was er altijd al, stellen mensen uit zijn directe omgeving, maar nooit eerder werden de donkere krachten in deze eerzuchtige man zo weinig begrensd. Het is een wat onbevredigende slotsom. Is er werkelijk niets meer in het spel? Drank? Ouderdom? Psychische problemen misschien? Hoe kan America’s Mayor anders de risee van de Amerikaanse democratie zijn geworden? Of zat die gekte en roekeloosheid altijd al in Rudy Giuliani en heeft hij simpelweg zijn façade van respectabiliteit afgelegd?

Waco: American Apocalypse

Netflix

Zouden al die Branch Davidians, (federale) agenten en onderhandelaars werkelijk nog precies weten wat ze toen, nu dertig jaar geleden, wanneer deden? Als je hen hoort verhalen over de gebeurtenissen in het voorjaar van 1993, bij de belegering van zwaarbeveiligde bastion van sekteleider David Koresh en zijn discipelen, lijkt het alsof ze zich alles nog héél nauwkeurig herinneren. Dat zou dan in tegenspraak zijn met hedendaagse inzichten over de onbetrouwbaarheid van het menselijke geheugen.

Gezien het historische karakter van de gebeurtenissen – we hebben ‘t naar verluidt over de grootste veldslag op Amerikaans grondgebied sinds de Burgeroorlog – is de vraag wat deze participanten en ooggetuigen precies opnieuw oproepen in Waco: American Apocalypse (142 min.): hun eigen herinneringen? Of toch herinneringen die ze hebben gevonden bij elkaar of in één van de talloze reconstructies van de volledig uit de hand gelopen schermutselingen rond Mount Carmel Center, nabij het Texaanse stadje Waco, waarbij uiteindelijk 86 mensen stierven?

Bij deze hervertelling, in drie afleveringen, maakt regisseur Tiller Russell in elk geval een heldere keuze: hij concentreert zich vooral op de escalatie van het conflict tussen de Amerikaanse overheid en de geradicaliseerde sekte. De lange aanloop daarnaartoe, de interne machinerie van de religieuze beweging en de rol daarin van de archetypische sekteleider Koresh, die zichzelf presenteert als de Messias, worden vanuit de kantlijn belicht. Daarmee wordt de ‘standoff’ in Waco wel een beetje gereduceerd tot een spannend frontgevecht, voor het oog van de wereld.

Pas later zorgt Russell, die gebruik kan maken van niet eerder vertoond archiefmateriaal, voor achtergrondinformatie over het verziekte klimaat dat David Koresh om zich heen heeft gecreëerd en dat tijdens de belegering voor ijzingwekkende taferelen zal zorgen. Tegelijkertijd moet het FBI-team dat hem wil uitroken allerlei tactische keuzes maken, die zeker niet allemaal even goed uitpakken en bijdragen aan de apocalyptische apotheose op 19 april 1993, de dag waarop Koresh zijn volgelingen, waaronder 28 kinderen, met zich meeneemt in de dood.

De datum 19 april zal twee jaar later overigens nog eens extra lading krijgen als Timothy McVeigh – een fanatiekeling van een anti-overheidsmilitie, die als sympathisant van de Branch Davidians is te herkennen op beelden van de belegering – een terroristische aanslag pleegt op een FBI-gebouw in Oklahoma City, waarbij bijna 170 mensen om het leven komen. Het is een navrant eerbetoon aan ‘Waco’. Of gewoon wraak. En opnieuw een gebeurtenis die zich in het geheugen grift, al dan niet vergezeld van allerlei gruwelijke details.

Money Shot: The Pornhub Story

Netflix

Serena Fleites was veertien toen ze verliefd werd op een oudere jongen. Hij vroeg haar om een naaktvideo op te sturen. En nog één. Nog één. Toen begonnen ze haar op school vreemd aan te kijken, vertelde ze aan Nicholas Kristof, columnist van The New York Times. Iemand bleek de filmpjes op Pornhub te hebben gezet. Eentje was al 400.000 keer bekeken. Het tienermeisje vroeg de grootste pornosite van de wereld daarna om de video’s te verwijderen. En als dat na veel gedoe eindelijk leek te zijn gelukt, werd dat filmpje meteen weer door iemand anders geüpload. 

