Y A-T-Il Un Dealer Dans L’Avion?

Netflix

‘De feiten in deze documentaire zijn nauwkeurig gecontroleerd’, waarschuwt de driedelige serie Y A-T-Il Un Dealer Dans L’Avion? (132 min.) bij aanvang. ‘Het is echter mogelijk dat sommige mensen niet de volledige waarheid vertellen.’ En dat vinden Olivier Bouchara en Jérôme Pierrat, de makers van deze kokette real life-misdaadkomedie, helemaal niet erg. Die dubbelheid kunnen ze naar hartenlust uitspelen, met rücksichtslos tegen elkaar weggesneden personen en volstrekt tegenstrijdige verklaringen, liefst in splitscreen.

Op 19 maart 2013 worden de vier inzittenden van een Franse privéjet, voor het oog van een camera van het antidrugsagentschap DNCD, aangehouden op het vliegveld Punta Cana in de Dominicaanse Republiek. Het is de piloten Bruno Odos en Pascal Fauret al snel duidelijk waarnaar de agenten op zoek zijn: ‘mucha drogas’. Uiteindelijk worden er 26 koffers aangetroffen in het vliegtuig, met in totaal bijna zevenhonderd kilo cocaïne. Ook de twee passagiers Nicolas Pisapia en Alain Castany, die als enige niet in deze productie participeert, weten natuurlijk van niks.

De kwestie komt bekend te staan als de zaak Air Cocaïne, waarbij ook de voormalige Franse president Nicolas Sarkozy nog even betrokken raakt. Hij werpt alle beschuldigingen ver van zich. Sterker: dat doen alle verdachten. Niemand is schuldig! Of we ze maar op hun al dan niet blauwe ogen willen geloven. Bouchara en Pierrat geloven alvast he-le-maal niemand. Tenminste, als we dan weer afgaan op de montage van deze miniserie. Van vrijwel elke persoon wordt met kekke vormgeving, koddige muziek en pure ongein een (karikaturaal) personage gemaakt.

Zelfs de Franse onderzoeksrechter Christine Saunier-Ruellan, die de vier, ogenschijnlijk op heterdaad betrapte verdachten van grootschalige drugssmokkel eveneens in de peiling heeft gekregen, ontkomt niet aan spontane terzijdes, beeldgrapjes en ongepaste close-ups. Zij speelt het spel ook lekker mee. Met veelkleurige stiften onderstreept of omcirkelt de steile Française desgevraagd op enorme vellen papier de belangrijkste speerpunten of conclusies van haar onderzoek. En ook het standvastig in de camera blikken beheerst Saunier-Ruellan als weinig anderen.

Of ‘t moet het olijke driemanschap zijn, dat een onbezonnen bevrijdingsactie op het Caraïbische eiland op touw zet voor de twee piloten. Ze zijn ‘t over werkelijk niets eens: de klunzige luchtvaartveiligheidsspecialist (Christophe Naudin), mediageile Europarlementariër van het Front National (Ayméric Chauprade) en stronteigenwijze ex-militair die graag in het gezelschap van good old Jean-Marie Le Pen verkeert (Pierre Malinowski). Mengen ze zich in de zaak vanuit de pure goedertierenheid van hun hart of toch om de belangen van de georganiseerde misdaad te dienen?

Aldus ontspint zich in Y A-T-Il Un Dealer Dans L’Avion? een aardig spelletje Cops & Robbers, waarbij drugssmokkel wordt gereduceerd tot een vermakelijke schelmenstreek, volledig ontdaan van z’n ethische component of maatschappelijke schade. Waarna het aan advocaten, met lekker opzichtige kapsels of gezeten in een decor van koffers, is om de verdachten bij de rechter vrij te pleiten. Liefst allemaal.

Bruin Jackson Superstar

NTR

Kunstenaar Bruin Parry heeft weer eens een onbezonnen idee. Als enorme fan van Michael Jackson heeft hij zich nu voorgenomen om diens opvolger te worden als ‘The King of Pop’: Bruin Jackson Superstar (50 min.). ‘Er zijn al te veel kunstenaars met het syndroom van Down’, zegt hij bij het ontbijt tegen zijn familieleden. ‘Maar muziek is mijn echte droom.’

