The Last Expedition

Vinca Film

De dood of de gladiolen – of tóch een zeer vakkundig uitgevoerde ontsnapping? Als Wanda Rutkiewicz, de eerste Poolse alpinist die de Mount Everest heeft bedwongen, in mei 1992 niet terugkeert van haar beklimming van de Kangchenjunga-berg in Nepal, lijkt het evident dat ze ergens onderweg is omgekomen. Toch is er nog een ander scenario: Rutkiewicz zou zich, zoals ze eerder al bij haar moeder opperde, hebben teruggetrokken in een nonnenklooster te Tibet en daar nog altijd in stilte leven.

Ruim dertig jaar later reist klimmer Eliza Kubarska in The Last Expedition (85 min.) zelf af naar de Himalaya-top, op zoek naar het antwoord op de vraag wat er is gebeurd met de vermaarde bergbeklimster, die zich na de dood van haar derde echtgenoot Kurt Lyncekrüger had vastgebeten in een nieuw idee: met de ‘Caravan To Dreams’ wilde ze binnen één jaar nog acht van de hoogste bergtoppen ter wereld beklimmen. Dan zou ze als eerste alpinist ter wereld alle veertien ‘achtduizenders’ op haar naam hebben staan.

‘Dan ben ik voor de verandering eens niet nummer drie op het podium, achter Messner en Kukuczka’, stelt Wanda Rutkiewicz in één van de bewaard gebleven geluidsopnames die Kubarska gebruikt als geraamte voor haar film. ‘Ik zal de eerste zijn die iets nieuws heeft geprobeerd.’ Uit deze ferme ambitie spreekt meteen Rutkiewiczs verlangen om nu eindelijk eens op haar eigen merites beoordeeld te worden. Als één van ‘s werelds beste bergbeklimmers, waarbij ’t er niet toe doet dat ze tot het vrouwelijke geslacht behoort.

Altijd weer moet ze zich echter bewijzen ten opzichte van mannelijke collega’s, blijkt uit het overvloedige archiefmateriaal in The Last Expedition. Impliciet – en soms ook zeer expliciet – wordt ze geconfronteerd met vooroordelen over vrouwen. Na haar beklimming van de Annapurna-berg, in het jaar voor haar verdwijning, klinkt er zelfs openlijke twijfel of ze de top van die Himalaya-berg wel heeft bereikt. Kubarska legt zulke en andere zaken uit het leven van haar heldin ook voor aan familieleden, vrienden en collega’s.

In retrospectief wordt Wanda Rutkiewicz, één van de belangrijkste bergbeklimmers van haar tijd, toch een wat tragische figuur. Niet door wie ze was – juist niet – maar om hoe ze werd bekeken. Zo bezien is het ook heel goed voor te stellen dat ze destijds de vlucht naar voren heeft gekozen en in de kantlijn van het bestaan, losgemaakt van de dagelijkse dingen en haar eigen bewijsdrang, is gaan leven op een plek waar al dat aardse er niet toe doet – al blijft dat idee waarschijnlijk toch een kwestie van ‘wishful thinking’.

Een construct om haar leven van een passend einde te voorzien en dit boeiende postume portret extra richting te geven.

In Restless Dreams: The Music Of Paul Simon

Piece Of Magic

Tijdens het werken aan Seven Psalms verliest hij het gehoor in z’n linkeroor. De muziek van Paul Simon luistert nochtans nauw. De Amerikaanse zanger en songschrijver laat zich er echter niet door van de wijs brengen. Het album dat via een droom tot hem is gekomen – in de nacht van 15 januari 2019, kan hij zich nog haarfijn herinneren – moet er koste wat het kost komen. Een spirituele plaat, daarbij passen natuurlijk ook obstakels. Simon had al enkele jaren geen nieuwe liedjes meer geschreven. De aandrang was verdwenen. Totdat hij dus begon te dromen…

Terwijl hij in zijn thuisstudio in Wimberley, Texas, werkt aan Seven Psalms, vertelt Simon in de epische documentaire In Restless Dreams: The Music Of Paul Simon (209 min.) het verhaal van zijn loopbaan. Regisseur Alex Gibney blijft daarbij op de achtergrond. De filmmaker die naam heeft gemaakt met messcherpe documentaires over prangende, actuele onderwerpen – een portret van Elon Musk is alweer aangekondigd – houdt zich ditmaal ogenschijnlijk afwezig. Geen dodelijke voice-over dus, om bepaalde ontwikkelingen in perspectief te zetten. En hij gaat ook niet met venijnige vragen op zoek naar waar het schuurt.

