Whatever Forever: Douwe Bob

BNNVARA

Tien jaar geleden lagen dat ruige imago, al die verwekte kinderen en de alcoholverslaving waarvoor hij onlangs in behandeling ging nog in de toekomst verscholen. De documentaire Whatever Forever: Douwe Bob (38 min.) van Linda Hakeboom en Rolf Hartogensis uit 2013 bevat echter wel degelijk een soort aankondiging van wat er nog zou komen voor de getalenteerde Nederlandse zanger/gitarist. Ik schreef er destijds zelf over op een persoonlijk blog.

‘Als twee ondeugende kleuters zitten ze naast elkaar in de woonkamer’, constateerde ik toen geërgerd over Douwe Bob en zijn vader Simon Posthuma. ‘Stoere verhalen. Over hoe vader sigarettenfilters opat en peuken uitdrukte op zijn hand. Het litteken is nog te zien. Over de eerste snuif van zoonlief. Samen met papa. Toch? En over Korsakov, want dat krijg je niet van drinken, aldus Posthuma senior. Tenminste, niet alléén van drinken.’

‘Singer-songwriter Douwe Bob – de aller-allerbeste van Nederland – en zijn vader Simon, voormalig kunstenaar, muzikant én drankorgel’, schreef ik verder. ‘De intrigerende documentaire Whatever Forever schetst een ontluisterend beeld van de man die als designer ooit met The Beatles werkte en zijn getalenteerde zoon. Ook Douwe Bobs moeder komt aan het woord. Ze is opmerkelijk mild over haar ex-man, die zichzelf altijd voorop stelde. Ten koste van alles en iedereen’, stelde ik destijds ferm, om mijn punt te maken.

‘En Douwe Bob, volgens zijn moeder een leuk maar lastig kind, is inmiddels bij zijn drankzuchtige vader ingetrokken en probeert vooral diens leuke, spannende kant te zien. Dat past ook bij hoe Douwe zichzelf ziet als kunstenaar. Je vader die stomdronken in zijn broek plast is vooral een hilarische anekdote. Geen deerniswekkend beeld van een man die zijn wilde rondedans met het leven duur moet bekopen. Niet doorvertellen, Douwe, gebaarde papa nog. Of beter: doe maar wel. Het draagt bij aan onze mythevorming.’

‘Vanwaar onze fascinatie met de creatieve dronkaards en dopeheads?’ vroeg ik me tien jaar geleden ook nog af. ‘Waarom vergapen we ons zo graag aan verloren helden zoals Shane MacGowan, Courtney Love en Pete Doherty, die en plein public hun talent en leven verkwanselen? Zij weerspiegelen blijkbaar iets in ons dat we van een afstandje willen aanschouwen, maar zelf liever niet aanboren. Is het dat onontgonnen terrein in onze geest waarnaar alle kunstenaars op zoek zijn, een soort El Dorado, waarvan ook Douwe Bob en zijn vader lijken te dromen?’

‘Wij doen wat niemand durft,’ concluderen zij eensgezind aan het eind van de documentaire. ‘Kunstenaars en criminelen. Wij flirten met de onderwereld. En de onderwereld flirt altijd met de kunst.’ Ze zijn buitenmaatschappelijk, volgens Posthuma Senior, duidelijk nog steeds een kind van de sixties. Koorddansers. Romantici. Ze fucken ongegeneerd met ons. En – niet te vergeten – met zichzelf.’

Door al die dronkenmanspraat heb ik me, als echte moralist, toch wat in de luren laten leggen, denk ik nu. Want Douwe Bob zei wel degelijk ook heel andere dingen in dat muzikale portret uit 2013. ‘Ik wil gewoon niet zoals mijn vader eindigen’, bijvoorbeeld. En dat hij, net als zijn pa, geneigd was om over zijn eigen grenzen en die van anderen heen te gaan. ‘Ik wil dat helemaal niet, maar ik ben wel zo.’

Whatever Forever: Douwe Bob is hier te zien.