Zijn broer Beau Parry heeft er z’n twijfels bij. ‘Ik vind dat Bruin geweldig veel talent heeft en dat ontzettend benut heeft in de afgelopen jaren’, zegt die. ‘Hij schildert, hij tekent, hij danst, hij kan heel goed fotograferen.’ Bruin is altijd creatief bezig en heeft daarmee ook veel succes. Zijn werk hangt in musea. En als ontwerper werkt hij voor bekende merken. Alleen bij dat zingen denkt Beau: is dat nou echt nodig? ‘Want ja, het is misschien niet zijn grootste talent.’

Zijn ouders Anja en Alain zijn vooral bang dat hun 24-jarige zoon straks op het podium zal worden uitgelachen. Bruin Parry’s vriend en werkgever, beeldend kunstenaar Jan Hoek, is ook niet zo overtuigd van zijn vocale talenten. Hij vindt wel dat Bruin die nauwelijks te definiëren ‘X-factor’ heeft. En Bruins tante Sandra Parry legt alle verwikkelingen rond haar neef, die inmiddels een manager, producer en choreograaf heeft gecharterd voor z’n muzikale carrière, vast op film.

Bruin wil daarnaast ook wel eens een vriendinnetje. Dat is bijna net zo belangrijk als de muzikale carrière, die in nauwe samenwerking met zijn ‘soulmate’ Hoek heel serieus in de steigers wordt gezet. Abel van Gijlswijk (Hang Youth) zegt z’n medewerking toe, Katja Schuurman draaft op in een videoclip en Stefano Keizers levert weer een alter ego (Donny Ronny). Met deze professionele entourage werkt Bruin Parry aan z’n officiële debuutalbum.

Naarmate de presentatie van Cowboy van de Jordaan in de Amsterdamse concertzaal de Melkweg dichterbij komt in de zomer van 2024, registreert tante Sandra echter hoe de spanning bij haar neef toeneemt. Is hij wel in de wieg gelegd voor het podium? En wat zou het meisje dat hij inmiddels op het oog heeft eigenlijk vinden van zijn muzikale verrichtingen? Zijn kompaan Jan Hoek maakt er echter een soort project van om Bruin naar de albumlancering te loodsen.

Dat is natuurlijk ook de vraag die boven deze film hangt: waar zou Bruin als kunstenaar zijn zonder de support van alle profi’s die hem volhartig ondersteunen? En wat is ‘t tegelijkertijd tof dat dat ene chromosoompje meer niet hoeft te betekenen dat je geen kunstenaar kunt worden – al gebiedt de eerlijkheid ook om te zeggen dat de Nederlandse King of Pop ’t inderdaad eerder van z’n creativiteit, charme en geestdrift moet hebben dan van zijn zangkwaliteiten.

Dat mag – en kan – de pret echter niet drukken.

Villeneuve Pironi

SkyShowtime

‘Ik heb hem de oorlog verklaard’, zou Formule 1-coureur Jacques Villeneuve na afloop van de race hebben gezegd. Hij voelde zich verraden door een man waarvan hij dacht dat het zijn vriend was, teamgenoot Didier Pironi. Die had doelbewust een vaste Ferrari-afspraak gebroken, die tijdens de wedstrijd zelfs nog eens was bevestigd: als er twee ploeggenoten op kop liggen, gaan ze elkaar niet meer proberen te passeren. Nummer één blijft dus nummer één.

Dat bleek, tijdens die veelbesproken race op het circuit van Imola van 25 april 1982, echter buiten Pironi gerekend. Vlak voor tijd haalde hij via een slinkse manoeuvre de koploper Villeneuve alsnog in. Die was na afloop ziedend op zijn Franse collega. Al had hij misschien kunnen vermoeden dat die niet zoveel waarde hechtte aan hun vriendschap. Toen Didier Pironi even daarvoor in het huwelijk was getreden met Catherine Bleynie-Larsen, was zijn Canadese teamgenoot helemaal niet uitgenodigd. En had Villeneuve’s vrouw al niet over hem gezegd ‘what you see is not what you get’?