Gibneys film over de Amerikaanse zanger en songschrijver past in de lijn van zijn liefdevolle portretten van James BrownFela Kuti en Frank Sinatra. Hij start in Queens, New York, waar de rechtenstudent Simon samen met zijn jeugdvriend Art Garfunkel en geïnspireerd door de legendarische Everly Brothers, liedjes begint uit te brengen. Eerst nog als – jawel! – Tom & Jerry, later onder de noemer Simon & Garfunkel. Na een aanzienlijke aanloopperiode worden ze in de tweede helft van de jaren zestig alsnog zeer succesvol, met klassiekers als The Sound Of SilenceMrs. Robinson (van de film The Graduate) en Bridge Over Troubled Water.

Met de vriendschap gaat ‘t ondertussen bergafwaarts. Als de songschrijver van de twee mist Simon commitment bij zijn partner, die zich steeds meer op een acteercarrière begint te richten. Hij heeft ook het gevoel dat hij zelf niet op waarde wordt geschat als zanger. ‘Natuurlijk, Paul, jij hebt een goede stem’, zou nota bene zijn eigen moeder tegen hem hebben gezegd. ‘Maar Art heeft echt een bijzondere stem.’ De vriendschap tussen de twee jeugdvrienden verzuurt zienderogen. Totdat Garfunkel van ‘iemand die het helemaal begreep‘ voor Paul Simon is verworden tot ‘een persoon die ik mijn hele leven niet meer hoef te zien.’

Alex Gibney neemt de tijd om het klappen van de samenwerking uit te diepen en volgt zijn protagonist daarna tijdens diens grillige solocarrière en al dan niet geslaagde pogingen om te acteren en de lolbroek uit te hangen in Saturday Night Live. Hij verlaat zich daarbij vooral op de melancholieke bard zelf, maar laat zo nu en dan ook – buiten beeld – intimi zoals Art Garfunkel, Simons voormalige echtgenote Carrie Fisher en zijn huidige vrouw Edie Brickell aan het woord. Op een organische manier stuurt Gibney de film dan steeds terug naar de opnames voor Simons vijftiende studioalbum Seven Psalms (2023), dat zomaar zijn zwanenzang zou kunnen worden.

Begin jaren tachtig is er een kortstondige reünie met Garfunkel, vervat in het legendarische Concert In Central Park (1981), maar de liefde blijkt definitief bekoeld. In Zuid-Afrika vindt Paul Simon, onder de hoede van zijn vertrouwde producer Roy Halee, daarna nieuwe inspiratie. Het ‘wereldalbum’ Graceland (1986) wordt een hoogtepunt in ‘s mans oeuvre, maar veroorzaakt ook meteen een controverse omdat hij de boycot tegen het Zuid-Afrikaanse Apartheidsregime zou hebben doorbroken – een bewogen geschiedenis die door regisseur Joe Berlinger al is uitgediept in de hele fijne documentaire Under African Skies (2012).

In Gibneys overtuigende film, van bijna drieënhalf uur, is die ophef niet meer dan een voetnoot. Een hobbel die Simons muziek, waarin de luiken naar Afrika inmiddels wijd open zijn gezet, nu eenmaal moest nemen én de opmaat naar de finale van In Restless Dreams, waarin hij de laatste hand legt aan zijn nieuwste langspeler. Hoewel ouderdom ook bij hem met gebreken is gekomen, wil Paul Simon de pijp nog altijd niet aan Maarten wil geven. ‘Wait’, zingt hij bijvoorbeeld in het slotstuk. ‘I’m not ready. I’m just packing my gear. Wait. My hand’s steady. My mind is still clear.’

Kingdom Of Dreams

HBO Max

Hij bestaat het om Anna Wintour, de alomtegenwoordige hoofdredactrice van de Amerikaanse Vogue en een onvervalste spin in het web binnen de internationale modescene, buiten in haar limousine te laten wachten bij zijn show in New York. Haar ‘ogen en oren’ André Leon Talley komt poolshoogte nemen en kan het nauwelijks geloven. Ook hij komt niet binnen bij Alexander McQueen. ‘Sorry!’ lacht de Britse modeontwerper naderhand, ogenschijnlijk zonder al te veel spijt. Hij weigert om de status quo in de modewereld te accepteren.