Dearest Fiona

Bantam

Bij elke creatieve uiting moet de som uiteindelijk meer zijn dan de delen. 1 + 1 = 3, zogezegd. Wat te maken dan van Dearest Fiona (100 min.)?

Verhaallijn A van deze archieffilm behelst beelden van het dagelijks leven in Nederland van pak ‘m 1890 tot 1920. De gelauwerde audiovisueel kunstenaar Fiona Tan, geboren in Indonesië, diepte ze op in het archief van Eye Filmmuseum. Meisjes in klederdracht. Mannen aan het werk op het land of in het water. Een molen, natuurlijk. Impressies van een land waar keihard moet worden gewerkt, zoveel is duidelijk. Ook – of juist – als de industrialisatie inzet. Het is een allang verdwenen wereld. In grofkorrelig zwart-wit. Groen-wit. Bruin-wit. Of overduidelijk ingekleurd. Stom, dat zeker. Zonder geluid. Of beter: pas later van geluid, foley, voorzien door de filmmaakster.

De B-lijn bestaat uit een serie brieven die Tan, als student aan de Gerrit Rietveld Academie te Amsterdam, in de periode 1988 – 1990 heeft ontvangen van haar vader uit Australië, het land waar ze zelf ook is opgegroeid. Ze hebben dertig jaar in de kast gelegen en zijn nu ingesproken door acteur Ian Henderson. ‘Liefste Fiona’, begint haar vader, die in 2016 is overleden, elke brief en meandert vervolgens losjes door wat hem zoal bezighoudt: wederwaardigheden van thuis, de huisdieren Heidi en Bunting, verwikkelingen op het werk en alles wat hem opvalt in de (inter)nationale politiek. Hij eindigt meestal met zoiets als ‘Keep well and tot ziens. Kisses from pop.’

En dan volgt alweer de volgende ingesproken brief van Fiona Tans vader. Ze zijn geschreven in een turbulente fase van de wereldgeschiedenis, toen de Koude Oorlog bijvoorbeeld naar z’n einde liep, en nu ogenschijnlijk lukraak geplaatst bij scènes van rietstekers, glasblazers, harmonieleden, veehouders of mannen en vrouwen aan de lopende band. Argeloze kijkers zoeken vast naar de meerwaarde van deze combinaties van beeld en tekst en tasten dan in het duister. Is er überhaupt een link? Of moet je de klik vooral in je hoofd maken bij deze vermenging van grote en kleine geschiedenis, van een wereld die voortdurend in beweging is en Tans familie, waar ook altijd wel wat gebeurt?

Soms lijken micro- en macroniveau daadwerkelijk samen te komen. Als Fiona blijkbaar een ansichtkaart met daarop de Amsterdamse gracht waar ze woont naar huis heeft gestuurd, reageert ‘pop’ direct: ‘De grachten zijn uiteraard innig verbonden met de Nederlandse geschiedenis en in grote mate ook met Indonesië’, schrijft de man, die als schooljongetje in Nederlands Indië over de kolonisator in het verre Europa moest leren. ‘Vanuit veel van deze handelshuizen werden de schepen naar Indonesië gestuurd, naar specerijeilanden om specerijen te kopen die in Europa met veel winst werden verkocht.’ Zo’n observatie krijgt echter nauwelijks een vervolg.

Fiona Tan legt de druk met deze stream of consciousness-achtige film nadrukkelijk bij haar publiek: dat zal er – de allereerste vertedering, fascinatie of nieuwsgierigheid voorbij – zelf betekenis aan moeten geven. Anders blijft 1 + 1 gewoon 2.

Ganz Normale Männer: Die “Vergessene Holocaust”

Netflix

Ze hóefden helemaal niet te schieten. Het is een schokkende constatering, bij de start van Ganz Normale Männer: Der “Vergessene Holocaust” (58 min.). De mannen die in 13 juli 1942 in Polen van dichtbij zo’n 1500 Joodse mannen, vrouwen en kinderen doodschoten, hadden dat bevel naast zich neer kunnen leggen. ‘Als je durfde te zeggen: “ik wil niet schieten” werd je misschien gezien als een lafaard en kreeg je een aantekening in je dossier’, stelt historicus Christopher Browning, wiens boek Ordinary Men als onderlegger fungeerde voor deze film. ‘Maar je werd niet zwaar gestraft.’

