The Last Republican

Media Courthouse Documentary Collective

Samen met Liz Cheney is hij verworden tot de risee van zijn eigen partij. Niet alleen heeft het Republikeinse congreslid Adam Kinzinger begin 2021 vóór het opstarten van een afzettingsprocedure tegen de Amerikaanse president Donald Trump gestemd. Net als Cheney is hij nu ook toegetreden tot de commissie die de gebeurtenissen op 6 januari van dat jaar – de dag waarop het Capitool, op instigatie van zijn partijgenoot Trump, werd bestormd – officieel gaat onderzoeken.

Rond die tijd begint Steve Pink ook te filmen met The Last Republican (90 min.). De twee komen allebei uit de Amerikaanse staat Illinois, maar hebben verder niets met elkaar. Pink is een klassieke ‘liberal’, Kinzinger een conservatief. In andere tijden zouden ze elkaar te vuur en te zwaard bestrijden. Nu Donald Trump de Republikeinse partij echter volledig heeft overgenomen, zijn ze ineens veroordeeld tot elkaar – en gaan ze zowaar samen een film maken. Over het verval van de Amerikaanse democratie.

Dat gaat in het begin gepaard met enig wantrouwen, maar dat maakt al snel plaats voor een vertrouwelijke sfeer én humor. Wat had je dan verwacht? houdt Pink zijn hoofdpersoon bijvoorbeeld voor, als die weer eens met pek en veren is overgoten door zijn eigen partijgenoten. Het zijn Republikeinen. Uitroepteken. Kinzinger laat zich op zijn beurt ook niet onbetuigd over Pinks verrichtingen als filmmaker – diens Hot Tub Time Machine in het bijzonder – en blijkt over een gezonde dosis zelfspot te beschikken.

Adam Kinzinger is een klassieke conservatieve Republikein, een man die zijn liefde voor het partij-icoon Ronald Reagan nog altijd niet onder stoelen of banken steekt. Hij werd als jongetje al actief voor de partij (van zijn ouders), begon als tiener taferelen uit de Amerikaanse burgeroorlog te re-enacten en nam na 11 september 2021 direct dienst. Als piloot van de United States Air Force raakte hij betrokken bij de oorlogen in Irak en Afghanistan. Een volbloed patriot, kortom, met bovendien bona fide ‘pro life’-ideeën.

Die nochtans wordt uitgekotst door de mensen waar hij al z’n hele leven bij hoort. Vanwege zijn stem tégen Trump en het feit dat hij in die vervloekte onderzoekscommissie is gaan zitten. Niet uit vrije wil overigens, stelt hij tegenover Pink. Nancy Pelosi, de gewiekste leider van de Democraten in het Amerikaanse congres, heeft hem erin geluisd. Tijdens een televisie-interview kondigde Pelosi doodleuk aan dat ze hem zou gaan bellen, in de wetenschap dat hij dan geen nee meer kon zeggen.

The Last Republican biedt talloze van zulke interessante doorkijkjes. Over Kinzingers bijdrage aan de eerste hoorzitting van de commissie bijvoorbeeld, waarin hij enkele politieagenten toespreekt die gebutst en gehavend uit 6 januari zijn gekomen. ‘You guys won!’ houdt hij hen voor, woorden die hem even daarvoor blijken te zijn ingefluisterd door zijn echtgenote Sofia. Bij de gedachte aan wat die agenten hebben doorgemaakt op de dag dat de Amerikaanse democratie werd aangevallen, schiet Kinzinger zelf vol.

En daarmee maakt hij zichzelf tot een doelwit van volksopruiers zoals Tucker Carlson en Sean Hannity. Intussen stromen de bedreigingen permanent binnen, op kantoor en thuis, waar Sofia hun eerste kind verwacht. Met zijn principiële keuze vóór de democratie vervreemdt Kinzinger zich van vrijwel zijn complete natuurlijke omgeving. Zelfs enkele familieleden zien zich genoodzaakt om in een openbare brief afstand van hem te nemen. Het congreslid begint intussen steeds meer te ogen als een gewond dier.

Met deze meeslepende documentaire brengt Steve Pink de ontmanteling van de Amerikaanse democratie in beeld via één enkele man die daaraan weigert mee te werken. Hij toont tevens hoe dat ontluisterende proces doorwerkt bij Adam Kinzinger zelf, zijn directe familie en z’n medewerkers. Want de nasleep van 6 januari wordt behalve een maatschappelijke ook een persoonlijke tragedie. De relativerende humor van het duo Pink-Kinzinger houdt de ellende nochtans draaglijk en de film in balans.

