Alles Wat Boven Komt

Rauwkost Productions / NTR

In zijn dromen wandelt en rent hij nog gewoon rond. ‘Ja, ik heb vijftig jaar gelopen, dus eh…’, In werkelijkheid zit Jeroen van Wulfften Palthe al enige tijd in een rolstoel. Hij heeft bij een ernstig ongeluk een dwarslaesie opgelopen en is nog altijd druk aan het revalideren. Intussen is hij ook verhuisd. Jeroen kon zijn eigen woning niet meer in en woont nu te midden van tachtigplussers. Dat is natuurlijk wel even wennen.

Jaklien Tans, de andere hoofdpersoon van het dubbelportret Alles Wat Boven Komt (29 min.) van Marte Bosma, zit al zo lang in haar stoel dat ze die helemaal niet meer ziet. Stomtoevallig heeft ze enige tijd geleden de ligfiets ontdekt. Die heeft haar overeind gehouden toen ze te veel prikkels ervoer en er kortsluiting in haar hoofd dreigde. Want behalve haar lijf is ook haar brein gebutst. Nu kan ze haar hoofd leegfietsen.

Ze gaan allebei deelnemen aan de HandbikeBattle, een tocht naar de top van een Oostenrijkse berg. Daarvoor vragen ze het uiterste van zowel hun lichaam als hun geest. Terwijl ze zich in deze serene korte film voorbereiden, vertellen Jeroen en Jaklien, buiten beeld, hoe ze zichzelf weer bijeen hebben geraapt nadat dat ongeluk hun hele leven volledig op z’n kop zette – en hoe ze zichzelf kwijt raakten in dat onwillige lijf.

Bosma vereeuwigt natuurlijk ook hoe ze boven komen op die imposante Alpentop – en óf dat lukt – maar richt zich vooral op wat er in hen boven komt. Om de hoogte te kunnen nemen en door de weerstand die ze hebben moeten overwinnen. Met de handbike als metafoor voor hoe ze het leven weer in eigen hand proberen te nemen en zo hun eigen twijfel en angsten, gesymboliseerd door bergen en tunnels, kunnen overwinnen.

Fiore Mio

Vedette Film

Behalve schrijver van bestsellers zoals De Acht Bergen (Le Otto Montagne), in 2022 verfilmd door Felix van Groeningen en Charlotte Vandermeersch, is Paolo Cognetti ook filmmaker. In de documentaire Fiore Mio (Engelse titel: A Flower of Mine, 79 min.) zoekt hij opnieuw de bergen op. Cognetti fungeert bovendien zelf als hoofdpersoon in deze heilzame roadmovie, waarvoor hij rondtrekt op de Alpentop Monte Rosa.

Samen met zijn hond Laki belandt hij uiteindelijk bij Rifugio Mezzalama, een bergherberg die ruim drieduizend meter boven zeeniveau ligt, vanwaar hij met de jonge uitbaatster langs imposante rotspartijen, helblauwe meren en besneeuwde bergtoppen wandelt en mijmert over de verschillende afslagen die het leven kan nemen, de ontzagwekkende wereld voor hun ogen en hoe die wordt bedreigd door klimaatverandering.

Daar is Cognetti’s reis in zekere zin ook begonnen: bij de droogte waarmee hij ook in zijn eigen huis in Estoul kampt. Vandaar trekken hij en zijn trouwe viervoeter door het bergmassief en gaan in gesprek met de mensen die ze onderweg ontmoeten: een oude jeugdvriend, een voormalige sjerpa uit Tibet en een berggids op leeftijd bijvoorbeeld. Gesprekken over oud hout, de herfstblues en – natuurlijk – zorgen over de aarde.

Marta Squinobal, die met haar familie de veganistische Orestes Hütte uitbaat en tegelijkertijd yogatrainingen verzorgt, is bijvoorbeeld ontzet over hoe de mens met zijn leefomgeving omgaat, maar gelooft tegelijk dat de wereld ’t wel overleeft. ‘Als de natuur uiteindelijk zegt: ‘ik heb er genoeg van’, dan neemt ze gewoon afscheid van ons of laat slechts een klein deel van ons in leven’, zegt ze. ‘En daarna gaat ze vrolijk verder.’