Het enfant terrible krijgt ‘t snel daarna voor het zeggen bij het Franse modehuis Givenchy. Daar volgt hij zijn landgenoot John Galliano op, die van de gefortuneerde eigenaar Bernard Arnault de artistieke leiding heeft gekregen over een ander modehuis, het prestigieuze Dior. De verwachtingen voor hun eerste modeshows in 1997 zijn hooggespannen: de twee Britten worden in het mondaine Parijs met argusogen bekeken. Intussen laat Arnault Louis Vuitton grondig vernieuwen door ontwerper Marc Jacobs en aast hij op Gucci, het zieltogende modehuis dat nieuw leven is ingeblazen door creatief directeur Tom Ford. De Franse modetycoon heeft daarbij echter een geduchte concurrent in entrepreneur François Pinault, die tevens het merk Yves Saint Laurent opkoopt.

Daarmee zijn de voornaamste spelers en merken geïntroduceerd voor wat een drama, vol haat en nijd, in vier bedrijven zal worden: Kingdom Of Dreams (192 min.). De regie van deze miniserie, geproduceerd door het team achter de barokke biopic McQueen, is in handen van Nick Green. Met een keur aan insiders, fraai archiefmateriaal, volop visuele bravoure en bombastische klassieke muziek laat hij de titanenstrijd tussen Arnault en Pinault herleven, waarbij de ijzige Wintour, die zichzelf journalist noemt en tegelijkertijd maar al te graag aan de touwtjes trekt, een centrale positie inneemt. Te midden van de opspelende rivaliteit moeten de topontwerpers Galliano, McQueen, Jacobs en Ford zich persoonlijk staande houden en ook nog eens hoogstaand werk afleveren.

Die constante competitie, gecombineerd met de alsmaar toenemende aandacht voor marketing en imago in de mode-industrie en het massale gebruik van cocaïne, zal hen stuk voor stuk boven het hoofd groeien, met ronduit tragische gevolgen. Trefzeker legt deze krachtige serie de ravage achter alle schone schijn bloot. Een wereld, waarin ‘wie’ je draagt net zo belangrijk is als ‘wat’ je draagt – en ‘die’ de weelde/druk van ‘dat’ lang niet altijd kan dragen.

Piano Dreams

Zidi / NTR

Waar elders in de wereld pak ‘m beet voetbal of hiphop jongeren een uitweg biedt uit een anders tamelijk uitzichtloos bestaan, kiezen Chinese kinderen – of hun ouders – en masse voor de piano. Het land telt inmiddels meer dan veertig miljoen pianoleerlingen. Stuk voor stuk dromen ze van een betere toekomst. En die loopt via een instrument, waaraan ze elke dag urenlang moeten oefenen. In de documentaire Piano Dreams (52 min) portretteren Gary Lennon en Richard Hughes drie van zulke aspirant-meesterpianisten.

Één van hen is Zidi, een guitig achtjarig joch dat in de provincie Zheijang inmiddels de bijnaam ‘de piano-prins’ heeft gekregen. In zijn eigen omgeving wordt z’n talent dus onderkend, maar om zich echt met de wonderkinderen uit Shanghai en de rest van het land te kunnen meten moet hij nog flink oefenen. En daar wringt soms de schoen. ‘Als je opa er niet bij was, zou ik je nu slaan’, zegt pianoleraar Chen Panpan bijvoorbeeld dreigend als het jongetje er weer eens met de pet naar gooit. ‘Ik heb het je al zo vaak gezegd. Doe het opnieuw.’ 

De twaalfjarige Yingying is met haar moeder naar Shanghai verhuisd, waar ze op de basisschool van het conservatorium zit. Ze móet slagen als pianist, want een Plan B is er niet. Haar vader, die is achtergebleven in hun woonplaats Ningbo, heeft zijn baan opgezegd en is met een eigen bedrijf begonnen om haar opleiding te bekostigen. Yingyings moeder kan ondertussen maar niet aarden in de grote stad en voelt zich ook schuldig tegenover de rest van de familie. Het gaat niet goed met de gezondheid van haar echtgenoot, maar zij is er niet om voor hem te zorgen. 

