Zij moet van hem toegeven dat ze zijn transitie moeilijk vindt. Sterre Mulder vindt dat alleen wel meevallen – ook al haat haar geliefde dan zichzelf. Ollie Launspach, de maker van Kus Kus Beng Beng (28 min.), wil via zijn vriendin zijn eigen proces weergeven. Zij wil echter ‘geen projectie’ van hem zijn, zegt ze.
In deze sprankelende korte film botsen de perspectieven van de twee geliefden regelmatig. Tegelijk is ook duidelijk dat ze verkikkerd op elkaar zijn én blijven. ‘Ik weet niet hoe ik je kan vertellen hoeveel ik van je hou’, schrijft Ollie in beeld. ‘Ik weet ook niet hoe ik je kan vertellen hoeveel ik mezelf verafschuw.’
‘Trans zijn is mislukken’, heeft hij dan ook al geconstateerd, in deze wervelende vertelling over liefde in tijden van verandering. Launspach zet de camera op z’n vriendin, laat Sterre testosteron-spuiten zetten en bestookt haar – en ons – met een wirwar van woorden: voice-over, vragen en dagboekteksten.
Totdat Sterre er schoon genoeg van heeft. In de tweede helft van deze egodocu, waarmee Launspach is afgestudeerd aan de Filmacademie, neemt zij het heft in handen met haar eigen woorden. ‘Als aasgieren singelen we om elkaars verhaal heen’, schrijft ze dan. ‘Jij maakt een film over mij en ik schrijf over jou.’
Alle elementen – Launspach heeft er ook nog homevideo’s, biootjes van de één over de ander en krasse muziek bij geklutst – ballen zich samen in een energieke, straf gemonteerde klap voor je kanis, die helemaal van deze tijd is.
‘Ik ben al in heel wat bars geweest’, vertelt Harper Steele aan enkele andere gasten van een bikersbar in Meeker, Oklahoma, waar naast de ‘Confederate flag’ een Trump-vlag aan de muur hangt. ‘Ik ben aan het kijken of ik nog welkom ben nu ik in transitie ben.’ Harpers maatje, de bekende komiek en acteur Will Ferrell, staat buiten, te wachten of hij naar binnen wordt geroepen. Harper heeft hem onder een snelkeuzetoets gezet in haar telefoon, voor het geval ‘t binnen link wordt.
Will & Harper (115 min.) zijn al hun halve leven bevriend en nu samen op een roadtrip, van de Amerikaanse oostkust naar het westen. Ze leerden elkaar ooit kennen bij de comedyshow Saturday Night Live, waar Will één van de veelbelovende nieuwe gezichten was en – deadname alert! – Andrew één van de dragende schrijvers werd. Al die jaren bleven ze nauw verbonden met elkaar. Alleen tijdens de Coronapandemie van enkele jaren geleden verloren de twee elkaar uit het oog.
En juist toen was Steele ineens definitief klaar met man zijn. ‘M’n hele leven probeerde ik het weg te drukken. Nu geef ik de strijd op.’ Ze ging in transitie. ‘Instead of an asshole I’ll be a bitch.’ En die is nu met Will op reis door de Verenigde Staten, om te ontdekken wat Harpers transitie betekent voor hun vriendschap, elkaar alle vragen te stellen die bij hen opkomen over de veranderingen en te ontdekken hoe een transvrouw, van begin zestig alweer, wordt bejegend in het hedendaagse Amerika.
Het brengt hen soms in ongemakkelijke situaties. Tijdens de rust van een basketbalwedstrijd tussen de Indiana Pacers en Philadelphia 76ers wordt Ferrell bijvoorbeeld aangesproken door Eric Holcomb, de Republikeinse gouverneur van de staat Indiana, die maar wat graag een mediamomentje scoort met de beroemde komiek. Tijdens het vervolg van de wedstrijd komen Harper en Will erachter dat hij zojuist een wet heeft aangenomen die genderbevestigende zorg voor minderjarigen verbiedt.