De tijd zal leren of ook die andere Republikeinen ooit nog worden aangesproken op de keuzes die zij maakten in de nasleep van de bestorming van het Capitool.

Y A-T-Il Un Dealer Dans L’Avion?

Netflix

‘De feiten in deze documentaire zijn nauwkeurig gecontroleerd’, waarschuwt de driedelige serie Y A-T-Il Un Dealer Dans L’Avion? (132 min.) bij aanvang. ‘Het is echter mogelijk dat sommige mensen niet de volledige waarheid vertellen.’ En dat vinden Olivier Bouchara en Jérôme Pierrat, de makers van deze kokette real life-misdaadkomedie, helemaal niet erg. Die dubbelheid kunnen ze naar hartenlust uitspelen, met rücksichtslos tegen elkaar weggesneden personen en volstrekt tegenstrijdige verklaringen, liefst in splitscreen.

Op 19 maart 2013 worden de vier inzittenden van een Franse privéjet, voor het oog van een camera van het antidrugsagentschap DNCD, aangehouden op het vliegveld Punta Cana in de Dominicaanse Republiek. Het is de piloten Bruno Odos en Pascal Fauret al snel duidelijk waarnaar de agenten op zoek zijn: ‘mucha drogas’. Uiteindelijk worden er 26 koffers aangetroffen in het vliegtuig, met in totaal bijna zevenhonderd kilo cocaïne. Ook de twee passagiers Nicolas Pisapia en Alain Castany, die als enige niet in deze productie participeert, weten natuurlijk van niks.

De kwestie komt bekend te staan als de zaak Air Cocaïne, waarbij ook de voormalige Franse president Nicolas Sarkozy nog even betrokken raakt. Hij werpt alle beschuldigingen ver van zich. Sterker: dat doen alle verdachten. Niemand is schuldig! Of we ze maar op hun al dan niet blauwe ogen willen geloven. Bouchara en Pierrat geloven alvast he-le-maal niemand. Tenminste, als we dan weer afgaan op de montage van deze miniserie. Van vrijwel elke persoon wordt met kekke vormgeving, koddige muziek en pure ongein een (karikaturaal) personage gemaakt.

Zelfs de Franse onderzoeksrechter Christine Saunier-Ruellan, die de vier, ogenschijnlijk op heterdaad betrapte verdachten van grootschalige drugssmokkel eveneens in de peiling heeft gekregen, ontkomt niet aan spontane terzijdes, beeldgrapjes en ongepaste close-ups. Zij speelt het spel ook lekker mee. Met veelkleurige stiften onderstreept of omcirkelt de steile Française desgevraagd op enorme vellen papier de belangrijkste speerpunten of conclusies van haar onderzoek. En ook het standvastig in de camera blikken beheerst Saunier-Ruellan als weinig anderen.

Of ‘t moet het olijke driemanschap zijn, dat een onbezonnen bevrijdingsactie op het Caraïbische eiland op touw zet voor de twee piloten. Ze zijn ‘t over werkelijk niets eens: de klunzige luchtvaartveiligheidsspecialist (Christophe Naudin), mediageile Europarlementariër van het Front National (Ayméric Chauprade) en stronteigenwijze ex-militair die graag in het gezelschap van good old Jean-Marie Le Pen verkeert (Pierre Malinowski). Mengen ze zich in de zaak vanuit de pure goedertierenheid van hun hart of toch om de belangen van de georganiseerde misdaad te dienen?

Aldus ontspint zich in Y A-T-Il Un Dealer Dans L’Avion? een aardig spelletje Cops & Robbers, waarbij drugssmokkel wordt gereduceerd tot een vermakelijke schelmenstreek, volledig ontdaan van z’n ethische component of maatschappelijke schade. Waarna het aan advocaten, met lekker opzichtige kapsels of gezeten in een decor van koffers, is om de verdachten bij de rechter vrij te pleiten. Liefst allemaal.

Britain And The Blitz

Netflix

Als de Duitse aanvallen op het Verenigd Koninkrijk beginnen op 7 september 1940, komt Joan Wyndham op een feestje haar knappe buurman Rupert tegen. ‘Hij wou dat ik me door hem zou laten ontmaagden’, schrijft de achttienjarige Britse kunststudente in haar dagboek. Ze is niet geheel ongevoelig voor Ruperts charmes. Terwijl Hitlers Luftwaffe de volgende acht maanden lang bommen blijft droppen – de zogenaamde ‘Blitz’ – bloeit de romance tussen Joan en Rupert op. Totdat een eerste nacht onvermijdelijk is geworden.

