Hermanos Por Accident

Netflix

Jorge Bernal valt in 2014 van de ene in de andere verbazing. Nadat de 25-jarige jongeling eerst heeft ontdekt dat er elders in Colombia een carbonkopie van hemzelf rondloopt, ene William Cañas Velasco, volgt even later nóg een opzienbarende ontdekking: deze William heeft, net als hijzelf, een tweelingbroer. En Carlos en Wilber lijken ook weer als twee druppels water op elkaar!

De conclusie is onvermijdelijk: ze hebben elkaars levens geleid – en een ander heeft hún leven geleefd. Na hun geboorte in december 1988 moet er iets fundamenteel mis zijn gegaan op de couveuseafdeling van het ziekenhuis in Bogota. Of heeft er zich toch een Three Identical Strangers-scenario voltrokken – of om het dicht bij huis te houden: een Peter en Erik-je – en zijn enkele verlekkerde onderzoekers hun boekje helemaal te buiten gegaan?

De Hermanos Por Accidente (Engelse titel: The Accidental Twins, 85 min.) zouden zomaar onderdeel kunnen zijn van een soort ideaal wetenschappelijk experiment rond nature-nurture, waarbij dan wel alle denkbare ethische codes zijn geschonden. Want de twee broederparen blijken ook nog in de stad en op het platte land terecht te zijn gekomen. Domme pech is echter ook bepaald niet uitgesloten, blijkt in deze documentaire van Alessandro Angulo Brandestini.

De gevolgen zijn in elk geval aanzienlijk. Niet alle ouders zijn bijvoorbeeld nog in leven. Daar hebben alle vier de broers maar mee te dealen. En waar horen ze uiteindelijk thuis, bij hun biologische familie in hoofdstad Bogota of bij de familie waarbij ze zijn opgegroeid in Santander, dat ruim tien uur verderop ligt op het Colombiaanse platteland? Of andersom, natuurlijk. En wie is eigenlijk hun échte broer? En hoe verhouden ze zich dan tot die andere (twee)?

Het verhaal van de Colombiaanse dubbelbroers groeit al snel uit tot een enorme mediahype, die zich zelfs uitstrekt tot The New York Times. Het bizarre gegeven van die twee identieke tweelingen – die hun allereerste ontmoeting zelfs hebben vastgelegd, inclusief het zenuwachtige ongeloof dat daarmee gepaard gaat – is overigens enerverender dan deze film. Géén Three Identical Strangers zogezegd, waarin de kijker steeds via een soort valluik in een nieuwe verhaallaag belandt.

Hermanos Por Accidente is vooral een adequate weergave van vier levensverhalen, die op een onmogelijke wijze met elkaar zijn vervlochten.

Peter En Erik

Memphis / KRO-NCRV

Zit er in Peter En Erik (102 min.) misschien een ‘Twee Identieke Vreemden’ verscholen? Met andere woorden: steekt er in deze film over de Groningse eeneiige tweelingbroers, die na hun geboorte werden gescheiden en vervolgens los van elkaar in een adoptiegezin zijn ondergebracht, net zo’n spannend, schokkend en tragisch nature/nurture-verhaal als in de onweerstaanbare documentairehit Three Identical Strangers (2018) over een Amerikaanse drieling?

De Nederlanders hoorden voor het eerst van elkaars bestaan toen ze zeventien waren, twee jaar eerder dan hun lotgenoten uit de Verenigde Staten. Sindsdien hebben aardappelboer Peter Anema en journalist Erik Hulsegge ontdekt dat hun biologische moeder destijds ongewenst zwanger was geworden van een man die al getrouwd bleek te zijn en ook kinderen had. Daarom heeft ze hen uiteindelijk afgestaan. Hun moeder wilde niet dat de jongens van elkaar werden gescheiden, maar is er onder druk van de betrokken deskundigen en instanties toch mee akkoord gegaan.

Inmiddels zijn Peter en Erik dik in de vijftig en lopen ze nog altijd met wezenlijke vragen over hun verleden rond. Waarom mochten Eriks ouders bijvoorbeeld niet ook Peter adopteren? Zij kregen de andere baby toentertijd per ongeluk onder ogen en wilden ook hem graag opnemen. Daarvan kon echter geen sprake zijn. Samen met onderzoeksjournalist Myrthe Buitenhuis gaan de twee broers in deze tweedelige documentaire van Jesse Bleekemolen op onderzoek uit. Al snel stuiten ze in hun dossier op de omschrijving ‘juridisch gevoelig materiaal’. Welk verhaal gaat daarachter schuil?

