Spellbound

Blitz/Welch

Spellen is geen spel – en toch ook weer wel. Van de circa negen miljoen Amerikaanse kinderen die meedoen aan spellingswedstrijden, dringen er uiteindelijk maar 249 door tot The Nationals, een tweedaags, landelijk toernooi in Washington, DC. En van hen gaan er daar, voorspelt de begintekst van deze gelauwerde documentaire van Jeffrey Blitz uit 2002 met bijna S-A-R-D-O-N-I-S-C-H genoegen, 248 een spelfout maken.

Spellbound (97 min.) volgt acht van deze spellers tijdens de 72e editie van The Scripps Howard National Spelling Bee in 1999. Eerst worden zij echter geportretteerd in hun T-H-U-I-S-S-I-T-U-A-T-I-E. De deelnemers, doorgaans hooguit twaalf of dertien jaar oud, komen uit alle delen van de Verenigde Staten en zijn soms nooit eerder in de hoofdstad geweest. De winnaar krijgt, behalve natuurlijk eeuwige roem, maar liefst 10.000 dollar.

Er zitten opvallend veel kinderen van buitenlandse afkomst tussen – alsof die zich extra willen/moeten bewijzen. Zoals Angela Arenivar uit Texas, de dochter van Mexicaanse immigranten die zelf nauwelijks Engels spreken. De Indiase ouders van Neil Kadakia zijn bloedfanatiek. Zijn voorbereiding op de wedstrijd wordt gepland als een militaire operatie. Neil oefent 7000 tot 8000 woorden per dag en mediteert ook F-R-E-Q-U-E-N-T.

Het studieuze meisje Nupur Lala, eveneens met wortels in India, deed al eens eerder mee aan de spellingswedstrijd. Toen werd ze in de derde ronde uitgeschakeld. Nu zint ze op sportieve wraak. Nupur moet ’t dit jaar bijvoorbeeld opnemen tegen April DeGideo, die zeker vijf tot zes uur per dag traint om de P-R-E-S-T-I-G-I-E-U-Z-E speltitel te winnen. Aprils ouders stimuleren haar om ook eens gewoon met vriendinnen af te spreken.

Harry Altman, een hyperactief joch uit New York, speelt gitaar, doet graag een robot na en heeft een echt B-E-U-G-E-L-B-E-K-K-I-E. En als hij naar de juiste letters zoekt, wordt zijn hele lijf één groot vraagteken. De alleenstaande moeder van het Afro-Amerikaanse meisje Ashley White weet ’t intussen zeker. ‘My baby gonna win.’ De wens is ongetwijfeld de vader van de gedachte: moeder en dochter kunnen die 10.000 dollar goed gebruiken.

Precies halverwege schakelt Spellbound door naar The Grand Hyatt Hotel voor de wedstrijd. Als de spelopdracht is gegeven, volgt vaak nog de vraag naar de definitie of achtergrond van het woord. En dan staan de spel(l)ers er helemaal alleen voor. S-P-A-N-N-O-N-D-! Nerveus wachten ze na het spellen af of het belletje voor een fout antwoord klinkt. Als het klingelen uitblijft, hoeven ze de wedstrijd (nog) niet te verlaten.

Met I-N-G-E-N-I-E-U-Z-E vormgeving laat Blitz steeds zien wie van de acht hoofdpersonen nog in de race zijn voor de overwinning en hoeveel deelnemers de voorgaande ronden überhaupt hebben overleefd. Bij het laatste deel van de afvalrace, die zowaar live wordt uitgezonden door de Amerikaanse sportzender ESPN, zijn er nog vijf bekende gezichten in competitie. Zij moeten 41 concurrenten afschudden.

Spellbound is echter meer dan een klassieke T-O-E-R-N-O-O-I-D-O-C-U. De wedstrijd is in wezen niet meer dan een arena voor kinderen van allerlei verschillende achtergronden – en niet te vergeten: hun ouders – om hun versie van de American Dream na te jagen. En dat is van alle tijden. In 2020 kwam er dan ook een vervolg op Spellbound, Spelling The Dream, die ook ingaat op waarom spellen zo populair is bij Indiase Amerikanen.

