Heysel 1985: Dans L’Enfer De La Foule

RTBF

Van de beoogde hoofrolspelers worden Liverpool-icoon Kenny Dalglish en Juventus-ster Michel Platini gedegradeerd tot onbeduidende figuranten. Wat een zinderende finale van de Europa Cup I, de voorloper van de Champions League, had moeten worden, wordt op 29 mei 1985 een ongekende veldslag in het Heizelstadion te Brussel.

En dan niet tussen de elftallen van de twee voetbalgrootmachten, maar tussen hun supporters. Het zogenaamde Heizeldrama. Ruim voor aanvang van de wedstrijd vallen Engelse hooligans hun Italiaanse opponenten aan. Zij richten een bloedbad aan in het verouderde stadion: 39 doden, vooral Italianen, en dan nog ruim zeshonderd gewonden.

In Heysel 1985: Dans L’Enfer De La Foule (84 min.) reconstrueren Christophe Hermans en Boris Tilquin (Merckx) deze zwarte bladzijde uit de voetbalgeschiedenis met een aantal direct betrokkenen: Juve-supporter Giovanni Costacurta, de (veroordeelde) Liverpool-fan Terry Wilson, Belgische politieagenten en enkele journalisten.

Hun verhalen worden gestut met beelden van de immense chaos op deze tragische dag. Terwijl er massale rellen uitbreken, supporters op de vlucht slaan en de politie te paard toesnelt om de wapenstok ter hand te nemen, meldt een mededelingenbord doodleuk: ‘UEFA and the Belgian F.A. wish you a hearty welcome in the Heizelstadium.’

Veertig jaar na dato doen de beelden van het Heizeldrama, dat zich voor het oog van de camera opnieuw ontvouwt, denken aan taferelen die we kennen uit oorlogsgebied: angstige of gewonde mensen vluchten in blinde paniek weg. Hulpverleners proberen te redden wat er te redden valt. Intussen worden er levenloze lichamen afgevoerd.

En daarna wordt er, om verdere ellende te voorkomen, gewoon afgetrapt. De Franse ster Platini zal de wedstrijd alsnog in het voordeel van Juventus beslissen. Over die Cup-winst blijft echter altijd een grauwsluier hangen. Van een bezoedelde overwinning in een wedstrijd die nooit meer gespeeld had mogen worden – ook al is voetbal dan oorlog.

De Duitse televisie weigert in elk geval om de finale uit te zenden, tonen Hermans en Tilquin. Dat geeft geen pas. En daarna laten ze zien hoe Juventus-tifosi desondanks ongegeneerd de overwinning vieren. Het gênante tafereel wordt gevolgd door uitsluiting van Britse teams aan Europese toernooien én de zoektocht naar de verantwoordelijken.

‘Gedurende het ganse proces had ik de vraag: ben ik nu schuldig of ben ik alleen maar verantwoordelijk?’ zegt Rijkswachtkapitein Johan Mahieu, die belast was met de beveiliging. Hij krijgt een voorwaardelijke straf opgelegd voor zijn aandeel in het Heizeldrama. ‘Ik heb mij nooit schuldig gevoeld, ik heb mij wel verantwoordelijk gevoeld.’

Als deze donkere dag voor het Europese voetbal helemaal is afgewikkeld, volgt nog geen vier jaar later een nieuw dieptepunt in de Liverpool-historie: Hillsborough.

Trailer Heysel 1985: Dans L’Enfer De La Foule

Art Vs War: Banksy And C215 In Borodianka, Ukraine

3D Produzioni srl

Er zit een zekere tegenstrijdigheid in het conserveren van straatkunst. Hoort die niet gegeseld te worden door weer en wind en vervolgens met de tijd op te gaan in z’n natuurlijke omgeving? Toch is een team van restaurateurs vanuit Italië afgereisd naar Borodianka, een Oekraïense stadje op bijna zestig kilometer van de hoofdstad Kyiv, om de kunstwerken van twee buitenlandse kunstenaars veilig te stellen.

‘Straatkunst leeft en sterft doorgaans op de muur’, constateert ook kunstconservator Maria Colonna in deze aardige documentaire over een andere kant van de oorlog in Oekraïne. ‘Als het in verval raakt, komt dat doordat het nu eenmaal bedoeld was als een tijdelijk werk. Maar in dit specifieke geval is het logisch om de kunstwerken los te maken. Ze vormen nu eenmaal een belangrijke en krachtige getuigenis.’ Want de werken die in Borodianka in bewaring worden genomen komen uit de koker van ’s werelds toonaangevende straatkunstenaar Banksy en zijn Franse vakbroeder C215.

Op een muur liet Banksy een graffiti achter van een gymnaste, die een balanceeroefening doet op de ruïne van een gebombardeerd huis. Het meisje zou geïnspireerd kunnen zijn op Kateryna Dyachenko, speculeren plaatselijke bewoners. De elfjarige gymnaste kwam om het leven bij het Russische bombardement van Marioepol. Elders creëerde de Britse kunstenaar, die zijn eigen identiteit zorgvuldig afschermt, een jongetje dat een volwassen judoka (Vladimir Poetin?) over zijn schouder werpt. Zo liet Banksy in totaal zeven kunstwerken achter in het door oorlog verteerde land.

Waar regisseur Michele Pinto en zijn bronnen in Art Vs War: Banksy And C215 In Borodianka, Ukraine (54 min.) moeten gissen naar Banksy’s motieven, staat de Franse kunstenaar Christian Guémy, alias C215, hem gewoon te woord. Hij maakte een aantal muurportretten van standvastige Oekraïners, zoals de jonge bataljonscommandant Dmytro Kotsiubailo. De voormalige schilder, bijgenaamd Da Vinci, werd in december 2021 tot nationale held uitgeroepen door president Volodymyr Zelensky en kwam anderhalf jaar later op 27-jarige leeftijd om het leven.

Guémy vereeuwigde ook het oudere, van oorsprong Russische (!) koppel Mykola en Nina Kupriienko, dat ondanks het oorlogsgeweld weigert om Borodianka te verlaten. C215 heeft van hen een symbool van de Oekraïense onverzettelijkheid gemaakt. Met zijn werk steekt hij, net als Banksy, het belaagde land een hart onder de riem. Tegelijkertijd vertegenwoordigt hun kunst ook een aanzienlijke waarde. Ooit, na de oorlog, kan die misschien de basis vormen voor een museum, stelt cultuurkenner Valentyn Moiseienko in deze interessante film. Een nieuwe start voor het Borodianka van na de oorlog.

