The System

Doxy / Cinema Delicatessen

‘Hebben jullie in de afgelopen jaren structurele verandering te weeg gebracht?’ wil documentairemaker Joris Postema aan het begin van The System (90 min.) weten van de drie idealisten, die hij enkele jaren heeft gevolgd voor zijn film. Hij heeft hen tot besluit samengebracht: ze beijveren zich elk op hun eigen manier en podium voor een betere wereld, maar is die daardoor ook enigszins in het zicht gekomen?

De Duitse antifascist Tadzio Müller heeft jarenlang tegen de fossiele industrie gestreden, maar zag dat hij daarbij regelmatig gewone burgers tegenover zich vond. Hij vond uiteindelijk veel meer weerstand dan begrip. Of zoals hij ’t zelf formuleert: jij probeert me te confronteren met de toekomst, die ik koste wat kost probeer te negeren! Inmiddels ziet de uitgesproken Müller de toekomst somber in. ‘Climate. Game ‘fucking’ over.’

Diplomaat Henk Ovink, Nederlands eerste watergezant, probeert intussen binnen het systeem te werken. Op de waterconferentie van de Verenigde Naties in 2023 zoekt hij naar verbinding en spreekt over ‘a watershed moment for the world’. Ambtelijke molens draaien alleen langzaam, zeker als er internationaal overeenstemming moet worden bereikt. En als dat dan toch lijkt te zijn gelukt, blijft ’t nogal eens bij die mooie woorden.

De Nederlandse klimaatactiviste Pippi van Ommen tenslotte behoorde tot de oprichters van Extinction Rebellion in Amsterdam en was jarenlang een sleutelfiguur in de actiebeweging. Gaandeweg is ze echter steeds meer gaan twijfelen aan de effectiviteit van hun missie. Pippi slaat zo nu en dan dus wel eens een blokkade op de snelweg over en trekt zich terug op haar zeilboot. En daar voelt ze zich dan weer schuldig over.

Of ze nu in, buiten of tegen het systeem lijken te werken, het dreigt deze idealisten stuk voor stuk te vermalen. Ze vechten in zekere zin ook tegen het kapitalisme zelf. ‘De perfecte vijand’, aldus Müller. Halverwege de film lijken Tadzio, Henk en Pippa hun geloof in een betere wereld te zijn kwijtgeraakt. Hoe nu verder? Het systeem – of de eigen bubbel – verlaten? De handdoek in de ring gooien en de wanhoop toelaten? Of…?

Postema, die via z’n hoofdpersonen vast ook zijn eigen levensvragen onderzoekt, volgt hen naar de frontlinies van hun strijd tegen het maatschappelijke en economische systeem – de demonstraties, acties en conferenties – en vereeuwigt het epische gevecht dat zij daar leveren met ‘The Man’ – of hun eigen molenwieken – in intense scènes, die met een soundtrack van Lee Ranaldo (Sonic Youth) op temperatuur zijn gebracht.

Ze hebben hun ziel erin gelegd en ervaren nu dat die vertrapt dreigt te worden. Dit leidt tot diepe emoties – niet in het minst bij de diplomaat Ovink – en vraagt om een elementaire herbronning. Moet het systeem dan maar ontwricht worden? Of is die betere wereld op een heel ander niveau te vinden? Met deze vraag stuurt Postema zijn hoofdpersonen en deze krachtige film naar hun voorlopige slotconclusie.

Barbara Stok – Hoe Goed Te Leven

c: Barbara Stok

Later heeft ze er een nacht wakker van gelegen, vertelt ze aan documentairemaker Frank Wiering. Nadat Barbara Stok de Stripschapprijs 2023 in ontvangst heeft genomen, doet ze – in lijn met de Griekse filosofe Hipparchia, de heldin van haar bekroonde graphic novel De Filosoof, De Hond En De Bruiloft – iets ongepasts: ze gaat als een hond op het podium liggen. Naderhand, als pas echt is doorgedrongen dat ze die prijs heeft gewonnen, voelt ze zich daar toch wat ongemakkelijk bij. Die twijfel past ook wel bij Stok, haar/het leven is niet altijd eenvoudig. 

In de alleraardigste tv-film Barbara Stok – Hoe Goed Te Leven (47 min.) portretteert Wiering de Groningse stripmaakster, die gaandeweg pas heeft ontdekt hoeveel ze eigenlijk van zichzelf in het boek over Hipparchia van Maroneia heeft gestopt. Zij zou best willen zijn zoals de Griekse filosofe, die geldt als vertegenwoordiger van de filosofische stroming De Cynici. Zij zwoer samen met haar grote liefde Crates elke vorm van luxe af en wilde gewoon een eenvoudig en zinvol leven leiden. Als een hond, juist. ‘Wie genoeg heeft aan het minimum is werkelijk vrij.’