Cameraman Ruben Impens, die ook verantwoordelijk was voor de cinematografie van Le Otto Montagne, tekent Cognetti’s gesprekken sfeervol op, maar gaat zich natuurlijk vooral te buiten aan de natuurpracht van Monte Rosa. Het kalme en sfeervolle Fiore Mio wordt zo, letterlijk en figuurlijk, een film van fraaie vergezichten. En een pleidooi om de wereld, zoals die er al lang voor de komst van de mens was, een beetje in ere te houden.

Feis Forever

Yalla Docs

Feis, je weet toch? De Rotterdamse rapper, die op 1 januari 2019 na ‘een onbenullige woordenwisseling’ in een café werd vermoord op de Nieuwe Binnenweg. In de sfeervolle documentaire Feis Forever (49 min.) probeert Olivier S. Garcia met de mensen uit zijn directe omgeving te vatten waarom hij, de 32-jarige Faisal Mssyeh, meer was dan de zoveelste gangsterrapper die voortijdig aan zijn einde is gekomen door precies datgene waarover hij zijn hele carrière had gerapt.

Want daarover lijken alle sprekers in dit postume portret – broeders uit de vaderlandse hiphopscene zoals Hype, Winne, Millz, U-niq, Bri en Kees (de Koning, de grote roerganger van het platenlabel Top Notch – ‘t roerend eens: Feis was een bijzonder talent. Een stem van de straat, die het straatleven inmiddels achter zich had gelaten. Zijn muziek had gelijke tred gehouden. Die gaf hij alle gelegenheid om langzaam te rijpen. Ook op dat gebied was Faisal volwassen geworden.

Feis had zijn leven op orde, luidt het verhaal: een baan, eigen huis en vriendin (die, geanonimiseerd, eveneens participeert in deze film). Heel veel meer laat Feis Forever daarover overigens niet los. Zo rijk als de documentaire is aan emotie – het verdriet over Feis’ vroegtijdige dood is voelbaar – zo arm is die aan concrete informatie. Over zijn verleden als hosselaar, boefje en straatsoldaat kom je als buitenstaander heel weinig te weten. Hij heeft er zich van losgemaakt. Punt.

Faisal Mssyehs familie ontbreekt ook om de losse eindjes met elkaar te verbinden. Hoe hij, een allochtone jongen uit een gebroken gezin en een achterstandswijk, het pad richting volwassenheid bewandelde – en daarbij dus ook enkele dubieuze afslagen nam. Ook basale vragen over zijn gewelddadige dood (wie, hoe, waarom?) blijven onbeantwoord. En hoe het daarbij afliep met zijn broer Bilal, die zwaargewond raakte. Die richting wil Garcia duidelijk niet op.

Hij richt zich in Feis Forever, dat de sfeer van oudjaar in nachtelijk Rotterdam uitstekend te pakken krijgt, nadrukkelijk op de tragiek van Faisals veel te vroege dood en hoe hij na zijn overlijden alleen maar populairder is geworden. Zijn ‘flowers’ kreeg hij zogezegd pas na zijn dood. En het aantal ‘views’ dat zijn tracks sindsdien heeft gekregen, had hij zelf waarschijnlijk nooit kunnen vermoeden. Zo leeft hij door. Óók in de loffelijke initiatieven die z’n vrienden in zijn naam organiseren.

Feis Forever, je weet toch?

Mountain Queen: The Summits Of Lhakpa Sherpa

Netflix

Nadat Lhakpa Sherpa op 18 mei 2000 als eerste Nepalese vrouw de top van de Mount Everest heeft bereikt, is haar vader apetrots. ‘Hij zei: ik heb een zoon.’ En die voelt zich zelf, nadat ze als alleenstaande en analfabete moeder jarenlang in het verdomhoekje heeft gezeten, ‘als een stralende diamant’.

Niet veel later ontmoet Lhakpa, telg van een bekende Nepalese sherpa-familie, een man met ‘zilveren tanden’, de Roemeense Everest-bedwinger George Dijmarescu. Samen zullen ze ook de befaamde top bereiken en aan de andere kant van de wereld, in de Amerikaanse stad Hartford, bovendien nog twee dochters krijgen, Sunny en Shiny. Het leven van Lhakpa en George zal zich echter niet alleen, via door henzelf georganiseerde expedities, op hoge toppen afspelen, maar ook door hele diepe dalen gaan.