Becoming Led Zeppelin

Piece Of Magic

Na bijna veertig minuten is het eindelijk zover: de vier mannen die eind jaren zestig onder de noemer Led Zeppelin een wereldberoemde rockband zullen gaan vormen, zijn voor het eerst samen in een oefenruimte beland.

De Britse stergitarist Jimmy Page, die z’n sporen heeft verdiend als studiomuzikant en al in The Yardbirds zat, is wel toe aan een eigen band. Sessiemuzikant en arrangeur John Paul Jones wil ‘t wel eens op bas proberen in die groep. En zanger Robert Plant, platzak en dakloos, kan inmiddels wel een project met enige potentie gebruiken. Alleen drummer John Bonham moet worden overgehaald. Die verdient toch al gauw veertig pond per week bij de begeleidingsband van de Amerikaanse zanger Tim Rose en moet dus nodig met zijn vrouw Pat overleggen.

‘Toen we uiteindelijk stopten, was ik ervan overtuigd dat iedereen wist dat onze levens voorgoed zouden veranderen’, herinnert Jimmy Page zich die eerste repetitie. Niet veel later staat ook Becoming Led Zeppelin (122 min.) in vuur en vlam, als dat viertal voor het eerst optreedt. Dat heeft de film van Bernard MacMahon ook wel nodig. Het eerste half uur van deze rockdoc is tamelijk routineus. Met archiefmateriaal, gecombineerd met zitinterviews met de drie nog levende bandleden en een geluidsopname van een gesprek met John Bonham (1948-1980), dat hier voor het eerst is te horen.

MacMahon ruimt vervolgens opmerkelijk veel tijd in voor Led Zeppelins opwindende live-performances, die dik een halve eeuw na dato nog niets aan kracht hebben ingeboet, en verbindt die via nieuwsbeelden weer met de gebeurtenissen van die tijd. Tussendoor blikken de drie bandleden en hun overleden maatje – andere sprekers kent deze docu niet – los van elkaar terug op de formatieve jaren van hun geesteskind. Zo nu en dan kijken Jimmy, Robert en John Paul ook naar een concertfragment van hun band of luisteren wat wijlen Bonham in dat overgeleverde interview had te melden.

En dan, na ruim twee uur speelduur, zijn de baanbrekende albums Led Zeppelin I en II, allebei uitgebracht in 1969, aan de wereld toevertrouwd, heeft de signatuursong Whole Lotta Love het levenslicht gezien en mag de band voor het eerst aantreden in de Londense Royal Albert Hall. Led Zeppelins beginperiode zit er dan op, evenals deze film – die dus ruimte laat voor mogelijke vervolgfilms (Being Led Zeppelin? Leaving Led Zeppelin?). De Led Zep-liefhebber zal geen buil vallen aan deze klassieke bandjesfilm, maar of de Britse rockgroep er ook nieuwe fans aan zal overhouden?

Daarvoor blijft Becoming Led Zeppelin toch te veel een ‘en toen en toen en toen’-docu, die bovendien wel erg netjes binnen de lijntjes kleurt.

Graham Taylor: An Impossible Job

Channel 4

Het is een absolute hondenbaan, dat bondscoachschap van Engeland. Bijna net zo erg als door het leven moeten gaan als prinses van Wales, zegt een grapjas in de klassieke voetbaldocu Graham Taylor: An Impossible Job (77 min.). De verwachtingen zijn altijd veel te hoog gespannen en elke misstap wordt uitvergroot en eindeloos herkauwd. Totdat je, als onschuldige voetbaltrainer, ineens tot volksvijand nummer 1 bent verklaard.

In deze observerende film van Ken McGill wordt Graham Taylor, de geplaagde bondscoach van het Britse nationale elftal, gevolgd tijdens de kwalificatie voor het WK van 1994 in de Verenigde Staten. Sterspeler van het team is enfant terrible Paul Gascoigne. Die zit alleen niet lekker in zijn vel. ‘You’ve got good feet’, voegt medespeler Carlton Palmer hem, goedbedoeld, toe tijdens een training. ‘But you’ve got a fucked up knee, a fucked up brain and a fucked up belly.’

Intussen vallen de resultaten tegen. De Britse pers ruikt bloed. Je hebt journalisten die echt geïnteresseerd zijn in het spel, stelt Taylor daarover, en anderen die op zoek zijn naar verhalen. Zulke types vinden altijd wel een relletje. Taylor maakt ’t zichzelf ook niet altijd gemakkelijk. Hij haalt bijvoorbeeld de onverzettelijke linksback Stuart Pearce terug bij de ploeg en bombardeert hem tot aanvoerder. Dat moet de bondscoach alleen nog gaan vertellen tegen de huidige captain David Platt

McGills camera mag dan ook mee. Het resulteert in een aandoenlijk tafereel tussen speler en trainer.  De ongefilterde toegang die de coach geeft, zowel tijdens wedstrijden en trainingen als bij zijn andere activiteiten, is tegenwoordig ondenkbaar. De communicatieafdeling van de voetbalbond zou ongetwijfeld ‘final cut’ bedingen en de verhaallijn bewaken. Zodat ’t misschien lijkt alsof de maker ‘all access’ heeft gekregen, maar in werkelijkheid de officiële communicatielijn uitdraagt.

Graham ‘Do I Not Like That!’ Taylor zou er ook hoogstpersoonlijk voor hebben gezorgd dat McGills cameraploeg toegang krijgt tot de allesbeslissende wedstrijd tegen het Nederlands elftal van Bergkamp, Rijkaard en de Koemannen in Rotterdam. Tijdens de eerdere ontmoeting tussen de twee teams, die werd afgesloten met een 2-2 gelijkspel, was Oranje nog goed weggekomen. Jan Wouters ontsnapte aan een rode kaart nadat hij Paul Gascoigne bruut had geveld met z’n ellenboog. 