Yu’ang heeft zijn zinnen gezet op een conservatorium in de Verenigde Staten. De negentienjarige jongen zou dan de eerste in zijn familie zijn die in het buitenland gaat studeren. Dit zou ook meteen genoegdoening betekenen voor zijn moeder, die al haar kaarten op Yu’angs carrière heeft gezet, intussen haar huwelijk op de klippen zag lopen en heel wat twijfel in haar (schoon)familie heeft moeten trotseren. ‘Achter m’n rug zeiden ze waarschijnlijk allemaal dat dit waanzin was’, constateert ze geëmotioneerd. ‘Waarom geniet je niet gewoon van het leven?’ 

Daarmee vertelt deze verzorgde film net zo goed het verhaal van deze Chinese ouders als van hun kinderen. En van een samenleving waarin het te midden van miljoenen dubbeltjes bepaald niet gemakkelijk is om een kwartje te worden.

Subject

Autlook

‘Did he do it?’ schreeuwt een enorm billboard aan de overkant van de straat. Margie Ratliff schrikt ervan als ze haar auto parkeert. ‘De oude poster is terug om ons te achtervolgen’, zegt ze beduusd.

Met het bord kondigt Netflix de re-release aan van The Staircase, een true crime-serie uit 2004 over de moord op Margies moeder Kathleen. Haar vader Michael Peterson geldt daarvoor als verdachte. De oorspronkelijke documentaireserie wordt, samen met het driedelige vervolgseizoen uit 2018, in bijna tweehonderd landen opnieuw uitgebracht. Margie kijkt met gemengde gevoelens terug op haar deelname aan de serie. Alsof ze als tiener permanent onder de microscoop lag – en, ongewild, nog altijd ligt. Haar vader heeft daar veel minder moeite mee. Michael Peterson beschouwt de camera als een probaat middel om zijn verhaal te doen en zijn onschuld te bepleiten.

Ieder taxeert z’n rol in een iconische documentaireproductie op zijn eigen manier. Dat is een terugkerend element in wat gerust een Droste-docu mag worden genoemd: Subject (96 min.), een intrigerende documentaire van Jennifer Tiexiera en Camilla Hall over de hoofdpersonen van documentaires: hoe kijken zij daarop terug en wat heeft die hen gekost en opgeleverd? De één ziet vooral voordelen (zoals voormalig basketbaltalent Arthur Agee uit Hoop Dreams, die bijvoorbeeld, niet onomstreden, heeft meegedeeld in de opbrengsten van de film), een ander is met name negatief (Elaine Friedman, die er als moeder van een getroebleerd gezin zeker niet schadevrij vanaf komt in Capturing The Friedmans).

De meeste personages hebben beide kanten van de medaille leren kennen. ‘Ik was heel erg blij dat ik werd gezien’, vertelt Jesse Friedman bijvoorbeeld, die (onschuldig) in de gevangenis zat vanwege seksueel misbruik van buurtkinderen. ‘Ik was een hele lange tijd onzichtbaar geweest.’ Hij heeft ook zijn latere vrouw ontmoet door de film. Zij zag hem voor het eerst in de documentaire van Andrew Jarecki, begon daarna zijn zaak actief te ondersteunen en legde ook persoonlijk contact. Tegelijkertijd definieert Capturing The Friedmans nog altijd Friedmans leven, hoewel de film gebeurtenissen van tientallen jaren geleden behandelt en nauwelijks iets met zijn huidige bestaan van doen heeft.

Ahmed Hassan is door The Square (2013) één van dé gezichten geworden van het protest op het Egyptische Tahrirplein tijdens de Arabische Lente van 2011. Die bekendheid heeft echter verstrekkende gevolgen voor zijn persoonlijke veiligheid. Susan Reisenbichler, de moeder van The Wolfpack (2015), realiseerde zich door de film over haar getroebleerde gezin pas echt hoe mis het was bij haar thuis. Haar zoon Mukunda Angulo kreeg door de release van de docu dan weer de kans om de wereld te zien die hem jarenlang was onthouden. Hij wil filmmaker worden, maar schat de kans dat hij zich ooit aan een documentaire waagt als bijzonder klein in.

Documentaires zijn een ‘ethische jungle’, constateert regisseur Bing Liu, die in zijn persoonlijke film Minding The Gap de confrontatie met zijn moeder is aangegaan. Dat is ten koste gegaan van hun relatie. Tiexiera en Hall laten ook andere makers zoals Davis Guggenheim, Assia Boundaoui en Evgeny Afineevsky reflecteren op hoe ’t is om met échte personages te werken en hoe je daarvan nooit ‘subjecten’ mag maken. De makers van de documentaires waarvan de hoofdpersonen aan het woord komen in Subject krijgen overigens géén gelegenheid om daarop te reageren. Zij hebben hun kans al gehad bij het maken van hun film. Nu hebben hun protagonisten zelf de regie.