De kinderen van Spellbound zijn nu overigens allang volwassen. In 2015 keek The Smithsonian al wat er toen van de deelnemers was geworden. Op de Wikipedia-pagina van de documentaire is een actuele stand van zaken te vinden.

Disco: Soundtrack Of A Revolution

PBS/BBC

ABBA, Donna Summer, Village People, The Bee Gees en John Travolta in een wit pak op de dansvloer. Zomaar wat associaties rond het fenomeen ‘disco’ bij de start van deze driedelige docuserie van Louise Lockwood en Shianne Brown. En meteen een constatering erbij: disco is terug. Van nooit weg geweest. Ook al staat volgens sommige haters nog altijd als een paal boven water: disco sucks.

Disco: Soundtrack Of A Revolution (153 min.) gaat terug naar het New York van de jaren zeventig. Na de zogenaamde Stonewall-rellen van 1969 ontstaat in de huiskamer van David Mancuso een nieuwe, inclusieve scene, waarbinnen ook gekleurde Amerikanen, feministische vrouwen en de LHBTIQ+-gemeenschap hun plek vinden. Tijdens deze feesten in ‘The Loft’ wordt de basis gelegd voor een muziekstroming die in het navolgende decennium de hele wereld zal veroveren: D.I.S.C.O.

Aflevering 1 schetst met wegbereiders, ‘early adopters’ en kenners hoe de ondergrondse danscultuur volwassen wordt. Daarbij wordt disco ook nadrukkelijk in z’n maatschappelijke context geplaatst, als onderdeel van de tweede feministische golf, Black Power en de homo-emancipatie. In het tweede deel, over de hoogtijdagen van het even geliefde als verguisde genre, komen de (sub)toppers aan het woord: Thelma Houston, George McCrae, Anita Ward en één van de discodiva’s, Candi Staton.

Bijzondere aandacht is er dan voor de New Yorkse club Studio 54, dé plek voor seks, drugs & disco. Waar zien en gezien worden het parool is. Tenminste volgens één van de oprichters van de ‘place to be’, Carmen D’Alessio. Andy Warhol zou volgens haar bijvoorbeeld nog naar de opening van envelop gaan, bang dat hij anders iets zou missen. Het succes van disco barst daarna helemaal uit z’n voegen met de film Saturday Night Fever, waarmee John Travolta en The Bee Gees wereldsterren worden.

En dan begint het genre volgens de echte trendsetters, waarop deze gedegen miniserie zich vooral concentreert, z’n ziel kwijt te raken. Illustratief is het verhaal van Village People, een groep die allerlei homostereotypen presenteert aan een groot publiek. Een paard van Troje zogezegd, maar discopuristen moeten er niks van hebben. ‘Je had baggermuziek van baggerplatenmaatschappijen die voor het snelle geld gingen’, zegt Ana Matronic van Scissor Sisters in de slotaflevering.

De markt raakt oververzadigd. Intussen bereikt de weerzin tegen disco een nieuw hoogtepunt. Op 12 juli 1979 wordt er in het sportstadion Comiskey Park, waar het plaatselijke honkbalteam The Chicago White Sox ‘t opneemt tegen The Detroit Tigers, een heuse ‘Disco Demolition’ georganiseerd door de radiodeejay Steve Dahl. Gekleed in een militair uniform brengt hij discoplaten tot ontploffing. Een ludieke actie of toch een moderne variant de boekverbrandingen? De meningen verschillen.

