App Me Als Je Thuis Bent

KRO-NCRV / NPO Start

Hun namen zijn synoniemen geworden voor ieders nachtmerrie: Marianne Vaatstra, Anne Faber en Lisa uit Abcoude. Één enkele ontmoeting met een onbekende man werd hen fataal. In de driedelige serie App Me Als Je Thuis Bent (105 min.) van Elly de Bont vertellen enkele andere jonge vrouwen over hún ervaringen met zo’n man die de nacht van hen en andere vrouwen afpakt.

De engste versie van seksueel geweld, kortom. Niet door een familielid, niet door een (ex-)partner en niet door een bekende – de meest voorkomende vormen – maar door een volstrekt onbekende man. Een seksueel roofdier, dat vanuit het niets toeslaat en dat dan naar hun keel grijpt, dreigt met een mes en doet wat ie niet laten wil. ‘Gaat het verder zo?’ vroeg de man die Sonja in 2003, op 8 september om precies te zijn, net had verkracht. ‘Rennen, jij!’ kreeg Jolanda op haar beurt te horen van de ‘jogger’ die zich in Nijmegen aan haar vergreep, herinnert ze zich in de eerste aflevering van deze miniserie. Hij zou zeker nog tien andere slachtoffers maken.

Zij vroeg zich later af of ze zijn smerige spel niet te veel had meegespeeld. ‘Had je jezelf niet iets minder weg kunnen geven en dan alsnog kunnen overleven?’ vertelt ze in het tweede deel, dat dealt met de gevoelens die zo’n traumatische ervaring oproept en de ‘victim blaming’ die dan ook onvermijdelijk lijkt. Hadden de Leidse studenten Willemijn en Frederique bijvoorbeeld wel zo laat alleen de straat op moeten gaan? En was het wel verstandig om zoveel te drinken? Willemijn probeerde zelf nog een tijd te ontkennen wat er was gebeurd en gedroeg zich volgens eigen zeggen een beetje ‘jongensgek’. Totdat ze toch echt onder ogen moest zien wat haar was misdaan.

Het seksuele geweld tegen deze jonge vrouwen zorgde tevens voor een algeheel gevoel van onveiligheid in de steden Nijmegen en Leiden. Dat gold al helemaal voor Utrecht, waar eind jaren negentig jarenlang een serieverkrachter actief was. Één van zijn slachtoffers, de geanonimiseerde Noa, vertelt hoe ze van de politie, die zijn sporen wilde vastleggen, in eerste instantie niet mocht douchen. Thuis kon ze zich eindelijk ontdoen van hem. ‘Het is de langste en heetste douche die ik in m’n leven ooit heb gehad.’ Schoon voelde Noa zich echter niet. En dat gevoel bleef, niet in het minst omdat die kerel heel lang uit de handen van de politie wist te blijven.

Jolanda loopt nog altijd met vragen rond. De man die haar overweldigde is nooit gepakt. Zou ‘t dan toch de Utrechtse serieverkrachter zijn? vraagt ze zich af in de slotaflevering van App Me Als Je Thuis Bent, waarin de lange termijn-gevolgen van zo’n traumatische ervaring worden onderzocht. Dan komen ook twee vriendinnen van Anne Faber, die in 2017 werd vermoord door een man die destijds al onder behandeling was van een psychiatrische instelling, aan het woord. Ze zochten destijds mee naar Anne, die bijna twee weken spoorloos was. ‘Je hoopt dat ze nog ergens wordt vastgehouden.’ Meer dan haar jas zou er in eerste instantie echter niet worden gevonden.

Hun herinneringen tarten nog altijd elke verbeelding. De Bont omkleedt alle ervaringsverhalen met stemmige reconstructies en getuigenissen van enkele politiemensen en een officier van justitie, casemanager van Slachtofferhulp en cold case-rechercheur die bij de zaken betrokken waren. Samen geven zij in deze miniserie een indringend inkijkje bij hoe ’t is om de willekeurige prooi te worden en zijn (geweest) van een seksueel roofdier.

Lost In Time

Casafilm / Mokum

Sinds de start van de oorlog zijn ze hun gevoel voor tijd kwijt, vertelt Kateryna Hresko. De Oekraïense studente heeft in 2022 onderdak gevonden bij de Academie voor Beeldende Kunsten in de Belgische stad Gent. Ook daar beheerst de oorlog in eigen land echter haar leven. Elk ogenblik kan Kateryna worden overvallen door het bericht dat er een Russische luchtaanval is uitgevoerd op haar woonplaats Kyiv of dat één van haar vrienden is gesneuveld aan het front.