De toon van deze roadmovie van Josh Greenbaum blijft nochtans altijd optimistisch. Zoals de meeste Amerikanen die de twee vrienden tegenkomen, ook in het zogenaamde ‘heartland, hen eigenlijk positief tegemoet treden. En wanneer Harper dan toch weer eens wordt misgenderd – als man aangesproken – wordt dit vrijwel direct met een grap of oneliner onschadelijk gemaakt. Daarbij betaalt zich uit dat er twee mensen op stap zijn, die van humor hun beroep hebben gemaakt.
Hun zorgvuldig gearrangeerde reis, langs de verplichte fraaie plekken en uitgeserveerd met talloze aanstekelijke all-American tunes, brengt hen tevens naar Iowa, de conservatieve staat waar Harpers roots liggen en ook haar zus wacht. Die wilde gelukkig altijd al een zus. Gaandeweg ontdekt Steele, zoals dat nu eenmaal gaat in roadmovies, zo dat de grootste belemmeringen in haarzelf zitten. ‘Ik ben bang mezelf te haten’, bekent ze tegenover Ferrell. ‘Ik denk bij mezelf: je bent een freak, wat doe je hier?’
Naast die ‘freak’ zit, in bruine Harpers vintage station wagon, ‘een satanische Illuminatie-pedo’. Althans, volgens één van de reaguurders die zich genoodzaakt voelt om in te hakken op de reis van Will & Harper – en voor de verandering zijn opgekropte haat nu eens niet richt op de transvrouw – terwijl zij zitten te gebben over slecht bier, Pringles en Dunkin’ Donuts. Samen koersen ze door ‘Merica, hun eigen gevoelsleven en een vriendschap, die onderweg alleen maar meer diepte krijgt.
Op het eerste oog kunnen ze doorgaan voor doodnormale jongemannen van rond de twintig. Sterker, dat zijn Leonardo, Andrea, Raffaele en Niccolò ook – al zijn ze alle vier wel als meisje geboren. De Italiaanse transmannen zijn bevriend geraakt en spreken regelmatig met elkaar af, om ervaringen uit te wisselen.
Tegelijkertijd moeten ze weinig hebben van de gebruikelijke deprimerende verhalen over transpersonen. ‘O, mijn God, ik ben trans’, smalen de vier over stereotiepe transfilms. ‘Hoe kan ik dat verbergen? Mijn leven is een ramp.’ Zo’n film is Nel Mio Nome (Engelse titel: Into My Name, 94 min.) dus ook niet geworden. Regisseur Nicolò Bassetti volgt het viertal, samen en los van elkaar, in hun dagelijkse bestaan en tekent ondertussen hun levensverhalen op. De teneur is zeker niet zwaar of somber – ze gaan bijvoorbeeld lekker stappen, trekken samen de natuur in of gaan los op dansles – maar deze observerende docu gaat de uitdagingen rond hun transitie ook niet uit de weg.
Andrea Ragno, die zich opmaakt voor een genderbevestigende operatie, ziet zichzelf al vanaf z’n derde als een jongen. Schrijven is zijn uitlaadklep, een ouderwetse rode Olivetti-typemachine z’n beste vriend. Andrea heeft onlangs een dagboek van z’n negenjarige zelf gevonden. ‘Toen ik het opende, moest ik huilen’, vertelt hij. ‘De naam van de hoofdpersoon is Andrea. Dat was ik helemaal vergeten.’ Zo zijn ze alle vier op hun eigen manier bezig met de verandering in hun leven. Tijdens een online-sessie vraagt Raffaele Baldo, in het dagelijks leven fietsenmaker, z’n gesprekspartner bijvoorbeeld netjes of die ’t vervelend vindt als hij zichzelf een testosteroninjectie geeft.
