The Dark Money Game

HBO Max

In het verontrustende tweeluik The Dark Money Game gaat Alex Gibney ‘Citizens United’ te lijf. De zeer kwestieuze beslissing van het Amerikaanse hooggerechtshof uit 2010 geeft bedrijven de mogelijkheid om ongelimiteerd geld te steken in partijen of politici. En dit mogen en kunnen ze nog geheim houden ook. Dat is, niet alleen volgens Gibney overigens, vragen om ‘pay-to-play’. Ofwel: omkoping. Hij verwijst daarbij naar een pijnlijke statistiek: in negentig procent van de Amerikaanse congresverkiezingen wint de kandidaat die het meeste geld uitgaf.

In twee delen levert de befaamde Amerikaanse documentairemaker vervolgens het bewijsmateriaal voor het corrumperende effect van al dat duistere geld. Ohio Confidential (115 min.) start bij de lobbyist Neil Clark, die in 2021 overlijdt door een schotwond aan het hoofd. Clark is betrokken geraakt bij een groot corruptieschandaal en heeft zichzelf ernstig in de nesten gewerkt. Uit geluidsopnames, die in handen zijn gekomen van openbaar aanklagers, valt af te leiden dat hij een sleutelrol heeft gespeeld in een smeergeldaffaire waarmee maar liefst 61 miljoen dollar was gemoeid.

Larry Householder, de Republikeinse voorzitter van het Huis van Afgevaardigden in Ohio en een contact van Clark, zou er een zeer dubieuze schone lucht-wet doorheen hebben gedrukt. House Bill 6 leverde de energieleverancier FirstEnergy een enorme smak gemeenschapsgeld op. En laat dat bedrijf nu net ervoor hebben gezorgd dat Householder überhaupt werd gekozen tot voorzitter. Als House Bill 6 toch weer ter discussie lijkt te worden gesteld, slaan de twee stiekeme partners de handen ineen, om hun tegenstanders een loer te draaien. Onder het motto: Fuck Anybody Who Aint Us.

Na deze ontluisterende case study gaat deel 2, Wealth Of The Wicked (115 min.), verder op de ingeslagen weg. Het is tijd om uit te zoomen. ‘Omkoping vind je overal ter wereld’, constateert Gibney bij de start, ‘maar alleen in Amerika maakten we het legaal.’ Dat gebeurde volgens hem niet zomaar. ‘Het was een zorgvuldig uitgevoerd project, gerealiseerd door een onzalig verbond van rijke zakenmannen en religieuze extremisten die besloten dat het woord van God hetzelfde klonk als het geluid van geld’, vervolgt hij met die karakteristieke stem, die onderkoeld de vinger op de zere plek legt.

Daarna gaat hij te rade bij Jane Mayer, de journaliste die in 2016 het invloedrijke boek Dark Money uitbracht, over hoe het grote geld de Amerikaanse democratie heeft ontwricht. Zij gaan samen terug naar de oorsprong, naar hoe bedrijven zich in de jaren zeventig begonnen te verzetten tegen de alsmaar toenemende macht van gewone burgers, wetten rond campagnefinanciering onderuit gingen halen en hun krachten bundelden met de kerk. Van daaruit ontstond vervolgens de pro-life movement, de slim genaamde anti-abortus beweging. Wie kon er immers tégen het leven zijn?

‘De rijkdom van de zondaar is weggelegd voor de rechtvaardige’, parafraseert de conservatieve geestelijk leider Rob Schenck een Bijbelvers. ‘Waarom niet? Laten we het geld van de miljardair dopen.’ James Bopp wordt de voornaamste jurist van dat verbond tussen God en Geld. Hij verzet zich tegen begrenzing van de hoeveelheid geld in de politiek, want dat zou een inperking van de vrijheid van meningsuiting inhouden. Bopp wil dus ook de Campaign Finance Reform-wet van de Democratische senator Russ Feingold en zijn inmiddels overleden Republikeinse collega McCain uit 2001 ontmantelen.

Citizens United markeert in 2010 een belangrijk keerpunt in de verwording van de Amerikaanse democratie, zes jaar later gevolgd door de verkiezing van Donald Trump tot president. Daarmee is de basis gelegd voor een smeergeldcultuur zonder weerga, toont Alex Gibney overtuigend aan in deze verpletterende exegese van een onvervalste pay-to-play natie. De belichaming daarvan is de ‘herkerstening’ van het hooggerechtshof, dat in 2019 natuurlijk levert voor zijn religieuze donateurs: het federale recht op abortus wordt op de brandstapel gegooid. En ook ‘big business’ telt z’n zegeningen.

