Frida

Prime Video

Van een heel leven, uiteindelijk slechts 47 jaar lang, kan een handzaam verhaal worden gemaakt. Een aanrijding met een bus, op achttienjarige leeftijd, zadelt Frida Kahlo (1907-1954), die als kind al polio had, bijvoorbeeld op met een leven lang pijn. Tegelijkertijd bevrijdt ‘t haar geest van vrijwel al het andere en begint ze tijdens haar herstel als een bezetene te schilderen.

Een miskraam weekt haar enkele jaren later los van haar grote liefde, de onweer/uitstaanbare schilder Diego Rivera, zodat ze definitief haar eigen pad kan kiezen als kunstenaar. Kahlo’s werk krijgt daarna een veel persoonlijker karakter. ‘Ik schilder omdat ik dat moet’, stelt ze in de centrale voice-over van deze film, die is ingesproken door Fernanda Echevarria Del Rivero

En de amputatie van Kahlo’s been in 1953 vanwege koudvuur leidt de allerlaatste fase van haar leven in, waarin de kunstenares voor het eerst erkenning krijgt in haar geboorteland Mexico. Doodziek bezoekt ze de eerste aan haar gewijde expositie. ‘Schilderen heeft mijn leven gecompleteerd’, constateert Frida dan bij de afronding van haar eigen veelbewogen levensverhaal.

Of ‘t allemaal precies zo is gebeurd? Met heldere plotpoints, die de vertelling inkaderen en voortstuwen? Het echte leven ontbeert doorgaans zo’n duidelijke kop en staart en is lang niet altijd zo overzichtelijk als deze fraaie vertelling over Frida (87 min.), de vrijgevochten vrouw, de moedige wegbereider en – vooral – de kunstenares die schildert met haar hele hart.

Documentairemaakster Carla Gutiérrez vertrekt in deze vaardig vertelde film ook vanuit dat hart. Ze heeft brieven, geschriften en het geïllustreerde dagboek van haar heldin gebruikt om dat turbulente bestaan vanuit Kahlo’s perspectief te belichten. Haar kleur- en bloemrijke schilderijen worden daarbij integraal onderdeel van deze zeer persoonlijke vertelling.

Ze komen tot leven – letterlijk, via animaties – en gaan een directe verbinding aan met de gebeurtenissen in Kahlo’s leven, die zijn vervat in (deels ingekleurde) zwartwit-foto’s en -beelden. Het is alsof Frida Kahlo zelf, bijna tachtig jaar na haar overlijden, de wereld opnieuw kleur geeft. Zoals, ook nu nog, weinig anderen gegeven is.

Notre-Dame: Resurrection

AVROTROS

De restauratie is een kunstwerk op zich. Nadat een verwoestende brand op 15 april 2019 heeft huisgehouden in de Notre Dame, spreekt de Franse president Emmanuel Macron een ferme ambitie uit: de beeldbepalende Parijse kathedraal moet binnen vijf jaar in oude luister worden hersteld – en liefst nog meer stralen dan ooit. In het najaar van 2024 kan het resultaat van die grootscheepse operatie voor het eerst worden aanschouwd.

Een multidisciplinair team onder leiding van hoofdarchitect Philippe Villeneuve, bestaande uit meer dan tweeduizend deskundigen, restaurateurs en ambachtslieden, is na de uitslaande brand begonnen aan een ontzagwekkende klus in de rooms-katholieke kathedraal. Zij moeten zeer weloverwogen te werk gaan. Anders is er het gevaar dat een deel van de Notre Dame alsnog ineenstort. Het houten geraamte van de kathedraal stamt uit de dertiende eeuw en is sindsdien nooit meer gerestaureerd.

In de documentaire Notre Dame: Resurrection (52 min.) blikken de metselaars, schilders, timmerlui, beeldhouwers en dakdekkers terug op hoe ze te werk zijn gegaan. Uitgangspunt daarbij is om alles in originele staat te brengen. Als het schip en het koor moeten worden hersteld, wordt het eikenhout bijvoorbeeld gevierkant met een ouderwetse bijl. Dat vereist tijdloze vakkennis van de timmerlieden. Dit is nooit eerder zo gedaan bij de restauratie van een historisch monument, stelt Villeneuve trots.