En in hoeverre is de situatie van de los van elkaar opgegroeide Nederlandse broers, vooralsnog het enige bekende geval van een doelbewust gescheiden tweeling in ons land, werkelijk te vergelijken met het schokkende verhaal achter de scheiding van de Amerikaanse drieling, die zonder dat ze het zelf wisten onderdeel waren van een wetenschappelijk experiment? Gaandeweg beginnen Peter en Erik in elk geval steeds meer parallellen te zien tijdens hun strooptocht langs archieven, organisaties en deskundigen, op zoek naar een verleden dat zich niet zomaar bij de kladden laat grijpen.

Een pril leven dat begon bij een alleenstaande moeder is via het opvanghuis Toevluchtsoord en de Kinderbescherming in twee héél verschillende gezinnen geëindigd. Zonder elkaar. De vraag is nog altijd: waarom? Deze poldervariant op Three Identical Strangers komt een aardig eind met het beantwoorden daarvan en maakt ondertussen natuurlijk het nodige los bij Peter en Erik – al gaan de broers daar ogenschijnlijk met kenmerkende Groningse nuchterheid mee om.

Make People Better

Rhumbline Media

Het nieuws over de geboorte van de CRISPR-tweeling Lulu en Nana zorgt in 2018 wereldwijd voor controverse. De Chinese wetenschapper He ‘JK’ Jiankui heeft met behulp van de omstreden CRISPR-gentherapie het erfelijke materiaal van de embryo’s aangepast. ‘Ik kan me geen mooier en heilzamer geschenk voor de samenleving voorstellen’, zegt hij daarover. Als journalisten JK aan de tand willen voelen over deze revolutionaire stap en de ethische implicaties daarvan, is de onderzoeker van SUSTech in de Chinese stad Shenzhen echter al van het toneel verdwenen.

Was JK zo’n typische geniale wetenschapper die te ver voor de muziek uitliep en dus nodig moest worden teruggefloten? Of is er iets toch anders aan de hand? Cody Sheehy onderzoekt in Make People Better (82 min.) de achtergronden van He Jiankui’s onderzoek en het internationale speelveld waarop hij actief was. Want de Chinese onderzoeker opereerde bepaald niet in een vacuüm. Kort voordat hij wereldnieuws werd en verdween wist hij zich zelfs nog verzekerd van de steun van de Chinese autoriteiten én een belangrijk deel van zijn vakbroeders in het buitenland.

Tijdens de ophef, die iedereen had kunnen voorspellen, stond JK er ineens helemaal alleen voor. In deze boeiende docuthriller krijgt hij alsnog rugdekking van de Amerikaan ‘Ryan’, een geanonimiseerde getuige à charge die met JK samenwerkte en een persoonlijke motivatie heeft om zich bezig te houden met ‘human genetic engineering’. Want de eerste toepassing daarvan is zeker niet het creëren van de ideale mens – en het angstbeeld daarbij: designer baby’s – maar het verhogen van de menselijke immuniteit, uitbannen van erfelijke ziekten en tegengaan van veroudering.

Sheehy brengt deze baanbrekende wetenschap, waarbij de maatschappelijke acceptatie standaard achterloopt op de technische ontwikkelingen, verder in kaart met insiders zoals de befaamde Amerikaanse geneticus George Church (Harvard), wetenschapsjournalist Antonio Regalado (die de primeur had van JK’s CRISPR-baby’s) en bio-ethicus Ben Hurlbut. Zij leggen tevens het verband met de geboorte van de eerste IVF-baby. Die gebeurtenis was in 1978 ook wereldnieuws. Sindsdien zijn er wereldwijd miljoenen kinderen geboren via In Vitro Fertilisatie en kraait er geen haan meer naar.

Zou het anders gaan met genetisch gemanipuleerde kinderen? ‘We steken onze kop in het zand als we denken dat dit niet allang gebeurt’, zegt ‘Ryan’. ‘Als je de kans hebt om je kind te modificeren en ervoor te zorgen dat het, voor pak ‘m beet vijfduizend of tienduizend dollar, gezonder is en beschermd tegen ziekte’, stelt Ben Hurlbut zelfs, ‘is dat dan geen welbesteed geld aan de toekomst van mijn kind?’ Dat klinkt vast niet onredelijk, maar zitten er ook grenzen aan dat idee van ‘making people better’? En wat als de commercie, bijvoorbeeld in de één of andere voormalige Sovjet-republiek, ermee aan de haal gaat…

Escaping Twin Flames

Netflix

‘Op het internet krioelt het van de mensen met problemen’, houdt Jeff Ayan zijn medewerkers voor tijdens een online coachingssessie. ‘En als jij met een oplossing komt, dan staan ze voor je in de rij.’ Hij wrijft demonstratief in zijn handen. Alsof de dollars elk ogenblik kunnen binnenstromen.