Behalve de lichamelijke transitie wachten hen ook praktische en juridische uitdagingen. Terwijl zijn lijf in het zicht van alles en iedereen verandert, blijft Nicolò Sproccati voor de officiële instanties bijvoorbeeld nog wel een tijdje bekend staan onder zijn meisjesnaam. Hoe kan hij nu met goed fatsoen een pakketje ophalen bij het postkantoor? ‘Het wordt op een gegeven moment een soort chronische ziekte’, stelt Leonardo Arpino, die podcasts maakt en in een rockbandje speelt, over het moeizame proces om officieel erkenning te krijgen. ‘Je bent alleen niet ziek, maar wordt onderdrukt.’ Ferm: ‘Het kan niet zo zijn dat een rechter of psycholoog bepaalt wat jij bent, het één of het ander.’
Nel Mio Nome ontwikkelt zich zo tot een sensibele coming of age-docu, waarin de protagonisten tijdens het proces van volwassen worden alleen nog enkele extra drempels moeten nemen.
‘Ik werk hier dus net twee maanden’, vertelt Tabothsie als ze aan de beurt komt tijdens het voorstelrondje. ‘Ik val gewoon op mannen, ik heb twee kinderen en voel me daar heel fijn bij. Ik weet niet of ik dat in deze termen moet zeggen, maar ja, dat dus.’ Bianca, die zich identificeert als agender en non-binair, lacht er enigszins ongemakkelijk bij en legt vervolgens uit: ‘Gewoon is heel normatief, in welke context je ‘t ook zegt. Daarmee zeg je ook iets over de ander.’
Het team van de Genderpoli (Engelse titel: They And Them, 78 min.) in Zaandam is zeer divers samengesteld. Samen geven ze psychologische begeleiding aan jongeren die vragen hebben over hun genderidentiteit. Voor de lichamelijke transitie verwijzen ze dan door naar het ziekenhuis. Het is de enige polikliniek in Nederland, waar een deel van de hulpverleners zelf ervaringsdeskundige is. Het team wordt wel geleid door een ‘normale’ cisgender-man, psycholoog Sander de Wit.
‘We brengen mensen veel aan het twijfelen’, vertelt hij over het intensieve traject dat ze met jongeren doorlopen. ‘Omdat we vinden dat twijfel helpt bij groei.’ Collega en ervaringsdeskundige Bianca verwoordt ‘t nét even anders: ‘Ik weet uit eigen ervaring hoe belangrijk het is om mensen tegenover je te hebben die jou niet continu bevragen, maar die als uitgangspunt nemen dat wat jij laat zien en wat jij vertelt over jezelf authentiek is.’
Terwijl ze kwetsbare jongeren begeleiden door een cruciale fase van hun leven, de eigen financiering op orde proberen te krijgen en de wachtlijsten willen terugdringen, moeten de hulpverleners van de Genderpoli in deze film van documentairemaker (en psycholoog) Ingrid Kamerling (Rusteloze Zielen: Scènes Uit De TBS, Blue Monday en Echo – Theater In De TBS) de rijen gesloten houden. Want inclusie komt ook voor hen niet altijd vanzelf.
‘Ik denk dat we op de goede weg zitten als cisgender-personen zich ongemakkelijk voelen’, meent Bianca, terwijl ze, net als de andere geïnterviewden, recht in de camera kijkt. ‘Want dan denk ik: ik heb dat eigenlijk iedere dag.’ Teamleider Sander, de trotse bezitter van een nieuwe Harley Davidson, heeft ’t er soms moeilijk mee. Krijgt hij de ruimte om zo nodig een afwijkende positie in te nemen? Mag hij er bijvoorbeeld voor kiezen om niet hij/hem onder zijn e-mails te zetten?