In Lost In Time (70 min.) volgt Rosemarie Blank de jonge Oekraïense kunstenares die haar leven moet verdelen tussen het vrije westen en haar geboorteland dat gedurig onder vuur ligt van de Russen. Onderweg tussen hier en daar ontmoet de twintigjarige Kateryna andere landgenoten op drift. Al te veel gelegenheid voor een uitgebreide ontmoeting is er doorgaans niet. Ze hebben nauwelijks met elkaar kennisgemaakt of ervaringen uitgewisseld, of het afscheid dient zich alweer aan.

Terwijl haar ouders Kyiv ontvluchten en intrekken bij grootmoeder in Lviv is schilderen Kateryna’s manier van overleven. Te midden van alle ontzetting, het gemis en de vervreemding om haar heen kan ze zo een beetje mens blijven. Blank bivakkeert in de periode van maart tot en met december 2022 aan haar zijde en registreert hoe ze zich door de oorlog eigenlijk nergens meer thuis voelt. Elk afscheid, van haar geliefde oma bijvoorbeeld, kan wel eens definitief zijn.

Tot een héél enerverende film leidt dit niet. Lost In Time is tamelijk praterig en fragmentarisch. Hoewel zo’n beetje elke Oekraïner inmiddels z’n eigen wonden heeft opgelopen – een gegeven dat vrijwel geen mens onberoerd zou mogen laten – vormen al die kortstondige ontmoetingen, in huiselijke kring of onderweg tussen geen thuis en elders, geen meeslepende verhaallijn of diepgaand groepsportret van gewone burgers die zomaar een ellendige oorlog zijn ingezogen.

Jongens Zonder Thuis

Gideon Tygozakaria / KRO-NCRV

Ze ogen, denken en gedragen zich als typische jongens. Jongens met petjes, rapmuziek en schietgames. Jongens Zonder Thuis (66 min.), dat ook. Ze zijn tijdelijk ondergebracht bij het kleinschalige woonproject Wonen Met Kansen. Daar worden de Nederlandse tieners, die vaak al een lange weg door de instellingen achter de rug hebben en niet binnen de reguliere jeugdzorg passen, begeleid richting een zelfstandig bestaan.

Maria Mok en Meral Uslu observeren enkele jongeren tijdens hun dagelijkse bezigheden, kijken mee bij wekelijkse therapiesessies en zien hoe ze soms ook persoonlijke begeleiding krijgen. De filmmakers laten de jongens tevens uitgebreid aan het woord over enkele thema’s die hun jonge levens domineren: thuis, vriendschap, zelfbeeld, moeder, angst, (afwezige) vader, toekomst, eenzaamheid en suïcide.

Zo ontrafelen ze levens die vaak al vroeg zijn ontregeld. Bij ouders die niet voor hen konden of wilden zorgen – door psychische problemen, epilepsie of MS bijvoorbeeld. Waarna zij uit huis werden geplaatst. ‘Mijn moeder gaat vrijdag hemelen, die is er vrijdag niet meer’, vertelt Tygo bijvoorbeeld opmerkelijk nuchter. Zijn moeder, die al enige tijd kanker heeft, krijgt dan euthanasie. ‘Ja, ze wil dat ik die spuit erin douw.’

Hij zegt het met de nodige bravoure. ‘Geen vader, geen moeder. Dan is je leven een beetje aan het ophouden, hè? Iedereen gaat dood.’ Het is een tragische conclusie die voor geen mens is te bevatten – en al helemaal niet voor een ontwortelde tiener. De begeleiders proberen Tygo zo goed mogelijk te ondersteunen, want zijn huisgenoten geven nauwelijks sjoege. Die worden te zeer opgeslokt door hun eigen zaken.

Één van die jongens fantaseert zelf over euthanasie. Hij hoopt nog op een andere oplossing, zegt hij, ‘maar waarschijnlijk geen alternatief hebbende in deze ziekte moet ik, denk ik, voor mezelf concluderen dat ik wacht op de dood.’ Later, als hij wordt gevraagd naar het thema eenzaamheid, pakt hij er een liedje van Ramses Shaffy bij, dat hij kent via zijn oma. ‘Sammy, loop niet zo gebogen, denk je dat ze je niet mogen?…’

Ook in deze docu kiezen Mok en Uslu (LongstayDe Verdediging Van Robert M. en De Blauwe Familie) intussen weer voor een zeer basale vlieg op de muur-benadering, waarbij de verwikkelingen van hun protagonisten zonder opsmuk worden gepresenteerd. De jongens, hun (levens)verhalen en de dingen die zij ondernemen of meemaken moeten het doen. Zonder dat dit verder wordt ingekaderd of opgeleukt.