Wat was dan toch de motivatie van deze gewone Duitse mannen? vraagt de Britse acteur Brian Cox, die dienst doet als verteller van deze pijnlijke en met acteurs aangeklede historische exploratie, namens regisseur Manfred Oldenburg. Het waren géén bloedfanatieke nazi’s, doorgewinterde criminelen of zorgvuldig geselecteerde psychopaten. De killers leken gewoon een onopvallende dwarsdoorsnede van de burgerbevolking van Hamburg en directe omgeving. Zij zouden zich desondanks te buiten gaan aan gruwelijke oorlogsmisdaden.

Nadat hun geliefde majoor Wilhelm ‘papa’ Trapp het bevel had gegeven, dat hemzelf duidelijk zwaar viel, deed hij zijn mannen zelfs nog een aanbod: ‘Als iemand het niet kan opbrengen kun je eruit stappen en hoef je niet mee te doen.’ Slechts een tiental mannen van het reservepolitiebataljon 101 zou daarvan gebruik maken. De rest reageerde niet, ongetwijfeld in een poging om niet uit de toon te vallen. Zij leverden vervolgens een significante bijdrage aan de beruchte dodenlijsten van de nazi’s, die uiteindelijk miljoenen namen zouden bevatten.

Met historici, psychologen, sociologen en de befaamde jurist Benjamin Ferencz (hoofdaanklager bij het zogenaamde Einsatzgruppen-proces in 1947 en 1948 te Neurenberg, waarbij na de Tweede Wereldoorlog leden van de doodseskaders van de nazi’s werden berecht) onderzoekt Oldenburg wat de mannen achter zulke massa-executies, waarbij dader en slachtoffer oog in oog met elkaar kwamen te staan, heeft bezield? Was het groepsdruk, de ‘sociale straf’ die ongetwijfeld zou volgen? Duidelijk is dat hun gruweldaden ook voor hen niet zonder gevolgen bleven.

‘Veel van de schutters zijn getraumatiseerd door het moorden’, stelt verteller Cox en trekt vervolgens een bijzonder wrange conclusie. ‘Dat is een van de redenen dat eind 1941 grote vernietigingskampen zoals Auschwitz ontstonden. Het proces van massamoord moest effectiever en milder zijn voor de daders.’

Mijn Ouders Zijn Gescheiden – Seizoen 2

Zomer Zonder Jou / EO

Jaarlijks worden tienduizenden Nederlandse kinderen geconfronteerd met die ene mededeling waarop ze echt niet zitten te wachten: wij, de mensen die je op de wereld hebben gezet, gaan uit elkaar! En daarna is werkelijk alles anders, op zijn minst voor zover zij nu kunnen kijken. In het tweede seizoen van Mijn Ouders Zijn Gescheiden laten vier jonge documentairemakers hun licht schijnen op hoe kinderen de split tussen de twee belangrijkste mensen uit hun bestaan verwerken en de uitdagingen die ze daarbij tegenkomen.

‘Als ik bij jou ben, mis ik mama’, schrijft Julie (10) bijvoorbeeld vanaf de éénoudercamping Le Gibanel in de Franse Dordogne aan haar vader. ‘En als ik bij mama ben, mis ik jou.’ Het wordt weliswaar een Zomer Zonder Jou (15 min.) in deze idyllische film van Milou Gevers (Waarom Bleef Je Niet Voor Mij?), maar mét andere kinderen die ook zonder één van hun ouders op vakantie zijn. Terwijl ze genieten van allerlei activiteiten, babbelen de kids ongedwongen over de echtscheiding – en de nieuwe partners die daarna in het spel zijn gekomen. De vakantie geeft hen de gelegenheid om deze vreemde realiteit te accepteren en even onbekommerd lol te maken.