Op de persconferentie voor de wedstrijd op 13 oktober 1993 zoekt Taylor doelbewust de confrontatie met een inmiddels vijandige pers. Today-verslaggever Rob Shepherd is naar zijn smaak bijvoorbeeld veel te somber. ‘Ik hoop dat ik morgen kan glimlachen’, reageert de sportjournalist zuinig. ‘Werkelijk waar. Maar ik maak me ernstig zorgen.’ De Britse bondscoach ruikt nu ook z’n kans. ‘Maak je gerust druk, Rob’, sneert hij. ‘Maar laat de rest van ons met rust. Maak je lekker in je eentje zorgen.’

Tijdens de wedstrijd wordt echter al snel duidelijk dat de spanning ook Taylor niet onberoerd laat. Dit levert bijzonder treffende close-ups op: van een voetbaldier, met die alomtegenwoordige bril, dat is bevangen door stress en gedurig uit z’n vel springt. In een klassieke geworden scène vaart hij, na een onbestraft gebleven overtreding van de huidige Nederlandse bondscoach Ronald Koeman, uit tegen de wedstrijdofficial. ‘Ik weet dat jij niets kunt zeggen, maar uiteindelijk krijg ik de zak.’

De man mag de scheidsrechter nog van harte bedanken namens hem. Want Graham Taylor weet als geen ander: wanneer Engeland wordt uitgeschakeld, moet de kop van de bondscoach rollen. Hij heeft nog wel een gouden tip voor zijn opvolger: zorg ervoor dat je elftal niet verliest.

Grand Theft Hamlet

Altitude Film

‘Please don’t kill me again’, vraagt Sam Crane aan één van de personages die hij ontmoet in Grand Theft Auto Online. Samen met zijn vriend Mark Oosterveen is hij op een missie in de online game. Hun privéprojectje mag dus niet ontregeld worden door moordlustige types. De twee Britse acteurs, die in januari 2021 werkeloos thuiszitten vanwege de derde Corona-lockdown, hebben zich voorgenomen om binnen Grand Theft Auto Shakespeare’s Hamlet te gaan uitvoeren.

Speciaal voor Grand Theft Hamlet (90 min.) heeft ook Sams echtgenote Pinny Grylls zich in diens online-wereld gevoegd. Samen hebben ze voor deze documentaire, die zich volledig in de virtuele wereld van Grand Theft Auto afspeelt, het volledige proces van de Shakespare-uitvoering vastgelegd: van de audities met bizarre, schietgrage en ontwapenende personages tot de licht chaotische repetities, met als kroon op het werk natuurlijk de live-stream première van het ‘videogametheaterstuk’.

Die film is al even inventief als het idee om een klassiek toneelstuk van William Shakespeare te vertalen naar een gewelddadige game. Grylls en Crane slagen erin om van veelal tamelijk groteske digitale creaturen echte mensen van vleesch en bloed te maken, die in de online gecreëerde wereld net zo normaal lijken te functioneren als ‘in real life’ – ook al ontleent GTA z’n bestaansrecht natuurlijk aan een vlucht uit de werkelijke wereld, die op dat moment volledig is ontregeld door de globale pandemie.

Met veel creativiteit, doorzettingsvermogen en humor en zelfspot banen Sam en Mark zich een weg door hun parallelle biotoop, waarbij het bepaald geen vanzelfsprekendheid is dat ze ook in leven blijven. Voor je ’t weet dendert de één of andere bloeddorstige onverlaat het decor binnen, te voet of in een blits voer- of vliegtuig, en verstoort dan bijvoorbeeld een gedragen monoloog over de verrotte staat van Hamlets Denemarken. En er kan ook zomaar een hoofd- of bijrolspeler ‘wasted’ op de grond achterblijven.

Tegelijkertijd laat Grand Theft Hamlet zien wat schietgames en andere online werelden óók kunnen zijn: een toevluchthaven voor eenieder die zich in ‘de echte wereld’ eenzaam of onthecht voelt, simpelweg gelijkgestemden zoekt of – het klinkt gekker dan het blijkt te zijn – een al dan niet stiekeme liefde voor Engelse literatuur koestert. Aan iemands avatar is alleen nauwelijks af te lezen wie je voor je hebt: iemand die een Shakespeare-personage wil citeren of een ander die erop uit is om je kop eraf te blazen?

Het is dus niet meer dan logisch dat Sam en Mark elkaar na zo’n ontmoeting even een checkvraagje stellen: ‘he’s not gonna kill us, is he?’

The Final: Attack On Wembley

Netflix

Football’s coming home. Op zondag 11 juli 2021 mag Engeland voor het eerst sinds het gewonnen wereldkampioenschap van 1966 in eigen land weer aantreden in de finale van een belangrijk voetbaltoernooi. Ook nu speelt het Engelse elftal een thuiswedstrijd. Tegen het altijd gevaarlijke Italië. En tegen zichzelf. Beter: tegen z’n eigen aanhang.

Deze film begint twaalf uur vóór die finale, op de dag dat het voetbal, vrij naar de slogan van het toernooi, eindelijk thuis moet komen. In The Final: Attack On Wembley (82 min.) reconstrueren Rob Miller en Kwabena Oppong met Engelse supporters, een in Groot-Brittannië woonachtige Italiaanse fan en allerlei professionals (de stadiondirecteur, een steward, enkele sportjournalisten, een vertegenwoordiger van de voetbalbond en een paar lokale wetshandhavers) wat er daarna gebeurt.

In de uren voor het beginsignaal van de wedstrijd loopt de feestvreugde in de directe omgeving van het stadion al snel uit op baldadigheid, roekeloos gedrag en vandalisme. Beveiligingscamera’s, filmcrews en mobiele telefoons leggen genadeloos vast hoe de Engelse fans zich steeds opzichtiger beginnen te misdragen. Wat begint met zuipen, snuiven en feesten mondt onvermijdelijk uit in rellen. En dan lopen er op dat chaotische slagveld ook nog allerlei fans zonder toegangskaartje rond.

De jonge stoere Engeland-aanhanger Dan heeft bijvoorbeeld ook geen ticket, maar het is voor hem onbestaanbaar dat hij de finale aan zich voorbij moet laten gaan. ‘Ik dacht alleen maar: deze wedstrijd ga ik niet missen!’ Vanwege Coronamaatregelen mogen niet alle plaatsen in het stadion bezet zijn. Dat is bijna een uitnodiging voor fans zonder kaartje. ‘Doorbraak!’ klinkt het even later in de controlekamer van het stadion, als een menigte door de toegangspoorten breekt.