The Remarkable Life Of Ibelin

Netflix

Mats Steen was waarschijnlijk gewoon een onopvallende Noorse jongen geweest als hij niet de Ziekte van Duchenne had gehad. Hij werd in elk geval als een normaal kind met een volledig functionerend lichaam geboren, maar moest als gevolg van deze zeldzame vorm van spierdystrofie al op heel jonge leeftijd afscheid nemen van de ene na de andere lichaamsfunctie. Totdat hij, nog vóór z’n tiende, definitief in een rolstoel belandde.

Op slechts 25-jarige leeftijd kwam er in 2014 een einde aan het leven van Mats. Zijn ouders Robert en Trude waren diepbedroefd. Hun zoon had in zijn veel te korte bestaan nooit vriendschap of liefde ervaren en geen rol van betekenis in het leven van anderen mogen vervullen. Hij bracht het leeuwendeel van zijn dagen gamend door, zichzelf verliezend in het één of andere rollenspel. En toen toetsten ze het wachtwoord in dat Mats voor hen had achtergelaten en plaatsten een afscheidsbericht op zijn blog. De respons was overweldigend. Mats Steen bleek er nog een geheel ander leven op na te hebben gehouden, als de detective en edelman Ibelin Redmoore.

In The Remarkable Life Of Ibelin (103 min.) neemt regisseur Benjamin Ree, de man achter de topdocu’s Magnus en The Painter And The Thief, ons mee in het virtuele leven dat Mats heeft geleid in het spel World Of Warcraft. Op basis van het archief van de groep Starlight, waarvan de jonge Noor jarenlang lid was, heeft hij met animatoren en acteurs een nauwkeurige reconstructie van Steens online-bestaan gemaakt. En diens belevenissen in het fictieve land Azeroth sijpelen onvermijdelijk door naar zijn werkelijke leven – en vice versa. Het gevoel van de allereerste (game)kus bijvoorbeeld, of de complicaties van Duchenne.

Mats probeert zijn dagelijkse bestaan, waarin hij steeds meer wordt beperkt door zijn lijf en ook steeds intensievere zorg nodig heeft, nochtans af te schermen van zijn Starlight-vrienden. Bij hen kan hij daadwerkelijk de empathische, grootmoedige en verleidelijke man zijn, die hij in wezen altijd is geweest. Zoals hij er ook gewoon kan ruziën. Mats speelt in Starlight hoe dan ook een rol van betekenis in het leven van anderen. Hij bemiddelt bijvoorbeeld tussen de Nederlandse gamer ‘Rumour’ en haar ouders en voorziet ‘Xenia’ van advies, zodat zij de relatie met haar autistische zoon ‘Nikmik’ kan vergemakkelijken.

Via zijn tot de verbeelding sprekende protagonist, die in het dagelijks leven door menigeen over het hoofd werd gezien of met medelijden tegemoet getreden, exploreert Ree de betekenis van de digitale wereld voor mensen die zich in de ‘echte’ wereld niet (altijd) thuis voelen. Dat thema werd al eerder belicht, bijvoorbeeld in de baanbrekende VR-docu We Met In Virtual Reality (2022), maar werkte nog niet eerder zo krachtig en aangrijpend. Ree maakt tegelijkertijd invoelbaar hoe Mats zich ‘in real life’ heeft gevoeld en hoe hij zich ondertussen in ‘what should have been life’ heeft gemanifesteerd.

Het resultaat is een prachtige film, waarbij, ahum!, natte oogjes verzekerd zijn. Een documentaire waarin het leven van iemand met een lichamelijke beperking grondig wordt gereframed. Beter: waarin iemand met een lichamelijke beperking zijn eigen leven grondig reframet. Zonder dat zijn dierbaren ’t door hebben ervaart Mats Steen wel degelijk liefde en vriendschap en speelt hij een rol van betekenis in het leven van anderen.

Truman & Tennessee: An Intimate Conversation

Dogwoof

De wegen van Tennessee Williams (1911-1983) en Truman Capote (1924-1984) bleven elkaar een leven lang kruisen. Zij behoorden tot de belangrijkste Amerikaanse schrijvers van hun tijd en waren ook ruim veertig jaar bevriend met elkaar. De twee leerden elkaar kennen toen Truman zestien was. Tennessee liep toen al tegen de dertig. Binnen enkele jaren zouden ze allebei doorbreken met hun debuut: het toneelstuk The Glass Menagerie (Williams, 1944) en de roman Other Voices, Other Rooms (Capote, 1948).