Boos Enzo (15 min.) laat een ander aspect van echtscheiding zien: boosheid. Sinds z’n ouders uit elkaar zijn schiet de dertienjarige Enzo regelmatig flink uit zijn slof. Hij gaat erover in gesprek met een hulpverleenster, slaat zo nu en dan eens lekker tegen een boksbal aan en krijgt een vogel, Flip, die zijn zachte kant naar voren moet halen. Regisseur Nicky Maas volgt de jongen op de voet, vangt zijn opgekropte gevoelens en omkleedt dit microverhaaltje met quotes van enkele andere kinderen over hun huisdier. Via hen leren ze zichzelf een heel klein beetje beter kennen en hopelijk hun eigen gevoelens accepteren.

Nadia Shah portretteert in Rocó & Noï (15 min.) twee achtjarige vriendinnen. ‘Wij gaan niet scheiden zoals mijn ouders’, schrijft Noï aan Rocó. Later vraagt ze: heb je soms het gevoel dat je moet kiezen tussen papa en mama? Nee, knikt Rocó, terwijl ze enthousiast aan een ‘hoorn vanille’ likt. ‘Ik soms wel een beetje’, legt Noï uit. ‘Vooral met vakanties. En dat is al twee keer gebeurd. Dat was het stomste van m’n hele leven.’ Even later, in dit vlotte en vrolijk vormgegeven dubbelportretje, schrijft Rocó aan Noï dat ook haar ouders nu uit elkaar gaan. Ze wil er eigenlijk niet over praten. Terwijl de twee lekker spelen grijpt het meisje echter tóch de kans om ‘de emoji’s in haar lichaam’ eruit te laten bij haar vriendinnetje.

In Kleine Baas (15 min.) vertelt knuffel Walter het verhaal van zijn baasje Valentino, een achtjarig joch dat maar moeilijk kan accepteren dat hij zijn zusjes zo weinig ziet sinds hij met zijn vader ergens anders is gaan wonen. In deze speelse film van Soraya Pol bezoekt Valentino een kindercoach, om beter te leren omgaan met zijn boze buien. In dat kader heeft zij een lumineus idee. Juist: Walter. Zodat hij Valentino kan helpen als hij weer eens woest wordt op de wereld. Walter, waarvan de stem verdacht veel lijkt op die van rapper Rico, helpt de achtjarige jongen om te benoemen wat hem dwarszit en te vragen wat hij wil weten, bijvoorbeeld wanneer zijn vader voor het laatst heeft gehuild.

Zo wordt in deze kleine impressies uit kwetsbare kinderlevens groot leed teruggebracht tot behapbare proporties. Zodat de hoofdpersoontjes hun leven met – en soms ook tussen – twee ouders kunnen vervolgen.

Eerder verscheen er al een eerder seizoen van Mijn Ouders Zijn Gescheiden.

De Dochter Van De Dominee

Filmacademie

‘Heb ik nou wel eens echt getwijfeld of God bestond?’ vraagt broer Tjeerd zich hardop af. ‘Nee, volgens mij niet.’ Frans en Symen, de andere twee broers van Christine Boersma, hebben zich wél afgewend van het geloof van haar ouders, het domineesechtpaar Boersma. Ook Christine zelf, als De Dochter Van De Dominee (24 min.), kent fundamentele twijfel. Ze zou haar vader en moeder de bijbehorende pijn alleen liever besparen.

In een replica van hun vroegere huiskamer ontvangt ze na haar oudere broers ook vader Jan en moeder Henriëtte. Zij nemen naast elkaar plaats op de familiebank. Een foto van de dag waarop Christine ooit belijdenis deed zorgt aan beide kanten al direct voor emoties. En dan moet de maakster van deze afstudeerproductie, die werd beloond met de VPRO-documentaireprijs 2021, nog gaan vertellen dat ook zij afstand gaat doen van haar geloof.