Regisseur Xavier Lefebvre heeft de imposante operatie, met behulp van bijvoorbeeld droneshots en time lapse-beelden, fraai vereeuwigd in deze aardige reconstructie van de ambitieuze operatie, die een soort eerbetoon wordt aan de menselijke vindingrijkheid, z’n historische besef én diens vermogen tot samenwerken. De restauratie van de Notre Dame, een monument waarvan blijkbaar iedereen in Frankrijk de waarde inziet, toont waartoe mensen in staat zijn als ze de handen ineen slaan.

Dan wordt de som daadwerkelijk meer dan de delen. Dat heeft overigens ook zo zijn grenzen. ‘Onze grootste vrees is dat de architecten hebben gedacht dat dit een normale deadline was’, vertelt één van de restaurateurs van de glas in lood-ramen bijvoorbeeld glimlachend. ‘Want we zouden dit nooit meer moeten doen. Het is ons gelukt om alles op tijd en goed te doen, maar dat was eenmalig.’

Marion Bloem – Een Meisje Van 70

AVROTROS

Als ze schrijft, is ze gelukkig. Als Marion Bloem afscheid heeft moeten nemen van haar man Ivan Wolffers (1948-2022) zoekt ze echter haar toevlucht tot schilderen. ‘Schrijven is m’n echtgenoot, film maken is m’n vriend, schilderen is m’n minnaar’, vertelt ze in dit persoonlijke portret van regisseur Saskia Vredeveld. ‘Ik deed ’t dus als het ware een beetje stiekem. Ik moest de momenten stelen van het andere werk waar ik van hou.’ Nu, zonder Ivan, is alles alleen anders.

Vredeveld volgt de Indisch-Nederlandse schrijfster voor Marion Bloem – Een Meisje Van 70 (53 min.) in de anderhalf jaar nadat de man, met wie ze ruim een halve eeuw samen was, uit haar leven is weggevallen. Ze werkt toe naar een expositie met haar eveneens overleden zus Joyce in Amersfoort, brengt orde in het huis dat ze samen met Ivan bewoonde (en dat wellicht in de verkoop gaat) en probeert intussen de rouw toe te laten, zonder dat die haar leven volledig op slot mag zetten.

Marion Bloem brak in 1983 door met de roman Geen Gewoon Indisch Meisje, waar zij zelf, als gracieuze schoonheid, op de omslag stond. ‘Ik werd vanaf dat boek ineens belaagd door zestienjarige jongens die beste vrienden met me wilden worden en vroegen of ze konden komen spelen’, herinnert haar zoon Kaja Wolffers zich bij de uitreiking van de Constantijn Huygensprijs aan zijn moeder, slechts een maand na het overlijden van z’n vader. ‘Hun interesse in ongewone Indiase meisjes was… pittig.’

Met vlogjes en persoonlijke berichtjes documenteert zijn moeder het intieme proces dat ze nu doormaakt voor deze film. ‘De zoveelste slechte dag’, schrijft ze bijvoorbeeld aan Vredeveld, als ’t haar even zwaar te moede is. ‘Volgens bevriende weduwen kan dat nog 30 jaar duren.’ Na verloop van tijd begint ze toch ook weer officieel te schrijven. ‘Ik zoek nog’, concludeert Marion Bloem dan. ‘Ik blijf zoeken naar zinnen die mij kunnen vertellen waar ik me bevind en wie ik ben nu hij er niet meer is.’

Via de woorden vindt ze in dit aardige portret zo de weg terug naar het leven, dat niettemin voorgoed veranderd is door de dood.

Het Universum Van Klaas Gubbels

AVROTROS

Bijna een halve eeuw geleden kocht filmmaker Jan Louter z’n eerste schilderij van Klaas Gubbels. In 1988 maakte hij een radiodocu over de Nederlandse kunstenaar, drie jaar later gevolgd door een televisie-item en in 20023 culminerend in de documentaire Stilleven Van Een Schilder. Ruim twintig jaar later is Louter nog altijd niet uitverteld over de inmiddels negentigjarige schilder, getuige Het Universum Van Klaas Gubbels (52 min.).