De 21-jarige medewerkster van de Britse inlichtingendienst Edith Heap en haar vriend Denis Wissler, een gevechtspiloot van de Royal Air Force die continu strijd levert met de Duitsers, consumeren de liefde juist niet. Nadat hij haar ten huwelijk heeft gevraagd, gaan ze ieder naar hun eigen bed. Heel respectvol, vindt zij. Toch had Denis haar kunnen overhalen, realiseert Edith zich. ‘Want als je weet dat iemand misschien niet terug zal komen, wil je die kans niet missen. Je krijgt hem misschien nooit meer terug.’

In Britain And The Blitz (78 min.) probeert Ella Wright een cruciale periode in de Tweede Wereldoorlog een menselijk gezicht te geven met dagboekfragmenten van enkele direct betrokkenen. De vijfjarige Londenaar Eric Brady wordt bijvoorbeeld samen met zijn zus Kitty de stad uitgestuurd naar een veilige plek. Phil Piratin, een communistische activist, bezet met medestanders een luxehotel, om toegang te krijgen tot schuilkelders. En brandweerman Richard Holsgrove beschermt een stad die in vuur en vlam staat.

Wright omlijst hun off screen-getuigenissen met een weelderig geluidsdecor, dienende muziek en oorlogsbeelden die zijn gerestaureerd, ingekleurd en soms ook met elkaar gecombineerd. Zo worden de 85 jaar die sindsdien zijn verstreken overbrugd: Winston Churchill gaat weer voorop in de strijd, de Koninklijke familie bezoekt gebombardeerd gebied en, oorlog of geen oorlog, de bekerfinale van 1941 tussen Preston North End en Arsenal gaat voor 60.000 voetballiefhebbers in het Wembley-stadion gewoon door.

Want ook als de bommen vallen, laat deze geslaagde historische reconstructie zien, gaat het leven ‘gewoon’ verder.

Meru

Music Box Films

Samen met zijn partner Elizabeth Chai Vasarhelyi heeft Jimmy Chin zowat een eigen specialisme ontwikkeld: de avonturendocu.

Het Amerikaanse duo heeft inmiddels een aantal spectaculaire titels op z’n naam staan, zoals de Oscar-winnaar Free Solo (een portret van soloklimmer Alex Honnold, die zonder zekering ijzingwekkende bergwanden beklimt), The Rescue (over de grootscheepse operatie om een Thais jeugdvoetbalteam, dat vast is komen te zitten in een ondergelopen grot, te redden) en Endurance (een expeditie naar de zuidpool, waar het legendarische scheepswrak van Ernest Shackleton sinds 1915 op de zeebodem ligt).

Het begon evenwel met klimmen. Meru (85 min.) was in 2015 de eerste grote film van het Amerikaanse echtpaar. Jimmy fungeert niet alleen als regisseur (en cameraman) voor deze documentaire, maar neemt ook één van de hoofdrollen voor zijn rekening. Samen met zijn mentor Conrad Anker en een nieuwe veelbelovende klimmer/cameraman die hij nog niet zo goed kent, Renan Ozturk, heeft Chin zich voorgenomen om ‘Shark’s Fin’, de top van de Himalaya-berg Meru in India, te bereiken.

En zoals dat gaat in dit soort klimfilms, moeten ze een aantal fikse obstakels nemen en staat het bereiken van de bergtop op voorhand bepaald niet vast. Dat is een understatement: het is tot dan nog niemand gelukt om de ‘haaienvin’ te bedwingen. Eerdere pogingen van de oude rot Anker zijn bijvoorbeeld voortijdig gestrand. De drie beginnen in 2008 niettemin monter aan hun poging. Ditmaal… En dan begint het te stormen, hebben ze te weinig voedsel en blijkt een ongeluk in een klein hoekje te zitten.

Oud-klimmer Jon Krakauer, auteur van de klimbestseller Into Thin Air (en overigens ook van de klassieker Into The Wild), plaatst de verrichtingen van de drie klimmers in hun (historische) context. Ieder van hen blijkt zijn eigen motivatie te hebben om de top te bereiken. Conrad Anker ziet zijn poging bijvoorbeeld als een eerbetoon aan zijn eigen mentor Mugs. Voordat die om het leven kwam bij een ongeluk deed hij twee vergeefse pogingen om Meru te bedwingen. Anker kan dat nu postuum rechtzetten voor hem.

