Het Complot

EO

Bloemen leggen op een begraafplaats. Het lijkt een liefdevolle daad. In het Zuid-Hollandse dorp Bodegraven krijgt dit ritueel in 2020, als het Coronavirus Nederland in z’n greep neemt, echter een zeer unheimisch karakter. De bloemen zijn bedoeld voor misbruikte en vermoorde kinderen, die daar stiekem zouden zijn begraven. En de leggers ervan, uit het hele land overgekomen, hebben zich laten aansporen door een complottheorie, op basis van hervonden herinneringen, waarvoor geen enkel bewijs is. Toch grijpt die in de krochten van het internet wild om zich heen.

In de fascinerende vierdelige serie Het Complot (175 min.) onderzoekt Joost Engelberts, die eerder ook de intrigerende podcast Onland maakte, hoe de wilde beschuldigingen van één enkele inwoner, de inmiddels in het buitenland woonachtige Joost Knevel, over Satanisch Ritueel Misbruik (SRM) door notabelen van Bodegraven konden uitmonden in intimidatie, bedreigingen en fundamenteel wantrouwen tegenover de Nederlandse overheid. Hij belandt zo in de unheimische wereld van notoire complotdenkers zoals Micha Kat en Wouter Raatgever, die het vuur in hun eigen Red Pill Journal telkenmale blijven oppoken.

Engelberts spreekt ook met Knevel zelf, die van de rechter voortaan zijn mond moet houden over deze gevoelige kwestie. Hij is er echter niet op uit om nu hém aan de schandpaal te nagelen, maar wil oprecht begrijpen waar Knevels beschuldigingen vandaan komen en hoe die konden leiden tot een naargeestige samenzweringstheorie. Engelberts kijkt daarna ook voorbij Bodegraven: naar de angst van bepaalde christelijke stromingen voor de Duivel, de ‘Satanic Panic’ die de Verenigde Staten ooit in z’n greep kreeg en hoe onverantwoord media, ook in Nederland, soms berichten over vermeend grootschalig kindermisbruik.

Het kost Engelberts moeite om mensen te vinden die hem te woord willen staan over dit gevoelige thema. Menigeen wil daar zijn vingers liever niet aan branden. Christiaan van der Kamp, de voormalige burgemeester van Bodegraven, en Johan, een dorpsbewoner wiens overleden broer onterecht in verband werd gebracht met Satanisch Ritueel Misbruik, stemmen uiteindelijk wel in met een gesprek. En gaandeweg, als hij uitzoomt naar het grotere thema van complotten over kindermisbruik, komen daar een officier van justitie, rechercheurs, therapeuten, theologen, een Amerikaanse podcastmaakster én enkele SRM-gelovers bij.

Samen met hen waadt Engelberts, die het onderzoek aanstuurt met zijn betrokken vertelstem, behoedzaam door een moeras waarin ‘t makkelijk verdwalen of verzuipen is. Hij kijkt bijvoorbeeld naar de oorsprong van complottheorieën over ritueel kindermisbruik, die al duizenden jaren steeds weer de kop lijken op te steken. Nog niet zo lang geleden ook in Nederland, waar therapeuten werden beïnvloed door Amerikaanse verhalen over seksueel misbruik en de Dissociatieve Identiteitsstoornis (DIS), die daarmee soms wordt geassocieerd. Twee vrouwen vertellen bijvoorbeeld hoe zij tijdens hun behandeling pijnlijke ‘herinneringen’ hervonden.

Bij cases rond SRM is er vaak sprake van omgekeerde bewijslast, laat Engelberts tevens zien. Want hoe kun je nu bewijzen dat iets niet bestaat en nooit is gebeurd? En mensen die onterecht van de gruwelijkste wandaden worden beschuldigd en volgens de criminoloog Marnix Eysink-Smeets, die over de treurige kwestie in Bodegraven het rapport Bloemen Op De Begraafplaats schreef, dus het slachtoffer zijn van ‘famacide’, reputatiemoord, waken er wel voor om olie op het vuur te gooien en zichzelf opnieuw tot doelwit te maken.

In dit vacuüm kan er, aangejaagd door een maatschappelijke crisis zoals het Coronavirus, ruimte ontstaan voor een kwalijke samenzweringstheorie rond het dierbaarste van het menselijke ras: onze kinderen. In Het Complot tast Joost Engelberts dit zeer gevoelige thema met zowel oprechte interesse, empathie en respect als doortastendheid en een kritische blik af. Het eindresultaat raakt het hart van wat wij/zij geloven.