Kamerling legt de onderlinge meningsverschillen binnen het team, die lang niet altijd worden uitgesproken worden en toch permanent voelbaar zijn, knap bloot. Tegelijkertijd laat ze ook zien welke dilemma’s hun delicate werk oproept. Hoe kun je een jong iemand bijvoorbeeld begeleiden bij keuzes die de rest van zijn/haar/diens/hun leven beïnvloeden? En mag je vertrouwen op de genderdysforie van een dertienjarige met een verstandelijke beperking?
Zo knarst en schuurt ’t regelmatig in Genderpoli, dat bijzonder actuele thematiek behandelt en op microniveau de verschillende soorten ongemak blootlegt die daardoor, zelfs binnen een groep die in wezen dezelfde idealen en uitgangspunten heeft, kunnen worden opgeroepen.
‘En die seks en zo dan? Hoe moet dat dadelijk dan?’ ‘Hoezo, dadelijk?’ ‘Jaah, als hij meer vrouw is dan man…’ ‘Ja, maar hij valt alleen maar op vrouwen. Hij valt niet op mannen.’ ‘Maar jij toch niet? Jij hebt toch niet gekozen om met een vrouw te zijn?’ ‘Nee, dat klopt wel. Ja, goed, het is anders, maar ik mis er niks aan. Ik kom niks tekort.’
Althans, dat zegt Corrie Beer, terwijl ze lekker zit te kletsen met haar beste vriendin Jet Boumans. Later, bij een volgend gesprek, komt de vrouw uit het Limburgse Gennep er toch nog eens op terug: misschien gaat ze die piemel toch wel missen. Want Albert van Dieten, de kraanmachinist met wie ze ooit een relatie kreeg en die ze door dik en dun steunt, is hard op weg om een vrouw te worden.
In deze korte documentaire vertelt Marieke Widlak echter niet het verhaal van Ashley. De film heet niet voor niets Corrie (23 min.) en concentreert zich op hoe ’t is als jouw partner, die je toch echt hebt leren kennen als man, besluit om in transitie te gaan. Ga je dan mee? Corrie is geneigd van wel. Dat is overigens ook haar grootste valkuil. Ze gaat altijd uit van de ander, zegt ze. Als die ’t maar goed heeft…
Als ze niet oplet, gaat het gesprek ook nu weer permanent over Ashley. Maar Corrie wil, begint ze zich steeds duidelijker te realiseren, óók gezien worden. Daarbij gebruikt ze haar eigen vader als voornaamste referentiepunt: daar was ze bang voor, die zag haar helemaal niet staan. En hij vond dat ze zingen beter aan anderen kon overlaten. Corrie verdiende en verdient beter, vindt ze.
Daarmee heeft deze fijne film een aardig thema te pakken, dat op diverse manieren wordt uitgewerkt. Corrie is als hun huisdier Harry de vogel die in een kooitje wordt gehouden. En wanneer ze Ramses Shaffy’s Laat Me (mijn eigen gang maar gaan) zingt, lijkt dat haar op het lijf geschreven. Gaandeweg laat ze alle schroom varen en blijkt dat haar vader het toch bij het verkeerde eind had.
Vrijwel ongemerkt is Ashley ondertussen van de vanzelfsprekende hoofdpersoon van deze documentaire een aansprekend bijpersonage geworden, de partner die vanuit de coulissen goedkeurend toeziet hoe Corrie haar eigen rol pakt en een stapje dichter bij de vrouw komt die ze eigenlijk wil zijn. En dat is eigenlijk best mooi om te zien.
Als het verhaal van één minderheid in de afgelopen jaren zichtbaar is gemaakt via documentaires, dan is het waarschijnlijk de worsteling van de transgemeenschap om gezien en geaccepteerd te worden. Internationaal via films als Disclosure, Petite Fille en Seahorse: The Dad Who Gave Birth. En ook in Nederland. Via het baanbrekende Valentijn van Hetty Nietsch, natuurlijk, en recente titels zoals Mevrouw Faber, Jason en Ryan Is Zwanger.