Chin en Chai Vasarhelyi diepen daarnaast ook ’s mans persoonlijke geschiedenis op. Nadat zijn klimvriend Alex Lowe om het leven kwam, ontfermde Anker zich over diens vrouw en kinderen (een onderwerp waarover Lowes zoon Max in 2022 de persoonlijke film Torn maakte). Ook Renan Ozturk heeft heel wat te bewijzen op de Shark’s Fin. En Jimmy Chin probeert daar een existentiële crisis te bezweren. Gedrieën hebben ze dus zoveel te winnen dat het risico om alles te verliezen geen onoverkomelijk bezwaar vormt.

Na Meru zullen dus nog vele avonturen volgen – en films daarover.

Lockerbie

SkyShowtime

Door een tragische speling van het lot wordt Jim Swire op 21 december 1988 ook voor de rest van de wereld de vader van Flora Swire. Zijn dochter is ze natuurlijk al 23 jaar. Maar nadat Flora op die fatale woensdag in Londen aan boord is gegaan van een Boeing 747, op weg naar New York om Kerst met haar vriendje te gaan vieren, raken ze ook publiekelijk voor altijd met elkaar verbonden.

Want vlucht Pan Am 103 stort neer bij het Schotse plaatsje Lockerbie (200 min.) en Jim Swire zal zich daarna ontwikkelen tot hét gezicht van de nabestaanden, een door en door fatsoenlijke man die samen met zijn vrouw Jane onvermoeibaar blijft proberen om de waarheid boven tafel te krijgen. Wie is er verantwoordelijk voor de dood van zijn oudste dochter en 269 andere passagiers en plaatselijke bewoners?

Gedwongen door de omstandigheden heeft de Britse arts zich zo bij helden tegen wil en dank zoals Paul MarchalOdd Petter Magnussen en Bauke Vaatstra gevoegd. Wanhopige vaders van dochters, die in raadselachtige omstandigheden zijn omgebracht. Zij willen de onderste steen boven krijgen. Swire mag, kan en wil dus ook niet ontbreken in deze fascinerende serie van John Dower.

Hoewel ‘Lockerbie’ alweer ruim 35 jaar geleden plaatsvond, is zijn taak nog altijd niet afgerond. Wat er precies is gebeurd blijft gehuld in nevelen. Te veel verschillende partijen lijken daarbij belang te hebben. ‘Natuurlijk was het een obsessie’, zegt Swire, die altijd zijn menselijkheid heeft behouden. ‘Ik was gewend om obsessies bij mijn patiënten te behandelen en ik wist hoe het hun levens kon verwoesten.’

Deze vierdelige serie maakt tevens duidelijk hoe selectief ons geheugen werkt. Want Lockerbie herinnert menigeen zich misschien nog wel. Maar geldt dat ook voor Iran Air Vlucht 655? Op 3 juli 1988 heeft een Amerikaanse torpedojager het Iraanse lijntoestel in de Straat van Hormuz neergeschoten, met 290 onschuldige slachtoffers tot gevolg. Kennen we de Jim Swires van die doldrieste aanval?

En zou de aanslag op Pan Am 103 misschien een vergeldingsactie voor de Amerikaanse luchtdoelraket in De Perzische Golf zijn? Of zat de Libische leider Gaddafi achter de vliegtuigbom? Hij was even daarvoor nog aangevallen door de VS. Feit is dat de Amerikaanse autoriteiten waren gewezen op het gevaar van een terroristische actie. Zat de Boeing 747, nét voor Kerstmis, daarom maar halfvol?

Met allerlei direct betrokkenen reconstrueert John Dower de zoektocht naar de daders en hun opdrachtgevers. Daarmee belandt Lockerbie in de schimmige wereld van inlichtingendiensten, waarin de waarheid een rekkelijk begrip blijkt. Ook de rechtszaak tegen twee Libische verdachten in Kamp Zeist, een ’Scottish court in The Netherlands’, brengt uiteindelijk geen klaarheid in de zaak.

Dower laat de verschillende visies op wie die bom heeft geplaatst stevig op elkaar botsen. Nabestaanden zoals Swire worden heen en weer geslingerd tussen al die versies van de waarheid. Zelfs als ze zeker denken te weten wie er verantwoordelijk is, kan er vanachter de officiële theorie zomaar een andere lezing tevoorschijn komen. En voor je ’t weet word je beschouwd als een complotdenker.