Ook Dan loopt daarna, volgens eigen zeggen bewust nonchalant, het stadion binnen. Waarna de wedstrijd gewoon begint – niet alleen de Tour wacht op niemand – en Engeland op jacht gaat naar zijn eerste internationale titel in 55 jaar. Intussen oogt Wembley’s omgeving als de frontlinie in een totaal zinloze oorlog waarbij, wonder boven wonder, slechts negentien agenten gewond zijn geraakt en ook maar 86 ‘supporters’ blijken te zijn gearresteerd. De ravage die zij achterlaten is echter immens.

Deze nauwgezette reconstructie, die enigszins doet denken aan Fatboy Slim – Right Here, Right Now over een gratis strandconcert van de Britse deejay, maakt glashelder dat het veel slechter had kunnen aflopen toen het voetbal – hooligan-style! – thuiskwam.

Fatboy Slim – Right Here, Right Now

Sky

Ruim een half uur lijkt deze Fatboy Slim-documentaire vooral een routineus overzicht te worden van de carrière van de Britse deejay, die eerst jarenlang onder zijn eigen naam Norman Cook probeerde door te breken met de bandjes The Housemartins en Freak Power en die zichzelf daarna heruitvindt achter de draaitafel. Met het mixen van de hooks van popmuziek, het anarchisme van punk, de breakbeats van hiphop en de acid-energie van housemuziek ontwikkelt hij zijn eigen stiel: big beat. Daarmee groeit Cook rond de eeuwwisseling uit tot één van de allereerste superster-deejays.

En dan besluit de ‘funksoul brother’ om op 13 juli 2002 een gratis strandconcert te geven in zijn eigen thuisbasis, de Engelse kustplaats Brighton. Er komen hooguit 60.000 mensen, denken Fatboy Slim en zijn management. Het worden er meer dan vier keer zoveel. En die willen feesten, feesten, feesten en zijn natuurlijk ook niet vies van drank en drugs. Deze dag kan een absolute triomf worden voor de populaire deejay – of een gigantische ramp. Ofwel: Fatboy Slim – Right Here Right Now (89 min.), een film die uitgroeit tot een interessant ooggetuigenverslag van een zéér gedenkwaardige party.

Met de wijsheid van nu kijken de hoofdpersoon, zijn medewerkers, plaatselijke gezagsdragers en allerlei feestgangers, waaronder de bekende acteurs John Simm, Simon Pegg en Nick Frost, redelijk ontspannen terug op een activiteit die alle kenmerken vertoont van een logistieke nachtmerrie, die ook had kunnen uitgroeien tot een Hillsborough of Pearl Jam-concert op Roskilde. Regisseur Jak Hutchcraft maakt glashelder dat een ramp slechts ternauwernood kon worden afgewend, waarbij het ecstacygebruik van de daardoor behoorlijk relaxte menigte misschien wel cruciaal is geweest.

De deejay-set The Big Beach Boutique II veroorzaakt in elk geval enorme verkeersproblemen in Brighton, bezorgt een vrouw een fatale hartaanval én laat een enorme berg rotzooi achter. Een combinatie van pis en gebroken glas, aldus Fatboy Slim. Dat is wel het laatste wat je wilt op een dagje aan het strand. ‘Ik dacht dat er delen van de stad zouden zijn die me haatten’, kijkt hij terug op het evenement, dat zijn populariteit naar een nieuw niveau zou tillen. ‘Maar iedereen schijnt sindsdien van me te houden. En wie ik ook tegenkom, ze vragen steeds: wanneer geef je weer zo’n strandfeest?’

Sindsdien is er in Groot-Brittannië nooit meer zo’n groot gratis concert georganiseerd, waarbij eigenlijk niemand weet hoeveel mensen er komen en ook over de veiligheid van die bezoekers nauwelijks is nagedacht.

Turning Point: The Bomb And The Cold War

Netflix

Zonder Koude Oorlog geen Vladimir Poetin, betoogt aflevering 1 van Turning Point: The Bomb And The Cold War (619 min.). Zo bezien is de Russische inval in Oekraïne een logisch gevolg van de geopolitieke ontwikkelingen sinds grofweg de Tweede Wereldoorlog. Dat punt hamert regisseur Brian Knappenberger, die in 2021 ook de ambitieuze vijfdelige serie Turning Point: 9/11 And The War On Terror afleverde, er steeds in. Elke aflevering van deze nieuwe serie begint in het hier en nu en daalt vervolgens af in het verleden.

Op die manier bestrijkt Knappenberger de gehele Koude Oorlog: van hoe de communistische ideeën van Marx en Engels aan het begin van de twintigste eeuw het fundament vormen onder de Sovjet-Unie tot het uiteenvallen daarvan begin jaren negentig, het vermeende eindpunt van de oorlog. Turning Point is dan zeven afleveringen onderweg en heeft alle bekende thema’s van de Koude Oorlog behandeld: Oppenheimers atoombom, het genadeloze Stalinisme, de angst voor een nucleaire oorlog, het IJzeren Gordijn, de Berlijnse muur, het McCarthyisme, stress rond de Cubacrisis, de wapenwedloop, Nixons détente en Reagans ‘evil empire’, Sovjet-dissidenten, ‘Star Wars’, de kernramp in Tsjernobyl, de Poolse vakbond Solidariność, glasnost en perestrojka, het Plein van de Hemelse Vrede in Beijing en de val van de Muur.

Het zijn onderwerpen waarover al uit en te na is gepubliceerd, maar die nu nog eens netjes op een rij worden gezet, zijn verlevendigd met archiefbeelden en worden uitgediept door een uitgelezen verzameling historici, beslissers en direct betrokkenen. Het interessantst wordt de serie als de grote geschiedenis gewone mensen raakt. Overlevenden van Hiroshima en Nagasaki. De zoon van Julius en Ethel Rosenberg, het Amerikaanse echtpaar dat vanwege hoogverraad ter dood is gebracht. De achterkleindochter van de Russische leider Nikita Chroesjtsjov, Nina. Een Oscar-winnende actrice, Lee Grant, die vanwege communistische sympathieën in de ban wordt gedaan. Pentagon Papers-klokkenluider Daniel Ellsberg. En de dappere Litouwse man die tijdens de onafhankelijkheidsstrijd een Russische tank weerstaat.

