Milou’s Strijd Gaat Door

familiefoto / NTR

‘Ik ben Milou’, zegt de hoofdpersoon bij de start van deze indringende film. ‘Je hoort mijn stem, maar ik leef niet meer. Omdat ik het belangrijk vind dat mijn verhaal verteld wordt, is mijn stem met kunstmatige intelligentie nagemaakt. Daarvoor zijn oude geluidsopnamen van mij gebruikt.’

Alles wat ze nu met de kijker deelt heeft Milou overigens ooit zelf gezegd of geschreven, vertelt haar AI-alter ego. De bijbehorende foto’s komen uit het familiealbum. En de tekeningen en social media-filmpjes heeft ze, in de jaren voordat in 2023 euthanasie aan haar werd verleend, zelf gemaakt. ‘Alleen deze introductie niet’, voegt ‘Milou’ daar nog aan toe. ‘Die is geschreven door Bart, de regisseur.’

En die neemt de vertelling vervolgens meteen bij de hand met zijn eigen voice-over: ‘Maar hoe kan het dat Milou, een meisje van zeventien, zodanig psychisch lijdt dat ze euthanasie krijgt?’ Waarna de titel van deze documentaire in beeld verschijnt, Milou’s Strijd Gaat Door (103 min.), en de zoektocht naar het antwoord op die vraag kan beginnen. Als er al een eenduidig antwoord bestaat…

Milou was het nichtje van producent Rob Hüsken, de beste vriend van documentairemaker Bart Hölscher. Samen hebben zij nu, tegemoet komend aan de laatste wens van Milou, een film gemaakt, waarin de lijdensweg van de tiener uit Bavel nog eens pijnlijk gedetailleerd wordt gereconstrueerd met Milou’s ouders Mireille en Louis, haar vriendinnen Lisa en Nyssa en enkele behandelaars.

Daarmee wordt in de eerste helft van deze documentaire het fundament gelegd voor het tweede deel van de film, waarin de openbare discussie aan de orde komt die na Milou’s zelfverkozen ‘humane dood’ losbarstte. Is het wel gewenst dat minderjarigen die ogenschijnlijk ondraaglijk en uitzichtloos psychisch lijden in aanmerking komen voor euthanasie? De meningen van behandelaars lopen daarover uiteen.

Kinder- en jeugdpsychiater Menno Oosterhoff, die Milou’s wens om humaan te kunnen sterven honoreerde, noemt dat besluit ‘één van de moeilijkste beslissingen’ uit zijn leven. Naderhand voelde hij zich bovendien gecriminaliseerd door collega’s, en in hun kielzog ook politici, die de zorgvuldigheid daarvan in twijfel trokken. En hij maakte zich kwaad over de ‘parent blaming’ die er ook uit sprak.

Hölscher neemt de tijd om deze pijnlijke discussie, waarbij Oosterhoffs opponenten alleen via archiefbeelden aan bod komen, te behandelen. Het persoonlijke verhaal van Milou dreigt dan wat op de achtergrond te raken – al maakt hulpverlener Halil nog wel een speciale Blue Tree voor haar en bezoeken Milou’s ouders samen met lotgenoten het beeld Stille Strijd, dat aandacht vraagt voor psychisch lijden bij jongeren.

Op zulke kwetsbare momenten wordt nog eens duidelijk dat het leed dat zij met hun kind moeten dragen eigenlijk te groot is om onderdeel te worden gemaakt van een maatschappelijk debat – hoe legitiem dat verder ook is. Voor de ouders van Milou telt uiteindelijk slechts één ding: dat hun kind niet langer hoeft te lijden en niet aan haar lot wordt overgelaten terwijl ze aanstuurt op een waardig einde.

Tyst I Klassen

HBO Max

Een geanonimiseerde man stuit op een downloadsite, waar hij naar verluidt op zoek is naar een martial arts-film, op ‘creepshots’: stiekem gemaakte foto’s en filmpjes van jonge meisjes. Hij ziet meteen iets opmerkelijks: de plek waar de beelden zijn gemaakt is duidelijk te herkennen. Het gaat om een internationale privéschool in de Zweedse stad Karlstad.

En het kost hem al even weinig moeite om te ontdekken wie de maker is van het ongepaste beeldmateriaal: een recreatieleider van deze Internationella Engelska Skolan, die zich online Waney Larway noemt. De schoolmedewerker heeft heimelijk leerlingen gefilmd en laat soms ook een zogeheten ‘cum tribute’ achter op die beelden.

De anonieme man wil niet in de zaak betrokken raken, zegt hij in de driedelige serie Tyst I Klassen (Engelse titel Quiet In Class, 126 min.). Daarom schakelt ie niet de politie in, maar stuurt eerst een bericht met screenshots naar de plaatselijke krant, Värmlands Folkblad, en daarna een brief naar de rector van de Engelska Skolan.

Daar lijkt de zaak te stranden. Binnen de school heerst een zwijgcultuur. Lastige zaken worden achter gesloten deuren afgehandeld. Meisjes die zich beklagen over ongepast gedrag van de recreatieleider, vertellen ze geëmotioneerd in deze miniserie, worden steeds afgewimpeld. Hun verhalen kunnen schadelijk zijn voor het imago van de school.

En dan neemt de zaak, aan het einde van de eerste aflevering, ineens een opmerkelijke wending, die de verwikkelingen in deze uitgekiende productie van Fredrik Öjes, aangekleed met chatverkeer van de verdachten en gevisualiseerd met erg suggestieve gedramatiseerde scènes, toch even in een ander perspectief plaatsen.

De keuze om de serie zo een oplawaai te geven voelt enigszins ongepast als dit crime-verhaallijntje wordt afgezet tegenover het grotere geheel: van meisjes die weliswaar gekleed zijn gefilmd en gefotografeerd – met een ongezonde interesse voor bepaalde lichaamsdelen – maar zich wel degelijk misbruikt voelen en niet serieus zijn genomen.