Voordat Ayan samen met zijn vrouw Shaleia (echte naam: Megan Plante) ongelukkige Amerikanen de ware liefde liet vinden, hun zogenaamde tweelingvlam, opereerde hij onder de noemer Ender Ayanethos en bracht hij een geneesmiddel tegen kanker aan de man. En toen hun Twin Flames Ascension School lekker begon te lopen – en er volop ‘spiegeloefeningen’ werden gedaan, zodat er overal ‘harmonious unions’ konden ontstaan – rolden ze dat lekker uit, met allerlei aanverwante clubs zoals Mind Alignment Process (MAP) Healing en Divine Dish. Om minder belasting te hoeven betalen begonnen ze bovendien meteen ook maar hun eigen kerk, The Church Of Union.

Cecilia Peck spreekt in de driedelige serie Escaping Twin Flames (175 min.) met voormalige discipelen en geschokte familieleden. Zij constateren dat de groep zich steeds meer begint te gedragen als een klassieke sekte, waarin de leiding alles bepaalt voor de individuele leden. Van wie hun ‘Twin Flame’ is tot hun eigen seksuele voorkeur en genderidentiteit (!). Jeff ‘Divine’ Ayan acteert intussen – voor insiders blijkbaar erg overtuigend, voor elke buitenstaander lachwekkend karikaturaal – de archetypische goeroe. Hij heeft elke vorm van wijsheid in pacht, vervat die in pakkende oneliners en brengt die met de stelligheid van een Heer die geen weerwoord duldt. 

De man verandert tegelijkertijd voortdurend van gedaante. Het ene moment oogt hij in pak en stropdas als een kwieke innovatie-ondernemer, het andere moment met lang haar en baard als – en dat is natuurlijk geen toeval! – een soort Jezus 2.0. Zijn eigen tweelingvlam Shaleia beperkt zich tijdens zijn georeer meestal tot instemmend geknik. Via talloze YouTube-coachingssessies van de twee maakt Peck, die eerder Seduced: Inside The NIXVM Cult maakte, het Twin Flames Universe inzichtelijk. Met harde hand domineren zij het leven van een groep kwetsbare jonge mensen, vooral vrouwen, die schaamteloos en genadeloos worden geëxploiteerd en soms zowel lichamelijk als geestelijk ernstig verminkt raken.

Dat klinkt als oude wijn in nieuwe zakken – een traditionele sekte, die opereert binnen een online-omgeving – maar pakt zo bizar uit dat ’t toch weer verbaast en schokt. Want een leider die ook wil bepalen of z’n volgelingen man of vrouw zijn, die was er nog niet. Toch?

Bart En De Zoektocht Naar De Dubbelganger

VPRO

Nadat hij een zwerfkei met heimwee uit de ‘hunnebedhoofdstad’ Borger, door een gletsjer aan zijn moedersteen in Finland ontrukt tijdens de voorlaatste ijstijd, langs allerlei deskundigen en instanties terug naar zijn oorsprong heeft begeleid in Bart En De Steen Die Terug Naar Huis Ging (2020), staat kunstenaar Bart Eysink Smeets nu weer voor een andere, door hemzelf bedachte uitdaging: hij wil de mensheid, te beginnen met zichzelf, ontdoen van het idee dat ieder individu uniek is – of moet zijn.

‘Ons streven om uniek te zijn is het fundament van de gehaaste, individualistische samenleving waar we in vast zitten’, doceert hij bij de start van wat alweer een doldwaas avontuur lijkt te gaan worden. ‘De wens om uniek te zijn zet ons aan het consumeren, vervuilen en stressen. Het zou wel eens onze ondergang kunnen betekenen.’ Maar, stelt hij zijn publiek in Bart En De Zoektocht Naar De Dubbelganger (55 min.) meteen gerust. ‘Gelukkig voor de mensheid ben ik geboren.’

Als een gezette Nederlandse variant op Kuifje, met een ondeugende glimlach en krulhaar, zet Bart een zoektocht op touw naar, ja, zichzelf. Of, beter: naar mannen zoals hij. Die sprekend op hem lijken. Van buiten én van binnen. En dat blijkt een enorme uitdaging. ‘Je gaat hem niet vinden, hè, dat weet je?’ voegt een uniciteitsdeskundige hem al snel toe. Want wie lijkt er nu écht op hem en hoe vind je zo’n figuur? Via posters, een (social) mediacampagne of imagesearch op het web?

Intussen krijgt Bart, of het personage dat hij hier van zichzelf maakt, het nieuws dat er thuis een kleine dubbelganger op komst is. Die moet zijn tamelijk ongerichte zoektocht richting en lading geven. Het zorgt alleen ook voor elementaire twijfel. ‘Ieder kind wordt uniek geboren’, zegt de mevrouw van de kinderopvang overtuigd. ‘En wij vinden het gewoon belangrijk dat ieder kind ook uniek mag zijn.’ Geen kind is volgens haar hetzelfde. ‘En gelukkig mag dat in deze tijd. Uniek zijn.’