@omroepeo

Nieuw bij de EO: ‘Het Complot’. Aan het begin van de coronaperiode leggen honderden mensen bloemen op de begraafplaats in Bodegraven, na verhalen over satanisch ritueel misbruik. Maker Joost Engelberts onderzoekt in ‘Het Complot’ hoe dit verhaal kon uitgroeien tot een maatschappelijk explosief dossier en wie erbij betrokken waren. In de eerste aflevering is o.a. de toenmalige burgermeester van Bodegraven aan het woord. Hij vertelt over de gebeurtenissen in zijn dorp en hoe hij deze heeft beleefd. Ben je benieuwd naar deze EO docu-serie? 📲 Kijk vanavond om 22.10 uur naar de eerste aflevering van ‘Het Complot’ op NPO 2. 🔶 Alle afleveringen zijn ook te zien via NPO Start.

♬ origineel geluid – EO

West Of Memphis

Sony Pictures Classics / Netflix

Al snel gaat het verhaal met de feiten op de loop. Die zijn ook zo gruwelijk dat het niet vreemd is dat ze een kleine schokgolf te weeg brengen: op 6 mei 1993 worden in een greppel nabij West Memphis in Arkansas de levenloze lichamen van drie achtjarige jongetjes aangetroffen. Vastgebonden, misbruikt. Al snel worden er drie plaatselijke tieners gearresteerd. Metalfans, ideale doelwitten voor de dan welig tierende Satanic Panic. De kwetsbaarste van de drie, een zwakbegaafde zeventienjarige jongen genaamd Jessie Misskelley Jr., legt al snel een bekentenis af en beschuldigt meteen ook de andere twee: de rustige tiener Jason Baldwin en een dwarse jongeling die met enige goede wil een diabolische persoonlijkheid is toe te dichten, Damien Echols.

En dan strijkt er een cameraploeg neer in Arkansas, die van het gruwelijke misdrijf in het Amerikaanse zuiden een zaak maakt die internationaal tot de verbeelding spreekt. Met de documentaires Paradise Lost: The Child Murders At Robin Hood Hills (1996), opvolger Paradise Lost 2: Revelations (2000) en sluitstuk Paradise Lost 3: Purgatory (2011) leveren Joe Berlinger en Bruce Sinofsky een onvervalste true crime-klassieker in drie bedrijven af: de Paradise Lost-trilogie. Hun conclusie is dat de drie jonge mannen, die inmiddels al jaren in een cel zitten, niet verantwoordelijk kunnen zijn voor de gewelddadige dood van de kleine Stevie Branch, Michael Moore en Christopher Byers.

Intussen is er een typische true crime-dynamiek op gang gekomen, die tegenwoordig vanzelfsprekend lijkt in dit soort geruchtmakende zaken. Echols, Baldwin en Misskelley krijgen bekendheid als The West Memphis Three. Amateurdetectives (waaronder Lorri Davis, die een relatie krijgt met hoofdverdachte Damien Echols) bijten zich vast in de zaak, bekendheden (Eddie Vedder, Henry Rollins en Natalie Maines) beginnen zich ermee te bemoeien en er komt een serieuze stroom boeken op gang. Overal steken intussen ‘Free The West Memphis Three’-initiatieven de kop op. De documentaire West Of Memphis (147 min.), geproduceerd door Lord Of The Rings-regisseur Peter Jackson en zijn vrouw Fran Walsh uit Nieuw-Zeeland (!), past in die ontwikkeling.

De patente documentaire van Amy Berg, die een jaar na het laatste Paradise Lost-deel wordt uitgebracht, is de weerslag van al die verschillende inspanningen, loopt de zaak nog eens zorgvuldig door en richt zich dan op een nieuwe verdachte. Nadat in het tweede deel van de trilogie van Berlinger en Sinofsky het onvergetelijke larger than life-personage John Mark Byers, de stiefvader van één van de slachtoffertjes, nadrukkelijk naar voren is geschoven als de mogelijke moordenaar – een suggestie die later overigens ook weer is ontkracht – zetten de zelfbenoemde speurders Berg en co. nadrukkelijk in op een andere stiefvader: Terry Hobbs. Na afloop zullen veel kijkers waarschijnlijk niet begrijpen waarom de man, die een relatie heeft gehad met de moeder van Stevie Branch, niet allang achter slot en grendel zit.

