Jan Brokken Zijn Oorlog

Max

De Nederlandse schrijver Jan Brokken was een buitenbeentje in zijn eigen gezin. Hij, de jongste van drie kinderen, had als enige nooit in Nederlands Indië gewoond. Zijn ouders Han en Olga waren in de jaren dertig naar de Nederlandse kolonie vertrokken, hadden daar Brokkens oudere broers Boris en Michiel gekregen en waren vervolgens alle vier in een Jappenkamp beland. Eenmaal terug in Nederland werd de benjamin Jan geboren, een jongen zonder Indisch verleden. En toch zouden die oorlogstrauma’s ook in zijn leven een belangrijke rol gaan spelen.

Dit is het verhaal van Jan Brokken Zijn Oorlog (55 min.), verteld door de schrijver zelf en vastgelegd door regisseur Nathalie Toisuta. De documentaire bevat tevens de nodige voorgelezen fragmenten uit de drie boeken die Brokken schreef over de Indische geschiedenis van zijn familie: Mijn Kleine Waanzin (2004), De Tuinen Van Buitenzorg (2021) en De Kampschilders (2022). Deze Indië-trilogie kon hij overigens pas voltooien toen alle andere gezinsleden waren overleden. De achterstand die Jan had opgelopen, was tegelijkertijd niet meer in te halen.

In deze reisfilm loopt Jan Brokken, veelal in zijn eentje en begeleid door een weelderige soundtrack, in Indonesië door het schuldige landschap, dat door Toisuta, met veel gebruik van droneshots, bijna idyllisch is vereeuwigd. Tot ontmoetingen met gewone Indonesiërs komt het nauwelijks. Zij worden nooit meer dan decorstukken in het relaas van de schrijver, dat wel wordt geïllustreerd met familiefoto’s en ander archiefmateriaal over Nederlands Indië. Verder zijn het Brokkens woorden, met een zeker gewicht uitgesproken of voorgelezen, die ’t moeten doen.

Lang was er volgens de schrijver weinig begrip voor het leed dat de Nederlanders aan dat andere front van de Tweede Wereldoorlog moesten doorstaan en dat in het gezin Brokken, inmiddels neergestreken in het Zuid-Hollandse dorp Rhoon, nog decennia zou doorwerken in de vorm van psychische en lichamelijke kwalen en drankmisbruik. Alsof ze daar in een soort vakantiekamp hadden gezeten! Via zijn eigen familiegeschiedenis vraagt hij nu nog eens nadrukkelijk aandacht voor dit belangrijke hoofdstuk uit Neerlands koloniale historie, dat de afgelopen jaren weer vol in de belangstelling staat.

Home Game

Cinema Delicatessen

‘Lidija kan zich niet voorstellen dat haar wereld zou kunnen verdwijnen’, vertelt Lidija Zelovic in de persoonlijke documentaire Home Game (94 min), in de derde persoon, over haar vroegere zelf. ‘Dat oorlog ook haar kan overkomen. Dus zelfs als ze zelf de oorlog aankondigt, heeft ze dat niet door.’ 

‘In Bonn wordt de erkenning van Slovenië en Kroatië geëist’, leest een jonge Zelovic vervolgens, begin jaren negentig, voor in een Joegoslavische nieuwsuitzending. ‘De Kroatische president Franjo Tudjman heeft de bewegingsvrijheid beperkt van alle mannen tussen achttien en zestig jaar oud’, zegt ze in een ander journaal. Gevolgd door, in alweer een uitzending: ‘Rond één uur vannacht heeft er een schietpartij plaatsgevonden in Pakrac. Het mortiervuur duurde tot half acht in de ochtend. Tientallen gebouwen werden geraakt. De watertoevoer is afgesloten.’

En dan is die oorlog inderdaad begonnen. Joegoslavië, bijna dertig jaar bijeengehouden door de almachtige leider Josep Tito, spat uiteen. Ideeën over broederschap, eenheid en multiculturalisme sterven een pijnlijke dood. ‘De ander’ wordt voortaan beschouwd als een gevaar. Lidija Zelovic vlucht uiteindelijk van Sarajevo naar Nederland en bouwt daar als jonge vrouw een nieuw bestaan op. Haar familieleden volgen enkele jaren later. Samen met hen maakt ze in de egodocu My Own Private War (2015) de balans op van wat die oorlog in hun levens heeft aangericht.