Het mediaspektakel luidt in elk geval het begin van het einde in voor de lijfmuziek van de Amerikaanse LHBTIQ+-gemeenschap, die in dezelfde tijd ook wordt overvallen en gestigmatiseerd door de AIDS-epidemie. En die tragische crisis vormt tevens het ‘point of no return’ van deze gesmeerd lopende productie, die zeker in het nostalgiecircuit gretig aftrek zal vonden. Want daarna neemt disco vanuit datzelfde Chicago ongenadig wraak, onder een nieuwe noemer: house.

Shadowland

Peacock

Als er geen gedeelde waarheid meer lijkt te bestaan, een ‘Us vs. Them’-mentaliteit heeft postgevat aan beide uitersten van het politieke spectrum en sommige leiders dat liever exploiteren dan bestrijden, kan dit een samenleving in het hart raken. De verdeeldheid in de Verenigde Staten is voor The Atlantic in 2020 aanleiding om het Shadowland-project te starten. Het Amerikaanse tijdschrift wil onderzoeken hoe complottheorieën het land ontwrichten. De zesdelige docuserie Shadowland (320 min.) van Joe Berlinger is gebaseerd op deze artikelenreeks en portretteert gewone Amerikanen die de afgelopen jaren in een ‘complotfuik’ terecht zijn gekomen, waaronder ook enkele mensen die hebben meegedaan aan de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021. Met compassie, geduld en begrip voor hun positie en gevoel van onrechtvaardigheid, maar ook onafhankelijk en kritisch. Zónder ook meteen hun ideeën of methoden te omarmen.

Pauline Bauer, de eigenaresse van een pizzeria in Pennsylvania ging op 6 januari bijvoorbeeld met de meute het Capitoolgebouw binnen en wacht nu op berechting. Ze riskeert twintig jaar cel. Haar man en zoon willen niet gefilmd worden, maar zelf verhaalt Pauline onverbloemd over hoe ze tijdens de financiële crisis van 2008 haar complete pensioen kwijt is geraakt op de aandelenmarkt. Toen bijna alles was afbetaald, moest haar zaak in 2020 dicht vanwege het Coronavirus. Door de ‘plandemic’ lijkt ze definitief geradicaliseerd. Inmiddels gelooft Pauline in De Nieuwe Wereldorde, die in handen zou zijn van het Vaticaan, de koninklijke familie en ‘de dertien elitefamilies’, waaronder de Rothschilds en de Rockefellers. ‘We moeten in opstand komen’, zegt ze. ‘We moeten vechten. Daarom was ik erbij op 6 januari.’ Op advies van de bouwvakker, autonome burger en ‘rechtsdeskundige’ Bobby Lawrence besluit Pauline zichzelf te gaan verdedigen in de rechtbank – en werkt ze zich ongenadig in de nesten.

Voor ‘Google-klokkenluider’ en ondernemer Zach Voorhies en ‘onderzoeksjournalist’ Maryam Henein vormen hun theorieën over de wereld tevens een businessmodel. Dat resulteert in een eindeloze stroom YouTube-video’s, podcasts en optredens bij dubieuze media. Ze leerden elkaar kennen via de infame Infowars-show van de ultieme complotroeper Alex Jones. Nu zijn de twee onafscheidelijk. Ook letterlijk: ze komen nauwelijks het huis uit. Maryam: ‘Ik grap altijd: wie heeft er nou seks en luistert samen naar Yuri Bezmenov?’ Behalve een opmerkelijke voorliefde voor een anticommunistische activist vinden de twee elkaar ook in hun strijd tegen de manier waarop de ‘deep state’ COVID-19 heeft gebruikt om de wereldbevolking te knechten. Dat brengt ze overigens zeker niet alleen voorspoed. Het stel wordt volgens Maryam, die zich ernstig miskend voelt, behandeld als ‘ongevaccineerd ongedierte’. Ze liggen zowel met hun familie als allerlei instanties overhoop en overwegen of ze elders moeten gaan wonen.