Barbara Stok staat iets soortgelijks voor: ze deed haar auto de deur uit, werd vegetarisch en sloot zich ook aan bij Extinction Rebellion. Toch blijft het zoeken: tussen wat je wilt en hoe je vindt dat het moet. Stok is ervan overtuigd dat we allemaal onderdeel zijn van een systeem dat niet deugt, vertelt ze aan Wiering. Zelf lijkt ze een typisch kind van het linkse bolwerk Groningen, dat ook een geduchte reputatie heeft als rockstad. In de plaatselijke concertzaal Vera zag ze talloze concerten die ook haar eigen groep inspireerden: het garagebandje De Straaljagers

Ontspannen vragen stellend wandelt Frank Wiering zo door Stoks leven, dat hij natuurlijk illustreert met haar tekeningen en begeleidt met een smakelijke soundtrack, die klinkt als de omgevallen platenkast van de betere muziekliefhebber (van Barbara Stok zelf?): The Dead South, The Beatles, Madness, The Rolling Stones, The Who, Bikini Kill, Ramones en The Verve. Zo toont dit sympathieke portret wie de tekenares is en wie ze wil zijn. Om Stoks lijfspreuk – als ze die al heeft, nuanceert ze meteen – te citeren: niets is genoeg voor wie wat genoeg is weinig. (Epicurus).

En Barbara Stok lijkt nog lang niet klaar met filosofie. Naar verluidt zit er een kinderboek over Socrates in de pen.

Klimaatrebellen, Tussen Hoop & Wanhoop

KRO-NCRV

Is het een protestactie, een ‘optreden’ in de openbare ruimte of toch een gewiekste combinatie van die twee? David Schwarz, een 29-jarige theatermaker, heeft een plekje uitgezocht op een doorgaande weg, legt daar een kussentje neer en gaat vervolgens zitten. Hij draagt een bord: ‘Ik ben doodsbang dat de maatschappij instort als gevolg van de klimaatcrisis’. De zitactie oogst weliswaar lof van zijn vriendin Ayla van Summeren (24), maar wordt hem niet door iedereen in dank afgenomen.

De Nederlandse actievoerder van de klimaatprotestgroep Extinction Rebellion heeft een plekje gekozen recht voor een auto. De bestuurder begint te toeteren en stapt uit. ‘Kun je niet dáár gaan zitten?’ vraagt hij, wijzend naar de stoep, niet eens heel onvriendelijk. David is echter onvermurwbaar. ‘Hij moet werken, man’, roept een omstander nog, maar de klimaatactivist wil van geen wijken weten en wacht op de onvermijdelijke confrontatie met de politie.

In Klimaatrebellen, Tussen Hoop & Wanhoop (55 min.) portretteert Ingeborg Jansen vijf vaderlandse jongelingen die zich genoodzaakt zien om hun klimaatdepressie, waarvan zij zelf ook last heeft, om te zetten in actie. Want ze zijn inmiddels ‘de bezorgde burger voorbij’, stelt bioloog Sandra van der Nat (30). En dus gaan ze, in de woorden van mede-actievoerder, student Sebastiaan Vannisselroy (21), ‘de wet overtreden, op een vreedzame manier, om toch maar gehoord te worden’.

Ze begeven zich naar publieke plekken of omstreden bedrijven zoals Shell of Campina en lijmen of ketenen zichzelf daar vast of veroorzaken gewoon een heleboel heisa. De navolgende arrestatie, en het bijbehorende strafblad, nemen ze op de koop toe. De acties hebben vaak ook een ludiek karakter. In Utrecht brengen ze bijvoorbeeld een brief vanuit de 21e eeuw, uit Utrecht aan Zee, huis aan huis rond. Je kunt er zelfs een bootje van vouwen, met daarop de tekst: ‘Uw huis na 2100?’.

Intussen gaat hun ‘gewone’ leven ook door. Sandra en haar al even gedreven vriend Merijn van Baardewijk (30) hebben zich bijvoorbeeld ingeschreven voor een nieuwbouwproject. David en Ayla vragen zich af of ze een kind op de wereld willen zetten. Dat is voor hen niet vanzelfsprekend. Want wat voor een leven geef je zo’n kind? Het is een vraag die Sebastiaan ook voorlegt aan zijn eigen moeder. Zij maakte zich in de jaren tachtig eveneens zorgen over de wereld. Waarom heeft ze dan tóch voor een kind gekozen?