En die jongens, die doen ‘t.

Thuis Bij De Familie K.

Monumentaal / Bart Grietens

Sadettin Kirmiziyüz maakt solovoorstellingen over zijn eigen familie. De Turks-Nederlandse theatermaker houdt hen zo een spiegel voor – en zij uiteindelijk ook aan hem. De documentaire Thuis Bij De Familie K. (48 min.) van Mijke de Jong maakt dat proces ook voor buitenstaanders inzichtelijk. Familieleden reageren op de voorstelling waarin zij zelf worden geportretteerd. En dat krijgt Sadettin dan weer te zien (zodat wij, als kijkers, kunnen zien hoe hij daar weer op reageert).

Zo komt de relatie met zijn stoere oudere broer Süleyman aan de orde via de voorstelling What’s Happenin’ Brother?, de reis met zijn vader Mehmet naar Mekka in De Vader, De Zoon En Het Heilige Feest en de soms lastige verhouding tot zijn zus Sare, die als meisje een hoofddoek ging dragen, in somedaymyprincewill.com. Met een precies gevoel voor waar het wringt schetst Kirmiziyüz het leven van een migrantenkind, dat gevangen zit tussen verschillende tradities, religies en culturen.

Over Turkenmoppen bijvoorbeeld. Süleyman kan het bijna niet aanzien als Sadettin op het podium allerlei bedenkelijke grappen afvuurt. ‘Komt een Turk met een kikker op zijn hoofd bij de dokter’, begint zijn jongere broer bijvoorbeeld. ‘Zegt die dokter: kan ik u ergens mee helpen? Zegt die kikker: ja, ik heb een tumor onder mijn reet.’ In de zaal probeert iedereen zijn lach in te houden. Dat wordt nóg lastiger bij het spervuur dat nog volgt. ‘Heftig’, knikt Süleyman. ‘Daar had je mee te maken, hè?’  

In de voorstelling Avondland belicht Sadettin Kirmiziyüz daarnaast een reis naar Turkije met zijn moeder. Yeter Gümüs komt niet naar de voorstellingen van haar zoon omdat ze die niet begrijpt. Ze spreekt na 45 jaar nog altijd nauwelijks Nederlands, constateert hij toch wat teleurgesteld. Moeder zegt ook dat ze er geen idee van had dat Sadettin een voorstelling over hun reis heeft gemaakt. Hij gelooft dat dan weer niet: ze was toentertijd nog boos omdat hij grappen maakte over haar gesnurk.

De verschillende voorstellingen en de reacties daarop van Kirmiziyüz en zijn verwanten versmelten zo met elkaar tot een metaverhaal over immigrantengezinnen, waarvan ieder op z’n eigen manier maar een plek moet zien te vinden in Nederland – of toch weer in Turkije. In dat proces lijken ze zich allemaal wel eens eenzaam, en teleurgesteld in de anderen, te hebben gevoeld. En dat is meteen het thema van de nieuwe voorstelling, waar Sadettin Kirmiziyüz in deze film naartoe werkt: Monumentaal.

Kan hij daarmee het schuldgevoel van een migrantenkind definitief van zich af schudden?

You Can’t Sleep Here

BNNVARA

Slapende mensen. Mannen. Op hun rug. Linkerzij. Of de rechter. Alleen. Samen. Hand in hand zelfs. Op karton. Onder een brug. In een wagen. Snurkend. Ontspannen. Hoestend. Bidden. Nog even bellen met thuis. Een hijs nemen.

De nacht doorkomen. Op plekken waar dat eigenlijk niet mag. You Can’t Sleep Here (20 min.), juist. Korte, sfeervolle film van Jelmer Wristers. Observerend. Wat zouden al die mannen denken? Zouden ze nog dromen?

‘En onze verbeelding wordt gevormd door onze ervaringen,’ zegt een robotachtige stem vanuit een andere wereld. Zij bivakkeren op de rand ervan. Uit pure noodzaak, waarschijnlijk. ‘Wat is er gebeurd?’ galmt een andere stem. ‘Wat is er misgegaan?’