De rollen zijn dus omgedraaid in deze doc², waarin alle ethische aspecten van het vertellen van verhalen over echte mensen aan de orde komen. Als die verhalen eenmaal de wereld in zijn geholpen, is er in elk geval geen weg terug meer, toont de casus van The Staircase. Afgelopen jaar verscheen de dramaserie The Staircase met acteur Colin Firth als Michael Peterson. Sophie Turner – alias Sansa Stark uit Game Of Thrones – speelt daarin Margaret Ratliff. Om deze rol voor te bereiken had de Britse actrice graag willen spreken met de vrouw die ‘tientallen jaren traumatherapie’ nodig heeft gehad om het overlijden van haar moeder en de verwikkelingen daaromheen een plek te geven.

Indian Space Dreams

NTR

Waar elke ruimtevlucht van de Amerikaanse NASA op een grootse Hollywood-productie lijkt, ogen de pogingen van de Indian Space Research Organisation om een astronomische satelliet de ruimte in te krijgen eerder op een uit de hand gelopen project van professor Barabas. Het budget van de Indiërs is dan ook maar een tiende van wat NASA ter beschikking heeft. Met de Astrosat hopen ze niettemin zwarte gaten te kunnen gaan bestuderen en meer inzicht te krijgen in hoe het heelal is ontstaan.

Voor het zover is moeten er in Indian Space Dreams (51 min.), waarin Sue Sudbury enkele wetenschappers van ruimteonderzoekscentrum TIFR in Mumbai volgt, nog wel de nodige logistieke hobbels worden genomen. Variërend van vertraging van een essentieel onderdeel, doordat een vrachtwagen onderweg vaststaat met twee lekke banden, tot het jaarlijkse regenseizoen dat het vervoer van de satelliet naar de lanceerlocatie in Bangalore tot een hachelijke onderneming maakt.

En dan is er nog een onhandige actie van promovenda Vinita Navalkar, die haar harddisk, met 800 GB aan informatie, heeft geformatteerd toen ze er een backup van wilde maken. De 26-jarige wetenschapper heeft sowieso van alles aan haar hoofd. Wanneer ga je trouwen? vragen ze vanuit haar familie, die maar al te graag een huwelijk wil arrangeren. Ook de geïnteresseerde mannen willen liefst snel duidelijkheid. Bij voorkeur bij de eerste date. En anders toch zeker bij de tweede.

Intussen leven de kinderen in Mumbai’s sloppenwijk Geeta Nagar mee met de pogingen van hun dappere landgenoten om een raket te lanceren, als eerste ontwikkelingsland in de menselijke historie. Ze krijgen elke zaterdag natuurkundeles van het hoofd van TIFR’s röntgen-detector team, de aimabele professor Rao. De beoefening van wetenschap is in zijn ogen een zeer krachtig middel tegen armoede, vertelt hij in deze sympathieke film.

Zijn collega, professor Manchanda, verbaast zich er tegelijkertijd over hoeveel tijd hij, een vooraanstaande wetenschapper, moet besteden aan stom regelwerk. Dat behoort evenwel tot de realiteit van de dag in een land, waarbij de aspiraties vooralsnog de mogelijkheden lijken te ontstijgen. Creativiteit is onontbeerlijk, laat KP Singh, hoofd van het röntgen-telescoop team, zien. Met isolatiemateriaal heeft hij een willekeurige kamer laten ombouwen tot een heuse ‘clean room’.

De pogingen van de Indiërs om hun ruimteproject tot een succes te maken dwingen zowel respect als sympathie af. Na vijftien jaar komt de climax, die tot zoveel stress heeft geleid en die al diverse malen is uitgesteld, eindelijk in zicht. Kunnen ze hun eigen ambities waarmaken en een nieuwe generatie wetenschappers inspireren?

Coldplay: A Head Full Of Dreams

NTR

Begin de film alstjeblieft niet met een band die het podium oploopt, geeft Chris Martin regisseur Mat Whitecross mee bij de start van Coldplay: A Head Full Of Dreams (105 min.). Dat is immers al zoooo vaak gedaan. Verder legt de zanger zijn lot volledig in handen van de filmmaker die de Britse popgroep al sinds 1996 kent en filmt. Martin hoeft de documentaire ook niet te zien. Anders komt hij toch maar in de verleiding om allerlei oekazes uit te vaardigen over wat er wel en niet in mag.