Negen jaar later zijn er opnieuw belangrijke bijrollen voor Zelovic’s ouders Vojo en Vesna, haar broer Davor en zoon Sergej in Lidija’s nieuwe film over het leven dat ze nu al ruim dertig jaar leidt in Nederland, een land van rust, orde en harmonie. ‘Wat een ongelooflijk geluk dat ik hier terecht ben gekomen!’ constateert ze eerst nog, om later tot de conclusie te komen dat ze hier altijd ‘een vluchteling’ blijft. Intussen raakt ook dat gelijkmatige Nederland op drift. In het land dat van polderen z’n tweede natuur had gemaakt begint het te rommelen, donderen en bliksemen. 

Bij haar eigen familie, die aan den lijve heeft ondervonden hoe alsmaar oplopende polarisatie kan uitmonden in oorlog, komen de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh, de opkomst van Geert Wilders en het Toeslagenschandaal extra hard binnen. En Lidija heeft altijd een camera bij de hand om haar eigen bespiegelingen, de gesprekjes met haar opgroeiende zoon en de discussies binnen de familie vast te leggen. Zelf is ze er bepaald niet gerust op. ‘Hier gaat het niet escaleren’, herhaalt Lidija in een krachtige scène tegen zichzelf. ‘Hier gaat het niet escaleren.’

Home Game is behalve een zelfportret van een vrouw die de zwartgeblakerde ziel van haar moederland met zich meedraagt ook een film over twee werelden. Die zijn bij de Zelovicen volledig met elkaar versmolten geraakt. Terwijl ze gezamenlijk naar voetbalwedstrijden van Ajax kijken, discussiëren ze ongemeen fel over de Bosnische aanvaller Edin Džeko. Tijdens een trip naar haar geboorteland ontspant moeder Vesna zich met het Nederlandse televisieprogramma We Zijn Er Bijna. En Lidija’s broer Davor galmt thuis al z’n emoties eruit bij een levenslied van André Hazes.

Tegelijkertijd maakt deze film tastbaar hoe ze stuk voor stuk de herinnering aan het voormalige Joegoslavië met zich meedragen – en de waarschuwing die daarvan uitgaat. Welvaart en voorspoed mogen nooit vanzelfsprekend worden. ‘Mijn beste kinderen, als alles in je leven prachtig lijkt, doe dan een steen in je schoen’, zei Lidija’s grootmoeder, die zelf twee wereldoorlogen overleefde, vroeger tegen haar. ‘Zodat er iets is dat je dwarszit.’ Ze moesten er altijd en overal op voorbereid zijn dat het dak van de wereld met donderend geraas naar beneden zou kunnen komen.

Daarmee doet Home Game ook onvermijdelijk nadenken over Nederland. Kan het ook hier zo gaan? Dat de oorlog in feite al is aangekondigd, zonder dat iemand ‘t echt doorheeft?

Michel En De Handen Op Zijn Huid

Stephan Vanfleteren / Max

Ze studeren sociologie, geschiedenis, social work of organisatiewetenschappen. En los van elkaar – en toch samen – zorgen ze daarnaast voor Michel, die in zijn laatste levensfase is aanbeland. Gewone studenten met een bijbaan dus, géén zorgprofessionals. En Michel is de Vlaamse acteur Michel van Dousselaere, die in 2014 werd gediagnosticeerd met een zeldzame vorm van progressieve afasie.

Over die aandoening maakte zijn geliefde Irma Wijsman in 2018, samen met Patrick Minks, al eerder een film: Michel – Acteur Verliest De Woorden. In deze persoonlijke documentaire is te zien hoe Van Dousselaere, geholpen door een souffleur, een rol speelt in de theatervoorstelling Borgen en zelfs nog een monoloog kan houden. Zolang een ander maar voor de woorden zorgt. Tegelijkertijd reconstrueert Wijsman met collega’s de carrière van de karakteracteur en laat ze de camera toe op hun meest kwetsbare momenten samen.