Als Brian Knappenberger de Sovjet-Unie uiteindelijk heeft laten verschrompelen, blijven er nog twee afleveringen van Turning Point over om de opkomst te schetsen van een nieuwe leider die, gefrustreerd over het uiteenvallen van het grote Russische Rijk en vastbesloten om die historische fout met alle mogelijke middelen recht te zetten, de verhoudingen tussen Oost en West weer ouderwets op scherp zal zetten. Deze lijvige serie brengt daarmee niet zozeer nieuw terrein in kaart, maar probeert vooral verband aan te brengen tussen allerlei verschillende verhaallijnen die gezamenlijk de verhoudingen in de hedendaagse wereld hebben bepaald.

A New Kind Of Wilderness

Cinema Delicatessen

De dood is onverbiddelijk. Als Maria Gros Vatne, de vrouw van Nik Payne, in 2019 op 41-jarige leeftijd overlijdt, wordt hij gedwongen om ook het leven dat zij samen hebben geleid op te geven. Het Brits-Noorse stel is met Ronja, haar dochter uit een eerdere relatie, en hun drie gezamenlijke kinderen Freja, Falk en Ulv ‘off the grid’ gaan leven in een Noors bos.

Daar leven ze een klein leven, aan de uiterwaarden van de maatschappij. Ze houden er dieren, verbouwen hun eigen groenten en geven hun kinderen thuisonderwijs. En Maria documenteert dat idyllische bestaan via haar eigen blog en Instagram-account. Het leven lacht hen opzichtig toe. Totdat de dood rücksichtslos ingrijpt. Maria krijgt kanker.

Als zij na een slopend ziekbed sterft, valt ook haar inkomen als fotograaf weg en zijn Nik en de kinderen genoodzaakt om hun heil elders te zoeken. Ze moeten zich voorbereiden op A New Kind Of Wilderness (84 min.). ‘Hoi, ik ben Nik’, begroet de kersverse weduwnaar mensen die hun boerderij komen bezichtigen. ‘Degene die moet verkopen.’

En met dat vertrek wordt Nik ook gedwongen om de keuzes die hij ooit met Maria maakte voor hun gezin te heroverwegen. Wil hij de kids nog steeds zelf scholen? Kan hij dat als Brit überhaupt in het Noors? En wat heeft hij zonder Maria sowieso in Scandinavië te zoeken? Ronja is dan al vertrokken. Snel na het overlijden van haar moeder gaat zij bij haar vader wonen.

Ieder voor zich zullen de verschillende gezinsleden hun leven opnieuw moeten vormgeven. Samen of los van elkaar – en zonder de vrouw die zo bepalend was in hun leven en nu een gevoel van rouw heeft achtergelaten. Silje Evensmo Jacobsen observeert dit delicate proces. Daarbij is ze niet zozeer gericht op de grote emoties als wel op hoe het leven wordt vervolgd.

De verschillende individuen hebben daarin elk hun eigen rol en zoeken, in onderlinge verbondenheid en zonder hun verdriet te verloochenen, wat de toekomst hen kan brengen. Het resultaat is een hele mooie en ingetogen film, die zich afspeelt binnen een weldadig decor en sereen de verschillende fasen van afsluiten, bewaren en doorgaan aftast.

Evensmo Jacobson laat Maria in deze documentaire met hen meeleven, via de foto’s en video’s die ze van hen en hun wereld heeft gemaakt en de gedachten die ze daarbij heeft uitgesproken. Met haar in hun achterhoofd worden ze weer vertrouwd met de wildernis die het leven was geworden.

The Player

Cinema Delicatessen

‘Misschien is niets geheel waar en zelfs dát niet.’ Met dit citaat van Multatuli opent John Appel deze bekroonde zoektocht naar zijn vader. Naar de man zelf en mannen zoals hij. Gokkers. Waaghalzen. Oplichters. Mannen die leven met, door en voor risico.

Appel start in The Player (84 min.) bij een zwart-wit foto. Van zijn vader, bij diens luxewagen, een Mercedes. Hij pakt een brief erbij, gedateerd op dinsdagochtend 18 april 1978. De enige die zijn vader hem ooit schreef, een half jaar voor zijn dood. ‘Je vader heeft het “ei van Columbus” uitgevonden’, schrijft hij. Even later gevolgd door: ‘Natuurlijk zul je denken: dat is weer een truc van je vader, maar nee, dat is het niet. Het resultaat zal ongelovelijk succesvol zijn.’ Pas aan het einde van de film wordt duidelijk wat voor een ei John Appels vader denkt te hebben gevonden en of ‘t een gouden exemplaar is – of toch eerder een lege dop.

Om dichter bij die spannende en ook onbegrijpelijke ouder te komen, zoekt zijn zoon in deze persoonlijke film uit 2009 zielsverwanten van hem op, mannen die een deel van de ‘thrillseeker’ Appel senior representeren. Op de renbaan in Duindigt, bij de paardenraces die zijn vader ook veelvuldig bezocht in de laatste fase van zijn leven, ontmoet John bijvoorbeeld de charmante en ondoorgrondelijke bookmaker Harry Engels. ‘Er is één ding in mijn leven’, vertelt die, niet zonder trots. ‘Alles is onzeker.’ De joviale heer pronkt bovendien met een eindeloze rij foto’s van vriendinnen, die hun heil echter stuk voor stuk elders hebben gezocht.

In de Koepelgevangenis van Haarlem spreekt Appel daarnaast met Harry Hofland, een man die al een aanzienlijke periode vastzit vanwege oplichting en nu echt zijn leven wil beteren. Echt. Tegelijkertijd vertelt Hofland hoe liegen en bedriegen hem met de paplepel zijn ingegoten en inmiddels ook een soort tweede natuur zijn geworden. Als het hem lukt om ergens mee weg te komen, vindt hij dat ‘onbeschrijfelijk mooi’. In San Remo tenslotte mag de documentairemaker meekijken bij gokker Ted Stolzenbach. ‘Zodra je het Casino binnenloopt heb je geen verleden’, stelt die filosofisch. ‘Je hebt alleen nog maar een toekomst.’