Waarna Coldplay, gevolgd door de camera, het podium van een volgepakt stadion in Sao Paulo opstapt en die film kan beginnen… Dat wordt uiteindelijk toch een vrij conventionele popdocu over de opkomst van een toonaangevende band. Dat Whitecross er vanaf het prille begin bij was, toen de leden elkaar als aspirant-muzikant ontmoetten op University College, betaalt zich wel uit in fraaie opnames van de allereerste optredens van de groep die later onder de noemer Coldplay zal doorbreken én in vrijwel ongelimiteerde toegang als diezelfde band inmiddels wereldberoemd is.

Die insidersblik wordt gecompleteerd door de groepsleden zelf, die aan de hand van Whitecross’ beelden (volledig offscreen) terugblikken op hun carrière. Het grote gebaar, waarmee ze de aarde veroverden, zat er vanaf het begin in. Net als, zeker bij Chris Martin, grote ambities. Al in 1998, toen zijn band nog gewoon een bandje was, voorspelde de frontman op camera dat Coldplay binnen de kortste tijd ‘een gigantische band’ zou zijn. ‘Over vier jaar zie je dit op de nationale televisie.’ In 2002, op de kop af vier jaar en drie dagen later, was de groep de hoofdact van het Glastonbury-festival.

In de navolgende jaren zouden er nog vele pieken volgen, maar ook diepe dalen en felle kritiek (‘muziek voor bedplassers’, aldus Oasis-ontdekker Alan McGee). Die worden in deze lijvige autobiografie stuk voor stuk grondig nagelopen. En dan, helemaal aan het eind, als alles is gezegd en elke hit is gespeeld (en luidkeels meegezongen), lopen ze na een diepe buiging naar het euforische publiek en de verplichte groepsknuffel onder een ovationeel applaus van het podium af en begint de aftiteling te lopen…

Six Dreams

Amazon Prime

Hoe een gelouterde profvoetballer uiteindelijk toch gewoon vader en voetbalfan blijkt te zijn. Nadat hij met zijn club Betis Sevilla met 5-0 is afgedroogd door FC Barcelona, neemt de Mexicaanse middenvelder Andrés Guardado zijn zoontje Máximo op de arm en gaat op weg naar de kleedkamer van de tegenstander. Messi, de beste speler van de wereld, heeft beloofd dat de peuter met hem op de foto mag. En die kans laat Guardado zich niet ontnemen.

De voormalige sterspeler van PSV is één van de hoofdpersonen van de zesdelige documentaireserie Six Dreams (358 min.) uit 2018, die tijdens het seizoen 2017-2018 worden gevolgd: Eduardo Berizzo, de nieuwe trainer van Betis’ stadgenoot en rivaal Sevilla. Middenvelder Saúl van Atletico Madrid. Iñaki Williams, spits van de zieltogende Baskische trots Athletic Bilbao. Amaia Gorostiza, de vrouwelijke voorzitter van de Baskische provincieclub Eibar. En de technisch directeur van het ambitieuze Girona, Quiquie Cárcel.

Gezamenlijk geven ze een heel aardig inkijkje in het wel en wee van de Primera Division, waar clubs die al jaren in de schaduw van Barcelona en Real Madrid opereren toch heel wat emotie losmaken. De filmmakers David Cabrera en Jordi Call zoomen zowel in op individuele thema’s (waaronder Guardado’s voortdurende strijd om fit te worden én blijven) als op zaken die de complete club aangaan (zoals de positie van de trainer, transfergeruchten en het in de kiem smoren van de onvermijdelijke crises).

Hoewel echt niet elke betrokkene steeds het achterste van zijn tong laat zien, komt Six Dreams verrassend dichtbij: bij teambesprekingen, tijdens onderhandelingen, op de tribune, bij commerciële plichtplegingen én in – het heilige der heiligen – de kleedkamer. Waar dik betaalde topvoetballers (en hun directe omgeving) dus ook maar gewone mensen blijken te zijn. Zoals Spaans international Saúl, die het echt niet droog houdt als zijn ploeggenoot en voorbeeld Fernando Torres afscheid neemt als voetballer.