De Amerikaanse documentaire Changing The Game (52 min.) uit 2019 richt zich specifiek op de dilemma’s van transsporters. Regisseur Michael Barnett portretteert enkele jongeren die een transitie hebben ondergaan en nu op een serieus niveau sport beoefenen. Kan dat nog? Wat zijn daarvoor de regels? Is een geslachtsbevestigende operatie een absolute vereiste of niet? En met wie mogen/moeten deze gedreven sporters zich dan meten? Het blijken verdomd venijnige vraagstukken, waarmee in elke staat bovendien anders wordt omgegaan.
Is het bijvoorbeeld fair als jonge vrouwelijke atleten in Connecticut het moeten opnemen tegen hardloopster Andraya Yearwood, die is geboren als jongen? Het verhaal van Mack Beggs is helemaal saillant. De worstelaar uit Texas wil graag om de eer strijden met jongens, maar is nog altijd veroordeeld tot de meisjes – en wint daar menig toernooi, ook dat nog. In een mediamaatschappij zoals de Verenigde Staten komt hem dat vanzelfsprekend op boude kritiek en onversneden haat te staan.
Gelukkig heeft Mack de steun van zijn grootouders, bij wie hij is opgegroeid. Dat is minder vanzelfsprekend dan het lijkt. Oma Nancy werkt bijvoorbeeld al 25 jaar als hulpsheriff, is overtuigd lid van de Republikeinse partij en heeft een heel arsenaal wapens in huis. Niet het prototype transvriendelijke Amerikaan, zou je op voorhand zeggen. Ook in dit geval wint liefde het echter van vrees en vooroordelen. Tegelijkertijd maakt dat het verlies niet minder zuur voor het worstelmeisje dat nu het onderspit delft tegen Mack.
Barnett sympathiseert duidelijk met zijn hoofdpersonen en legt hun strijd, binnen en buiten de sport, met de nodige bravoure en bombast vast. Bovendien verrijkt hij hun persoonlijke verhalen met quotes van gewone Amerikanen, sportofficials en deskundigen, fragmenten uit nieuwsprogramma’s en talkshows, en de resultaten van onderzoek binnen de transgemeenschap. Zo ontstaat een genuanceerd beeld van deze bijzondere en toch ook weer gewone Amerikanen, waarbij hun sportcarrière als een aansprekende arena voor de uitdagingen des levens fungeert.
Afgaande op de openingsscène van deze documentaire, waarin Ryan Ramharak en David Paul Ramharak-Peters in het huwelijk treden, zou je als kijker nog kunnen denken dat deze film gaat over een regulier homokoppel met een kinderwens. Al snel wordt echter duidelijk, via vlogs van de twee hoofdpersonen, dat Ryan net is gestopt met het nemen van testosteron en zwanger wil worden.
Want Ryan was ooit een vrouw, maakte daarna de transitie naar man en moet nu in zekere zin weer de weg terug nemen om een kind te kunnen krijgen. Hoewel de baard en lage stem gewoon kunnen blijven, zorgt die keuze ook voor twijfel en ongemak. ‘Ik vind het jammer dat ik geen borstvoeding kan geven’, zegt Ryan nadat-ie een aflevering van de documentaireserie Babies heeft gekeken. ‘Tegelijkertijd weet ik ook meteen dat ik absoluut geen borsten zou willen.’
Ryan Is Zwanger (55 min.), een tv-film van Özgür Canel, is daarmee een Nederlandse variant op Jeanie Finlays spraakmakende documentaire Seahorse: The Dad Who Gave Birth, waarin een Britse transman wordt geportretteerd die in verwachting is. En net als bij die productie zijn de reacties na afloop voorspelbaar: een deel van de kijkers reageert geshockeerd, de rest viert de voortgaande emancipatie van transmensen en constateert tegelijkertijd dat er nog een wereld is te winnen.