In de navolgende jaren zouden ze uitgroeien tot chroniqueurs van hun tijd en wereld. Tennessee deed dat veelal met theaterstukken. Die werden vaak ook verfilmd, zoals A Streetcar Named Desire, Cat On A Hot Tin Roof en Baby Doll. En Truman Capote, een graag geziene societyfiguur, manifesteerde zich nadrukkelijk met de novelle Breakfast At Tiffany’s en leverde daarna een huiveringwekkende true crime-klassieker af, In Cold Blood, een boek waaraan hij volgens eigen zeggen bijna kapot ging. 

In het dubbelportret Truman & Tennessee: An Intimate Conversation (85 min.) laat regisseur Lisa Immordino Vreeland de twee auteurs zichzelf én elkaar kenschetsen. Zo had Williams volgens zijn vriend een onstuitbare drang om te schrijven, terwijl die zich weer verbaasde over Capotes oneindige zucht naar roem. De filmmaakster gebruikt voor zulke inkijkjes zowel interviews met de New Yorkse schrijvers als hun geschriften, die ze door de acteurs Jim Parsons (Capote) en Zachary Quinto (Williams) heeft laten inspreken.

Immordino Vreeland zet daarnaast fragmenten uit speelfilms, gebaseerd op hun boeken en theaterstukken, in om hun levenswandel en oeuvre te illustreren en maakt slim gebruik van de veelvuldige bezoekjes van de twee sterauteurs aan de talkshows van David Frost en Dick Cavett. Wat ze daar te berde brengen over bijvoorbeeld de liefde, bekendheid, drankzucht, kritiek en – natuurlijk! – het schrijven zelf snijdt ze slim tegen elkaar weg. Om de overeenkomsten en verschillen tussen hen te benadrukken.

De twee mannen, allebei min of meer openlijk homoseksueel in een tijd waarin dat bepaald nog geen vanzelfsprekendheid was, leren gaandeweg ook de keerzijde van hun faam kennen. Op uitbundige lof volgt soms keiharde kritiek. Van middelpunt van de belangstelling kun je ook zomaar de risee van een gezelschap worden. Deze zorgvuldig gemaakte film toont vervolgens ook de neergang van de twee ooit zo gevierde schrijvers en werkt zo toe naar het tamelijk roemloze einde dat hen allebei ten deel viel.

The Children In The Pictures

BNNVARA

Het is een gruwelijke lakmoesproef. Nadat de undercoveragenten van de taskforce Argos de online identiteit van een kindermisbruiker hebben aangenomen en zijn geïnfiltreerd in hun internationaal opererende netwerk, volgt onvermijdelijk de vraag: kun je eens wat delen? Niet reageren is geen optie. Dan worden de banden onmiddellijk doorgesneden. En dus verlagen ze zich noodgedwongen tot zo’n beetje het walgelijkste waartoe een mens in staat is en klikken vervolgens op verzenden, met een luchtig berichtje erbij: Geniet ervan.

Met zulke omstreden infiltraties proberen rechercheur Jon Rouse, het Australische hoofd van de toonaangevende taskforce, en zijn Britse collega Paul Griffiths wereldwijd netwerken op te rollen en kinderen te redden van misselijkmakend misbruik. Daarmee is de kous dan overigens nog niet af. Jaren nadat ze zijn bevrijd kunnen er nog steeds foto’s of filmpjes van hen rondgaan op het dark web. ‘De seksuele uitbuiting van die kinderen gaat door lang nadat ze gered zijn’, vertelt Warren Bulmer, een Canadees lid van de taskforce Argos. ‘En zij moeten daar hun hele leven mee omgaan.’

In de schokkende documentaire The Children In The Pictures (80 min.) van Akhim Dev en Simon Nasht leggen de gedreven rechercheurs tot in detail uit hoe ze aan het begin van deze eeuw, tijdens een onderzoek genaamd Operation Achilles, infiltreren bij het netwerk ‘The Group’. Onder de schuilnaam ‘Red_Rocket’ jagen ze daar bijvoorbeeld twee jaar lang op een specifieke ‘producent’. Hij levert al jaren achter elkaar afzichtelijk beeldmateriaal van één enkel meisje, ‘Girl One’ gedubd, dat letterlijk voor de camera opgroeit. Het geweld in de filmpjes lijkt bovendien ernstig te escaleren.

Terwijl ze de identiteit weten vast te stellen van verschillende deelnemers aan het netwerk, waaronder een Nederlander met de bijnaam ‘Thunderbird’, en zo langzamerhand willen overgaan tot arrestaties, lukt het Rouse en zijn vakbroeders maar niet om de identiteit van Girl One en haar kwelgeest vast te stellen. Daardoor komen ze voor een duivels dilemma te staan: ze hebben nu de kans om een aantal notoire kindermisbruikers uit te schakelen, maar als ze dat doen raken Girl One en de man die haar misbruikt waarschijnlijk weer buiten beeld.