Het speurwerk naar Barts dubbelganger is net zo vermakelijk als eerder de tocht huiswaarts van zijn steen met heimwee, al krijgt het idee erachter nooit echt diepte. Zoals ook de ethische dilemma’s die de man op zijn missie tegenkomt – mag hij bijvoorbeeld met gezichtsherkenningssoftware Facebook hacken? – soms enigszins gezocht lijken. En hoe en waar moet deze Indiana Jones-achtige queeste eindigen? In een verdoemde tempel? Met de Arks des Verbonds? Of toch op een willekeurige knollenweide?

Al die keuzes hebben Bart – in alle consternatie zou je zijn achternaam bijna vergeten – Eysink Smeets ongetwijfeld het nodige kruim gekost. Tegelijkertijd: kom er maar eens om, een documentaire waar je regelmatig smakelijk om moet lachen. Deze serie (?) mag dus gerust een vervolg krijgen: Bart En De Ongenadige Valkuilen Van Het Vaderschap, wellicht. Bart En Het Werk Dat Weer Een Hobby Moet Worden. Of, als het echt niet anders kan: Bart En De Documentaire Die Maar Geen Subsidie Kreeg.

Ouwehoeren

VPRO

‘Zit er wel zaad in die ballen, of niet?’ vraagt Martine aan haar klant. ‘Jawel’, antwoordt die geruststellend. ‘Oeps, wacht even’, constateert de ervaren Amsterdamse prostituee daarna, met een massagestaaf in haar handen. ‘De batterij is op.’ Als dat probleem even later is verholpen, kan ze eindelijk aan de slag. ‘Hup Marjanneke, stroop in het kanneke’, zingt ze. ‘Laat de poppetjes dansen… voor meneer Jansen.’

Even daarvoor heeft Martine, die de 65 al even is gepasseerd, nog tevergeefs op haar raam staan kloppen. Het leverde haar vooral hoongelach op van passanten. ‘Wat een lol!’ reageert ze geïrriteerd. ‘Tegenwoordig hebben ze allemaal commentaar. Kijk ze lachen. Het zijn zelf allemaal oliebollen en ze hebben op jou commentaar.’ Martine moppert verder, met onmiskenbaar Amsterdamse tongval. ‘Want je mag niet meer oud zijn tegenwoordig. Vroeger zaten hier allemaal oudere vrouwen. Heel gewoon. Die moesten toch ook leven? Die hadden geen sociale voorzieningen, hoor. Helemaal niks.’

Terwijl Martine, ook gedwongen door de omstandigheden, blijft pezen op de Wallen, is haar tweelingzus Louise inmiddels met pensioen. Reuma. In haar flatje in IJmuiden wacht ze haar zus en hartsvriendin op, om samen wat te schilderen en lekker te ouwehoeren over het vak, waarin ze ooit min of meer tegelijkertijd, zo’n halve eeuw geleden, verzeild zijn geraakt. Dat was niet eens zozeer een keuze. Gewoon een kwestie van een foute kerel en meer kinderen dan geld. En binnen de kortste keren kent de hele omgeving je dan als hoer en is er eigenlijk geen weg meer terug.

Als de eeneiige tweeling over dat verleden spreekt, verhalen die worden geïllustreerd met talloze foto’s en filmpjes, dan sluipt er zowaar soms wat echt ongemak in deze veelal licht getoonzette film van Rob Schröder en Gabrielle Provaas. Want dit dubbelportret uit 2011 wil nadrukkelijk geen klaagzang worden. Ouwehoeren (Engelse titel: Meet The Fokkens, 80 min.) concentreert zich liever op de verbazing, charme en gulle lach die ook horen bij de rosse buurt – al kunnen de nadelen van achter het raam zitten en de vooroordelen daarover natuurlijk niet geheel onbesproken blijven.

Die luchtige insteek is zeker tegen de film in te brengen, maar tegelijkertijd waarschijnlijk ook een verklaring voor het succes ervan. De zussen Fokkens, die vaak nog altijd dezelfde kleding dragen, krijgen de kans om zich in Neerlands hart te nestelen als representanten van het geromantiseerde Mokum dat ook in docu’s, getuige bijvoorbeeld Foute Vrienden en de Hazes-film, geliefd blijkt. Via expliciete en toch bijna aandoenlijke seksscènes met geanonimiseerde mannen, grappige anekdotes en nostalgische (accordeon- en draaiorgel)muziek wordt dat nog maar eens benadrukt.