Zo wordt in deze betrokken ‘actiefilm’, waarin Jansen de jongelingen zelf het woord geeft en aansluit bij hun ontregelende activiteiten, steeds duidelijker de achterkant van hun activisme zichtbaar: het onbegrip, de twijfel en – dat ook – het verdriet. Klimaatrebellen wordt daarmee een interessante aanvulling op Rebellion, de documentaire waarin onlangs van binnenuit de ontstaansgeschiedenis van de organisatie Extinction Rebellion in Groot-Brittannië in kaart is gebracht.

Beide films laten de, veelal hoogopgeleide, voorhoede van een nieuwe generatie idealisten aan het werk zien. Zij zijn opgezadeld met een giftige erfenis die hun toekomst – en die van alle andere aardbewoners – dreigt te verzieken. Met de moed der wanhoop en, ondanks alles, een gezonde dosis levenslust proberen ze het tij te keren.

Rebellion

Tull Stories

Als je niet in de gevangenis zit, zit je niet echt in het verzet. Punt. Roger Hallam, één van de initiatiefnemers van Extinction Rebellion (XR), kijkt ferm in de camera van Maia Kenworthy en Elena Sánchez Bellot. Hij gelooft heilig in disruptie. Met zijn rebellenclub richt hij zich op het verstoren of zelfs lamleggen van de maatschappij. Pas dan zijn machthebbers bereid om te luisteren, zegt hij in Rebellion (81 min.). Geen woorden dus maar daden.

Bij de zogenaamde ‘april rebellion’, waarbij Londen in het voorjaar van 2019 het strijdtoneel wordt van massale acties om aandacht te vragen voor de klimaatcrisis, pakt dat geweldig uit. Nadat de stad bijna anderhalve week stil heeft gestaan, met toch heel veel lawaai, mag XR aan tafel met de Britse minister Michael Gove en lijkt daarbij zelfs wat binnen te halen. Oudere jongere Roger Hallam, met de verplichte paardenstaart en gebreide trui, wrijft zich in de handen.

Het duurt echter niet lang of er ontstaan haarscheuren binnen de organisatie, waarvoor hij de tactiek wil bepalen. Steen des aanstoots is een poging om met drones het vliegverkeer van en naar Heathrow Airport te ontregelen. ‘Als deze actie wordt aangekondigd en op de één of andere manier onder de noemer Extinction Rebellion wordt ondersteund, dan gaan wij onze eigen weg’, kondigt één van de aanwezigen bij een verhitte bijeenkomst aan.

Het is Hallams eigen dochter Savannah die een steen in de vijver werpt. Een conflict met haar vader is onvermijdelijk. Zoals interne strijd sowieso hoort bij een protestbeweging als XR. Die wordt niet onder het tapijt geveegd in deze vlotte en aanstekelijke documentaire, waarin kopstukken terugblikken op de tumultueuze eerste jaren van de organisatie die van burgerlijke ongehoorzaamheid weer een serieus strijdmiddel heeft gemaakt.

Extinction Rebellions acties, waarvan de ethiek of methodiek verder overigens niet kritisch wordt bevraagd, zijn verrassend effectief, constateert ook Farhana Yamin. Als internationaal klimaatjurist beijvert zij zich al decennia voor serieuze maatregelen en was ze bijvoorbeeld ook betrokken bij het klimaatakkoord van Parijs. Zelden kreeg Yamin echter meer aandacht dan toen ze zich aan het trottoir vastlijmde bij het hoofdkantoor van Shell.

Die bedrijfsnaam wordt door sommige overtuigde XR’ers – tis maar dat u ‘t weet – overigens consequent zonder S geschreven.

We Are Fucked

‘Dames, zouden jullie het pand willen verlaten, alstjeblieft?’ zegt de beveiliger tegen de drie jonge vrouwen die halfnaakt in de etalage van de H&M-winkel zijn gaan staan. ‘Ik zit vastgeplakt met superlijm’, reageert Robin Bruisje gevat. ‘Sorry.’

H&M maakt zich volgens haar schuldig aan ‘grootschalige green washing’. De activiste van Extinction Rebellion eist dat de winkelketen z’n deuren sluit. Intussen is de politie ook gearriveerd. Die sommeert de demonstranten om het pand te verlaten. Even later worden ze zelfs aangehouden vanwege huisvredebreuk. Één kleine uitdaging nog: die handen moeten losgeweekt worden van de winkelruit.