Canel behoort duidelijk tot de tweede categorie en voelt als filmmaker ook niet de behoefte of noodzaak om Ryan en David kritisch te bevragen. Het koppel verbaast zich er bijvoorbeeld over dat op Ryans paspoort geen X mag worden vermeld als geslacht, probeert zwangerschapsverlof te regelen voor de aanstaande ouder (hoewel die ‘als M in het systeem staat’) en besluit hun kind een genderneutrale naam te geven (Ravi) en ook niet op te zadelen met een geslacht.
Davids moeder Nel vindt dat laatste wel lastig. ‘Want de eerste vraag die komt is: goh, is het een jongen of een meisje?’ David: ‘En dan zeg je: doet er niet toe.’ Zo koerst het stel in deze geheel bijdetijdse documentaire op eigen voorwaarden – indachtig het motto dat op Ryans arm is getatoeëerd: buiten de lijntjes is zoveel meer ruimte – af op wat een zo normaal mogelijke bevalling moet worden.
Twee weken na Kalla’s dood trouwde zijn zus Jesse met David. ‘Ik ontmoette hem voor het eerst op de uitvaart’, vertelt filmmaker Angelo Madsen Minax in een voice-over. ‘Ze woonden net een week samen toen ze stierf.’ Hadden Kalla’s moeder en haar nieuwe geliefde, die met zijn gewelddadige verleden de schijn een beetje tegen heeft, misschien iets van doen met het overlijden van zijn tweejarige nichtje? Als Madsen in 2016 in ‘Nowhere Michigan’ arriveert, lijken ze van alle blaam gezuiverd.
‘Zal ik je nog vertellen over het andere kind dat we hebben verloren?’ vraagt Madsens vader even later aan hem. ‘We zijn er twee kwijtgeraakt: een kleinkind en een dochter’, vult zijn moeder aan. ‘We hadden een klein meisje met de naam Angela. Dat was me er eentje. En daar hebben we nooit eerder over gesproken, maar het was echt een hartendief.’ Madsen staat perplex door wat zijn ouders zeggen: Gaan jullie mijn transitie nu echt vergelijken met de dood van Kalla?’
Hij is even sprakeloos. Voor de egodocumentaire North By Current (85 min.) keert Madsen in de navolgende jaren regelmatig terug naar zijn geboortegrond, waar duidelijk heel wat oud zeer is achtergebleven. Om de gevolgen van Kalla’s dood op zijn oudere zus en haar partner, die inmiddels enkele kinderen verder zijn, op te tekenen en in het reine te komen met zijn eigen achtergrond daar, in de hoop dat zijn familie ook bereid of in staat is om in het reine te komen met hem.
Madsen heeft zijn zeer persoonlijke film een collage-achtig karakter gegeven: gesprekken met familieleden worden doorsneden met jeugdvideo’s, natuurbeelden, abstracte shots en re-enactments van situaties uit het verleden. Het geheel wordt bijeengehouden met een indie-soundtrack en ingekaderd door Madsens filosofisch bedoelde voice-over die in een permanente dialoog lijkt te zijn verwikkeld met de stem van een vroegrijp kind, ingesproken door Sigrid Harmon.
In die tegelijk zeer associatieve en ook erg geconstrueerde vorm zit zowel een rouwfilm als een coming of age-drama verscholen. Die komen alleen slechts ten dele binnen. Hoewel ruw en persoonlijk – op het voyeuristische af soms – voelt North By Current soms ook nét iets te bedacht en gekunsteld.
In het voorjaar van 2020 maakt de achttienjarige Jane Noury zich op voor het sluitstuk van een intensief traject, dat vijf jaar eerder in gang is gezet. Over drie maanden, woensdag 17 juni, moet het gebeuren: de allerlaatste operatie. Als ze die horde heeft genomen, is de tiener uit Sparta, New Jersey, precies wie ze wil zijn.