Van Stolzenbach is ook de uitspraak die als een soort leidmotief voor deze documentaire geldt: een echte gokker zet zichzelf op het spel. Het is een vorm van Russische roulette, beweert hij. Die levenshouding spreekt ook uit zo’n beetje elke anekdote van John Appel over zijn vader, waarmee hij deze intrigerende film aanstuurt en richting geeft. De man móest balanceren op het slappe koord tussen spel en realiteit. De gedachte dat hij elk moment naar beneden zou kunnen vallen bleef tot het allerlaatst onweerstaanbaar. En dat was weer volstrekt onbegrijpelijk voor al wie hem liefhad.

Beckham

Netflix

Een vierdelige docuserie over oud-topvoetballer David Beckham, met in totaal bijna vijf uur speeltijd. Dat lijkt op voorhand, zelfs voor lieden die gek worden als ze gras ruiken, geen onverdeeld genoegen. Beckham (282 min.) valt echter alleszins mee. De hoofdpersoon speelt namelijk behoorlijk open kaart, ook over zijn donkere periodes, misstappen en conflicten. Net zoals zijn moeder Sandra, zo’n vrouw die altijd partij kiest voor haar kind, van haar hart ook geen moordkuil maakt. En vader Ted, een echte Manchester United-fan, laat zich, wellicht onbedoeld, kennen als een archetypische horror-voetbalvader. Hij schijnt in z’n privé-archiefje meer dan 1300 filmpjes van jeugdwedstrijden van zijn zoon te hebben. Documentairemaker Fisher Stevens (The Lincoln Project), als acteur bekend in de rol van Hugo Baker in Succession, kan het nauwelijks geloven. ‘Jézus!’

Een uitgesproken troef van deze serie – en ook van David Beckham, zal hij er zelf onmiddellijk bij zeggen – is mevrouw Victoria Beckham, met wie hij nu alweer meer dan 25 jaar een tandem vormt. Een wereldwijd bekend merk ook. Samen en los van elkaar. Rode loperwerk. ‘Met haar ga ik trouwen’, zou Beckham tegen teamgenoot Gary Neville hebben gezegd toen ze de girlband The Spice Girls voor het eerst op tv zagen. Hij kon zijn ogen nauwelijks geloven toen Posh Spice niet veel later een wedstrijd van United bijwoonde, waarin hij natuurlijk weer een prachtgoal maakte. ‘Toen hield ik niet van voetbal’, vertelt zij. ‘Nu ook niet, trouwens.’ Victoria wilde gewoon in contact komen met David. Ze onderbreekt haar verhaal om de hond des huizes te roepen. ‘Olive, kom even hier. Dan zie ik er aardiger uit.’ Haar echtgenoot reageert direct: ‘Dan heb je meer dan één hond nodig. Ik haal de rest.’ De twee zijn duidelijk aan het kloten, steken de draak met hun eigen imago.

Die humor is tevens een terugkerend element in deze miniserie. Ook Fisher Stevens veroorlooft zich tijdens de interviews regelmatig een lollige vraag of snedige opmerking en heeft het geheel bovendien met veel panache gemonteerd. Ook zijn bronnenkeuze is opmerkelijk. Natuurlijk, ManU-iconen als Rio Ferdinand, Roy Keane, Steve Bruce, Paul Ince, Eric Cantona, Paul Scholes, Gary en Phil Neville, Ole Gunnar Solskjaer en de legendarische manager Alex Ferguson – die Beckham als jongen al onder zijn hoede nam en hem later overigens ook rücksichtslos afdankte toen er naar zijn mening te veel afleiding kwam in Beckhams leven – ontbreken niet. Net als zijn voormalige Real Madrid-collega’s Figo, Roberto Carlos, Michel Salgado en Ronaldo en oud-trainers zoals Carlos Quieroz en Fabio Capello. Stevens spreekt hen uitgebreid, maar filmt hen ook, héél close, terwijl ze verlekkerd of met afgrijzen naar hun eigen wedstrijden kijken. Prachtmateriaal.

De filmmaker haalt echter ook enkele quotes bij modegoeroe Anna Wintour, bassist Peter Hook van de Manchester-bands Joy Division en New Order en de gebroeders Eamonn en James Clarke, de paparazzi die ‘Posh’ en ‘Becks’ voor het eerst samen op de foto zetten. Zelfs de Argentijnse ijzervreter Diego Simeone zit glimmend voor de camera. Hij ontwikkelde zich tot Beckhams ‘angstgegner’. Nadat Simeone de glamourboy een rode kaart had aangesmeerd, werd Engeland uitgeschakeld op het WK van 1998. En dat kreeg ‘Stupid Spice’ hoogstpersoonlijk in de schoenen geschoven. Hij werd de risée van Groot-Brittannië. Bij de receptioniste van Manchester United, die eerder wekelijks postzakken met liefdesbrieven voor hem in ontvangst moest nemen, kwamen nu kogelbrieven binnen. Een onverlaat hing bij een Londense pub zelfs een pop van Beckham aan een strop. De voetballer stond intussen op het punt om voor het eerst vader te worden.

Zo slalomt deze miniserie door een publiek geleefd leven waarvan de gemiddelde voetbal- of entertainmentkenner alles al denkt te weten. Ook bij David Beckham geldt echter: (schone) schijn bedriegt. Zie ‘Goldenballs’ bijvoorbeeld maar eens aan het werk in zijn eng schone keuken, bij z’n al even perfect georganiseerde klerenkast of ontspannen dansend met zijn lief op de mierzoete Kenny Rogers & Dolly Parton-klassieker Islands In The Stream. Hij blijkt ook een onvervalst na-regen-komt-zonneschijn type. Want Becks en Posh mogen dan geen héél gelaagde personen/personages zijn. Ze hebben wel levenslust, veerkracht én – meer dan vermoed, eerlijk gezegd – zelfspot. Het blijkt zo’n stel, dat tegelijkertijd groter dan groot en kleiner dan klein leeft en dat die bijna vijf uur speeltijd dus uiteindelijk toch wel waard is.

Twee jaar later, in het najaar van 2025, krijgt ook Victoria Beckham haar eigen docuserie op Netflix.