Ouwehoeren wordt zo een ongegeneerde ode aan het oudste beroep van de wereld en de traditionele ambachtslieden daarvan, die ’t niet van zijn diepgang moet hebben, maar schaamteloos appelleert aan het grote publiek.

Tweeling

Jean Charles Counet / VPRO

De reis begint in Eritrea en leidt via Ethiopië, Soedan en Libië in 2016 naar Europa. Onderweg, op een boot op de Middellandse zee, wordt Merhawit verrast. Niet door het feit dat ze zwanger is, ook niet dat het om twee kinderen gaat, maar wel doordat ze nu al, op de vlucht en in hachelijke omstandigheden, geboren willen worden. Na de bevalling op zee belanden de nieuwe moeder en haar eeneiige Tweeling (91 min.) op het Italiaanse eiland Sicilië. En daar leren ze de Nederlandse documentairemaakster Bregtje van der Haak kennen, die toevallig in Palermo is voor het programma Tegenlicht en op Merwahit en haar baby’s Hiyap en Evenezer wordt geattendeerd door een reportage van CNN.

Van der Haak vraagt of ze hen jaarlijks mag komen filmen, om via deze Afrikaanse vrouw en haar kinderen, en echtgenoot/vader Yohannes in Soedan, het leven van nieuwe Europeanen te documenteren en grip te krijgen op waar zij vandaan komen en wat zij nu in een compleet nieuwe wereld, die soms pijnlijk vijandig reageert, op hun pad vinden. Deze documentaire, opgeknipt in zeven handzame en ook los te bekijken hoofdstukken, is een soort tussenrapportage van dit project, dat moet lopen totdat Merwahits zoons volwassen zijn. Bezien vanuit de traditie van de Up-serie, het klassieke documentaireproject dat sinds 1964 elke zeven jaar verslag doet van het leven van een selecte groep Britten, is dit dan een logisch moment.

In die zeven jaar, waarin Merwahit en haar zoons vaste voet aan de grond krijgen in Duitsland, bouwen de twee vrouwen, die in het begin echt met handen en voeten met elkaar moeten communiceren, een band op en raakt Van der Haak zelf bovendien steeds meer het verhaal ingetrokken. Dat begint met de verwantschap die zij als alleenstaande moeder voelt met de vrouw die in een vreemde wereld helemaal op zichzelf is afgewezen en mondt uit in situaties waarin ze ook zelf, de functionele zelfonthulling voorbij, haar eigen verhaal doet aan Merwahit. Die deelt dan weer haar levensverhaal, geïllustreerd met beelden uit de totalitaire staat Eritrea, en haar toenemende twijfels over de relatie met haar man op afstand.

Met fraaie observerende scènes krijgen Van der Haak en haar crew, die ook een plek verwerft binnen de kleine familie-eenheid, toegang tot het leven van de alleenstaande moeder en haar kinderen. Hoe ze er aan het begin van de eerste dag op de kinderopvang bijvoorbeeld voor zorgt dat de jongens, die nog geen Duits spreken, weten waar het toilet is. En hoe die enkele jaren later al zover zijn dat ze zelfstandig pizza kunnen halen – al komt die niet heelhuids thuis aan. De twee kinderen zijn altijd samen en uiterlijk identiek, maar van binnen – en dat wordt met de jaren steeds duidelijker – heel verschillend. Terwijl Hiyap floreert in contact met andere mensen, duikt Evenezer juist regelmatig weg voor de wereld. Merwahit probeert dat in goede banen te leiden.

Die voorlopige tussenconclusie maakt benieuwd naar wat de toekomst (volgende rapportage wederom over zeven jaar, in 2030?) gaat brengen voor de Eritrese vrouw en haar zoons. Op de valreep heeft de wereld waarin zij zich ogenschijnlijk best thuis zijn gaan voelen alleen nog een onaangename verrassing in petto voor alle betrokkenen – en een ongenadige cliffhanger voor elke kijker die hen intussen een beetje in z’n hart heeft gesloten.

De Verdediging Van Robert M.

Wim Anker (l) en Tjalling van der Goot (r) / Maria Mok en Meral Uslu

De boze en bedreigende voicemailberichten, e-mails en brieven die binnenkomen bij het advocatenkantoor van Wim en Hans Anker laten er geen misverstand over bestaan: het wordt de Friese tweelingbroers bepaald niet in dank afgenomen dat ze De Verdediging Van Robert M. (90 min.) op zich hebben genomen. En menige afzender kan daarbij nauwelijks onderscheid maken tussen de verdachte en zijn pleitbezorgers.