Intussen waren er gedurende de jaren ook andere documentairemakers te gast bij de aimabele en opmerkelijk vitale Gubbels, die wordt beschouwd als één van de grootste levende Nederlandse kunstenaars. Louter maakt gretig gebruik van hun werk en incorporeert treffende fragmenten in deze nieuwe film, die daardoor het karakter van een retrospectief krijgt. Van een man die overigens volledig in het heden leeft: hij blijft nog steeds dingen maken, benadrukt Gubbels, die voor hem nieuw zijn.

Klaas Gubbels heeft al zestig jaar z’n eigen atelier in een koetshuis nabij Arnhem. Daar gaat hij nog elke dag, tot vreugde van zijn echtgenote en hemzelf, aan het werk. Dat heeft maar één nadeel, vindt hij: binnen vijf minuten maakt hij er een ‘klerenzooi’ van. Tijdens de opnames van dit verzorgde portret werkt Gubbels in die werkruimte toe naar een overzichtstentoonstelling in Arnhem, de stad waarvan hij ereburger is. Schilderen is voor een ‘mierenneuker’ zoals hij overigens lang niet altijd leuk. Want als ’t niet lukt…

Dat werk ontroert z’n vriend, schrijver en documentairemaker Cherry Duyns. Die prijst de ‘ogenschijnlijke eenvoud’ ervan. Al die potten, kannen en tafels. Iets uit niets maken. Met veel meer detail dan menigeen in eerste instantie ziet. En dat blijft niet onopgemerkt. Want Gubbels mag de negentig dan bijna gepasseerd zijn, z’n werk wordt nog altijd op nieuwe plekken ontdekt. Zo meldt zich een Chinese galeriehoudster die het werk van de Nederlandse kunstenaar in Shanghai onder de aandacht wil brengen.

Alleen zijn stem, die z’n oorspronkelijke diepte heeft verloren, verraadt intussen dat Klaas Gubbels inmiddels tegen de tijd schildert. Alle reden dus om zijn werk te vieren. Met een expositie – ‘als ik zeg dat het kunst is, is het kunst’, staat er op de muur bij de tentoonstelling in Arnhem – en een film die zowel de man als de kunstenaar recht doet.

Lost In Time

Casafilm / Mokum

Sinds de start van de oorlog zijn ze hun gevoel voor tijd kwijt, vertelt Kateryna Hresko. De Oekraïense studente heeft in 2022 onderdak gevonden bij de Academie voor Beeldende Kunsten in de Belgische stad Gent. Ook daar beheerst de oorlog in eigen land echter haar leven. Elk ogenblik kan Kateryna worden overvallen door het bericht dat er een Russische luchtaanval is uitgevoerd op haar woonplaats Kyiv of dat één van haar vrienden is gesneuveld aan het front.

In Lost In Time (70 min.) volgt Rosemarie Blank de jonge Oekraïense kunstenares die haar leven moet verdelen tussen het vrije westen en haar geboorteland dat gedurig onder vuur ligt van de Russen. Onderweg tussen hier en daar ontmoet de twintigjarige Kateryna andere landgenoten op drift. Al te veel gelegenheid voor een uitgebreide ontmoeting is er doorgaans niet. Ze hebben nauwelijks met elkaar kennisgemaakt of ervaringen uitgewisseld, of het afscheid dient zich alweer aan.

Terwijl haar ouders Kyiv ontvluchten en intrekken bij grootmoeder in Lviv is schilderen Kateryna’s manier van overleven. Te midden van alle ontzetting, het gemis en de vervreemding om haar heen kan ze zo een beetje mens blijven. Blank bivakkeert in de periode van maart tot en met december 2022 aan haar zijde en registreert hoe ze zich door de oorlog eigenlijk nergens meer thuis voelt. Elk afscheid, van haar geliefde oma bijvoorbeeld, kan wel eens definitief zijn.

Tot een héél enerverende film leidt dit niet. Lost In Time is tamelijk praterig en fragmentarisch. Hoewel zo’n beetje elke Oekraïner inmiddels z’n eigen wonden heeft opgelopen – een gegeven dat vrijwel geen mens onberoerd zou mogen laten – vormen al die kortstondige ontmoetingen, in huiselijke kring of onderweg tussen geen thuis en elders, geen meeslepende verhaallijn of diepgaand groepsportret van gewone burgers die zomaar een ellendige oorlog zijn ingezogen.