En dan worden Jane en haar omgeving, net als de rest van de wereld, overvallen door een pandemie die alles op z’n kop zet. Kan de Amerikaanse tiener de transitie, die haar nu al toegang tot de modellenwereld heeft verschaft, straks ook daadwerkelijk voltooien? En in hoeverre moet ze dat helemaal alleen doen, zonder liefdevolle familieleden en vrienden aan haar zijde? Om de situatie enigszins te verlichten, krijgt ze op haar verjaardag alvast een mooie muts. Met een vagina erop.
In de vierdelige serie Always Jane (184 min) documenteert Jonathan C. Hyde, met behulp van vlogs en filmpjes die de hoofdpersoon zelf maakt, het kwetsbare proces dat zij al op jonge leeftijd moest aangaan. Jane lijkt daarbij in haar directe omgeving overigens op weinig tegenstand te stuiten. Zelfs haar inwonende grootvader van dik negentig, al zijn hele leven lang lid van de Republikeinse partij, lijkt het geen probleem te vinden dat zijn kleinzoon Jack enkele jaren geleden een kleindochter is geworden.
Dat is zonder enige twijfel heel fijn voor Jane, maar zorgt er wel voor dat deze vierdelige serie nergens écht de diepte ingaat en vaak wat spanningsloos voort dobbert. Natuurlijk, de jonge vrouw en haar dierbaren maken zich begrijpelijkerwijs zorgen over van alles en nog wat, maar uiteindelijk is haar hele omgeving zo positief betrokken, op z’n Amerikaans bijna, en is Jane’s keuze al zo uitgehard dat fundamentele strijd, twijfel en smart achterwege blijven.
Always Jane biedt daardoor geen nieuw perspectief op een thema, dat inmiddels al op talloze plekken uitgebreid is belicht, en onderscheidt zich ook nauwelijks van de wildgroei aan (reality)programma’s over de transwereld.
Terwijl hij razendsnel een Rubiks Kubus oplost, kijkt Jason Bhugwandass op zijn laptop naar een tamelijk bloederige uitlegvideo over een mastectomie. Daarna belt hij met zijn behandelaar. ‘Ik heb je foto gezien die je ons had gestuurd, van hoe je borstkas er nu uitziet’, zegt zij. Op die borstkas komt een groot litteken.
‘Dat maakt mij niet zoveel uit’, stelt Jason resoluut. ‘Ik wil eigenlijk wel plat.’ De Amsterdamse jongen, begin twintig, lacht er beminnelijk en zenuwachtig bij. ‘Eigenlijk heb ik alles wat ik moet weten’, constateert zijn gesprekspartner even later. Jason zelf heeft nog wel een vraag, voor als hij zou komen te overlijden op de operatiekamer. ‘Mocht het gebeuren, maak je me dan wel eerst af?’
Jason (90 min.), de hoofdpersoon van deze nieuwe documentaire van Maasja Ooms is op een missie, maar die heeft slechts zijdelings met zijn transitie van meisje naar jongen te maken. Pas gaandeweg wordt duidelijk waar hij zich precies sterk voor – of beter: tégen – wil maken. Eerst moeten er, vergezeld door zijn vaste knuffel, enkele ‘bakken’ in zijn hoofd, vol met trauma’s uit zijn jeugd, worden geleegd.
In dat kader ondergaat hij EMDR-therapie, een terugkerend element in deze observerende film waarbij Ooms opnieuw haar uitgesproken kracht als maakster toont: ze slaagt erin om héél dichtbij te komen – ook emotioneel – en blijft ogenschijnlijk toch geheel afwezig. Ze neemt verder de tijd voor elke scène en geeft nauwelijks context, zodat de kijker het verhaal zelf bij elkaar moet puzzelen.
Daarbij spelen de ontwikkelingen in het stemmige Jason zich nóg meer onderhuids af dan in haar vorige twee documentaires: Alicia (2017), een aangrijpend portret van een meisje dat helemaal verdwaald raakt in de Nederlandse jeugdzorg, en Rotjochies (2019), over ontspoorde jongeren die tijdens een verblijf op het Franse platteland weer op het rechte spoor moeten worden gebracht.