Ouders en dochter gaan in deze interviewfilm vervolgens een liefdevolle – en juist daardoor zo aangrijpende – dialoog met elkaar aan. Over het doorgeven van waarden en normen en het respecteren van elkaars keuzes, maar daardoor uiteindelijk ook het afscheid moeten nemen van elkaar. Want pa en ma komen straks na de dood in de hemel, waarin hun dochter, ook tot haar eigen spijt, niet meer kan geloven.

‘Jij gelooft in God, dus jij gaat naar de hemel’, citeert Christine’s vader, ternauwernood zijn tranen bedwingend, uit de evergreen Papa van Stef Bos. ‘En ik geloof in niets. Dus we komen elkaar na de dood nooit meer tegen.’ Terwijl Christine, vanachter de camera, die keiharde waarheid probeert te bevatten, omarmen ze elkaar als familie en vinden daarin een soort houvast.

Brief Aan Mijn Papa

Het is een universeel gevoel: dat je vader voortdurend over je schouder meekijkt, adviezen geeft en kritiek levert. En dat jij als kind die overleden ouder voortdurend meeneemt – meesleept soms – in je leven. Hengelend naar zijn trots, bang voor zijn toorn en zoekend naar waar hij en jij elkaar raken.

De vader van journalist, schrijver en theatermaker Ibrahim Selman stierf in december 1974, tijdens de strijd voor een onafhankelijke staat voor hun volk, de Koerden. Ibrahim, inmiddels bijna zeventig, kwam er pas enkele maanden later achter. Zijn vader sneuvelde in een land dat nog steeds niet bestaat: Koerdistan. Een land dat niet mág bestaan. Het idee wordt nog altijd doodgedrukt tussen Irak, Turkije, Iran en Syrië. Menige Koerd is noodgedwongen op de vlucht geslagen. In 1981 belandde Ibrahim Selman zo in Nederland.

In Brief Aan Mijn Papa (75 min.) bezoekt hij het land van zijn oorsprong. Hij beleidt zijn tocht langs familieleden, jeugdherinneringen en plekken die de recente Koerdische historie hebben getekend met een persoonlijke voice-over, gericht aan de ouder die al ruim veertig jaar ontbreekt. Die tekst is alleen erg breedsprakig, particulier of uitleggerig, waardoor sommige scènes, zoals het bezoek aan een plek waar vaderlief begraven zou liggen, een beetje doodslaan. More betekent in dit geval inderdaad less.

Deze documentaire ontbeert daardoor de poëzie en zeggingskracht die een thematisch verwante film als Sidik En De Panter kenmerkt. Voor buitenstaanders is het lastig om de persoonlijke ervaring van Ibrahim Selman zelf te ontstijgen en het tragische relaas van de Koerden niet alleen te begrijpen maar ook echt te voelen. Dat is spijtig, want de bijbehorende verhalen zijn het op zich zeker waard om te vertellen.

‘Ik zoek rust, vader’, leest Ibrahim voor uit eigen werk, in een oud fragment uit het televisieprogramma De Wandeling dat het einde van de film aankondigt. ‘Gun me een paar eenzame dagen met stilte. Stilte is leven. Houd op met het gefluister in mijn oor. Een kwart eeuw na je dood.’

Palme, Pappa En Ik

VPRO

In het voorjaar van 2020 krijgt ze een opmerkelijk bericht: kloppen de geruchten dat jouw vader de moordenaar van Olof Palme is? Signe Zeilich-Jensen, een Zweedse vrouw die tegenwoordig in Nederland woonachtig is, kan haar oren niet geloven. Wát? Ze gaat online op zoek naar meer informatie en vindt daar een interview met Maria, de ex-vrouw van haar vader Leif.

‘Het is mijn ex-man’ zegt ze, ‘die is gestorven in 1992.’ Een dag nadat de Zweedse premier Palme, op 28 februari 1986, werd vermoord in Stockholm, zou hij bij haar zijn langsgekomen. Leif had de snor afgeschoren die hem al sinds jaar en dag kenmerkte en oogde blij en opgetogen. ‘Ik weet wie Palme heeft doodgeschoten’, zou hij tegen haar hebben gezegd.