Brieven Aan Vincent

NTR

‘Weet je, Vincent, ik heb nooit geschilderd’, begint Françoise Boissonat haar brief aan Vincent van Gogh, bij wie ze troost vindt. ‘Toch heb ik het gevoel dat we heel wat gemeen hebben. De gevoeligheid voor licht en kleur, de mooie dingen die de natuur ons zo schaamteloos heeft gegeven. Zoals we ons kunnen verliezen in een landschap, de oogst of de wind in de tarwe. Alle kleine dingen waardoor ons kapotte brein zich toch zo sterk voelt.’

Van Gogh verbleef een belangrijk deel van zijn laatste levensjaar – van mei 1889 tot mei 1890 – in het psychiatrische ziekenhuis Saint-Paul-De-Mausole te Frankrijk. Van daaruit schreef hij persoonlijke brieven aan zijn moeder, zussen en broer Theo. In deze kliniek, gevestigd in een voormalig klooster, worden nog altijd kwetsbare mensen opgevangen. En ook zij schilderen en schrijven hun persoonlijke malheur van zich af.

In de gestileerde korte documentaire Brieven Aan Vincent (25 min.) richten enkele vrouwen zich tot hun illustere voorganger. In hun eigen woorden, recht op camera uitgesproken, vertellen ze hem over hun verdriet, verslavingen en somberte. En hij, de dan nog miskende kunstenaar, ‘antwoordt’ hen, met de gedachten en gevoelens die hij zelf ooit aan het papier heeft toevertrouwd – en die nu door acteur Valentijn Dhaenens zijn ingesproken.

Via deze zielsverwanten, hun geschriften en de idyllische omgeving waarvan die een weerspiegeling zijn onderzoekt documentairemaker Hannah van Tassel zo het schemergebied tussen creativiteit en gekte. Schilderen werkt heilzaam voor hen. Net als zingen. ‘Beste Vincent, ik heb ervan genoten om in het klooster te zijn, waar jij een jaar hebt verbleven’, vervolgt Françoise aan het eind van deze fraaie, verstilde film haar persoonlijke brief.

‘Misschien is het je subtiele aanwezigheid – of beter: je subtiele afwezigheid – die deze plek zo bijzonder maakt. Je bent hier zonder hier te zijn, zo donker dwalend over de wegen als je schilderijen licht geven.’ Ze heeft ook bemoedigende woorden gevonden voor hem, de man die pas na zijn dood erkenning heeft gekregen als schilder. ‘Weet je, Vincent, dat alle schilderijen die je hier hebt gemaakt nu in de hele wereld bekend zijn? Al het beste, Françoise.’

Ze kijkt recht in de camera, laat een stilte vallen en slikt met moeite haar emotie weg.

Natasja Kensmil – You Want It Darker

Interakt

Met ferme penseelstreken verft Natasja Kensmil een groot deel van haar eigen schilderij weg. ‘Ik ben er effe klaar mee’, zegt ze gefrustreerd. ‘Ik heb niet gewonnen.’

‘Van jezelf?’ wil filmmaakster Lisa Boerstra weten.

‘Nou, van het schilderij’, glimlacht de Surinaams-Nederlandse kunstenares ontevreden. ‘Of wij hebben samen niet gewonnen, laat ik het zo zeggen.’

Kensmil worstelt soms niet alleen met haar ambacht, maar ook met de subjecten daarvan: personen en artefacten uit de tijd dat Nederland een onvervalste VOC-mentaliteit had, de zeven zeeën bevoer én overal slaven maakte. Met haar werk brengt ze de achterkant van ons koloniale verleden, zoals dit doorgaans in musea werd/wordt gepresenteerd, in beeld. Daarmee is ze inmiddels doorgedrongen tot het hart van exposities in het Amsterdam Museum en Stedelijk Museum. Natasja Kensmil heeft in 2021 bovendien de prestigieuze Johannes Vermeer Prijs ontvangen.