In Michel En De Handen Op Zijn Huid (56 min.) geeft ze ‘Does’ een soort leven na de dood. Samen met de vier studenten die hem tijdens zijn laatste jaren intensief hebben verzorgd – en tussendoor ook gewoon lol maakten met de aan hen toevertrouwde man, die ook zonder woorden kon communiceren wie hij was en wat hij waardeerde – maakt ze twee jaar na zijn overlijden een reis naar het Noord-Spanje. Op een bergtop wil zij zijn as uitstrooien. Onderweg praat het gezelschap over de periode die achter hen ligt en toont Wijsman tevens hoogtepunten uit Van Dousselaeres carrière.

Zij fungeert zelf als verteller tijdens die trip – al is er ook nog een enigszins larmoyante voice-over van ‘Michel’ zelf, geschreven door Elvis Peeters en op zalvende toon ingesproken door de Belgische acteur Dirk van Dijck. Wijsman praat tijdens de autorit, de pittige bergwandeling in Spanje en het nachtje kamperen nabij de top met de studenten over hoe ‘t is om op jonge leeftijd een zorgtaak op je te nemen. Met eigen ogen hebben zij kunnen waarnemen hoe iemand op z’n allerkwetsbaarste momenten toch z’n persoonlijkheid en menszijn behoudt.

Zo bezien is deze persoonlijke roadmovie, waarin ‘t er soms alleen wel erg dik bovenop ligt, een onverholen pleidooi voor menselijke zorg. Zorg op maat, zoals Irma Wijsman dit zelf noemt. Want die is natuurlijk goed voor de patiënt, maar zeker ook niet slecht voor de zorgverlener.

Leven Op Zijn Kop

Human

School is niet zijn ding. En hij is ook niet zo van het praten. David Kitoyan volgt liever zijn gevoel. Dat kan hij het beste kwijt in breakdancen. De dertienjarige jongen verkiest zogezegd het Leven Op Zijn Kop (25 min.). Zo heeft hij inmiddels een hele prijzenkast vol gedanst. ‘Ik wil de beste worden’, zegt David lachend, liggend op de grond van een lege fabriekshal waarop hij net z’n beste ‘moves’ heeft laten zien. ‘Maar ik ben al de beste.’

Tegelijkertijd is David ook een jongen met een leerachterstand, een typische puber én het kind van een alleenstaande moeder, Mery. Die is als tiener gevlucht uit Armenië, een land met heel veel verleden en ogenschijnlijk een al even lastige toekomst. Een thema dat ook voortdurend op de achtergrond aanwezig is in deze korte docu – net als Davids afwezige vader – maar waaraan wel héél weinig woorden vuil worden gemaakt. Net als in z’n echte leven waarschijnlijk.

Documentairemaakster Barbara de Baare portretteert de hechte twee-eenheid via intieme snapshots uit een dagelijks leven, waarin Davids danscarrière een centrale plek lijkt te hebben. Haar publiek moet dan wel tussen de regels door kunnen lezen. David gaat bijvoorbeeld vissen met een vriendje, dat Turks blijkt te zijn, maar het is de vraag of dat kwartje bij elke kijker valt. Want de roerige geschiedenis van de Turken en Armeniërs komt slechts zijdelings aan de orde.

Terwijl de jonge breakdancer zijn kunsten voor een groot publiek mag vertonen, dringt De Baare steeds dieper door in het bestaan van David en Mery Kitoyan en hun directe familie. Filmisch en op de huid, met veel close-ups. Met fraaie danssequenties ook. In een zaal, op de buis en in de vrije natuur. Waar David zichzelf en zijn moeder even vanuit de dagelijkse sores naar een soort zevende hemel danst. Waarna ongetwijfeld het gewone leven weer wacht.

Mijn Ouders Zijn Gescheiden – Seizoen 2

Zomer Zonder Jou / EO

Jaarlijks worden tienduizenden Nederlandse kinderen geconfronteerd met die ene mededeling waarop ze echt niet zitten te wachten: wij, de mensen die je op de wereld hebben gezet, gaan uit elkaar! En daarna is werkelijk alles anders, op zijn minst voor zover zij nu kunnen kijken. In het tweede seizoen van Mijn Ouders Zijn Gescheiden laten vier jonge documentairemakers hun licht schijnen op hoe kinderen de split tussen de twee belangrijkste mensen uit hun bestaan verwerken en de uitdagingen die ze daarbij tegenkomen.