En toen, slechts twee weken later, kwam het voorval in Imola, dat anders hooguit een aardige anekdote voor autosportfanaten zou zijn geworden, tijdens de kwalificatietrainingen voor de volgende Formule 1-wedstrijd, de Grand Prix van België op het circuit van Zolder, ineens in een totaal ander daglicht te staan. De dramatische Grand Prixs van Montreal en Hockenheim en die ene offshore powerboatrace om de Needles Tropy, nabij het Britse eiland Wight, moesten toen bovendien nog volgen. Méér dan genoeg stof voor een enerverende documentaire: Villeneuve Pironi (98 min.)

Een kleine veertig jaar later maakt filmmaker Torquil Jones de schade op van de toxische rivaliteit tussen de twee autocoureurs. Hij spreekt met werknemers van het Ferrari-team, Formule 1-insiders en hun concurrenten Alain Prost, Jackie Stewart en Jody Scheckter en probeert vat te krijgen op de persoonlijke implicaties van hun vete met Villeneuve’s vrouw Joann en kinderen Melanie en Jacques (die zelf ook in de Formule 1 zou belanden) en Pironi’s geliefden Catherine Bleynie-Larsen en Catherine Goux. Zij zorgen ervoor dat het tragische relaas van Gilles Villeneuve en Didier Pironi toch nog een happy end krijgt.

Een soort van happy end, tenminste. Voor een verhaal, waarin de werkelijkheid weer eens vreemder blijkt te zijn dan fictie.

L’Affaire D’Outreau

L’ AFFAIRE D’ OUTREAU

Alleen het drinken van het bloed van hun slachtoffers ontbreekt. Verder zou het pedonetwerk dat aan het begin van de 21e eeuw in de Noord-Franse gemeente Outreau wordt opgerold zomaar afkomstig kunnen zijn uit de eerste de beste complottheorie. Ga maar na: een gewelddadig en geperverteerd echtpaar uit een grauwe achterstandsflat, een hele stoet doortrapte handlangers uit de bijbehorende probleemwijk Tour du Renard, volledig ontsporende ‘feestjes’, concrete verklaringen over stuitend misbruik door hun eigen (stief)zoons en talloze andere kinderen uit de directe omgeving én internationale verspreiding van het beeldmateriaal daarvan. En dan blijkt er ook nog een onbekend vijfjarig meisje te zijn vermoord, afkomstig uit het België van Dutroux.

De jonge onderzoeksrechter Fabrice Burgaud lijkt op ‘de zaak van de eeuw’ te zijn gestuit en laat in totaal zeventien mensen vastzetten. Maar zijn ze wel schuldig? Wat is er werkelijk gebeurd? Is er überhaupt iets gebeurd? Olivier Ayache-Vidal en Agnès Pizzini trekken L’Affaire D’Outreau (198 min.) in deze vierdelige hybride van docu en drama helemaal leeg met een paar slachtoffers, enkele verdachten, hun advocaten, politiemensen en journalisten. De geruchtmakende zaak staat of valt bij de bloemrijke verklaringen van Myriam Badaoui, de moeder van het probleemgezin. Die beginnen met beschuldigingen tegen haar echtgenoot Thierry Delay, een dronkelap met perverse neigingen, en zullen gaandeweg steeds meer mensen uit hun directe omgeving gaan bevatten.