Het intieme en geladen portret Natasja Kensmil – You Want It Darker (52 min.) komt heel dichtbij de gevierde kunstenares. In haar atelier, dat fungeert als een burcht waarmee ze de gevaren van de wereld buiten de deur kan houden, observeert Boerstra hoe Kensmil werkt aan haar eigen, zwart omrande en skeletachtige variaties op traditionele regenten- en schuttersstukken. Werk dat, gezien haar eigen geschiedenis, een zeer persoonlijke lading heeft. Hetzelfde geldt ook voor de Sleeping Beauty-serie, een reeks schilderijen van opgebaarde kinderen.

Toen haar eigen zoontje ernstig ziek werd, raakte Kensmil gegrepen door de post mortem-fotografie van de Victoriaanse tijd en begon zelf ook te experimenteren met ‘wat de dood doet met kleur’. Ze legt uit: ‘Dat is een heel proces. En dat is ook wat ik bij mijn zoontje zag toen hij een hartstilstand kreeg en werd gereanimeerd. Het eerste wat je ziet is een bewusteloos lichaam, maar je ziet ook meteen de kleur veranderen.’ Het resultaat is een indringende serie kunstwerken, waarmee ze de dood gelukkig op afstand heeft weten te houden.

Tegelijkertijd belicht Lisa Boerstra in deze persoonlijke documentaire, gezegend met sfeervol camerawerk en een expressieve soundtrack, met Kensmils moeder en haar zus Iris (tevens beeldend kunstenaar) de getroebleerde jeugd van haar protagonist. Die nam als kind al haar toevlucht tot de kunst en zou, pas na enkele verplichte tussenstappen, op de Rietveld Academie belanden. Haar moeder heeft volgens eigen zeggen ‘gehuild als een klein kind bij de diploma-uitreiking’ en fungeert ook tijdens de uitreiking van de Vermeer Prijs als stralend middelpunt.

Daarmee wordt You Want It Darker zowel een boeiend inkijkje bij een toonaangevende kunstenaar, die steevast op het scherp van de snede opereert, als een portret van een hechte familie-eenheid, waarbij dat succes bepaald niet is komen aanwaaien.

Bob Ross: Happy Accidents, Betrayal & Greed

Netflix

Een film met een titel als Bob Ross: Happy Accidents, Betrayal & Greed (93 min.) roept automatisch verwachtingen op: hier wordt rücksichtslos de mantel der liefde afgetrokken van de man die met zijn vermaarde televisieprogramma The Joy Of Painting wereldberoemd werd en hele volksstammen aan het schilderen kreeg. Met landschapsschilderijen die hij bovendien binnen een half uur, de speelduur van elke aflevering, in elkaar flanste.

Een man die zo relaxt overkomt moet wel een enorme huichelaar zijn. Binnen enkele minuten heeft regisseur Joshua Roffé de eerste mythe dan ook al ontkracht: die weelderige haardos was niet echt. Volgens Ross zelf had hij dat halfbakken ‘afrokapsel’ te danken aan God én de kapper. ‘Het was een permanent’, bekent zijn eveneens schilderende zoon Steve. ‘En Bob zei altijd dat hij af en toe z’n veren strakker liet zetten.’

Niet veel later volgt Ross’ zoetgevooisde stem, sexy met een Candlelight-feel. Daar bleek ie dus gewoon op te hebben geoefend, om zo een contrast te laten ontstaan met zijn eigen leermeester William Alexander, die was behept met een hoog en benepen stemgeluid. En dan kan het natuurlijk niet lang meer duren voordat Die Andere Bob Ross uit de coulissen stapt: een man die houdt van snelle auto’s, schuine moppen én vrouwen. Check.

En dan… dan houdt het gewoon op. Dat is het. Géén demasqué van de sympathieke painter you hate to love Bob Ross (1942-1995). Wél een aanklacht tegen de industrie die rondom hem is opgetuigd. Bij leven en welzijn – met én ondanks Bob zelf – en ook ná ‘s mans dood. De Bob Ross Inc., bestierd door zijn voormalige zakenpartners Walt en Annette Kowalski, zou een bron voor conflicten worden en de onderlinge verhoudingen ernstig versturen.