In de openingsscène van deze observerende film van Meral Uslu en Maria Mok over de grootste zedenzaak uit de Nederlandse geschiedenis heeft Wim Anker buiten bij de Penitentiaire Inrichting te Vught nog aan enkele meisjes uitgelegd hoe belangrijk het is dat zelfs de verdachten van de meest gruwelijke daden adequate juridische bijstand krijgen. Het is in Nederland bovendien de rechter, betoogt hij, die bepaalt of een verdachte ook daadwerkelijk schuldig is.

Om hun cliënt, die wordt beschuldigd van ernstig seksueel misbruik van tientallen (zeer) jonge kinderen en het verspreiden van kinderporno, optimaal te kunnen verdedigen, moeten Wim Anker en zijn collega Tjalling van der Goot zich door een enorm strafdossier werken, schokkend beeldmateriaal bekijken dat is gemaakt door Robert M. en zijn echtgenoot Richard van O. en de vernietigende publieke opinie over alles wat met pedofilie heeft te maken trotseren.

‘Een hele dag Robert M., dat trek ik niet’, stelt Van der Goot, die zich in eerste instantie wat heeft verkeken op de omvang en zwaarte van het dossier, als ze enige tijd onderweg zijn. ‘Ik ben na een halve dag in de zeden echt wel klaar.’ Tegelijkertijd is hun cliënt, die veelal in isolatie verblijft, somber en moedeloos. Als protest tegen het feit dat hij tijdens zijn detentie wordt blootgesteld aan cameratoezicht, gaat hij zelfs in honger- en dorststaking.

Anker en Van der Goot proberen hem een hart onder de riem te steken, terwijl ze de zaak zelf ook fysiek en mentaal ‘loodzwaar’ vinden. Uslu en Mok, die eerder het bijzonder boeiende tweeluik Anker & Anker (2010) maakten en later Wim Anker zouden volgen in De Zaak Gebroeders R. (2018), brengen de worsteling die schuilgaat achter hun professionele attitude sober maar uiterst doeltreffend in beeld. Daaruit spreekt pure plichtsbetrachting: ‘it’s a dirty job but somebody’s gotta do it.’

Ondanks – of juist vanwege – de volkswoede die deze zaak losmaakt, verdient Robert M. een messcherpe verdediging. ‘Met als mogelijk resultaat dus dat die man op vrije voeten komt?’ vertolkt Bløf-zanger Pascal Jakobsen het ‘gesundes Volksemphinden’ in de talkshow Pauw & Witteman. ‘U zegt eigenlijk – en u bent niet de enige die dat zegt – verdediging, doe het niet, in het belang van de samenleving’, antwoordt Tjalling van der Goot. Emotioneel kan hij de vraag wel begrijpen, maar als advocaat zet hij de knop om: oordelen is niet zijn taak.

‘Kunt u dan slapen?’ wil Jakobsen nog weten. ‘Ik kan wel slapen, ja’, antwoordt Van der Goot, wellicht ook een beetje tegen zichzelf. Via hem en zijn gedreven confrère Wim Anker toont deze nog altijd urgente documentaire uit 2013 hoe lastig het is voor advocaten om in dit soort gevoelige zaken ‘gewoon’ hun werk te doen. Zeker als bestuurders, politici en opinieleiders, zoals bij de zaak rond Robert M., ongegeneerd meesurfen op de golven van emotie die op zo’n moment door Nederland gaan.

Alleen Samen

De Haaien

Hoewel er slechts luttele minuten zit tussen hun geboortes, blijft het belangrijk wie het oudste is. Dat weegt een leven lang door. Zoals het een archetypische eeneiige tweeling betaamt, zijn Lisa en Chrisje Moes nochtans onafscheidelijk. ‘Jij bent een blok aan mijn been’, zingen ze vrolijk, maar daar menen ze geen woord van. Als Chris het ouderlijk huis verlaat, belandt ze ‘toevallig’ in het flatgebouw waar Lies ook al woont. ‘Je raakt elkaar toch niet kwijt’, zegt één van de twee – ik weet even niet wie, ook hun stemmen lijken identiek – over de bijzondere band die ze nu eenmaal hebben. ‘Een relatie kan je nog kwijtraken.’

In Alleen Samen (25 min.), een vlotte korte documentaire van Kim Smeekes, lijken de twee extraverte zussen een permanente performance te geven. Ze zingen en dansen dat het een lieve lust is, kijken op het strand wie er het hardste kan rennen en lijken in het algemeen op vol tempo en volume door het leven te struinen. En dan komt er toch een kink in de kabel, waarmee de twee al een leven lang met elkaar verbonden zijn. Vanuit het ziekenhuis stuurt Lisa, ogenschijnlijk toch echt de oudste van de twee, een echo door naar Chrisje: ze is zwanger van haar eerste kindje.