‘Als ik bij jou ben, mis ik mama’, schrijft Julie (10) bijvoorbeeld vanaf de éénoudercamping Le Gibanel in de Franse Dordogne aan haar vader. ‘En als ik bij mama ben, mis ik jou.’ Het wordt weliswaar een Zomer Zonder Jou (15 min.) in deze idyllische film van Milou Gevers (Waarom Bleef Je Niet Voor Mij?), maar mét andere kinderen die ook zonder één van hun ouders op vakantie zijn. Terwijl ze genieten van allerlei activiteiten, babbelen de kids ongedwongen over de echtscheiding – en de nieuwe partners die daarna in het spel zijn gekomen. De vakantie geeft hen de gelegenheid om deze vreemde realiteit te accepteren en even onbekommerd lol te maken.

Boos Enzo (15 min.) laat een ander aspect van echtscheiding zien: boosheid. Sinds z’n ouders uit elkaar zijn schiet de dertienjarige Enzo regelmatig flink uit zijn slof. Hij gaat erover in gesprek met een hulpverleenster, slaat zo nu en dan eens lekker tegen een boksbal aan en krijgt een vogel, Flip, die zijn zachte kant naar voren moet halen. Regisseur Nicky Maas volgt de jongen op de voet, vangt zijn opgekropte gevoelens en omkleedt dit microverhaaltje met quotes van enkele andere kinderen over hun huisdier. Via hen leren ze zichzelf een heel klein beetje beter kennen en hopelijk hun eigen gevoelens accepteren.

Nadia Shah portretteert in Rocó & Noï (15 min.) twee achtjarige vriendinnen. ‘Wij gaan niet scheiden zoals mijn ouders’, schrijft Noï aan Rocó. Later vraagt ze: heb je soms het gevoel dat je moet kiezen tussen papa en mama? Nee, knikt Rocó, terwijl ze enthousiast aan een ‘hoorn vanille’ likt. ‘Ik soms wel een beetje’, legt Noï uit. ‘Vooral met vakanties. En dat is al twee keer gebeurd. Dat was het stomste van m’n hele leven.’ Even later, in dit vlotte en vrolijk vormgegeven dubbelportretje, schrijft Rocó aan Noï dat ook haar ouders nu uit elkaar gaan. Ze wil er eigenlijk niet over praten. Terwijl de twee lekker spelen grijpt het meisje echter tóch de kans om ‘de emoji’s in haar lichaam’ eruit te laten bij haar vriendinnetje.

In Kleine Baas (15 min.) vertelt knuffel Walter het verhaal van zijn baasje Valentino, een achtjarig joch dat maar moeilijk kan accepteren dat hij zijn zusjes zo weinig ziet sinds hij met zijn vader ergens anders is gaan wonen. In deze speelse film van Soraya Pol bezoekt Valentino een kindercoach, om beter te leren omgaan met zijn boze buien. In dat kader heeft zij een lumineus idee. Juist: Walter. Zodat hij Valentino kan helpen als hij weer eens woest wordt op de wereld. Walter, waarvan de stem verdacht veel lijkt op die van rapper Rico, helpt de achtjarige jongen om te benoemen wat hem dwarszit en te vragen wat hij wil weten, bijvoorbeeld wanneer zijn vader voor het laatst heeft gehuild.

Zo wordt in deze kleine impressies uit kwetsbare kinderlevens groot leed teruggebracht tot behapbare proporties. Zodat de hoofdpersoontjes hun leven met – en soms ook tussen – twee ouders kunnen vervolgen.

Eerder verscheen er al een eerder seizoen van Mijn Ouders Zijn Gescheiden.