Die films komen dan ook wat directer binnen dan dit broeierige portret, dat soms ook een heel klein beetje trekt. Samen vormen de documentaires evenwel een verplicht drieluik over knelpunten binnen de Nederlandse jeugdzorg. Want daarover heeft ervaringsdeskundige Jason, die een traumatische opname achter de rug heeft, dus een punt te maken: de gesloten jeugdzorg moet worden afgeschaft.
Terwijl hij de demonen van zijn verleden probeert te bezweren en zich inzet voor een doel dat hemzelf ontstijgt, probeert Jason soms ook heel geconcentreerd, met behulp van een mes en een vork, een Rubiks kubus in een vaas te wurmen. Is het een metafoor voor wie hij zelf is? Een puzzel die je pas kunt oplossen als hij is bevrijd? Of, zoals hij en zijn behandelaar constateren, dat simpelweg niets onmogelijk is?
‘Ik heb liever een gezonde zoon dan een suïcidale dochter’, zegt Bryce, de moeder van Jay. De tiener krijgt binnenkort hormonen toegediend, zodat haar borstgroei niet op gang komt. Dat is wel een opluchting: geen ijszakjes of duct tape meer om de onvermijdelijke zwellingen tegen te gaan. De ingreep is ook hard nodig. Jay heeft sinds drie maanden een vriendinnetje. Die heeft er echter geen idee van dat haar vriendje nog niet helemaal de jongen is die hij wil zijn.
Intussen vraagt Bryce zich af of ze wel voldoende geld heeft voor alle behandelingen en medicatie. Want de fysieke overgang van het ene naar het andere geslacht wordt in de Verenigde Staten niet automatisch vergoed. In Transhood (97 min.) volgt Sharon Liese gedurende vijf jaar vier gezinnen uit Kansas City die een kind in transitie hebben. Bij aanvang zijn ze respectievelijk vier, zeven, twaalf en vijftien jaar oud.
Elke leeftijd brengt zo zijn eigen uitdagingen met zich mee. Leena, de oudste van de vier, heeft bijvoorbeeld haar eerste vriendje. Die zegt dat het hem niet uitmaakt dat zij een transvrouw is. De twee ogen ook oprecht verliefd. De ouders van ‘girlboy’ Phoenix overwegen intussen om afstand te nemen van hun familie omdat die, ook vanwege hun geloofsovertuiging, toch wel heel veel moeite heeft met het feit dat de kleuter nu als meisje door het leven gaat.
En het fotogenieke meisje Avery Jackson vraagt zich af, na enkele gewelddadige acties tegen de LGBTQ-gemeenschap, of ze toch niet wat voorzichtiger moet zijn met publiciteit. Als negenjarige belandt ze niettemin op de cover van het tijdschrift National Geographic. Haar moeder Debi wil haar bovendien actief inzetten in een mediacampagne om het beleid van de nieuwe Amerikaanse president Trump te beïnvloeden. En, omdat zo’n heel persoonlijk proces tevens zo z’n kansen biedt, wordt het ook tijd voor een boek van Avery, It’s Okay To Sparkle!, dat tijdens een heuse tour aan de mens wordt gebracht.
De rol en positie van de ouders, en hoe die zich gedurende de jaren ontwikkelt, vormt het saillantste deel van deze erg Amerikaanse documentaire, die het vooral van zijn longitudinale aanpak moet hebben. Als één van de hoofdpersonen onverwacht nóg een transitie doormaakt, maken ook de bijbehorende ouders ineens een draai van 180 graden. Wat eerst nog volledig werd ondersteund, krijgt nu het predicaat ‘psychische stoornis’. Het is een ontluisterende conclusie, die de dubbelzinnigheid laat zien waarmee de ontwikkeling van een transkind ook gepaard kan gaan.