Want de bergen halen een hardheid boven in de rouwdouwer George, die zich ook steeds nadrukkelijker in hun persoonlijke leven begint te manifesteren. En de gevierde alpiniste laat zich thuis, met het nodige geweld, reduceren tot een willoze ‘keukenjongen’. Een bedeesde vrouw, die werkt als bordenwasser bij een plaatselijk filiaal van Whole Foods en volledig is overgeleverd aan de wilde grillen van haar getroebleerde man. Alleen Mount Everest, stelt ze, kan haar ziel nog repareren.

Samen met haar vijftienjarige dochter Shiny beklimt de 48-jarige Nepalese klimster voor Mountain Queen: The Summits Of Lhakpa Sherpa (104 min.) nog eenmaal – voor de tiende keer, een absoluut record – de berg die in de Sherpa-cultuur ‘Chomolungma’ wordt genoemd: moedergodin. Terwijl Lhakpa zichzelf weer probeert te hervinden tijdens een hachelijke beklimming van Mount Everest, vertelt documentairemaker Lucy Walker parallel daaraan haar turbulente levensgeschiedenis.

En zoals dat gaat bij dit type inspirerende films smelten die twee verhaallijnen vervolgens soepeltjes samen in deze stevige docu. Met het bereiken van Everests top kan Lhakpa Sherpa tevens vrede sluiten met het leven dat ze heeft geleid en krijgt zij als onverschrokken en onverwoestbare bergbeklimster, een vrouw die hoog uittorent boven de meeste mannen, bovendien de waardering die haar als onopvallende immigrant in de Verenigde Staten nooit ten deel zal vallen.

The Blue Angels

Prime Video

Zes mannen, zes jets, één team. Uitroepteken. Familie, zogezegd. Elk jaar starten The Blue Angels (92 min.) in januari met een wintertraining van drie maanden in El Centro in Californië. Daarna zijn de Amerikaanse legerpiloten en hun crew klaar om samen acht maanden lang door de Verenigde Staten te trekken met een spetterende, tot in detail gechoreografeerde vliegshow.

Dat gaat in deze gestroomlijnde film van Paul Crowder gepaard met een overdaad aan ronkende vliegtuigmotoren, muziek en teksten. Intussen mogen de stoere, rechtschapen en typisch Amerikaanse piloten zich verliezen in twirls, loops en simulaties, die spectaculair zijn vastgelegd, ook vanuit de cockpit. De ‘all American boys’ blijven intussen, net als hun toestellen, altijd in formatie.

Nergens zit een weerhaakje, nooit schuurt het ergens en van enige vorm van (zelf)relativering is al helemaal geen sprake. Het zou toch wel prettig zijn geweest als er één chagrijnige monteur, eentje maar, met een verwassen T-shirt, slobberbroek en shaggie in z’n mondhoek tussen had gelopen. Zeikend over de baas, mopperend over moeder de vrouw en lonkend naar een goudgele rakker.

Maar ja, zulke types worden er natuurlijk consequent uitgefilterd tijdens het strenge selectieproces. Daarbij kijken ze volgens eigen zeggen naar talent, passie en persoonlijkheid. Het resultaat laat zich voorspellen: zes ideale schoonzonen, waaraan kraak noch smaak zit. En dat geldt eveneens voor de ideale schoondochter, die gaandeweg wordt geselecteerd voor het vliegdemonstratieteam.

Dat team beweegt zich in een volstrekt procedurele wereld, waarin niets aan het toeval kan worden overgelaten. Deze documentaire is daarvan een uitstekende weerslag. The Blue Angels wordt nooit meer dan een soort real life-variant op de Top Gun-franchise, die zich gedurende de jaren heeft bewezen als een effectieve promotool voor het Pentagon en de Amerikaanse krijgsmacht.