Oranje – Hoe Een Klein Dorp Groot Kan Zijn

Sander Francken / NTR

De ene na de andere Oranjenaar spreekt zijn zorg uit over de komst van vluchtelingen. Ook veel lokale politici vinden het geen doen: 1400 asielzoekers in een dorp met slechts 150 inwoners. Intussen wordt die nieuwkomers elders in het Drentse dorp Oranje hartelijk verwelkomd: de kinderen krijgen les op school, Syrische muzikanten treden op tijdens de kerstviering en Jan Voortman begint in zijn tuincentrum een Arabische winkel voor de nieuwe overburen.

Nadat de komst van een tijdelijke opvang voor asielzoekers in 2014 nog voor veel argwaan heeft gezorgd in de gemeente Midden-Drenthe, worden de nieuwelingen gaandeweg steeds meer onderdeel van de gemeenschap. Getuige de tv-documentaire Oranje – Hoe Een Klein Dorp Groot Kan Zijn (53 min.) van Sander Francken en Robbert van Lanschot fungeert de goedlachse Voortman daarbij als verbindende figuur. Bij hem voelen de nieuwkomers zich welkom en kunnen ze activiteiten ontplooien.

Behalve de steeds weer nieuwe initiatieven ontplooiende Voortman volgen Francken en Van Lanschot ook enkele nieuwe bewoners van Oranje: de Syrische journalist Zakwan en zijn vader, die druk bezig zijn om een leven op te bouwen in hun nieuwe vaderland. En hun landgenoot Walid en zijn vrouw, die als respectievelijk muzikant en arts juist met hun ziel onder hun arm door het Drentse dorp lopen. Zij dreigen verstrikt te raken in de Nederlandse bureaucratie en overwegen daarom een vertrek naar Duitsland.

Deze kleine menselijke portretjes leveren weliswaar meer dan genoeg aansprekende scènes op – van mensen die zichzelf vinden of tegenkomen en een gemeenschap die zich, soms met horten en stoten, openstelt – maar vormen samen maar moeilijk een coherent geheel. Oranje – Hoe Een Klein Dorp Groot Kan Zijn oogt een beetje als een grabbelton, waaruit allerlei min of meer verwante verhalen, exemplarisch voor hoe vluchtelingen een plek vonden in Oranje, worden opgediept.

Als het plaatselijke asielzoekerscentrum uiteindelijk zijn deuren sluit in 2017, hebben de meeste bewoners ervan het dorp al verlaten. En dat is dan voor het Drentse dorp allang geen reden meer om de vlag uit te hangen.

Mijn Ouders Zijn Gescheiden

EO

‘Je weet dan’, zegt een meisje, ‘vanaf dat moment wordt alles anders…’ Alle kinderen in de korte jeugddocu van Eef Hilgers kennen dat moment: dat je ouders vragen of je even bij hen wilt komen zitten en dat jij even later de grond onder je voeten voelt wegzakken. Ze gaan scheiden! Hilgers ontvangt haar hoofdpersonen in een compleet wit decor, in een leven dat van elke kleur lijkt te zijn ontdaan, en laat hen daar tot in detail vertellen over ‘die ene dag’ dat hun leventjes helemaal op hun kop werden gezet. De toonzetting is direct, speels en humorvol. Zwaar en toch geen zware kost.

Vanaf Dat Moment Wordt Alles Anders (21 november) is de eerste van vier fijne jeugddocumentaires die onder de noemer Mijn Ouders Zijn Gescheiden worden uitgezonden. Verhalen die vanuit de belevingswereld van de kinderen worden verteld en die aantrekkelijk zijn vormgegeven. In Scheids! Wissel! (28 november) portretteert Tim van Gils bijvoorbeeld de twaalfjarige Din. Ze hebben het nodige met elkaar gemeen: beiden kind van gescheiden ouders en gek van voetbal. Terwijl ze praten over hoe Dins ouders gingen scheiden, wordt de twaalfjarige jongen gevolgd tijdens een wedstrijd, die grondig wordt ontregeld. Een ietwat opzichtige metafoor voor hoe ook Dins leven door beslissingen van anderen een andere wending heeft gekregen. In een nieuwe wereld met nieuwe regels vindt hij opnieuw zijn weg. Hij pikt zelfs een doelpuntje mee.