Belachelijk!, meent Signes moeder. ‘Hij kon mij niet eens vermoorden.’ Uitroepteken. Signe kan zich er echter ook niets bij voorstellen. Toch blijft de kwestie aan haar knagen. Het zal toch niet? Op naar Scandinavië dus, om de opmerkelijke levensloop van haar vader na te gaan en het raadsel te ontcijferen rond Palme, Pappa En Ik (50 min.).

Het wordt een persoonlijke zoektocht naar een man – en wie weet: een moordenaar – met wie ze al op jonge leeftijd gebrouilleerd raakte. Een academicus die gaandeweg, tijdens ontmoetingen met mensen die hem gekend hebben, tot leven komt. Typeringen als: charismatisch. Rechts, dat ook. Dominant. Excentriek. Drankzuchtig.

Leif Zeilich-Jensen was een verhalenverteller, zegt de één. Hij wilde een leidersfiguur zijn, constateert een ander. En gedroeg zich, volgens weer iemand anders, als een bedrieger. Maar een moordenaar? Zijn volwassen dochter, die deze egodocu maakte met haar echtgenoot Niek Koppen, kan ’t zich niet indenken. Al past vader wel opvallend goed in het daderprofiel.

35 Jaar en 134 potentiële daders later is de geruchtmakende moord op de Zweedse sociaaldemocratische premier, die destijds wereldnieuws was, nog altijd onopgelost. De zaak heeft een ‘moord op Kennedy’-achtige status gekregen, inclusief overactieve (amateur)detectives en allerlei mogelijke theorieën over wat er gebeurd zou kunnen zijn.

Terwijl Signe Zeilich-Jensen onderzoekt of haar vader daarin een rol heeft gespeeld, leert ze vooral de man zelf, zijn dubbelleven en de schimmige werelden waarin hij zich begaf beter kennen. Die ontdekkingstocht, nuchter en zonder goedkoop effectbejag uitgeserveerd, levert talloze antwoorden op. Het blijft alleen tot het eind ongewis of ook die ene vraag kan worden beantwoord.

Dads

Apple

Zelf is ze de dochter van niemand minder/meer dan filmmaker Ron Howard, die haar geboorte en jeugd natuurlijk netjes op video heeft vastgelegd. En ze doet tevens dienst als de zus van Reed Howard, die binnenkort voor het eerst papa wordt. Een mooie gelegenheid voor Bryce Dallas Howard om een portet te maken van hedendaagse Dads (80 min.).

In dat kader zoomt ze in op enkele mannen die hun eigen invulling geven aan het ouderschap en zeker niet passen in het beeld van de traditionele vader, die op zondag het vlees aansnijdt. Zoals een full time-papa die daarover een eigen vlog begint, een homoseksueel stel met enkele adoptiekinderen en een workaholic die door ziekte tot inkeer komt, huisman wordt en een serieuze kinderwens ontwikkelt.

Howard doorsnijdt hun ervaringen met treffende televisiefragmenten en homevideo’s van vaders en hun kroost en doet snappy interviews met – die mochten natuurlijk niet ontbreken – Bekende Vaders als Will Smith, Jimmy Fallon, Judd Apatow, Conan O’Brien en Jimmy Kimmel over het worden van vader, de valkuilen en zegeningen van het ouderschap en – die mocht natuurlijk ook niet ontbreken – hun eigen vader.

Het totaalpakket doet erg Amerikaans aan. Aan platitudes over het vaderschap geen gebrek, maar de scherpe randjes ervan worden echt niet opgezocht. Dads wil vooral een feest van herkenning zijn voor iedereen die met vaders van doen heeft (gehad). Wij allemaal dus. En dan komt het natuurlijk goed uit dat dit aardige niemendalletje (cadeautip!) rond Vaderdag wordt uitgebracht.