Ook deze film, waarin natuurlijk ook lekker sentimenteel eer wordt betoond aan de gevallen Engelen, lijkt vooral bedoeld om het elitegezelschap, en daarmee het complete leger, de hemel in te prijzen. Niet te versmaden ‘eye candy’ dus voor eenieder die nooit voorbij de vluchtsimulator is gekomen en nu bereid is om niet verder te kijken dan zijn neus lang is – en tamelijk zielloos propagandamateriaal voor alle anderen.

Wild Life

Disney+

Hoe kan ze hun gezamenlijke leven het beste eren? Door te blijven rouwen om haar plotseling overleden echtgenoot Doug? Of door hun gezamenlijke levenswerk voort te zetten? Uiteindelijk is het geen keuze voor Kris Tompkins: de Amerikaanse klimaatactiviste blijft zich inzetten voor het behoud van het natuurgebied in Patagonië, dat ze sinds begin jaren negentig in bezit hebben. Als eerbetoon aan haar overleden echtgenoot, ooit een fervente bergbeklimmer, wil Kris bovendien ’hun’ bergtop beklimmen in dit gebied, dat zich uitstrekt over de landen Chili en Argentinië.

En daarbij krijgt ze hulp van Jimmy Chin, die samen met Elizabeth Chai Vasarhelyi bekende klimfilms als Meru en Free Solo heeft gemaakt. Tussendoor vertellen ze in Wild Life (92 min.) het verhaal van Kristine’s leven met Douglas Tompkins (1943-2015). Als ze elkaar ontmoeten, hebben de twee al een heel leven, dat hen in andere relaties en bij de kledingmerken Patagonia en Esprit heeft gebracht, achter de rug. De lokale autoriteiten kunnen intussen maar niet geloven dat die ‘lelijke’ Amerikanen werkelijk land opkopen voor een nationaal park. Er moet wel een addertje onder het gras zitten.

Chin en Chai Vasarhelyi tonen hoe Kris en Doug hun gezamenlijke droom, een beschermd natuurgebied met een hernieuwde biodiversiteit, desondanks blijven najagen. Óók als het noodlot toeslaat en hij bij een tragisch ongeluk om het leven komt. Het is een optimistische vertelling. Over hoe ieder mens, met een lumineus idee en een goedgevulde portemonnee, een positieve bijdrage kan leveren aan de wereld. Dat resulteert alleen niet per definitie ook in een héél spannende film – al maken het verdriet en de wanhoop van Kris na het overlijden van haar zielsverwant beslist indruk.

Net als de vastberadenheid waarmee ze zich daarna toch weer aan hun gedeelde ideaal wijdt in deze degelijke documentaire, die de uitbundige flora en fauna van Patagonië in de etalage zet – en zo meteen de noodzaak van het behoud daarvan nog eens onderstreept.

Moeders

Baldr

‘Criminaliseren we nu risicojongeren die we juist willen helpen?’ vraagt een medewerker van de gemeente Amsterdam op 3 november 2016 in een memo aan toenmalig burgemeester Eberhard van der Laan. De medewerker reageert op het besluit om een groep jongeren op basis van met algoritmen bepaalde risico’s – en niet op basis van daadwerkelijk gedrag – toe te voegen aan een lijst van veelplegers. Het is de volgende escalatie in een proces dat in 2010 is ingezet. Van der Laan wil de criminaliteit in de hoofdstad terugdringen en neemt daarbij het besluit om heel vroeg in te grijpen bij jongeren die op het verkeerde pad dreigen te belanden.

Hoe dit er in de praktijk uitziet, vertellen vier Moeders (80 min.) met een kind dat in Van der Laans ‘top 400’ is beland. Om de identiteit en privacy van de vrouwen en hun zoons te waarborgen worden zij in beeld vertolkt door actrices, die ‘playbacken’ bij de stemmen van de moeders zelf. Dat is zeer knap gedaan. Terwijl ze zich bezighouden met hun dagelijkse beslommeringen vertellen de vrouwen in beeld over hoe hun kind in aanraking is gekomen met hulpverleners, politie en justitie. Soms spreken ze ook recht in de camera. Daarmee krijgen hun getuigenissen wel bijna het karakter van een performance. Een theatermonoloog in/uit ‘real life’.