Robin is één van de vele jongeren die zich zorgen maken over de toekomst van de aarde. ‘Je woont in een huis met alle mensen waar je van houdt’, legt ze uit. ‘En je ziet dat dit in brand wordt gestoken. En je staat ervoor en het enige wat je hebt is een gieter.’ Die onmacht zet ze om in dadendrang. Soms loopt ze met een megafoon door een drukke winkelstraat en houdt haar gehoor, of ze dat nu willen of niet, voor ‘dat het anders moet en anders kan’.

In de korte documentaire We Are Fucked (24 min.) worden nog twee jonge activisten geportretteerd. Armando van Vlastuin is met zijn studie technische bedrijfskunde gestopt om zich volledig te kunnen richten op Extinction Rebellion. Dat levert bepaald niet alleen lof op. En de zestienjarige Melih neemt, in navolging van klimaatactiviste Greta Thunberg, deel aan stakingen en activiteiten van Fridays For Future. Thuis kampt hij met een vader die klimaatontkenner is en een moeder die vindt dat hij gewoon vlees moet eten.

Via drie gedreven jongeren portretteert regisseur Eef Hilgers zo een nieuwe generatie aardbewoners die, met een ferme combinatie van ouderwets engagement en hedendaagse middelen, de wereld wil veranderen. Achter al dat idealisme gaat oprechte zorg schuil. Over een wereld die wel eens ten onder zou kunnen gaan. Noem het klimaatdepressie of ecorexia. Het is de tol die zij moeten betalen voor het gedrag van eerdere generaties.

Oproerkraaiers

Raymond van Mil / VPRO

‘Volgens mij kan je enkel onverschillig blijven tegenover leed als je je ervoor afsluit’, constateert Sunny Bergman halverwege Oproerkraaiers (59 min.) ‘En misschien zorgt juist dat afsluiten ervoor dat we degenen die onze ogen willen openen als aanstellers, als overdreven drammers, ervaren. We vinden ze irritant omdat ze ons op iets wijzen dat we niet willen zien. En daarna geven we de zogenaamde drammers de schuld van polarisering.’

Het is een conclusie, die haar zelf natuurlijk goed uitkomt. Want met haar strijd tegen Zwarte Piet en institutioneel racisme behoort Bergman in de ogen van veel anderen ook tot die groep drammers. In deze nieuwe film duikt ze verder in de wereld van het Nederlandse activisme: van haar eigen natuurlijke omgeving bij Kick Out Zwarte Piet tot de fanatieke klimaatactivisten van Extinction Rebellion en de Jane Unchained Europe-demonstranten die zich manifesteren bij slachthuizen (en Bergman zelf tot het verfoeide ‘redelijke midden’ rekenen omdat zij nog gewoon dierlijke producten eet).

‘Een dag niet gedemonstreerd is een dag niet geleefd’, stelt beroepsactivist Frank van der Linde, terwijl hij met een megafoon leuzen schreeuwt naar het hoofdkantoor van booking.com. Hij voert fulltime actie, komt regelmatig in aanvaring met de autoriteiten en is inmiddels thuisloos geworden. Van der Linde is ook aanwezig bij de grote Black Lives Matter-demonstratie in Amsterdam, na de moord op de zwarte Amerikaan George Floyd, waar Sunny’s gehele natuurlijke entourage bij elkaar lijkt te komen.

Met haar camera begeeft ze zich ook buiten haar eigen bubbel en neemt plaats in de tractor van Mick, een actievoerder van Farmers Defence Force. Overtuigd van zichzelf legt die club geregeld half Nederland plat. Te midden van de boeren verbaast Bergman zich er wel over dat die echt geen ‘activist’ genoemd willen worden. ‘Dat is heel wat anders’, volgens twee mannen. ‘Ik versta onder activisten toch wel wat agressievere mensen’, legt een vrouw uit. ‘En zo agressief zijn wij niet. Wij houden ‘t netjes.’

Bergman kan vervolgens de verleiding niet weerstaan om het grote geld achter de boerenprotesten aan te snijden. Worden die niet gefinancierd door zuivelproducenten en veevoederbedrijven, die simpelweg hun eigen nering proberen te beschermen? Haar vader, een gezworen communist, zou zeggen: het is allemaal de schuld van het grootkapitaal. En dat zou je de gemene deler van al die protestacties kunnen noemen. Het gaat vrijwel altijd om gewone mensen die zich stelselmatig niet gehoord of gewaardeerd voelen. Toch zijn zij ‘t, stelt Bergman met een blik op het verleden vast, die uiteindelijk voor wezenlijke verandering zorgen. Zonder al die oproerkraaiers zou Nederland nooit het land zijn geworden dat het nu is.

Ofwel: radicaal wordt ooit normaal. Het is de optimistische slotsom van deze aardige rondgang langs idealisme, strijdbaarheid en belangenbehartiging.