Die blijde gebeurtenis zet een ontwikkeling in gang, die de vanzelfsprekendheid en exclusiviteit van de relatie tussen de twee zussen onder druk zet. Raakt Chrisje door Lisa’s zwangerschap op het tweede of zelfs derde plan? Hoe laat je iemand los zonder wie je jezelf nooit hebt gekend? Kan dat überhaupt? Smeekes staat er bovenop als dat proces van afstand nemen, en toch ook vast proberen te houden, zich voltrekt en met name Chrisje haar eigen weg in het leven moet zien te vinden. Mét en zónder de zus, door wie ze zich nog nooit eenzaam heeft gevoeld.

The Rossellinis

In zekere zin leven ze, ruim veertig jaar na ‘s mans overlijden, nog altijd in zijn schaduw. Daar, bij de uitvaart van Roberto Rossellini, begint ook deze documentaire van zijn oudste kleinzoon Alessandro. Al zijn nazaten begeleiden de grote regisseur, die sinds de film Roma Città Aperta (1945) werd beschouwd als een genie, in 1977 naar zijn laatste rustplaats. Volgens Alessandro lijden ze stuk voor stuk aan dezelfde aandoening: Rossellinitis.

‘Mensen zeiden tegen me: jij bent een Rossellini. Met jouw achternaam kun je geen ober worden’, vertelt Alessandro’s oom Robertino, ooit één van de meest begeerde mannen ter wereld, bijvoorbeeld treffend. ‘Ik mocht eigenlijk alleen maar een genie zijn.’ Tegenwoordig heeft hij zich teruggetrokken op een idyllische plek aan de Zweedse kust, in een huis dat ooit toebehoorde aan zijn moeder Ingrid Bergman, de befaamde actrice en tweede vrouw van zijn vader.

‘Wij waren bij onze geboorte al losers’, zegt Alessandro’s tante Ingrid, die het liefst buiten beeld blijft. ‘Hopeloos!’ Haar tweelingzus Isabella lijdt ogenschijnlijk nog het minst aan de familieziekte. Zij heeft een geslaagde carrière opgebouwd als fotomodel en actrice en voelt zich ook wat ongemakkelijk bij de vragen die haar neef in The Rossellinis (98 min.) op haar afvuurt en de onaantastbare status die hij haar, als rechtgeaarde opvolger van zijn grootvader, toedicht.

Tijdens zijn boeiende rondgang langs verschillende familieleden, doorsneden met filmfragmenten van de patriarch, komt Alessandro gaandeweg tot de conclusie dat hij, de zoon van Roberto Rossellini’s gedroomde opvolger Renzo en een zwarte vrouw, de kleinzoon die opzichtig worstelde met een drugsverslaving, de man ook van twaalf ambachten en dertien ongelukken, misschien wel het meest gebukt is gegaan onder die vermaledijde familienaam en de verpersoonlijking daarvan: zijn grootvader.

Dat familiesysteem heeft hen elk op hun eigen manier gevormd. Daarom kan deze boeiende film eigenlijk ook slechts op één manier tot een (bevredigend) einde worden gebracht: met een gestileerde groepsfoto waarop elk afzonderlijk familielid zijn eigen plek binnen de Rossellinis probeert in te nemen. Zodat in één beeld zichtbaar wordt wat hen bindt én wat hen van elkaar onderscheidt. Alsof stamvader Roberto ze van gene zijde nog eenmaal netjes op hun plek heeft gezet.

Elin

KRO-NCRV

Ze wil weten wat er in haar kind omgaat. Elin (86 min.) heeft zoveel te vertellen, maar het komt er heel moeilijk uit. Het meisje heeft rond haar geboorte een hersen- en gehoorbeschadiging opgelopen en is bijzonder lastig te verstaan. Elins vader Patrick en tweelingzus Bente kunnen haar lang niet altijd begrijpen. En de buitenwereld al helemaal niet. Haar moeder Marie-José Schelvis weigert zich daarbij neer te leggen: zeker nu de puberteit voor de deur staat wil ze dat haar kind zich kan uiten. Anders zit Elin ‘nog meer gevangen in haar eigen lijf’.

Marie-José wil ook haar eigen verhaal kwijt. Ze blogt over haar ervaringen als moeder van een zwaar gehandicapt kind. Die blogs fungeren tevens als anker voor deze observerende documentaire van Cinta Forger en Walther Grotenhuis. ‘Ik ben moe’, schrijft Marie-José bijvoorbeeld, als ze lijkt af te stevenen op een burn-out. ‘En weet je? Ik mag moe zijn. Het is geen normale situatie. Ik moet het niet meer continu bagatelliseren. Mijn emmer is nooit helemaal leeg, dat accepteer ik, maar misschien krijg ik hem af en toe halfleeg.’