Als die tijdens uitgebreide politieverhoren ook zelf belastende verklaringen afleggen, die bovendien lijken te worden bevestigd door allerlei kinderen, is het spel op de wagen. Ayache-Vidal en Pizzini brengen dit bijzonder ingenieus in beeld met nagespeelde politieverhoren en rechtbankzittingen, gebaseerd op de officiële verslagen daarvan. In een slim geconstrueerd decor, dat vreemd genoeg aan zowel The Garry Shandling Show als Lars von Triers Dogville doet denken, worden niet alleen cruciale gebeurtenissen gereconstrueerd met acteurs, maar lopen ook de echte personen rond. Zij geven hun alter ego’s tips over wie zij destijds waren en hoe ze zich toen voelden en leveren commentaar op de scènes die zich voor hun ogen afspelen.

Die artistieke keuze zorgt voor een onweerstaanbaar Droste-effect en geeft de verhoren, waarin tunnelvisie en suggestie echte waarheidsvinding in de weg lijken te hebben gestaan en verdachten slim tegen elkaar worden uitgespeeld, tegelijkertijd extra authenticiteit. Gewone mannen worden plotseling behandeld als kinderverkrachter. ‘De politie was erop gericht om je te laten bekennen’, vertelt Alain Marécaux, een plaatselijke deurwaarder die door diepe dalen gaat. ‘Op een gegeven moment staan er dan vijf of zes van hen tegen je te gillen, krijsen en schreeuwen. Ze willen dat je zegt wat zij willen horen.’ Voor Marécaux is de zaak extra pijnlijk: hij is in de problemen gekomen door een verklaring van zijn eigen zoon François-Xavier. En die heeft daarover een enorm schuldgevoel.

Met zulke schrijnende verhalen, geïllustreerd met archiefmateriaal van de gigantische mediahype rond het pedofielennetwerk en dramatische beelden van de definitieve ontmanteling van de Tour du Renard-flatgebouwen in latere jaren, maakt deze superieur vertelde miniserie tastbaar hoeveel leed L’Affaire D’Outreau heeft veroorzaakt. Bij mannen die verdacht werden van zo’n beetje het ergst denkbare misdrijf en in de gevangenis letterlijk werden bespuugd. Bij advocaten die machteloos moesten toezien hoe hun cliënten – soms tegen elke logica in en meestal zonder enig fysiek bewijs – werden veroordeeld. En bij de betrokken kinderen, die het contact met hun ouder(s) verloren, verdwenen naar pleeggezinnen en/of zich soms nog altijd niet gehoord voelen.

Want ook dat lijkt een onvermijdelijk gevolg van ‘Outreau’: als alle rook is opgetrokken overheerst niet alleen het gevoel dat deze zaak wel héél veel verliezers kent, maar ook dat er nog altijd vragen onbeantwoord zijn gebleven. En zoals dat gaat bij kwesties die een heel volk in beroering brengen, kunnen die zomaar een voedingsbodem vormen voor nieuwe verhalen.

Begin 2024 verscheen er op Netflix nog een serie over De Zaak Outreau: Outreau: Un Cauchemar Français.

Romy Et Alain, Les Éternels Fiancés

Arte

Wat uiteindelijk een levenslange liefde zal worden, begint als een promotiestunt. Om de aandacht alvast te vestigen op de film Christine (1958), die ze samen gaan opnemen, wacht hoofdrolspeler Alain Delon zijn co-ster Romy Schneider op het Parijse vliegveld Orly op met een enorme bos rode rozen. Die zijn netjes door de productie van de film aangeschaft. De twee hebben elkaar nog nooit ontmoet.

De foto’s van de Franse ‘bad boy’ en de bevallige Duitse actrice, die dan al een filmlegende is door haar suikerzoete rol als de Oostenrijkse keizerin Sissi, kunnen direct de bladen in. Echte liefde tussen de twee iconen van de Europese cinema zal dan niet lang meer uitblijven, volgens de bitterzoete tv-docu Romy Et Alain, Les Éternels Fiancés (52 min.) van regisseur Olivier Monssens.

Terwijl zijn carrière een vlucht neemt, stelt een alwetende verteller, lijkt die van haar echter te stagneren. Illustratief is een interview dat Delon, met Schneider aan zijn zijde, geeft tijdens het filmfestival van Cannes in 1962. Nadat de journalist hen heeft bedankt voor het gesprek, zegt die per abuis ‘tot ziens, Sissi en Alain Delon’. Schneider reageert als door een adder gebeten en toch poeslief: ‘Niet Sissi!’