That Peter Crouch Film

Prime Video

Freak. The Laughing Stick. All elbows and ugly. Als jonge speler leerde Peter Crouch de wreedheid van het voetbal kennen. Vanaf de tribune, op televisie en ongetwijfeld ook in de kleedkamer gingen ze bepaald niet zachtzinnig om met hem, de lange slungel die maar niet wilde ogen als een goede voetballer. Crouch moest heel wat twijfel overwinnen en had uiteindelijk ook een flink aantal jaren en clubs nodig om via Liverpool en het nationale elftal van Engeland alsnog de top te bereiken. En toen smeten de tabloids ineens met superlatieven over de Britse bonenstaak, die veel beter was dan hij leek: ‘Crouch Standing Tall’, ‘Saint Peter’ en ‘Crouch Aims For The Heights’.

Inmiddels is ‘Crouchie’ in eigen land allang uitgegroeid tot een volksheld, een man die ná zijn carrière zeker zo populair is als tíjdens zijn voetballoopbaan. Niet in het minst door een no-nonsense houding en ontwapenend gevoel voor humor. In That Peter Crouch Film (86 min.), die volgt op onder andere That Peter Crouch Podcast en Crouchfest, blikt de voormalige spits samen met zijn (typische voetbal)vader Bruce, echtgenote Abbey Clancy, beste vriend Greg Chapman, voormalige trainer Harry Redknapp, oud-bondscoach Sven-Göran Eriksson, medespelers als Steven Gerrard en Jamie Carragher en lekker veel zelfspot terug op zijn onverwacht succesvolle carrière.

Waar deze, ja, sympathieke film van Benjamin Hirsch uiteindelijk tamelijk cheesy eindigt – met een cultfiguur, die geniet van zijn succes en populariteit – begint ie eigenlijk best grimmig: bij de harde omgangsvormen, of simpelweg het gebrek aan fatsoen en respect, binnen het betaalde voetbal. Waar je openlijk wordt aangepakt om wie je bent of hoe je eruit ziet. Als je daarbinnen wilt overleven, moet je over incasseringsvermogen beschikken en een olifantshuid ontwikkelen. Wanneer er openlijk wordt gespeculeerd dat je wel eens homo zou kunnen zijn (Graeme Le Saux) bijvoorbeeld. Of, omdat je zo lelijk bent, wordt voorgedragen als nieuwe vertolker van Hannibal Lecter (Luke Chadwick).

Peter Crouch blijkt uiteindelijk in staat om, na een ellenlange doelpuntloze start bij Liverpool en een wedstrijd met het Engelse elftal waarin hij steeds luidkeels wordt uitgejoeld, alle kritiek en zijn eigen gebrek aan (zelf)vertrouwen achter zich te laten en de allerlaatste stap naar de top te zetten. De lange weg daarnaartoe, en de twijfel bij Jan en alleman (waaronder Peter zelf) die daarmee gepaard ging, heeft hem alleen maar menselijker en sympathieker gemaakt. Zoals laatbloeiers als Marten de Roon, de al even humorvolle Nederlandse Crouch, nu eenmaal altijd meer van ‘ons’ zullen voelen dan spelers van het Nederlands elftal die als kind al werden vergeleken met Cruijff, Van Basten of Sneijder.

Crouchie speelt ook openlijk met dat sentiment. Als ze hem in een televisieprogramma vragen wat hij zou zijn geweest als hij geen topvoetballer was geworden, antwoordt de voormalige schlemiel, die allang met een topmodel is getrouwd, bijvoorbeeld precies goed getimed met: ‘maagd’. En daar lacht hij dan zelf het hardst om.

Fred West: The Glasgow Girls

SkyShowtime

Hij helpt haar, een zwangere tienermeisje uit Schotland, met liefde en plezier uit de brand. En dus trouwt Rena Costello in november 1962 in het kleine Britse stadje Ledbury met die aantrekkelijke kerel, Fred West.

Ze heeft er geen idee van dat de twintigjarige Fred ervan wordt verdacht dat hij zijn dertienjarige zusje Kitty heeft verkracht. En ze kan ook niet weten dat in het huis van diezelfde Fred en zijn tweede echtgenote Rose in Gloucester ruim dertig jaar later de lichamen van negen vrouwen zullen worden aangetroffen. Dan wordt ook duidelijk dat Rena en haar dochtertje Charmaine, sinds een bezoek aan de boerderij van Freds vader in 1971, van de aardbodem lijken te zijn verdwenen.

Dat is de startpositie voor Fred West: The Glasgow Girls (140 min.), een driedelige serie van Gussy Sakula-Barry over de Schotse periode van de seriemoordenaar. Want na hun bruiloft verhuist Fred met Rena naar de beruchte volkswijk Gorbals in Glasgow. Daar zal hij naam maken als ijscoman die (moedwillig?) een driejarig jongetje doodrijdt en jonge meisjes zijn wagen in probeert te lokken. Als de grond hem daar te heet onder de voeten wordt, neemt West weer de wijk naar Engeland.

Aan de hand van het politieonderzoek naar Fred en Rose West in het voorjaar van 1994 – niet alleen in hun horrorhuis aan 25 Cromwell Street, maar ook op landbouwgrond nabij Freds geboorteplaats Much Marcle – duikt deze true crime-serie met rechercheurs, ooggetuigen, biografen en mensen uit Wests directe omgeving in het verleden van de verdorven aannemer, die ook vóórdat hij in 1969 zijn vijftienjarige (!) zielsverwant Rose ontmoette dus al de nodige levens op zijn geweten had.

Pas een kwart eeuw later wordt duidelijk wat er is gebeurd met Rena, Charmaine en de achttienjarige Anne McFall, de enige vrouw waarvan West volgens eigen zeggen, in audio-opnamen van een interview met de seriemoordenaar, ooit heeft gehouden. ‘Maar als Fred West van je blijkt te houden is dat geen onverdeeld genoegen’, merkt de schrijver Paul Pender nuchter op in deze afdaling in de hel die West voor zoveel kwetsbare vrouwen – nee: meisjes – heeft gecreëerd.

Alleen Rose, die in de slotaflevering van deze roestvrijstalen miniserie in Freds leven en deze vertelling verschijnt, zal de dans ontspringen. Waarschijnlijk omdat zij bereid was om hem terzijde te staan bij zijn perverse beulswerk. Zodat hij haar niet hoefde te slachtofferen.