Kristof schreef er eind 2020 een opiniestuk over, dat insloeg als een bom: The Children of Pornhub. Met als ondertitel: why does Canada allow this company to profit off videos of exploitation and assault? Daarmee bracht hij het verdienmodel van één van de meest bezochte websites van de wereld, met 3,5 miljard bezoekers per maand, acuut in gevaar. Niet alleen van Pornhub zelf overigens, maar ook van de individuele sekswerkers die een eigen zaak runden via het platform – en daardoor eindelijk niet meer afhankelijk waren van de officiële adult entertainmentindustrie.

Daarmee ligt het centrale dilemma van Money Shot: The Pornhub Story (94 min.) op tafel. Is MindGeek, het Canadese moederbedrijf van Pornhub, een afpersingsoperatie die ook van The Sopranos afkomstig had kunnen zijn en dus keihard moet worden aangepakt? Of is de website, die zichzelf afficheert met de slogan ‘All you need is hand’, een voorbeeld van hoe pornografie technologische vooruitgang aandrijft en de autonomie van sekswerkers faciliteert? Een onderneming die nu dan met een ouderwetse ‘War On Porn’ vanuit conservatief-christelijke hoek wordt geconfronteerd.

Documentairemaker Suzanne Hillinger laat de verschillende partijen aan het woord: sekswerkers, pleitbezorgers van de pornobusiness, ex-medewerkers van Pornhub (waaronder een geanonimiseerde moderator die tot wel duizend video’s per dag moest beoordelen), een woordvoerster van The National Center For Missing & Exploited Children en vertegenwoordigers van een christelijke belangengroep, met een slim gekozen naam (National Center On Sexual Exploitation) die waarschijnlijk moet verhullen dat ze liefst de complete seksindustrie op de korrel zouden nemen.

Dat resulteert in een aardig overzicht van de maatschappelijke discussie rond anonimiteit op het internet en hoe die laakbaar gedrag faciliteert, zeker op platforms waar niet-geverifieerde gebruikers seksuele content kunnen plaatsen. Intussen dreigen zelfstandig opererende sekswerkers te worden gemangeld tussen Big Porn, dat gewoon zoveel mogelijk omzet wil draaien en vooral niet al te veel energie wil steken in de strijd tegen schadelijke en illegale content, en moraalridders die dat dan weer aangrijpen om het epische gevecht tegen pornografie in hun voordeel te beslissen. 

‘Porno is de kanarie in de kolenmijn van de vrijheid van meningsuiting’, waarschuwt Mike Stabile, vertegenwoordiger van de seksindustrie, aan het eind van deze degelijke docu, die minder enerverend wordt dan menigeen op voorhand misschien had verwacht. Met het verbieden van pornografie, stelt hij, vast ook namens Money Shots maker Suzanne Hillinger, wordt automatisch de vrijheid van meningsuiting ingeperkt.

The Mission

Autlook

Het is een soort dienstplicht. Geen militaire of maatschappelijke, maar een religieuze dienstplicht. Alle jongeren van de Amerikaanse Church Of Jesus Christ Of Latter-Day Saints (LDS) moeten eraan geloven. Ze moeten zich minimaal achttien maanden vrijmaken om de heilige boodschap van The Book Of Mormon te verspreiden.

Deze documentaire van Tania Anderson volgt de Elders Pauole en Davis en de Sisters Field en Bills – ze mogen elkaar niet bij hun voornaam aanspreken – tijdens The Mission (95 min.), die hun jonge levens moet vormen. Ze worden naar het andere eind van de wereld gezonden: Finland. De Missie Helsinki is een behoorlijke uitdaging: van de ruim vijfeneenhalf miljoen Finnen zijn er nog geen vijfduizend lid van de Mormoonse kerk.