Jim Swire geeft grif toe dat hij met zijn strijd het verdriet op afstand probeerde te houden. Dat is er echter nog steeds. Als de inmiddels hoogbejaarde Brit vertelt hoe hij zijn dochter identificeerde via een pigmentvlekje op haar teen, oogt hij als een gebroken man. Bijna de helft van zijn leven brengt Swire nu door met de wetenschap dat Flora er niet meer is. Dat zij altijd in Lockerbie is gebleven.

Net als de andere nabestaanden in deze aangrijpende miniserie, die ook de lotsverbondenheid toont tussen nabestaanden en inwoners van Lockerbie, is hij met, door en voor haar een bekendheid geworden. En dat houdt voorlopig ook niet op. Zolang er essentiële vragen openstaan, blijft de immense tragedie, omgeven met raadsels, dwaalsporen en leugens, onverminderd intrigeren.

Zo werd onlangs bekend dat de befaamde acteur Colin Firth Jim Swire gaat vertolken in een nieuwe dramaserie over Lockerbie.

De Onbekende Bevrijders

Omroep Max

Eindelijk is het zover: de berging van de Vickers Wellington Ic T2990 KX-T bij het Noord-Hollandse Nieuwe Niedorp kan beginnen. De bommenwerper van de Britse Royal Air Force (RAF), op de terugweg na een missie in Bremen waarbij enkele fabrieken en een spoorwegterrein onschadelijk waren gemaakt, werd op 23 juni 1941 neergehaald door een Duitse jachtvlieger. Alleen piloot en gezagvoerder Vilém Bufka overleefde de crash. De andere vijf bemanningsleden, allen lid van een speciale Tsjechische eenheid van de RAF, kwamen om het leven.

Ruim tachtig later hopen de bergers deze mannen aan te treffen op de crashlocatie. In De Onbekende Bevrijders (51 min.) documenteert Gisèla Mallant niet alleen de vliegtuigberging en wat dit in de directe omgeving losmaakt. Met historici, familieleden, ooggetuigen en overlevenden uit het 311 Squadron zoomt ze ook in op  de missie van het vliegtuig en de levensverhalen van de crewleden. Na de annexatie van Tsjechoslowakije door Duitsland waren die hun land ontvlucht. Ze wilden eerst een eigen legioen vormen binnen het Franse leger, maar kwamen uiteindelijk bij de RAF terecht.

Zorgvuldig brengt deze gedegen documentaire, een vervolg op Mallants film Liever Dood Dan Vermist (2018), dit vergeten stukje Tweede Wereldoorlog weer onder de aandacht. Het verhaal van gedreven mannen die zich weigerden neer te leggen bij de hegemonie van het Derde Rijk en naar de andere kant van Europa reisden, om zich daar aan te sluiten bij de geallieerde strijdkrachten. In totaal zouden tijdens de oorlog zo’n 2500 Tsjechen in de Britse Royal Air Force dienen. Zij speelden een essentiële rol in de luchtoorlog met de Duitsers en uiteindelijk ook de bevrijding van Europa.

De vermiste vliegers van de Vickers Wellington Ic T2990 KX-T zouden die nooit meemaken. Ze sneuvelden al aan het begin van de oorlog. Ver weg van alles wat hen lief was, in een uithoek van de geschiedenis. Daar lagen ze sindsdien in of bij het neergestorte vliegtuig, hun anonieme graf. En daar waagt de Nederlandse Bergings- en identificatiedienst Koninklijke Luchtmacht (BIDKL) nu een ultieme poging om deze vergeten helden te vinden. Zodat ze daarna een allerlaatste reis naar huis kunnen maken, naar families waarbij ze nog altijd in de herinnering voortleven.

Last Flight Home

Ondi & Eli Timoner / MTV Documentary

Als de dokter eenmaal is geweest, begint de klok te lopen. Eli Timoner wil dood, maar moet nog zeker vijftien dagen wachten. Op 3 maart 2021, toevallig ook de verjaardag van zijn arts, mag de bedlegerige Amerikaanse man zelf zijn leven beëindigen. Want van een dokter die euthanasie verzorgt, zoals we dat in Nederland inmiddels kennen, kan geen sprake zijn. Anderen mogen de medicatie weliswaar prepareren, maar Eli zal die zelfstandig moeten opdrinken.