De sporen van de geliefden beginnen daarna uiteen te lopen en leiden tot een breuk. Pas bij de opnames voor de film La Piscine (1969) ontmoeten Delon en Schneider elkaar weer, waarna ze elkaar nooit meer helemaal loslaten. Voor de geschiedenis van deze twee levens, in de verf gezet met film- en backstagebeelden, gaat Monssens te rade bij hun biografen en de conservator van een Romy Schneider-tentoonstelling.

Regisseur Costa-Gavras, fotograaf Jean-Marie Périer, acteur Sophie Grimaldi, producent Alain Terzain en regisseur Volker Schlöndorff zetten ondertussen de puntjes op de i in dit tijdloze liefdesverhaal over twee Europese filmsterren die zich, waarschijnlijk zonder dat ze het letterlijk hebben uitgesproken, voor het leven met elkaar verbinden. Totdat de dood ook hen scheidt.

Nuit Et Brouillard

Het is onmogelijk voor ons, kinderen van de 21e eeuw, om mentaal terug te keren naar de jaren van direct na de Tweede Wereldoorlog. Toen de volle omvang duidelijk begon te worden van wat Nazi-Duitsland had aangericht. Nuit Et Brouillard (32 min.) dateert uit die periode. 1955, om precies te zijn. Tien jaar na de capitulatie van de Duitsers is het bloed in Auschwitz opgedroogd, groeit er onkruid en is het bedrieglijk stil. Toch ademt de plek waar ooit de dood regeerde volgens verteller Michel Bouquet nog altijd onheil.

Het is voor ons – kijkers die zich vast al eens hebben ondergedompeld in pak ‘m Holocaust, Shoah, Schindler’s List, Night Will Fall en/of Son Of Saul – natuurlijk onmogelijk om weer níet te zien. Om deze korte, essayistische documentaire van de vermaarde Franse cineast Alain Resnais (Hiroshima Mon Amour, L’Année Dernière A Marienbad en Mon Oncle D’Amérique) te bekijken zoals hij destijds is gezien. Door mensen die de oorlog zelf hadden meegemaakt, dagelijks worstelden met de gevolgen ervan of hem maar al te graag probeerden te vergeten.

De militaire parades, de spoorlijnen, de barakken, natuurlijk. Het prikkeldraad, het afbeulen, het gas, niet (nooit!) te vergeten. Iconische beelden ook van Tsvi Chaim Nussbaum, dat hartverscheurende jongetje in het getto van Warschau, en van Settela, het Nederlandse zigeunermeisje in de trein naar het vernietigingskamp dat toen, in de jaren vijftig, nog onterecht voor een Joodse tiener werd aangezien. En het ogenschijnlijk onbekommerde leventje van de kampbewakers afgezet tegen het ronduit onbeschrijflijke leed van de door hen bewaakten.

Scriptschrijver Jean Cayrol, zelf een overlevende van de kampen, brengt die tragedie tóch onder woorden. Hij heeft verteller Bouquet voorzien van een messcherpe tekst. ‘De mensen die links staan worden aan het werk gezet’, laat hij hem bijvoorbeeld droog constateren, bij beelden van rijen gevangenen in het kamp. ‘En de mensen rechts hebben nog een paar minuten voordat ze worden vernietigd.’ En dat lot, het onmenselijke einde en de al even inhumane afhandeling daarvan, wordt door Resnais zéér expliciet in beeld gebracht.

Nuit Et Brouillard wordt daardoor niets minder dan een hellegang door het vernietigingskamp, die ook een kleine zeventig jaar later nog altijd nauwelijks om aan te zien is. Terwijl kijken, onder ogen blijven zien, erkennen, eigenlijk niets minder dan onze collectieve plicht is.