Uit angst voor juridische stappen van de Kowalski’s willen veel bronnen uit de directe omgeving van de protagonist niet meewerken aan deze documentaire. De vrienden, collega’s, medewerkers en concurrenten die het wél aandurven schetsen een loffelijk beeld van de man, docent en kunstenaar Bob Ross, maar hebben duidelijk nog een appeltje te schillen met het roestvrijstalen echtpaar dat zijn naam, beeldmerk en producten beheert.

De lieden die op een totale ontmaskering van de mens Bob Ross hadden gehoopt, zoals yours truly, komen dus van een koude kermis thuis. ‘s Mans nagedachtenis wordt echter ernstig overschaduwd door het merk Bob Ross en de ordinaire strijd om de credits en centen die daaromheen is losgebarsten. Dat zijn aardige bouwstenen voor een portret van een schilder die in de kwart eeuw na zijn overlijden gewoon een beeldbepalende figuur is gebleven.

Raquel Van Haver – De Vrouwen Van Mijn Land

NTR

‘De vrouwen van mijn land zijn zo mooi als een bloem’, zingt een vrouw in bezwerend Spaans in de openingsscène. ‘Ze zijn moedig en vastberaden. Ze verdienen, altijd, onze bewondering.’

Zulke Colombiaanse vrouwen kijken recht in de camera van kunstenares Raquel van Haver, die hen portretteert als moderne varianten op Maria. Deze foto’s gebruikt ze weer als basismateriaal voor haar in alle opzichten grote schilderijen, die zullen worden geëxposeerd in het Bonnefanten Museum in Maastricht.

Van Haver is zelf ook zo’n sterke Colombiaanse vrouw. Opgegroeid in Nederland, dat wel. Geadopteerd. Toen ze jong was, zegt ze in Raquel Van Haver – De Vrouwen Van Mijn Land (50 min.), moest ze zich gedragen als een blond meisje met blauwe ogen. In haar geboorteland zoekt ze weer verbinding met haar oorsprong. Zodat Van Haver (ook) weer Velasco kan worden.

De vanuit Amsterdam opererende kunstenares bezoekt bijvoorbeeld het weeshuis Fana Bogotá en komt daar oog in oog te staan met een foto van het driejarige kind dat ze ooit was. ‘Kunst heeft mijn leven gered’, vertelt ze aan de jongens en meisjes die nu in het tehuis verblijven.’ Ik hoop te laten zien, vooral aan de kinderen, dat kunst en muziek en dans zo belangrijk zijn, en goed voor je.’

Die kunst heeft haar volgens een ronkende recensie uit NRC Handelsblad, waarmee deze fraaie documentaire van Bibi Fadlalla start, inmiddels gemaakt tot een cultuurfenomeen dat je niet mag missen ‘als je midden in de maatschappij’ wilt staan. De film toont vervolgens gedetailleerd hoe Van Havers werk tot stand komt, inclusief de wereld die ze daarmee toegankelijk wil maken.

Die behelst op het eerste oog vooral ‘exotische’, onmiskenbaar Latijnse taferelen, maar verraadt tegelijkertijd ontegenzeggelijk Europese invloeden, vervat in de Madonna-achtige beelden die als koloniale erfenis in Zuid-Amerika zijn achtergebleven. Van Haver brengt deze elementen in haar kunst gloedvol tezamen. Zoals ze ook in haar persoon en achtergrond samen zijn gekomen.

Deze documentaire is tegelijkertijd een psychologisch portret van een belangwekkende nieuwe stem en een grondige introductie in haar intieme werk(wijze) als een exploratie van een uiteindelijk grenzeloze wereld. Aan het eind van de film zien we niet voor niets een krachtige Colombiaanse in haar eigen habitat: Raquel van Haver zelf, voor een flatgebouw in Amsterdam Zuidoost.

‘De vrouwen van mijn land zijn ze mooi als een bloem’, klinkt het helemaal tot besluit, in bezwerend gezang. ‘Ze zijn moedig en vastberaden. Ze verdienen, altijd, onze bewondering. Wees gegroet, Heer Koningin en Moeder. Moeder van genade.’

Frida – Viva La Vida

Piece Of Magic

‘Ik ben drie kinderen en een heleboel andere dingen kwijtgeraakt die mijn verschrikkelijke leven zin hadden kunnen geven’, citeert regisseur Giovanni Troilo bij aanvang van dit portret zijn hoofdpersoon Frida Kahlo. ‘Het schilderen moest dit allemaal vervangen.’ Daarmee zou de Mexicaanse kunstenares zichzelf echter onsterfelijk maken, zo wordt nog eens onderstreept met de gestileerde documentaire Frida – Viva La Vida (93 min.)