Eerst gaan ze echter naar het Missionary Training Center in Utah, waar ze elkaar leren kennen en een stoomcursus Fins krijgen. Eenmaal in Scandinavië worden de missionarissen geïnstrueerd over de regels (hooguit eenmaal per week contact met familie) en krijgen ze een partner toegewezen. Alleen vanwege ‘redenen van persoonlijke hygiëne’ mogen ze elkaar de komende tijd uit het oog verliezen. Na negen weken krijgen ze een andere Elder Of Sister toegewezen.

Het wordt een periode die hun geloof versterkt of hen juist aan het twijfelen brengt. Want die Finnen zitten niet bepaald op hen te wachten. ‘Get a fucking life’, roept een jongen met opgestoken middelvinger twee Elders toe, als ze in hun nette pak en met hun stichtelijke boodschap op pad zijn. Het serieuze gesprek over religie en zingeving van twee Sisters bij een aardige familie thuis levert uiteindelijk al even weinig op: géén bekeerde zielen.

Anderson observeert de LDS-jongeren zonder te oordelen en kan zo diep doordringen in hun (belevings)wereld. Daarin speelt niet alleen geloof een belangrijke rol, maar ook hoe ze zich in den vreemde, zonder hun ouders en vrienden, staande houden. Als één van hen psychische problemen begint te ontwikkelen, dringt de vraag zich op of de missionaris moet worden teruggeroepen naar huis. Want dat voelt als immens persoonlijk falen.

En als de Missie Helsinki er dan officieel opzit en Kai Pauole, Tyler Davis, Mckenna Field en Megan Bills gelouterd naar huis zijn teruggekeerd, het vanzelfsprekende eindstation van deze serene film, wacht het volwassen bestaan: trouwen en kinderen krijgen? Of toch een ander leven, al dan niet in dienst van de Heer?

Tukdam

KRO-NCRV

De wetenschap staat vooralsnog voor een raadsel: de Iichamen van sommige boeddhistische monniken lijken na hun dood niet te vergaan. Ze blijven gewoon rechtop zitten, alsof ze een dutje doen. Volgens de eminente Amerikaanse neurochirurg Richard Davidson bevinden zij zich wellicht in ‘de meest rudimentaire vorm van bewustzijn die nog optreedt na het moment dat iemand als dood wordt beschouwd volgens de gangbare westerse definitie’. En dit zou dan weer elementaire vragen oproepen over de menselijke geest en hersenen.

Boeddhisten noemen het simpelweg Tukdam (52 min.), het resultaat van zeer langdurige en intensieve meditatie. Een staat van zijn die naar verluidt enkele dagen, of zelfs enkele weken, kan aanhouden. ‘Na de dood blijft het lichaam fris’, volgens de Tibetaanse spiritueel leider, de Dalai Lama. Hij roept de hulp in van Davidsons Center For Healthy Minds, dat namens de Universiteit van Wisconsin al onderzoek deed naar meditatie, mindfulness en gezonde emoties. Een klein groepje wetenschappers gaat tukdam eens door de wetenschappelijke molen halen.

Zij beginnen data te verzamelen bij boeddhisten die het mediteren volledig hebben verinnerlijkt, verdiepen zich in hun leefwijze en onderzoeken verder de levenloze lichamen van monniken in tukdam. In hoeverre valt aan de hand van onder andere hun hartslag, ademhaling, lichaamswarmte, hersenactiviteit, ontbinding en soepelheid van de huid empirisch vast te stellen dat ze het gebruikelijke post-mortem proces inderdaad hebben uitgesteld? Of is tukdam toch vooral het bewijs dat er meer is tussen hemel en aarde dan wij, gewone stervelingen, kunnen zien?

Voordat hun bevindingen aan de orde komen, geeft deze documentaire van Donagh Coleman echter ruim baan aan boeddhistische verklaringen voor het opmerkelijke fenomeen. De boeddhisten hebben verder zo hun twijfels bij de onderzoeksmethoden die door de Amerikanen worden ingezet. ‘Tukdam past in het Tibetaanse kennissysteem’, concludeert Coleman, die zelf als de enigszins zijige verteller van deze degelijke film fungeert. ‘Maar is lastig voor de wetenschap met z’n eigen culturele aannames.’ Daarmee neemt hij alvast een voorschot op de vermoedelijke onderzoeksresultaten.