Werner Herzog: Radical Dreamer

Zijn cultstatus ontstijgt allang de filmmaker Werner Herzog. Hij kreeg niet voor niets zijn eigen personage in de cartoonserie The Simpsons, leende zijn uit duizenden herkenbare Engels met een Duits accent aan een bevlogen verslaggever in de animatiefilm Penguins Of Madagascar en speelde een schurkenrol in de Star Wars-film The Mandalorian. Volgens acteur Carl Weathers is Herzog een ‘soort Darth Vader’, terwijl zijn collega-regisseur Wim Wenders juist meent dat hij milder is geworden. ‘Begin jaren zeventig viel er met Werner weinig te lachen.’

Toen deed de eigengereide Duitse filmmaker duchtig van zich spreken, via compromisloze speelfilms als Aguirre: Der Zorn Gottes en Fitzcarraldo. In beide producties speelde Klaus Kinski de hoofdrol, de maniakale acteur die Herzogs gezicht en bijna ook zijn ondergang werd. Ze maakten samen in totaal vijf films, die al goed waren voor twee documentaires, Les Blanks Burden Of Dreams en Herzogs eigen Mein Liebster Feind. De twee leken soms te wedijveren wie er het verst kon gaan: Kinski met zijn redeloze woede-uitbarstingen en Herzog met zijn onstuitbare ambities, die hem zeker tijdens de opnames van Fitzcarraldo volledig boven het hoofd groeiden.

Zulke anekdotes ontbreken natuurlijk niet in het kundig gemaakte portret Werner Herzog: Radical Dreamer (103 min.), al is dat zeker geen gemakzuchtige bloemlezing van Herzogs uitspattingen en bokkensprongen geworden. Terwijl hij zijn protagonist filmt tijdens opnames, in de editruimte, bij het inspreken van voice-overs, tijdens een filmworkshop en gedurende een bezoek aan het huis van zijn jeugd in het Beierse dorp Sachrang, probeert regisseur Thomas von Steinaecker de essentie van zijn eigenlijk best aimabele hoofdpersoon te vatten. Een maker die, afwisselend in speelfilms en documentaires, ‘voorbij de waarheid’ wil komen.

Verdere duiding over wie die man is en waar hij als kunstenaar voor staat komt van zijn vroegere en huidige echtgenote Martje en Lena, broers Tilbert en Lucki Stipetic (tevens zijn producent), vaste cameramannen Thomas Mauch en Peter Zeitlinger en collega’s zoals Joshua Oppenheimer, Chloé Zhao en Volker Schlöndorff, terwijl de acteurs Nicole Kidman, Robert Pattinson en Christian Bale dan weer uit eerste hand kunnen getuigen over hoe het was om met hem te werken. Bale, die zelf ook voortdurend zijn eigen grenzen opzoekt, heeft daarbij nog een smakelijke anekdote over de opnames van een scène voor Rescue Dawn, waarvoor hij ondersteboven tegen een mierennest aanhing. ‘Tot op de dag vandaag kan ik niet meer in achtbanen zoals ik vroeger altijd deed.’

Voor een baanbrekende filmer zoals Werner Herzog is Radical Dreamer misschien een tamelijk conventioneel portret, maar de documentaire schetst zeker een boeiend, vermakelijk en handzaam overzicht van zijn leven en loopbaan en kan tevens als introductie fungeren voor deze kunstenaar die elke grens opzoekt die hij tegenkomt.

Walk The Land

Stef Tijdink / Docmakers / Human

Twintig jaar geleden werden de Nederlandse filmmaker Peter Delpeut en cameraman Stef Tijdink, tijdens het maken van de film In Loving Memory (2001), verliefd op de Yorkshire Dales, ‘het mooiste landschap van de wereld’. Ze besluiten om opnieuw naar Noord-Engeland af te reizen, waar ze rond de eeuwwisseling de spoorlijn van Leeds naar Carlisle volgden. De tijd heeft ook hier niet stilgestaan – hoewel het soms wel zo lijkt.

Voor de documentaire Walk The Land (56 min.) nemen ze, niet geheel toevallig, de omgekeerde weg. Ze starten in Carlisle en trekken van daaruit naar het zuiden. Wat in eerste instantie een reguliere trip nostalgia dreigt te worden – met typisch Engelse wandelaars en treinspotters, nostalgische muziek en Delpeut als bespiegelende verteller – krijgt gaandeweg een gelaagder karakter. Want die idyllische, typisch Engelse wereld heeft natuurlijk ook een schaduwzijde, die ze tijdens hun vorige trip nauwelijks hebben opgemerkt – of, al dan niet, bewust hebben genegeerd.

De literatuurhistoricus Corinne Fowler vergelijkt de Yorkshire Dales bijvoorbeeld met een ‘schuldig landschap’, de term waarmee de Nederlandse schrijver/kunstenaar Armando het landschap omschreef dat een loodzwaar verleden met zich meetorst. Het verbergt in haar ogen de achterkant van het grote Britse rijk, in het bijzonder de veelal gekleurde slachtoffers daarvan. Was Heathcliff, de achternaamloze (anti)held van Emily Brontë’s klassieke roman Wuthering Heights uit 1847, bijvoorbeeld wel een witte man? Of toch een slachtoffer van de destijds welig tierende slavenhandel?

Tijdens hun gesprekken met ‘andere’ inwoners van het Verenigd Koninkrijk stuiten Delpeut en Tijdink ook op de zwarte rapper/theatermaker Testament. ‘Dit is mijn land’, zegt hij. ‘Hier ben ik geboren, maar het is wel gebouwd op de rug van zwarte Afrikanen.’ Terwijl ze samen met Testament het prachtige uitzicht op zich laten inwerken, vraagt Delpeut zich af: ‘Van wie is een landschap? Waarom kwam die vraag niet eerder in ons op?’ Voor hem is dat Engeland alleen maar raadselachtiger geworden. Een wereld die echt meer vragen oproept dan ze beantwoordt.

Zoals het een echte reisfilm betaamt laat Walk The Land zijn publiek zo met andere ogen naar een prachtig, vaak allang bekend landschap kijken, terwijl de makers ervan een emotionele ontwikkeling doormaken. Zij gaan anders tegen zichzelf en hun verhouding tot de wereld aankijken.