La Cordillera De Los Suenos

Cinéart

Het land van Patrico Guzmáns jeugd is allang weggevaagd. De idealen van die tijd werden vermorzeld tijdens de staatsgreep van 1973, waarmee de gekozen leider Salvador Allende werd afgezet en in Chili een militaire dictatuur zou worden gevestigd, die tot 1990 onder leiding zou staan van de beruchte generaal Augusto Pinochet.

Gebleven is de Andes, het gebergte dat hij keerde kennen via afbeeldingen op lucifersdoosjes en dat tachtig procent van Chili bestrijkt. Het is als een muur die de Chilenen scheidt van de rest van de wereld, zeggen Guzmáns gesprekspartners in deze persoonlijke film. De rugleuning van een stoel, die niet vooruit of achteruit valt. Een moeder waarvan je weet, ook al zie je haar misschien niet, dat ze over je waakt.

In La Cordillera De Los Suenos (85 min.), de afsluiting van zijn trilogie over het land dat hij na de legercoup verliet, brengt Guzmán ze samen: de adembenemende beelden van het Andes-gebergte en zijn eigen herinneringen en die van bevriende kunstenaars aan de tijd dat hun wereld met grof geweld werd omgewoeld. Hij houdt de beide elementen bij elkaar met een kalme, bespiegelende voice-over.

Met beelden van een bevriende cameraman maakt Patricio Guzmán, in 2019 eregast van het IDFA, Chili’s jaren als dictatuur tastbaar, die hem voor het leven zou tekenen en waarvan ook zijn land, bijvoorbeeld in de vorm van een radicaal economisch model en de bijbehorende sociale ongelijkheid, nog altijd de sporen draagt. Alles wat Chili vroeger was is op de schroothoop gegooid, constateert de gelauwerde filmer. Intussen kijkt het Andes-gebergte, la Cordillera, onverstoorbaar toe.

Jiro Dreams Of Sushi

Jiro Dreams Of Sushi (82 min.) is een kleine film. Letterlijk. Het leeuwendeel van de documentaire speelt zich af op hooguit twintig vierkante meter. Zo groot is het restaurant van de 85-jarige Japanse sushimeester. Tien zitplekken, meer niet. En de wc is buiten. Lekker lang tafelen is er ook niet bij. Een snelle eter staat na een kwartier, en 30.000 Yen lichter, weer buiten. Toch is het, blijkbaar, een voorrecht om te mogen eten bij Jiro Ono in Tokyo. Hij is de oudste kok met drie Michelin-sterren.

Uiterste eenvoud schept zuiverheid, zoals een toonaangevende Japanse culinair journalist het omschrijft in deze fijne film van David Gelb uit 2011. De Japanse chef is een absolute ambachtsman, een relikwie van een verloren era waarin tijd en aandacht nog niet waren verdrongen door snel en voordelig. Jiro is tevens een strenge meester. Één van zijn leerlingen vertelt hoe hij eerst tweehonderd afgekeurde omeletten moest maken voordat er één goed werden bevonden. De tranen sprongen toen in z’n ogen.

De perfectionist Jiro werd automatisch een afwezige vader. Het lukte hem zelfs niet om op zondag thuis de vis aan te snijden. Hij was altijd aan het werk en droomde zelfs over sushi. Intussen zijn z’n beide zoons in zijn voetsporen getreden. Jongste zoon Takashi is elders een eigen restaurant begonnen. Oudste zoon Yoshikazu, vijftig inmiddels, staat nog altijd bij vader in de zaak. Hij wilde ooit straaljagerpiloot worden, maar wacht nu, geheel volgens de traditie, op zijn kans om de leiding over te nemen. Kan hij zijn onverslijtbare pa ooit overtreffen of zelfs maar evenaren?

In die zin vertelt Jiro Dreams Of Sushi, opgediend met ferme Philip Glass-muziek, een klassiek vader-zoon verhaal. Met de wisseling van de wacht dient zich straks ook onvermijdelijk het einde van een tijdperk aan. Dat tekent zich nu al af, getuige bijvoorbeeld het contrast tussen Jiro’s minieme restaurant en de enorme vismarkt, waar zijn oudste zoon tegenwoordig voor hem het neusje van de tonijn moet zien te vinden. Van een exclusief gerecht is sushi in de afgelopen jaren een massaproduct geworden. Een tekort aan kwaliteitsvis dreigt voor Jiro en zijn clientèle. Waardoor die uiteindelijk toch nog wel eens héél duur betaald zou kunnen worden.