Het zijn herkenbare verhalen, ook binnen de Nederlandse context, waarbij inmiddels vertrouwde begrippen als QAnon, pedonetwerken, de ‘Main Stream Media’, cancelcultuur en omvolking de revue passeren en – door de sociale media aangejaagde – verwarring, woede en totale zelfoverschatting zichtbaar worden. In deze ijzersterke serie, die echt de tijd neemt om z’n personages uit te diepen en gedurende een langere periode te volgen, komen bijvoorbeeld ook de zelfbenoemde leider van de ‘vaccinpolitie’, een tegen mondkapjes strijdende psychiatrisch verpleegkundige en de aalgladde predikant Greg Locke die Amerika ‘wakker’ wil schudden in beeld. Journalisten van The Atlantic zorgen tussendoor voor duiding. ‘Het voelt goed om te denken dat je het geheim achter rijkdom en macht kent’, vertelt redacteur Ellen Cushing bijvoorbeeld, die als tiener zelf in complotten geloofde. ‘Dat voelt alsof je high bent.’

Cushing en haar collega’s volgen natuurlijk ook de geldstromen achter al die nefaste theorieën, want de handel in woede en complotten heeft zich ontwikkeld tot een miljardenindustrie. ‘Klaar met een overheid die onze rechten afpakt die nota bene in de grondwet zijn vastgelegd’, houdt Liz Wheeler het publiek van haar eigen podcast bijvoorbeeld voor. ‘Straks meer, maar nu eerst…’ Waarna ze een product aanprijst, waarop de kijker een zeer aantrekkelijke korting kan krijgen. Zulke schaamteloos geëxploiteerde woede heeft z’n tentakels inmiddels uitgeslagen naar alle uithoeken van de Verenigde Staten en zaait daar ongenoegen en verdeeldheid. Dat is funest voor de sociale cohesie in een samenleving, zoals deze serie op een ontluisterende manier aantoont, en kan volgens historicus Jeffrey Herf ook zomaar tot geweld leiden. Het leeuwendeel van de in Shadowland geportretteerde complotdenkers lijkt bovendien helemaal niet gelukkig te zijn in de alternatieve realiteit, die wij met z’n allen zouden moeten leren kennen.

Judy Blume Forever

Prime Video

Die brief vergeet ze nooit meer. Het was een lijvig schrijven. De uitgeverijen die ze tot dan toe een manuscript had gestuurd maakten zich er doorgaans met een Jantje van Leiden vanaf. Dit was echter andere koek. Die kennis van haar echtgenoot, een succesvolle kinderboekenschrijver, was er eens goed voor gaan zitten. Halverwege had hij een zin vetgedrukt: So get a fresh hanky out and sit back for your first lesson as a would-be pro. De boodschap was Judy Blume toen al wel duidelijk: ze kon er he-le-maal niets van. Wat ze, toch weer hoopvol, had doorgestuurd, werd door hem genadeloos afgeserveerd.

Ze werd er strijdbaar van, vertelt ze in het portret Judy Blume Forever (97 min.). ‘Ik zal die vent eens wat laten zien!’ En de rest kan dus, ook als je in de jaren zestig bent begonnen als een doorsnee Amerikaanse huismoeder, geschiedenis worden: met klassiekers zoals Are You There, God? It’s Me, MargaretFudge en Blubber groeide ze uit tot de succesvolste Amerikaanse (kinderboeken)schrijfster. Een vrouw die als geen ander de taal sprak van pubers, opgroeiende meisjes in het bijzonder. Niet alle volwassenen waren daarover meteen enthousiast. ‘Wanneer ga je nu eens een echt boek schrijven?’ zeiden kennissen tegen haar, herinnert ze zich in deze film van Davina Pardo en Leah Wolchok.