Samen met haar echtgenoot Patrick, die voor zijn werk regelmatig naar het buitenland moet, zoekt Marie-José naar een geschikte spraakcomputer, die Elin met haar mond kan aansturen. Dit wordt een intensief en frustrerend proces, dat in deze aangrijpende film met begrip, compassie en oog voor detail is opgetekend. Werkelijk alle betrokkenen lopen over van de goede wil, maar zelfs zoiets praktisch als het bestellen van een aardbeienijsje – laat staan het uiten van gedachten of gevoelens – heeft al veel meer voeten in de aarde dan wie dan ook wil.

Intussen houdt Marie-José zich ook bezig met de vraag hoe het verder moet met haar dochter als zij niet meer haar ‘handen en tolk’ kan zijn. Elin lijkt op haar eigen manier eveneens gericht op volwassen worden. Van tekenfilmseries verlegt ze haar aandacht naar games, waarin ze – aan de zijde van haar tweelingzus – even helemaal vrij kan zijn. En op Elins kamer in het nieuwe huis dat het gezin, mede voor haar, betrekt moet een vliegtuigenbehang komen. Zodat ze zich, in elk geval in gedachten, soms los kan maken van dat onwillige lijf, om frank en vrij de wereld te verkennen.

Marie-José Schelvis cijfert zich vrijwel volledig weg voor haar opvallend montere kind. Het evenwicht in haar leven, tussen de vastberaden liefde die ze als moeder voelt voor haar dochter en de verantwoordelijkheid die ze voor datzelfde meisje moet (en koste wat het kost ook: wil) dragen lijkt nochtans broos en is afhankelijk van kleine overwinninkjes. Die bieden hoop voor Elins toekomst.

Tell Me Who I Am

Netflix

Links in beeld zit Alex Lewis, rechts Marcus Lewis. Tweelingbroers. Los van elkaar geïnterviewd. Over de kwestie die hun leven veranderde. Als Alex op achttienjarige leeftijd na een motorongeluk in coma terechtkomt en zijn geheugen kwijtraakt, is het Marcus die hem uitlegt dat die oudere mevrouw zijn moeder is en die afstandelijke meneer papa. Alles in de wereld is weer als nieuw voor de tiener Alex, zelfs dat hij een vriendin heeft. ‘Onze vaste grap was dat ik twee keer ontmaagd ben door dezelfde vrouw’, zegt de Britse vijftiger lachend in deze documentaire van Ed Perkins.

Marcus sleept de achttienjarige Alex weer het leven in. Hij schetst hem de idyllische jeugd die ze hebben gehad in de bevoorrechte omgeving van de Britse upperclass. Één ding vertelt hij echter niet. Het victoriaanse huis, waarin de eeneiige tweeling opgroeide, herbergt een groot geheim. Dat komt Marcus later op flinke kritiek te staan. ‘Het was niet aan jou om God te spelen’, zeggen vrienden over het feit dat hij een groot deel van hun gezamenlijke leven verzweeg voor zijn verdwaasde broer.

Tell Me Who I Am (85 min.) onthult dit geheim stapsgewijs. Het eerste bedrijf van deze gestileerde film, waarin het relaas van de eeneiige tweeling wordt geïllustreerd met een combinatie van authentieke familiefoto’s en -filmpjes en verfilmde herinneringen, wordt verteld vanuit het perspectief van Alex. Het volgende bedrijf voegt daar Marcus’ lezing van de feiten aan toe. In het laatste bedrijf, waarin de gebroeders Lewis letterlijk tegenover elkaar gaan zitten, komen de beide werkelijkheden tenslotte met het nodige kunst- en vliegwerk bij elkaar.

Die confrontatie voor de camera, het eerste gesprek dat de twee broers naar verluidt hebben over de bijzonder precaire kwestie die tussen hen in is gaan staan, voelt gekunsteld. Gecreëerd drama. Zoals de hele vertelling sowieso erg geconstrueerd oogt. Had de tweeling nu werkelijk deze documentaire nodig om elkaar recht in de ogen te kijken en de waarheid te zeggen? Een diep persoonlijke kwestie, voorheen onmogelijk om met zijn tweeën te bespreken, wordt nu met de hele wereld gedeeld.

En dan blijft de kijker ook nog met de nodige losse eindjes achter: hebben de broers, die eerder (!) al een boek schreven over de zaak, bijvoorbeeld actie ondernomen tegen de lieden waarmee ze nog een appeltje hebben te schillen? Daarover reppen ze in elk geval met geen woord in deze slinkse film, die soms een loopje lijkt te nemen met een bijzonder, dat wel, pijnlijke waarheid.