Soupçons: Les Dessous De L’Affaire Wesphael

Netflix

Heeft ze de hand aan zichzelf geslagen? Of is Véronique Pirotton toch vermoord door haar echtgenoot? Op die fatale 31e oktober van 2013 verbleven ze samen op kamer 602 van Hotel Mondo te Oostende. Daar hadden ze eerst uitbundig de liefde bedreven – eerst tot vermaak en later tot ergernis van andere hotelgasten – en vervolgens gigantisch ruzie gemaakt. De consternatie eindigde met een enorme dreun.

Die echtgenoot was een bekende Belg, de Waalse politicus Bernard Wesphael. Hij had de schijn tegen: zijn vrouw had een affaire. Al houdt Wesphael in Soupçons: Les Dessous De L’Affaire Wesphael (179 min.) bij hoog en bij laag vol dat hij daarvan geen idee had. Hij meende dat ze last had van een stalker. Onzin! stellen familieleden van het slachtoffer. Wesphael liegt dat hij zwart ziet. En hij is zo schuldig als wat.

Véronique en Bernard hielden er in elk geval een tumultueuze relatie op na, zo moet de hoofdverdachte toegeven. Met veel hartstocht, drank en conflicten. Volgens hem was ze al langer instabiel, gebruikte ze veel medicatie en had ze bovendien al diverse zelfmoordpogingen ondernomen. Nu was het haar, in een letterlijk bezopen bui, eindelijk gelukt. Of was er toch, hypothese 3, sprake van een spontane dood?

Bernard Wesphael blijft in deze vijfdelige true crime-serie in elk geval onverminderd pleiten voor zijn onschuld. In tamelijk bizarre scènes gaat hij daarnaast terug naar locaties die een rol speelden in de noodlottige gebeurtenissen en acteert daarbij onbekommerd zichzelf, bijvoorbeeld als hij in de gevangenis van Brugge verliefd wordt op een ander. Het lijkt bijna alsof hij ervan geniet om de hele kwestie weer eens lekker op te rakelen.

Regisseur Alain Brunard illustreert ‘s mans beweringen en de (conflicterende) verklaringen van getuigen, deskundigen en familieleden met beveiligingscamerabeelden uit het hotel, de verhoren van Wesphael en een politiereconstructie van wat er ter plaatse gebeurd kan zijn. De politieke loopbaan van de hoofdverdachte in deze zaak die de Belgische media jarenlang beheerste blijft opmerkelijk genoeg volledig onbelicht.

Door alle tegenstrijdige lezingen over wat er die laatste avond is gebeurd en hoe de driehoeksverhouding tussen de politicus, diens getroebleerde vrouw en haar geheime minnaar in elkaar stak, is het vrijwel onmogelijk vast te te stellen hoe de vork precies in de steel zit. Feit is dat Véronique Pirottons dood, die doet denken aan het noodlottige ongeluk/de slinkse moord in de true crime-klassieker The Staircase, meer dan stof genoeg biedt voor drie uur vermakelijk giswerk.

Senna


Ruim een week geleden evenaarde Formule 1-coureur Lewis Hamilton een oud record van zijn grote held Ayrton Senna: 65 pole positions. Als eerbetoon ontving hij van Senna’s familie een wedstrijdhelm van de drievoudige wereldkampioen, die op 34-jarige leeftijd om het leven kwam.

Senna (106 min.) is een film van regisseur Asif Kapadia, die met zijn documentaires nadrukkelijk naar het grote publiek hengelt. Twee jaar geleden had hij bijvoorbeeld een enorme kaskraker met zijn Oscar-winnende film over zangeres Amy Winehouse. Op dit moment werkt Kapadia aan een docu over de getormenteerde Argentijnse stervoetballer Diego Maradona.

Zijn film over Ayrton Senna uit 2010 reconstrueert diens rivaliteit met Alain Prost en maakt tevens de Braziliaanse adoratie voor hun eigen ‘wonderboy on wheels’ tastbaar. Tot die ene noodlottige race in San Marino, nu alweer bijna 25 jaar geleden, aan alle dromen een voortijdig einde maakt…