De filmmaker maakt daarin opmerkelijke keuzes. Een verteller in beeld, bijvoorbeeld: de mysterieuze Asia Argento. Zij wordt gesecondeerd door Kahlo-kenners en kunsthistorici, die de kijker, enigszins opgeprikt, langs plekken in het hedendaagse Mexico leiden die zijn gelieerd aan de hoofdpersoon. Deze getuige-deskundigen proberen het iconische beeld van Frida Kahlo van enige nuance te voorzien. Uiteindelijk leveren ze evenwel vooral hun eigen bijdrage aan het mythologiseren van hun heldin.

Alle kernelementen uit haar opmerkelijke levenswandel passeren daarbij de revue: het dramatische ongeluk dat Kahlo’s leven veranderde, zodat er ineens twee Frida’s zouden zijn ontstaan: de feministe avant la lettre en de gevierde kunstenares. Haar ontmoeting met de vermaarde schilder Diego Rivera, die tot belangwekkende kunst en twee (!) stormachtige huwelijken zou leiden. En die ontzettend beladen beslissing in 1953, het startpunt van deze film, om haar rechterbeen te amputeren – het begin van het einde, háár einde.

Troilo lardeert zijn dramatische vertelling met passages uit Kahlo’s geschriften en zet die nog eens stevig aan met een tamelijk bombastische mixture van haar kunstwerken, archiefmateriaal, panorama’s van het hedendaagse Mexico, symbolische sequenties die de emotionele ontwikkeling van zijn protagonist moeten weerspiegelen en een dikke soundtrack. Het is allemaal wat veel, voelt soms ook wat gekunsteld en slaat uiteindelijk een beetje dood.

Struggle: The Life And Lost Art Of Szukalski

In 1971 stuit de Amerikaanse kunstverzamelaar Glenn Bray op een expressionistische tekening van Copernicus, gemaakt door een onbekende kunstenaar waarvan hij enkele jaren eerder toevallig al eens een indrukwekkend boek heeft gekocht. Stanislav Szukalski, de naam is hem verder onbekend. De man, dik in de tachtig inmiddels, blijkt enkele kilometers verderop te wonen. Bray neemt contact op en raakt bevriend met de hoogbejaarde excentriekeling, die hij al snel begint te zien als een vergeten genie. Hij besluit ‘Stas’ te gaan filmen.

‘Szukalski was de Michelangelo van de twintigste eeuw’, zegt Ernst Fuchs, oprichter van de Weense School Van Fantastisch Realisme in Struggle: The Life And Lost Art of Szukalski (105 min.). Schrijver en uitgever George DiCaprio (ja, de vader van) noemt hem ‘de grootste autodidact van onze tijd’. En schilderes Natalia Fabia zegt: ‘Hij was een soort punkrocker die het niets kon schelen wat anderen dachten.’ In de jaren zeventig leeft deze belangrijke kunstenaar echter in totale anonimiteit in een klein huisje in Californië. Gaandeweg verzamelt zich rond hem een groepje devote kunstliefhebbers, dat zich afvraagt wat er in hemelsnaam mis is gegaan met Szukalski.

Stapsgewijs, met cliffhangers en valkuilen, doet regisseur Irek Dobrowolski uit de doeken wat er is gebeurd met de dwarse beeldhouwer, schilder en tekenaar (die er nog altijd niet voor terugdeinst om andere kunstenaars uit te maken voor ‘fartist’). In dat opzicht doet de film denken aan succesvolle documentaires als Finding Vivian Maier en Searching For Sugar Man, die een kunstenaar en zijn werk toegankelijk maken via een spannende vertelling. Bij Szukalski ligt de crux van zijn verhaal in vaderland Polen, zo betoogt historicus Timothy Snyder (On Tyranny/The Road To Unfreedom), waar de kunstenaar enkele zwarte bladzijden aan zijn oeuvre toevoegde – en waar hij tegenwoordig, in bepaalde kringen, weer opvallend populair is.