Het antwoord zit ergens in hen verscholen. Ze geven het niet prijs. Het is opgekropt. Of gewoon opgeslagen. De ene dag verwerken. Klaar zijn voor de volgende. Jószef, Luciano, Mario, Alexander, Markus, Zoran, Istvan, Brian, Bratan, Francesco en Adam.

Mensen zoals wij. Totdat Wristers’ camera – intiem en delicaat – hen weer verlaat…

Sezer’s Zomer

Xenia Films

‘Wanneer is ’t klaar?’ vraagt Sezer als zijn moeder Claudia weer eens aan de lijn hangt met een hulpverlener. De Rotterdamse puber heeft het waarschijnlijk allemaal eens voorbij horen komen: zijn autisme en ADHD, hoe zijn moeder haar handen vol aan hem heeft en de uithuisplaatsing die voortdurend in de lucht hangt. Zoals zijn oudere broer Tayfun ooit thuis weg is gehaald. En die is er niets mee opgeschoten – sterker: alleen maar slechter van geworden. Tenminste, dat vindt hijzelf. En hun moeder is het daarmee eens.

Het kan Sezer allemaal gestolen worden, lijkt het. Hij wil vissen met een vriendje. Rust in en aan zijn kop. Dan is hij even een gewone veertienjarige jongen, géén tiener die niet meer naar school gaat en zomaar op het verkeerde pad zou kunnen belanden. Aan het water kan hij ook geen fiets of step stelen. Want ze maken zich natuurlijk niet voor niets zorgen over hem. Hulpverleners zijn van mening dat Sezer in bescherming moet worden genomen tegen zichzelf. ‘Als we het laten gaan zoals het nu gaat loopt ie straks in zeven sloten tegelijk.’ zegt één van de professionals tijdens een telefonisch overleg. ‘En ik zie ook dat u uw best doet, hoor, moeder…’

In Sezer’s Zomer (41 min.) observeert Marina Meijer, die in het broeierige Carrousel (2019) eerder Sezers oudere broer Tayfun en andere risicojongeren in het Rotterdamse centrum Nieuwe Kans portretteerde, de zwijgzame tiener en zijn alleenstaande moeder, die hem regelmatig nauwelijks de baas kan. Ze presenteert dit vervolgens in losstaande scènes, snapshots uit een zomer waarin zijn leven dreigt te ontsporen. De film wordt daarmee bijna de tegenpool van Shabu, Shamira Raphaëla’s vrolijke, strak geregisseerde en inherent optimistische portret van een andere Rotterdamse tiener die zich in de nesten heeft gewerkt – en daarna een zomer de tijd krijgt om daar weer uit te komen. 

Sezer’s dagelijkse worsteling met het leven en zichzelf wordt doorsneden met super 8mm-sequenties waarin de puber en zijn entourage helemaal in hun element lijken. Alsof Meijer in deze puike korte documentaire ook een andere jongen ziet in de (potentiële) probleemjongere, die thuis nauwelijks is te handhaven en daar toch koste wat het kost wil blijven. Voor Sezer zelf, zijn moeders en de hulpverleners om hen heen blijft het echter koffiedik kijken wat Sezer’s Herfst en Winter gaan brengen.

Alleen Thuis Met Een Dienstwapen

Tangerine Tree

Hij groeide op in een echt politienest. Vader was agent, zus Frederike werd het ook. Als kind moest Peter Paul Schaeffer volgens zijn moeder Annemarie in eerste instantie weinig hebben van dat uniform, maar uiteindelijk belandde hij toch in het blauw. En Peter Paul droomde al snel van meer: een plek bij een speciale eenheid. Hij zou uiteindelijk terechtkomen bij de Dienst Specialistische Recherche Toepassingen (DSRT), waar hij peilbakens en afluisterapparatuur installeerde en regelmatig undercover moest opereren. ‘Hoe groter de uitdaging, hoe mooier ik het vond.’

Inmiddels oogt de voormalige politieman als een gebroken mens. Hij is gediagnosticeerd met een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Van de jongen die volgens zijn jeugdvriend Michiel altijd meer durfde dan de rest is weinig over. Op een gegeven moment zag hij zichzelf zitten: Alleen Thuis Met Een Dienstwapen (74 min.). In deze grijsgrauwe documentaire van Hester Overmars doet Peter Paul zijn persoonlijke relaas, terzijde gestaan door zijn moeder en zus, ex-partner Heike, dochter Nienke, vriend Jochem en de casemanager PTSS van de politie, Marc Zaalberg.