Voor de negenjarige Levin zijn vakanties behalve leuk ook wel verwarrend. Want haar ouders mogen dan uit elkaar zijn, ze gaan nog wel elk jaar gezamenlijk op vakantie. Zijn ze dan misschien Half Gescheiden?! (5 december), vraagt Levin zich af in een joyeuze korte film van Nina de Vriendt, die aandoenlijke scènes van het ‘gezin’ paart aan geinige animaties, enkele goedgekozen liedjes en rake bespiegelingen van de hoofdpersoon zelf. ‘Mijn ouders snappen zelf ook niet helemaal hoe erg ze nou gescheiden zijn’, constateert die ontwapenend. En het heeft eerlijk gezegd ook nadelen, zo’n halfbakken scheiding. Sommige andere kinderen mogen twee keer op vakantie.

‘Scène 1: introductie’, leest de hoofdrolspeelster en scenarioschrijfster van Safiya The Movie (12 december) voor. ‘Safiya, elf jaar oud zit achter een bureautje. Voor haar ligt een script. Ze slaat de eerste pagina om.’ Safiya voegt meteen de daad bij het woord. ‘Ze krijgt naar de crew achter de camera.’ Die krijgt er een stralende glimlach bij. ‘Verder gaan?’, vraagt het meisje aan regisseur Huibert van Wijk. ‘Ja’, antwoordt die. En dus vertelt Safiya, die heel veel van acteren houdt, over hoe haar ouders zijn gescheiden toen zij één jaar was. Sindsdien heeft ze een ‘bonusgezin’. Samen met andere leden speelt ze vervolgens sleutelscènes uit haar eigen leven na in dit hartverwarmende portret, waarin het gegeven dat Safiya het contact met haar vader verloor toen hij in aanraking kwam met de politie een centrale rol speelt.

Stuk voor stuk brengen deze korte jeugdfilms in een slordige vijftien minuten een belangrijk thema uit het leven van veel opgroeiende kids terug tot kinderlijke proporties. En dan blijken ze ook voor ouderen heel goed te verhapstukken.

Inmiddels is er een tweede seizoen uitgebracht van Mijn Ouders Zijn Gescheiden.

Claudia de Breij – Hier Zijn Wij

‘Claudia die vertelt hoe de wereld in elkaar zit’ had even behoefte aan adempauze. In Heintje Davids (1888-1975), de rasartieste die maar geen afscheid kon nemen, vond ze haar ‘paard van Troje’. En in multi-instrumentalist Michelle Samba en deejay/human beatboxer Abdelhadi Baaddi ontdekte Claudia de Breij trouwe kompanen. Ook om gezamenlijk de Corona-periode, waarin ze alle drie een schrijnend optreedtekort opliepen, enigszins gezond door te komen.

In Claudia de Breij – Hier Zijn Wij (50 min.) documenteert Suzanne Raes hoe het drietal zich leven en werk van Davids, telg van een befaamde Nederlandse artiestenfamilie, eigen probeert te maken. Dat lijkt in eerste instantie vooral spielerei. Totdat ze toch, voor een klein publiek, mogen gaan spelen. Sterker: Carré wacht. En dan worden het sleutelen aan en doorleven van de voorstelling, die voor De Breij toch dichterbij komt dan gedacht, ineens een zaak van, nou ja, levensbelang.

‘De familie Davids was een Joodse familie’, vertelt ze tijdens de muzikale familievoorstelling Hier Ben Ik. ‘Dat had ik helemaal niet verteld, want het maakt toch eigenlijk ook niet uit. Het maakt nooit uit wat je bent. Totdat je het van andere mensen niet mag zijn, toch?’ De oversteek naar haar eigen leven is dan snel gemaakt. ‘Je bent gewoon verliefd op iemand. En dan zegt iemand dat dat niet mag. Dan ben je in één keer een homoseksueel.’

Zo gaat deze voorstelling behalve over de onverbeterlijke revuester ook over Claudia de Breij zelf en haar muzikale partners, voor wie ‘spelen’ niets minder dan noodzaak is. Raes brengt die behoefte en het bijbehorende proces treffend in beeld in een achter de schermen-docu, die is doorsneden met Heintje Davids-fragmenten. En als de voorstelling dan echt staat, gooit Corona weer roet in het eten.