The First Wave

National Geographic

‘Elke keer als ik naar hem kijk zie ik die jonge kinderen’, zegt verpleegkundige Kellie Wunsch geëmotioneerd, terwijl ze wordt getroost door een collega. ‘Ik heb het gewoon nodig dat het goed met hem gaat.’ Ahmed Ellis, een Afro-Amerikaanse man van halverwege de dertig, had haar verteld over zijn gezin en daarna indringend gevraagd: ‘Laat me alstjeblieft niet sterven!’

Inmiddels is Ellis, in het dagelijks schoolbeveiliger, buiten bewustzijn en geïntubeerd. Als zijn vrouw Alexis en zoontje Austin videobellen naar het ziekenhuis, houdt Kellie de iPad recht voor Ahmeds gezicht en probeert ze hem bij het gesprek te betrekken. Het is echter nog maar de vraag of hij het Coronavirus te boven komt. De artsen en verpleegkundigen van het Long Island Jewish Medical Center moeten daarvoor alle zeilen bijzetten.

In het ziekenhuis in Queens moet ook regelmatig een minuut stilte worden ingelast. Intensieve zorg, beademing en reanimatie kunnen het overlijden van een patiënt lang niet altijd voorkomen. Soms weerklinkt ook ineens Here Comes The Sun van The Beatles op de afdeling. Dan mag iemand van de beademing af. Het zijn de spaarzame momenten waarop er even licht gloort aan het eind van een angstaanjagende tunnel.

Verder lijkt er sprake van permanente crisis in het ziekenhuis in New York, dat in het voorjaar van 2020 tot de grote brandhaarden van The First Wave (93 min.) van COVID-19 behoort. Regisseur Matthew Heineman tekent van binnenuit op hoe het huilen zelfs ervaren krachten soms nader dan het lachen staat. Een eindeloze stroom patiënten belandt uitgeteld in bed, ogenschijnlijk meer dood dan levend. Waarbij het de vraag is of ze dat ooit nog zullen verlaten.

Behalve op Ahmed Ellis richt Heineman zich daarbij op de jonge immigrante Brussels Jabon. Na een keizersnede is ze met haar pasgeboren zoon Lyon in het ziekenhuis terecht gekomen. Haar halve familie is besmet geraakt met het Coronavirus. Verder portretteert hij het team van de betrokken arts Nathalie Dougé, die na de dood van George Floyd betrokken raakt bij Black Lives Matters-demonstraties en op haar werk ziet dat ook COVID-19 minderheden extra hard treft.

Matthew Heineman schuwt het drama niet en heeft er ook gevoel voor: een oog dat langzaam dichtvalt of plotseling wordt opengesperd, de hand die krachteloos probeert te zwaaien of het hoofdschudden van hulpverleners die tevergeefs hebben geprobeerd om het leven van een patiënt te redden. Het zijn tragische beelden van een crisis die we inmiddels uit en te na kennen – ook uit documentaires – en het liefst even zouden vergeten.

The First Wave weet toch door die Coronamoeheid heen te breken. Als een soort shockbehandeling. Zo ernstig was – en is/wordt – het dus in de ziekenhuizen. Tegelijkertijd laat de film ook de medemenselijkheid zien, die juist op zulke momenten komt bovendrijven. Als een patiënt bijvoorbeeld het ziekenhuis mag verlaten om thuis verder aan zijn/haar herstel te werken, gebeurt dat onder luid applaus van het zorgpersoneel.

Zulke verbondenheid in tijden van nood is zeker niet (meer) overal vanzelfsprekend.

9/11 – Life Under Attack

VPRO

‘Kijk, daar links zie je het World Trade Center’, zegt Randy Rousseau tegen zijn vrouw en twee kinderen. ‘Een paar jaar geleden was daar een terroristische aanslag.’ Het Californische gezin is op bezoek in New York. Op dinsdag 11 september 2001, de dag waarop er een nog veel grotere aanslag op de WTC-torens zal worden uitgevoerd. En vader Rousseau en diverse andere gewone Amerikanen zullen die fatale dag vastleggen met hun camera’s.