Terwijl hij afscheid neemt van het leven en de mensen die hem dierbaar zijn, treffen zijn kinderen praktische voorbereidingen voor Eli’s naderende einde – en zijn dochter Ondi Timoner (Dig!We Live In Public en Mapplethorpe) filmt het hele proces en blikt intussen terug op het veelbewogen bestaan van haar vader, die ooit een eigen vliegtuigmaatschappij (Air Florida) oprichtte, een hele tijd succesvol was als ondernemer en in 1982 plotseling linkszijdig verlamd raakte.

De verplichte vijftien dagen wachttijd verschaffen Eli in Last Flight Home (106 min.) intussen de gelegenheid om zich eindelijk los te maken van schuldgevoelens waarmee hij al geruime tijd kampt, elke bezoeker een op hem of haar toegespitste levenswijsheid te offreren en zijn echtgenote Lisa, met wie hij meer dan een halve eeuw getrouwd was, en hun kinderen Ondi, David en Rachel ruimte te geven om hem nog eenmaal hun dank en onvoorwaardelijke liefde te betuigen.

Dit is een kwetsbaar en intiem proces, dat door Ondi Timoner sereen en gedetailleerd is vastgelegd en dat door haar zus Rachel, in het dagelijks leven rabbi, kundig en liefdevol wordt begeleid. Alle betrokkenen lijken slechts één doel te hebben: hun geliefde (groot)vader een waardige laatste reis bezorgen. Totdat Eli Timoner, in de indringende climax van deze zeer persoonlijke film, toch nog één keer helemaal op zichzelf is aangewezen. Als zijn geliefden hem niet mogen assisteren bij het met beverige hand helemaal leegdrinken van de allerlaatste gifbeker.

Flight/Risk

Prime Video

Is het omdat documentaires, vergeleken met dramaproducties, relatief goedkoop zijn? Feit is dat er, met name sinds de komst van allerlei verschillende streamers, een run lijkt te zijn ontstaan op relevante onderwerpen die in potentie een groot en internationaal publiek kunnen bereiken. En dit kan zomaar resulteren in concurrentie tussen productiebedrijven die tegelijkertijd aan vergelijkbare films werken.

Zo bezien is het niet meer dan logisch dat twee verschillende platforms binnen een half jaar een documentaire over precies hetzelfde thema presenteren: de twee hagelnieuwe Boeing 737 MAX-vliegtuigen die enkele jaren geleden binnen vijf maanden en zonder duidelijke aanleiding uit de lucht vielen, met honderden dodelijke slachtoffers als gevolg. Eerst Netflix’s Downfall: The Case Against Boeing, nu Flight/Risk (98 min.) op Prime Video, een film die bijna per definitie als mosterd na de maaltijd aanvoelt.

Toch verdient deze productie eigenlijk de voorkeur. De documentaire van Karim Amer en Omar Mullick bevat min of meer dezelfde basiselementen als de film die hem de loef heeft afgestoken, maar is minder technisch van aard, lijkt nét wat dichter bij het vuur te zitten en volgt de ontwikkelingen in de zaak bovendien via enkele tot de verbeelding sprekende personages. Daarvan springt met name een Boeing-manager, die zich heeft opgeworpen als klokkenluider, in het oog: oud-marineman Ed Pierson

‘Op 9 juni 2018, toen het Lion Air-toestel werd geproduceerd en vier maanden voor het neerstortte, heb ik een e-mail naar de 737-manager geschreven, waarin ik hem aanraadde de productie stil te leggen’, verklaart hij tijdens een hoorzitting van het Amerikaanse congres. ‘Ik ben genegeerd. Toen ik zei dat ik meegemaakt had dat processen in het leger vanwege kleinere problemen waren stilgelegd, gaf hij een antwoord dat ik nooit zal vergeten: het leger heeft geen winstoogmerk.’

Daarmee koerst Flight/Risk op dezelfde conclusie af als Downfall: het verkopen van zoveel mogelijk toestellen, en het op peil houden of opkrikken van de beurskoers van het bedrijf, heeft bij Boeing voorrang gekregen op het afleveren van veilige vliegtuigen. En de controle daarop door de Federal Aviation Agency, de officiële regeringsinstantie die veel te weinig afstand blijkt te hebben gehouden tot de vliegtuigfabrikant, is schromelijk tekort geschoten.