De geïnterviewden zijn ongemakkelijk geframed: kwetsbaar, met hun rug tegen de muur of juist een bedreigende buitenwereld achter zich. Zoals ze zich in werkelijkheid regelmatig moeten hebben gevoeld. Overmars doorsnijdt hun bespiegelingen met scènes uit Peter Pauls dagelijks leven, familievideo’s en beelden van zijn werk. Zo ontstaat een unheimische impressie van ’s mans eenzame strijd. Hij had ooit een ‘droombaan’ en was thuis binnen het politiekorps, maar liep gaandeweg steeds meer butsen en deuken op en begon zich een vreemdeling te voelen binnen De Blauwe Familie.

Dat is zowel een heel persoonlijk als een universeel verhaal. De meeste politiemensen maken een hele reeks van heftige situaties mee, volgens Marc Zaalberg. Die kunnen ze een plek geven zolang er steun is vanuit de organisatie. Als die ontbreekt of wegvalt kunnen deze traumatische ervaringen alsnog gaan opspelen. Deze documentaire maakt invoelbaar hoezeer een stressstoornis iemands leven kan ontregelen. Totdat die volledig onthecht is geraakt en nauwelijks meer lijkt op wie ie ooit moet zijn geweest.

Goede Moeders

KRO-NCRV

Ze wordt geacht om een melding te doen bij Veilig Thuis of de kinderbescherming. Want de cliënten van verloskundige Sylvia von Kospoth uit Harlingen staan te boek als ongeschikte opvoeders. Eerder werd een kind van hen uit huis geplaatst. Nu ze opnieuw zwanger zijn, soms binnen een nieuwe relatie of situatie, moet Von Kospoth dat laten noteren in het systeem, waarmee ze al zulke slechte ervaringen hebben opgebouwd.

Regisseur Jorien van Nes legt vast hoe de verloskundige zich steeds meer engageert met de ouders en vervolgens in gewetensnood komt: zij ziet vooral Goede Moeders (89 min.), die maar niet los kunnen komen van hun traumatische verleden en die bovendien ernstig worden benadeeld door de bevooroordeelde kijk en onzorgvuldige rapportages van de betrokken instellingen. Zijn ze werkelijk ‘verstandelijk beperkt’ of ‘een gevaar voor hun eigen kind’?

Von Kospoth identificeert zich met de ouders, zet haar tanden in hun zaken en treedt daarmee ogenschijnlijk ook buiten haar eigen rol en expertise. ‘Je gaat ver, hoor’, constateert een medewerker van Veilig Thuis als de verloskundige bij hen op bezoek komt. ‘Ik vind het wel ook heel mooi wat je doet, maar ik vind het ook spannend.’ Het is een subtiel geformuleerde waarschuwing en de enige keer dat een vertegenwoordiger van de ‘instanties’ aan het woord komt in deze film.

Van Nes beperkt zich tot het observeren van de verloskundige en ‘haar’ ouders. Ze stelt geen kritische vragen en haalt ook geen weerwoord bij de betrokken professionals. Daardoor wordt nooit helemaal duidelijk wat er precies met de uit huis geplaatste kinderen is voorgevallen en wat vervolgens de overwegingen van hulpverleners waren (en nog altijd zijn) om hen niet naar huis te laten terugkeren. Von Kospoths gezichtspunt wordt zo automatisch leidend.

‘Levens worden echt geruïneerd!’ fulmineert ze na een bezoek aan een ouderpaar dat in zak en as zit. ‘Echt geruïneerd!’ Zo bezien zijn de ouders in deze film niet meer dan slachtoffer van de situatie. De werkelijkheid bevat ongetwijfeld meer tinten grijs. Waarbij meteen moet worden aangetekend dat Nederland inderdaad opvallend veel kinderen uit huis plaatst. Een kwestie die door het prikkelende Goede Moeders overtuigend wordt geagendeerd.

Tegelijkertijd zou de documentaire zomaar het wantrouwen kunnen voeden naar de professionals, die impliciet de rol van onzichtbare vijand krijgen toebedeeld. De complexiteit van de situatie nodigt in elk geval uit tot een serieuze maatschappelijke discussie over waarmee kwetsbare ouders – en hun kinderen! – nu uiteindelijk het beste zijn gediend.

Goede Moeders is hier te bekijken.