Uit de verhalen van de moeders valt af te leiden dat de vroegtijdige signalering van hun zoons volgens hen als een ‘self fulfilling prophecy’ heeft gewerkt. Hun kinderen zijn daardoor eerder dichter bij de gevarenzone terechtgekomen dan eruit weggelokt. Het is de vraag of ze daarmee altijd voldoende zicht hebben op de rol die hun eigen kroost speelt en een reëel en/of volledig beeld van de situatie schetsen. Tegelijkertijd vertoont de manier waarop de lokale overheid in deze situaties optreedt onmiskenbaar overeenkomsten met de handelswijze van de Belastingdienst in het Toeslagenschandaal. En ook hier lijken huidskleur en afkomst – stelt tenminste de enige witte moeder, die overigens wel een donker kind heeft – een bepalende factor.

Met de keuze om zich vooral te verlaten op de ervaringsverhalen van de vrouwen en zelf geen verhaal te halen bij politie, justitie en de betrokken hulpverleners neemt documentairemaker Nirit Peled in elk geval duidelijk stelling. Uit deze prikkelende film spreekt onmiskenbaar haar zorg over het combineren van straf en zorg – inmiddels op diverse plekken in Nederland ingevoerd – teneinde potentiële overlastveroorzakers of criminelen vroegtijdig in beeld te krijgen. Is dit middel misschien erger dan de kwaal?

Keep Sweet: Pray And Obey

Netflix

Hoe meer vrouwen, hoe meer kinderen, hoe meer aanzien en hoe dichter bij God. Vandaar dat de Profeet Warren Jeffs, zijn persoonlijke vertegenwoordiger op aarde, een hele harem om zich heen verzamelde. Daarvoor gold: hoe jonger, hoe beter. Kindbruiden. En hij arrangeerde meteen ook de huwelijken van andere mannen van de Fundamentalist Church of Jesus Christ of Latter-Day Saints (FLDS): wie kreeg welke echtgenotes? En hoeveel vrouwen in totaal?

Vrouwen als vee, vat zijn jongere broer Wallace het bondig samen in de vierdelige serie Keep Sweet: Pray & Obey (192 min.), waarin de mormoonse kerkgemeenschap uit Utah kritisch wordt doorgelicht. De Jeffs werden met polygamie opgevoed. Hun vader Rulon was tot zijn dood in 2002 geestelijk leider van FLDS, had ruim zestig kinderen en bleef tot aan het eind nieuwe vrouwen aan zijn g/heilige collectie toevoegen. Ze zagen er stuk voor stuk uit alsof ze rechtstreeks afkomstig waren uit Little House On The Prairie.

Inmiddels is zijn zoon Warren nu alweer twintig jaar geestelijk leider van de kerkgemeenschap. En dat zal hij naar eigen overtuiging ook blijven tot ‘het einde van de wereld’, dat inmiddels talloze malen door hem is aangekondigd. Zonder tastbaar resultaat, vooralsnog. Intussen heeft Jeffs de gemeenschap verder uitgebouwd tot een karikaturale sekte, waar zijn wil natuurlijk wet is, elke vrouw (lees: elk minderjarig meisje) de zijne kan worden en alle geldstromen toevallig ook zijn kant op worden gedirigeerd.

Rachel Dretzin en Grace McNally schetsen met (voormalige) leden, insiders en critici hoe de situatie binnen FLDS, in de naam van de Heer, steeds verder ontspoort. Zeker als Warren Jeffs in een verdorven meesterzet zo’n beetje alle belangrijke mannen, waaronder zijn eigen broers, verdoemt tot ‘Zoon des Verderfs’ en vervolgens uit de kerk zet. Daarmee zijn ze, volgens die geheel eigen Latter-Day Saints-logica, meteen ook hun vrouwen en kinderen kwijt. En de Profeet wil zich daar natuurlijk best over ontfermen.

Het is een typisch sekteverhaal, degelijk verteld met veel persoonlijke getuigenissen, dat op een tamelijk voorspelbare wijze ontspoort. Zoals nu eenmaal steevast gebeurt als één man alle macht naar zich toetrekt en vervolgens steeds extremere middelen nodig heeft om zijn positie te behouden. Totdat zijn parochianen in een nieuw onderkomen in Eldorado, Texas – hun eigen hemel op aarde waar je je ergste vijand nog niet naartoe zou sturen – volledig geīsoleerd zijn geraakt van de wereld en de realiteit van alle andere aardbewoners.