Intussen werd ze overspoeld door brieven van tienermeisjes, die allerlei praktische vragen voor haar hadden. ‘Dear Judy’, begonnen die dan en daarna volgden vragen over borsten, menstruatie en seks. ‘Je hebt misschien gemerkt dat ik problemen op jou afreageer’, leest Lorrie Kim, die al sinds haar negende met Blume schrijft, bijvoorbeeld voor uit één van haar eigen brieven. ‘Ik kan tegen niemand anders praten. Eerst schreef ik in mijn dagboek, maar iedereen blijft dit lezen.’ Even later laat Kim trots de eerste van vele brieven zien dat ze van die beroemde schrijfster heeft ontvangen. ‘Wat een mooie brief. Zit je echt in groep zes? Je klinkt ouder.’ Waarna Blume steevast een optimistische levensles liet volgen.

Als deze film wat al te braaf dreigt te worden, bereikt die het einde van de jaren zeventig waarin de dan al tweemaal gescheiden Judy Blume een boek voor volwassenen schreef, het onstuimige Wifey. Daarna begon er met het aantreden van de Republikeinse president Ronald Reagan een conservatieve wind in haar land te waaien. De activiste Phyllis Schlafly pleitte bijvoorbeeld ronduit voor het verbannen van Blume-boeken uit scholen en bibliotheken, een sentiment dat tegenwoordig opnieuw flink opspeelt en in Nederland bijvoorbeeld al heeft geresulteerd in een hetze tegen kinderboekenschrijver Pim Lammers en ophef rond de Week van de Lentekriebels van het expertisecentrum seksualiteit Rutgers.

Daarmee krijgt Judy Blume Forever – opgeleukt met kleurrijk gevisualiseerde boekfragmenten, enkele bekende fans zoals schrijfster, regisseur en actrice Lena Dunham, comedian Samantha Bee en actrice Molly Ringwald en Blume’s vakzusters Mary H.K. Choi, Jacqueline Woodson en Tayari Jones – het kartelrandje en de urgentie die de documentaire dan ook wel even kan gebruiken. Verder is het een lieve en toch relevante film. Over een vrouw die jonge meisjes een eigen stem heeft gegeven in de Amerikaanse literatuur, waardoor ze zichzelf en de wereld beter konden begrijpen.

The Bee Gees: How Can You Mend A Broken Heart

Barry Gibb, 75 jaar inmiddels, is de laatste der Bee Gees. De andere twee broers, de tweeling Robin en Maurice, zijn al enige tijd overleden. Met de soundtrack voor de film Saturday Night Fever maakten ze in 1977 het best verkochte album aller tijden. Totdat Michael Jackson hen met Thriller van de troon stootte. Hun muziek leeft echter voort, zoals dat dan zo mooi heet.

Frank Marshall stoft de roerige geschiedenis van de drie gebroeders vakkundig af in The Bee Gees: How Can You Mend A Broken Heart (111 min.). Via interviews met Barry, oude vraaggesprekken met zijn broers, herinneringen van intimi en de verplichte loftuitingen van collega’s (zoals Eric Clapton, Noel Gallagher, Chris Martin en Justin Timberlake; hun bijdragen passen overigens zo in dit hilarische Twitterdraadje) tekent hij hun opkomst, ondergang én wederopstanding op.

Het verhaal moge bekend zijn: hoe de Gibb-broers in de sixties, als een soort Australische surrogaat-Beatles, eerst uiterst succesvol werden, vervolgens ernstig gebrouilleerd raakten en daarna, via het ontdekken van hun eigen falsetstem, de weg omhoog terugvonden in de hoogtijdagen van disco. Met kneiterhits als Stayin’ Alive, How Deep Is Your Love en Night Fever als gevolg – en een positie als pispaal voor alle discohaters.

Intussen raakte hun jongere broer Andy Gibb, die op eigen kracht een tieneridool was geworden, steeds verder in de problemen en begonnen de Bee Gees zich toe te leggen op het produceren van collega’s als Barbra Streisand, Diana Ross en Celine Dion. Totdat de tijd hen definitief inhaalde. Het is een tamelijk stereotiep popverhaal, dat nochtans met veel plezier wordt verteld en natuurlijk helemaal is volgestort met hits.