Hun ooggetuigenverslagen vormen de basis voor 9/11 – Life Under Attack (85 min.). Van het onbekommerde begin van de dag tot eerst het ongeloof en daarna de totale ontzetting dat het geen ongeluk of bom is, maar vliegtuigen die het World Trade Center zijn binnengevlogen. En dan gaan de wolkenkrabbers – die met geen mogelijkheid omver te krijgen zijn, volgens een overtuigde omstander – ook nog genadeloos onderuit. Om over het nieuws van buiten New York, toestel United 93 dat op weg is naar het Witte Huis of Capitool in Washington, nog maar te zwijgen.

Via de persoonlijke bijdragen van New Yorkers die hun ogen niet kunnen geloven vangt Karen Edwards de paniek, het verdriet en de chaos van deze rampdag, die zal fungeren als een belangrijk plotpoint in de moderne wereldgeschiedenis. De Britse filmmaakster laat het schokkende beeldmateriaal zijn werk doen en voegt slechts beperkt elementen toe: verbindende teksten in beeld, een sinistere soundtrack en het huiveringwekkende radiocontact met hulpverleners, mensen die vastzitten in de WTC-torens en stewardessen en passagiers van de gekaapte vliegtuigen.

Twintig jaar na dato wordt dat tragische etmaal zo weer probleemloos opgeroepen. Door mensen die de aanslagen moesten ondergaan kunnen wij, stuk voor stuk kinderen van de post-911 wereld, deze in zekere zin alsnog van minuut tot minuut beleven.

De zesdelige docuserie 9/11: One Day In America kent overigens een enigszins vergelijkbare opzet.

Song Of Lahore

Hun muziek en de bijbehorende cultuur dreigden verloren te gaan. Nadat Pakistan in de jaren zeventig een streng islamitische staat was geworden, kwam de traditionele Song Of Lahore (82 min.) in het verdomhoekje terecht. Het was muziek die van generatie op generatie was doorgegeven en die na een glorieperiode, waarin de orkesten voor regeringsleiders optraden en soundtracks maakten voor films, ineens gedoemd leek om een kwijnend bestaan te leiden.

Tótdat Izzat Majid besloot om te starten met Sachal Studios, een plek waar de traditie van de voormalige culturele hoofdstad van Pakistan levend wordt gehouden en doorgegeven aan een nieuwe generatie. ‘Het is niet míjn werk wat ik doe in Sachal’, zegt muzikaal leider Nijat Ali, die heeft moeten aanzien hoe zijn vader, de vermaarde dirigent/arrangeur Riaz Hoessain, bij zijn dood zonder al te veel ceremonieel uitgeleide is gedaan. ‘Ik vervul de plicht aan mijn vader. Dat is een enorme verantwoordelijkheid. En soms vraag ik me af of ik die kan dragen.’

Tegelijkertijd staan de muzikanten van het Sachal Jazz Ensemble ook open voor ontwikkelingen van buitenaf. Zo ontstaat in deze ontwapenende documentaire van Andy Schocken en Sharmeen Obaid-Chinoy uit 2015 bijvoorbeeld een geheel eigen interpretatie van de jazz-evergreen Take Five van het Dave Brubeck Quartet. Die wordt wereldwijd opgepikt en leidt tot een uitnodiging voor Jazz at Lincoln Center in New York. Nijat Ali: ‘Als God het wil, kunnen we daar laten zien dat Pakistanen artiesten zijn en niet alleen terroristen.’

Aan de andere kant van de wereld blijkt het alleen bepaald geen sinecure om traditionele instrumenten als sitar, fluit en tabla te laten samensmelten met een Amerikaanse jazzband. In de aanloop naar het concert lopen de spanningen behoorlijk op bij de Pakistaanse muzikanten, die buiten hun vertrouwde omgeving regelmatig ogen als vissen op het droge. Tegelijkertijd kunnen ze in de Verenigde Staten, als alles toch nog goed uitpakt, wellicht de waardering oogsten die in eigen land uitblijft.

En dan blijkt dat muziek daadwerkelijk barrières kan slechten.