De Zweedse tieners en hun ouders zullen moeten leven met de gedachte dat een man met volstrekt ongepaste gedachten en ernstig grensoverschrijdend gedrag jarenlang min of meer vrij spel heeft gekregen op hun school en dat ze nooit zeker zullen weten wie zijn beelden heeft gezien – of, de gedachte alleen, wie die nog gaat zien.

KSI: In Real Life

Prime Video

‘Volgens mij weet niemand wie ik echt ben’, dropt de hoofdpersoon, netjes in het intro van de film, een leidmotief voor KSI: In Real Life (93 min.). ‘Zelfs ikzelf niet.’ Vanaf het allereerste moment is dus glashelder wat het doel is van dit portret: de man achter de beroemde ‘YouTuber turned rapper’ vandaan halen. Herstel: ‘YouTuber turned rapper, comedian, restauranteigenaar en wodkaverkoper’.

KSI (echte naam: Olajide Olayinka Williams ‘JJ’ Olatunji) lijkt zo’n vat dat maar niet gevuld raakt – ook omdat er stiekem van alles weglekt. Voordat hij nu Amerika gaat veroveren, vertelt hij samen zijn ouders en jongere broer Deji het verhaal van zijn leven. Hij groeide op in een typisch immigrantengezin in Engeland. Zijn ouders waren vanuit Nigeria overgekomen om hun kinderen een beter leven te geven. JJ werd echter geen arts, maar een YouTube-fenomeen dat al snel meer knaken binnenbracht dan zijn ouders in hun stoutste dromen hadden kunnen bedenken.

Getuige deze volgdocu van Wes Pollitt heeft dat wel de nodige restschade in de familie veroorzaakt. De relatie tussen JJ en Deji, met wie hij jarenlang een duo vormde op YouTube, is bijvoorbeeld ernstig verzuurd. Uiteindelijk raakten ze verzeild in een publieke ruzie, inclusief internetrants en disvideo’s (of was dat gewoon onderdeel van het spel? vraagt een scepticus zich wellicht af). ‘Zouden jullie zonder het internet een betere relatie hebben gehad? wil Pollitt weten als de broers de breuk, voor de camera natuurlijk, weer proberen te lijmen. ‘Zeker weten’, antwoordt Deji. ‘Het is geen vloek, maar het zou anders zijn geweest. We zouden hechter zijn.’

Als JJ over zijn ouders begint, barst hij spontaan in tranen uit. En het liedje You wil hij ook even niet spelen, nu zijn relatie aan gruzelementen ligt. ‘Hoe kan ik van iemand houden als ik niet van mezelf houd?’ tweet hij vervolgens in een wanhopige bui. Tijd voor therapie. En een eigen kasteeltje, waar hij in de beste Cribs-traditie graag een rondleiding geeft en dan zelf zowaar ook nog nieuwe ontdekkingen doet. JJ is in wezen een introverte jongen, zo wil het verhaal. Hij heeft zichzelf via een alter ego opnieuw uitgevonden, beschouwt de camera inmiddels als een dierbare vriend en heeft van overschreeuwen en weglachen zijn tweede natuur heeft gemaakt.

In deze real life-poppenkast verzorgt hij als een typische clown, met en plein public de lach aan zijn kont en achter de schermen permanent een traan die op weg is naar een ooghoek, bijna anderhalf uur ongegeneerd volksvermaak. Waarna dan eindelijk – de film heeft immers een emotionele climax nodig – dat gesprek met zijn afstandelijke vader wordt opgezet, waarnaar hij al zo lang verlangt. Voor de camera, natuurlijk.

Don’t F**k With Cats: Hunting An Internet Killer

Netflix

Elke seriemoordenaar begint met het mishandelen van dieren. Los daarvan: je blijft met je poten van katten af, vindt Deanna Thompson (alias Baudi Moovan, op Facebook). En dus slaat de data-analiste uit Las Vegas direct aan als ze het filmpje ‘1 boy, 2 kittens’ spot. Een jongen stopt daarin twee poezen in een luchtdichte zak, die hij daarna vacuüm zuigt.

Als een soort dierenbeschermingsdependance van het online-onderzoekscollectief Bellingcat gaat ze met enkele andere computernerds uit haar speciale Facebook-groep, onder wie een geek met de schuilnaam John Green, op zoek naar de geheimzinnige dierenbeul, die steeds sadistische filmpjes en aanwijzingen over zijn eigen identiteit achterlaat.

Voor hun online-speurtocht – die zich laat bekijken als een handleiding voor bijdetijdse amateurdetectives of -journalisten – stuiten ze al snel op een clip uit Catch Me If You Can, een speelfilm met Leonardo DiCaprio over een meesteroplichter die zijn achtervolgers steeds te slim af probeert te zijn. Als dat geen uitdaging is…

Hun queeste zal hen in de driedelige serie Don’t F**k With Cats: Hunting An Internet Killer (186 min.) van Mark Lewis naar de engste uithoeken van het internet en de menselijke geest leiden, in het spoor van bizarre personages als Jamsey Cramsalot Inhisass en Luka Magnotta. En dan moeten ze het lugubere filmpje ‘1 lunatic, 1 ice pick’ nog ontdekken…

Zo ontvouwt zich een superieur verteld true crime-verhaal, waarin verontruste burgers vanachter hun computer een hypermoderne klopjacht naar een gewelddadige narcist opzetten. Een soort Catfish 3.0, de spannendste docuserie van het jaar én een ongemakkelijk exposé over het huidige tijdsgewricht, waarin privacy eigenlijk niet meer lijkt te bestaan.