Van zulke keuzes liggen de gespecialiseerde rechercheurs, die dagelijks verschrikkelijke dingen (moeten) zien, nachten wakker. Behalve een afdaling in een bijzonder naargeestige schaduwwereld is deze unheimische film tevens een portret van hen, gedreven politiemensen die werkelijk door riemen en ruiten gaan voor de kinderen. Daarbij worden de omstandigheden steeds lastiger. De techniek staat, letterlijk, voor niets en faciliteert steeds grotere en geavanceerdere netwerken. Namen als The Love Zone, Child’s Play en Baby Corner laten weinig aan de verbeelding over.

En hoewel hun werk soms dweilen met de kraan vol open lijkt, sociale netwerken zoals TikTok (die kinderen stimuleren om selfies, ofwel: user generated content, te maken) alweer voor nieuwe uitdagingen zorgen en seksuele uitbuiting van kinderen sowieso het snelst groeiende zware misdrijf in de wereld is, blijven Rouse en zijn team op de één of andere manier optimistisch. ‘Zonder hoop zou ik niet naar m’n werk gaan’, zegt hij ferm, vast ook tegen zichzelf, in deze documentaire die niemand wil maar iedereen moet zien. Zolang de taskforce Argos maar één kind kan redden…

Moby Doc

‘Ik realiseer me dat we nu al een tijdje in een tamelijk conventioneel narratief zitten’, zingt Moby, terwijl hij zichzelf begeleidt op de banjo. ‘Maar nu gaan we weer lekker vreemd doen.’ In het navolgende shot – zijn eigen Moby Doc (92. min.) is inmiddels ruim twintig minuten onderweg – loopt de kale muzikant als een typische goeroe in gewaad chantend over straat. Hij wordt begeleid door een groep lieden in een wit laken, met een dierenmasker op. Op zoek naar een denkbeeldig bos, waar hij zijn volgers/kijkers met liefde en plezier instuurt.

Deze verfilmde autobiografie moet, zoveel is duidelijk, méér worden dan zomaar een verhaal over een ongelukkig jongetje dat zich alleen bij dieren op zijn gemak voelde, via muziek uit zijn eigen kleine leventje wist te breken en zo, met de verplichte horten en stoten, toch een connectie tot stand kon brengen met de rest van de wereld. Alle gekkigheid ten spijt is dat tóch wat deze persoonlijke film van/over Richard Melville Hall, die natuurlijk ook de nodige muziek- en concertfragmenten bevat, in essentie is.

Ondanks die (geacteerde) scènes tegenover een aantrekkelijke therapeute met een nét iets te grote bril op, die later ook heel behoorlijk blijkt te kunnen zingen (*). Ondanks de zelfgemaakte poppetjes, dramatische landschappen en cartoons waarmee Moby taferelen uit zijn eigen leven terughaalt. En ondanks de tweegesprekken met regisseur David Lynch (van wie hij een stukje Twin Peaks leende om er zijn eerste wereldhit Go mee te scoren), illustrator Gary Baseman en een hond die één en al oor is. Over, vooruit, de zin van het/Moby’s leven.

Op zoek dus naar, zoals hij in het begin van dit kleurrijke zelfportret uitspreekt, het waarom van alles: waarom doen we wat we doen? Slalommend langs navelstaarderij, zelfspot en oprechte reflectie belandt hij zo ook bij zijn sleutelalbum Play, dat rond de eeuwwisseling een enorm succes werd. ‘Het heeft me uiteindelijk totaal gecorrumpeerd en geruïneerd, maar op het moment zelf was het geweldig’, vertelt Moby daarover, terwijl hij met een telefoon aan het oor door een soort nachtwinkel ijsbeert. ‘Van een uitgerangeerde has-been was ik ineens iemand geworden die filmsterren ging daten, welkom was op elk feestje en bakken met geld verdiende.’

Totdat – zo gaat dat ook/zelfs in het bestaan van een doorgewinterde buitenbeen – ‘drank, drugs en mijn eigen narcisme’ hem helemaal boven het hoofd begonnen te groeien. Met zichtbare makerslol plaatst Moby zijn eigen leven in perspectief, waarbij ook zijn vriendschap met idool David Bowie natuurlijk nog een comfortabel plekje heeft gekregen. In een film die met evenveel gemak origineel, irritant of vermakelijk is te noemen.

(*) Ze treedt zelfs op onder de naam Julie Mintz.