Als politie en justitie interesse beginnen te krijgen voor hoe Warren Jeffs FLDS in z’n greep houdt en minderjarige meisjes dwingt tot geslachtsgemeenschap, slaat de Profeet zowaar op de vlucht. Hij zal op de Top Ten Most Wanted-lijst van de FBI belanden, samen met onder anderen Osama Bin Laden, en uiteindelijk toch worden gedwongen om zich te verantwoorden voor de rechter.

14 Peaks: Nothing Is Impossible

Netflix

De befaamde Italiaanse alpinist Reinhold Messner was de eerste die de top van de veertien hoogste bergen van de wereld bereikte. Hij deed er in totaal zestien jaar over. Een andere klimmer slaagde er later in om ze te bedwingen in slechts zeven jaar. De Nepalees Nirmal Purja heeft het in 2019 in zijn hoofd gehaald om deze bergtoppen van 8000 meter hoogte te gaan beklimmen in niet meer dan zeven maanden. Dat is onmogelijk, zegt alles en iedereen. Voor een doorgewinterde streber zoals ‘Nims’ is dat echter alleen maar een aansporing. Hij dubt het ambitieuze plan Project Possible.

Dat is nogal een uitdaging. Ook voor filmmaker Torquil Jones: hoe houd je een tocht langs veertien toppen interessant? Ze lijken allemaal op elkaar: hoog, wit en gevaarlijk. Als het er veertien worden tenminste, want zo’n ambitieuze onderneming kan natuurlijk onderweg stranden op een onbegaanbare wand, in een sneeuwstorm of met een fatale val. Daar lijkt het alleen nooit echt op. Ook doordat Purja zelf fungeert als verteller en alle gebeurtenissen achteraf van commentaar voorziet. 14 Peaks: Nothing Is Impossible (101 min.) moet z’n spanning dus ergens anders vandaan halen.

En dus biedt elke top zijn eigen specifieke uitdaging. De eerste, Annapurna in thuisbasis Nepal, is bijvoorbeeld zo gevaarlijk dat er, volgens collega Don Bowie, voor elke drie klimmers die de top bereiken één doodgaat. Check. (V). Bij een andere berg krijgt ‘Nims’ last van de hoogteziekte H.A.C.E. (V), tijdens een volgende beklimming stuit de popi Nepalees op een collega die meer dood dan levend is (V) en bij de Mount Everest moet hij zich dan weer een weg banen door een hele file van klimmers (V). Purja maakt er een foto van, die direct ‘viral’ gaat.

Zo gaat het maar door, beklimming op beklimming. Die worden gepresenteerd met straffe oneliners van het type ‘Je ziel wordt onderdeel van de berg’ en ‘Als je opgeeft, sterf je’, dreigende en hé-le spannende muziek en enkele geanimeerde scènes (voor als er geen camera bij de hand was toen het echt over leven en dood ging). Jones lardeert Purja’s poging om eeuwige roem te verwerven – en meteen de Nepalese klimgemeenschap op de kaart te zetten, een doel dat hij blijft benadrukken – bovendien met enkele extra obstakels: geen financiering (V), uitblijvende klimvergunning (V) én doodzieke moeder (V).

En dan heeft de Nepalese klimheld één berg ook nog moeten beklimmen met een hardnekkige kater (V). Eigen schuld, dat wel. Ondanks al die grote en kleine hobbels op de weg naar het Guinness Book Of Records wordt 14 Peaks nooit écht enerverend. Daarvoor is de film toch te glad en geconstrueerd. Als een Hollywood-versie van het echte klimmersbestaan, waarbij mensen van vlees en bloed worden gereduceerd tot een bordkartonnen versie van zichzelf. En dat Nirmal Purja het allemaal voor een hoger doel – en niet gewoon voor zichzelf – zou hebben gedaan? Daar mag een mens best even besmuikt om grinniken. (V).