De gevolgen daarvan zijn onontkoombaar: in honderden families, in allerlei verschillende landen, ontbreken sinds enkele jaren mensen die niet gemist kunnen worden. ‘Verjaardagen en sterfdagen zijn heel zwaar’, vertelt nabestaande Zipporrah Kuria, terwijl ze slingers ophangt voor een bescheiden feestje. ‘Dus we zorgen dat we niet alleen verdrietig zijn, maar dat we pap ook vieren, dat we zijn lach en zijn leven vieren.’ Ze houdt een ogenblik pauze. ‘Dat hebben we wel nodig, want de 737 Max vliegt alweer.’

Downfall: The Case Against Boeing

Netflix

Al snel kwam ‘the blame game’ op gang. De 189 slachtoffers van de vliegramp met de Indonesische vlucht 610 op 29 oktober 2018 waren nog niet geborgen of het zwartepieten begon. Het zou wel aan luchtvaartmaatschappij Lion Air liggen, een Indonesische prijsvechter. Aan de luchthaven, Soekarno-Hatta in Jakarta. Of anders aan de gezagvoerder, de Indiase piloot Bhavye Suneja. Over één ding waren deskundigen het in elk geval eens: het kon niet liggen aan de Amerikaanse fabrikant van de gloednieuwe Boeing 737 Max. En toen, negentien weken later, viel er op 10 maart 2019 ineens nóg zo’n kist, vlucht 302 van Ethiopian Arlines, uit de lucht in Addis Abeba. Ruim honderdvijftig inzittenden lieten het leven.

En daarmee kwam Boeing, een bedrijf waar Amerika trots op was, een onderneming die zichzelf in de markt zette met de slogan ‘If it ain’t Boeing, I ain’t going’, ineens tóch serieus onder vuur te liggen. Rory Kennedy ontleedt in Downfall: The Case Against Boeing (90 min.) nauwgezet hoe de luchtvaartgigant zichzelf in de voorgaande jaren uiterst effectief in de nesten had gewerkt. Ze herleidt alle problemen tot één specifiek moment: Boeings fusie met McDonnell Douglas in 1997. Daarna was het gedaan met de aandacht voor kwaliteit bij de betrouwbare vliegtuigfabrikant, werd winst maken het enige parool en bezuinigen de voornaamste bedrijfsstrategie. Intussen verhuisde het hoofdkantoor naar Chicago, weg van de vaste thuisbasis Seattle.

De nieuwe focus op snel en goedkoop moest wel tot problemen leiden, stellen oud-medewerkers onomwonden in deze film. En als ze daarover hun zorg probeerden uit te spreken, werden ze direct de mond gesnoerd en linea recta naar de uitgang gedirigeerd. Zoals het echte klokkenluiders betaamt. Een gegeven dat Boeing na de ongelukken in Jakarta en Addis Abeba, toen het bedrijf druk doende was om de schuld op anderen af te schuiven, natuurlijk bepaald niet meer goed uitkwam. De Amerikaanse vliegtuigbouwer nam dus zijn toevlucht tot wat multinationals nu eenmaal doen in dit soort kwesties (en wat ook al in talloze documentaires aan de kaak is gesteld): ze huren de ‘allerbeste’ juristen in. Die mogen hun positie gaan beschermen, waarbij veel, zo niet gewoon alles, is geoorloofd.

En de rekening komt dan bij het gewone publiek te liggen. In dit specifieke geval: bij de crew van de twee gecrashte Boeings, hun passagiers én de nabestaanden daarvan. Zij brengen de grote, soms ook technische verwikkelingen in deze oerdegelijke documentaire terug tot menselijke proporties. ‘Boeings totale onvermogen om alles op alles te zetten om het tweede ongeluk te voorkomen heeft ons leven compleet verpest’, zegt Michael Stumo, die zijn dochter Samya verloor bij de crash in Ethiopië. ‘En dat geldt niet alleen voor ons gezin. Dat geldt voor iedereen die stierf met deze vliegtuigen.’

One Man And His Shoes

Piece Of Magic

Wat valt er na de geweldige documentaireserie The Last Dance, die diep in de ziel van het Amerikaanse basketbal en zijn grootste ster kijkt, nog te vertellen over Michael Jordan? Nou, bijvoorbeeld dat hij na The Chicago Bulls ook het sportmerk Nike in de vaart der volkeren opstootte.

