
Het is onmogelijk voor ons, kinderen van de 21e eeuw, om mentaal terug te keren naar de jaren van direct na de Tweede Wereldoorlog. Toen de volle omvang duidelijk begon te worden van wat Nazi-Duitsland had aangericht. Nuit Et Brouillard (32 min.) dateert uit die periode. 1955, om precies te zijn. Tien jaar na de capitulatie van de Duitsers is het bloed in Auschwitz opgedroogd, groeit er onkruid en is het bedrieglijk stil. Toch ademt de plek waar ooit de dood regeerde volgens verteller Michel Bouquet nog altijd onheil.
Het is voor ons – kijkers die zich vast al eens hebben ondergedompeld in pak ‘m Holocaust, Shoah, Schindler’s List, Night Will Fall en/of Son Of Saul – natuurlijk onmogelijk om weer níet te zien. Om deze korte, essayistische documentaire van de vermaarde Franse cineast Alain Resnais (Hiroshima Mon Amour, L’Année Dernière A Marienbad en Mon Oncle D’Amérique) te bekijken zoals hij destijds is gezien. Door mensen die de oorlog zelf hadden meegemaakt, dagelijks worstelden met de gevolgen ervan of hem maar al te graag probeerden te vergeten.
De militaire parades, de spoorlijnen, de barakken, natuurlijk. Het prikkeldraad, het afbeulen, het gas, niet (nooit!) te vergeten. Iconische beelden ook van Tsvi Chaim Nussbaum, dat hartverscheurende jongetje in het getto van Warschau, en van Settela, het Nederlandse zigeunermeisje in de trein naar het vernietigingskamp dat toen, in de jaren vijftig, nog onterecht voor een Joodse tiener werd aangezien. En het ogenschijnlijk onbekommerde leventje van de kampbewakers afgezet tegen het ronduit onbeschrijflijke leed van de door hen bewaakten.
Scriptschrijver Jean Cayrol, zelf een overlevende van de kampen, brengt die tragedie tóch onder woorden. Hij heeft verteller Bouquet voorzien van een messcherpe tekst. ‘De mensen die links staan worden aan het werk gezet’, laat hij hem bijvoorbeeld droog constateren, bij beelden van rijen gevangenen in het kamp. ‘En de mensen rechts hebben nog een paar minuten voordat ze worden vernietigd.’ En dat lot, het onmenselijke einde en de al even inhumane afhandeling daarvan, wordt door Resnais zéér expliciet in beeld gebracht.
Nuit Et Brouillard wordt daardoor niets minder dan een hellegang door het vernietigingskamp, die ook een kleine zeventig jaar later nog altijd nauwelijks om aan te zien is. Terwijl kijken, onder ogen blijven zien, erkennen, eigenlijk niets minder dan onze collectieve plicht is.