In One Man And His Shoes (83 min.), waarin die ene man zelf overigens schittert door afwezigheid, wordt dat verhaal uitgediept. Het besluit om van de jonge Jordan, die op dat moment nog nauwelijks wat heeft gepresteerd, het gezicht te maken van Nike wordt op het conto geschreven van scout Sonny Vaccaro. Hij ziet in het cocky talent een ‘crossover person’, een icoon in de dop dat zijn eigen prestaties, team en sport kan ontstijgen. ‘Give it to the kid’, zou Vaccaro hebben gezegd. En zo geschiedde.

De ontwikkeling en promotie van de ‘Air Jordan’-schoen in de jaren tachtig en negentig was op zichzelf ook revolutionair: met een uitgekiende marketingcampagne werd de teamsporter Michael Jordan in de markt gezet als een individuele topsporter, compleet met zijn eigen schoenenlijn en kekke Spike Lee-commercials. Die keuze zou een gouden zet blijken te zijn: Nike werd een toonaangevend sportmerk, Jordan liep helemaal binnen en sneakers groeiden uit tot een gigantische rage, die tot op de dag van vandaag nog altijd niet is uitgewoed.

Zo diepgravend en enerverend als The Last Dance wordt deze aardige bijsluiter van Yemi Bamiro (natuurlijk) nooit, maar One Man And His Shoes brengt met ingewijden als voormalig Jordan-manager David Falk, sportschrijver Scoop Jackson, NBA-bobo David Stern en een hele sloot marketeers wel degelijk een belangrijk scharnierpunt in de Amerikaanse sportmarketing in kaart. Toen een doodgewone sportschoen het statussymbool voor een complete generatie werd.

The Last Dance

Netflix

Het moet The Last Dance (500 min.) worden voor The Chicago Bulls. Het basketbalteam rond de Amerikaanse superster Michael Jordan wil in het seizoen 1997/1998 zijn allerlaatste kunstje flikken: de zesde landstitel in nog geen tien jaar. De clubleiding is eigenlijk van mening dat de ploeg over z’n top is en grondig moet worden vernieuwd, maar daar heeft Jordan hoogstpersoonlijk een stokje gestoken. En ook succescoach Phil Jackson, die Bulls-directeur Jerry Krause eigenlijk wilde laten vervangen, heeft er op verzoek/bevel van zijn protegé nog één allerlaatste jaartje bijgekregen.

Alles en iedereen staat, kortom, in de ‘do or die’-stand voor een nieuw NBA-seizoen. Om de zaak nog eens extra op scherp te zetten hebben The Chicago Bulls bovendien een cameraploeg ongekende toegang gegeven. De queeste naar een nieuw, felbegeerd kampioenschap, terwijl het rommelt in zowel de club als het team zelf, vormt het wild kloppende hart van deze geweldige tiendelige serie, die van daaruit uitwaaiert naar de meeslepende loopbaan van Michael ‘Air’ Jordan, de grootste basketballer aller tijden. Niet alleen het fenomeen zelf komt daarbij aan het woord, maar ook zijn moeder en broer en iedereen die verder een rol van betekenis heeft gespeeld in zijn leven.

Vanzelfsprekend ontbreken ook Jordans secondanten bij The Bulls, zijn nummer twee Scottie Pippen (die ernstig werd onderbetaald en dat als een enorm gebrek aan respect opvatte), en de controversiële verdediger Dennis Rodman (een losbol die elk moment vol-le-dig kon ontsporen) niet in deze epische serie. Filmmaker Jason Hehir spreekt verder met andere spelers, NBA-legendes, coaches, clubofficials, bobo’s en allerlei kenners, waaronder de oud-presidenten Barack Obama en Bill Clinton, en heeft daarnaast de beschikking gekregen over bijzonder enerverend, niet eerder vertoond archiefmateriaal.

Hehir alterneert soepel tussen de dramatische ontwikkelingen in het seizoen ’97/’98 en de geschiedenis en achtergronden van The Chicago Bulls, één van de succesvolste teams uit de basketbalhistorie. Hij brengt het geheel met een dramatische montage en enerverende, urgente soundtrack bovendien geregeld helemaal aan de kook. The Last Dance wordt zo tegelijkertijd een ultiem eerbetoon aan Michael Jordan, een fabuleuze speler en een ongelofelijke streber, en een fascinerend inkijkje in de nietsontziende wereld van de topsport, waar rancune de ultieme motivator lijkt en alles, werkelijk alles, moet wijken voor de overwinning. Véél opwindender zal een sportdocu niet snel worden.