Typisch true crime, zou je kunnen zeggen. Het genre bestaat bij de gratie van zulke verontwaardiging. Sinds de film in 2012 is uitgebracht lijkt er alleen geen wezenlijke vooruitgang te zijn geboekt. The West Memphis Three hebben weliswaar een Pyrrusoverwinning geboekt – door een Alford Plea te accepteren, waarbij je formeel verklaart dat je schuldig bent en ondertussen staande houdt dat je onschuldig bent – en verkeren sinds 2011 op vrije voeten. Over wie op 5 mei 1993 die drie onschuldige jongetjes heeft vermoord, is echter nog altijd geen definitief uitsluitsel – al heeft Terry Hobbs, die in 2019 zijn memoires Boxful Of Nightmares uitbracht, voor menigeen nog steeds de schijn tegen.

The Devil On Trial

Netflix

‘Hallo’, zegt een sinistere stem. ‘Jullie gaan eraan.’

‘Wie en wat ben jij?’ antwoordt een vrouw angstig.

‘Gaat je niks aan.’

‘David?’ probeert zij nog eens.

Een onheilspellend gegrom.

‘Mama is er’, doet ze opnieuw een poging. ‘Ga maar staan. Kom, we gaan. Ga weg. Ga m’n zoon uit!’

‘Nééé!’ krijst David.

‘Ik ben je moeder.’

‘Je bent een sukkel.’

Waarna een demonisch gelach klinkt.

Als David Glatzel zelf, zijn broers Carl en Alan en hun zus Debbie en haar echtgenoot Arne ruim veertig jaar later de audio-opnamen terug horen die Davids ouders in augustus 1980 van hem hebben gemaakt, kijken ze toch even ongemakkelijk. Wat ging de elfjarige David tekeer tegen zijn moeder! Alsof hij, inderdaad, bezeten was door de Duivel. 

Ze weten allemaal hoe ’t verder ging: hun ouders schakelden het echtpaar Ed en Lorraine Warren in. Hij noemde zichzelf demonoloog, zij stond bekend als medium. En samen joegen zij op spoken en geesten. Die ze dan ook weer netjes uitdreven. Nou ja, netjes… Exorcisme is geen klus voor tere zieltjes. Een demon laat zich alleen met veel gedoe en geschreeuw verjagen.

Ed en Lorraine hadden hun zaakjes echter netjes voor elkaar. Binnen korte tijd bevrijdden ze, als zelfbenoemde ‘paranormale politie’, die arme David uit de wurggreep van de één of andere Duivel. Toen maakte de daarbij aanwezig Arne Cheyenne Johnson, Debbie’s aanstaande echtgenoot, alleen een cruciale fout: hij daagde ‘het beest’ uit.

Een jaar later zou de ‘demonische bezetenheid’ van David Glatzel, via een kleine omweg, tot een veelbesproken rechtszaak over een onfortuinlijke moord leiden: The Devil On Trial (91 min.). Waarbij Martin Minnella, de advocaat van de verdachte, z’n toevlucht nam tot een wel heel opmerkelijke verdedigingsstrategie: The devil made me do it.

Ideaal verhaal, moet regisseur Chris Holt hebben gedacht, waarbij ik voor de gereconstrueerde scènes in deze documentaire alle denkbare goedkope horroreffecten voor de dag kan halen. Voor alle filmfans die The Exorcist of The Conjuring, gebaseerd overigens op een boek van de Warrens, nog niet hebben gezien of er gewoon nooit genoeg van krijgen.

Voor alle anderen vormt al die griezelarij – of zeg maar gewoon: kletskoek – wel een serieuze barrière naar het slot van de film, waarin de gebeurtenissen in de Glatzel-familie van een andere, uiteindelijk veel aannemelijkere verklaring worden voorzien. Het kwaad is dan alleen al geschied: ook The Devil On Trial is z’n geloofwaardigheid een heel eind verloren.

Terwijl de documentaire toch ook is gesitueerd in een wereld, met name in de Verenigde Staten, waarin de Duivel daadwerkelijk een kracht is om te vrezen en te bestrijden – en om een aardige boterham mee te verdienen, dat ook. De Satanic Panic van de jaren tachtig en negentig, onlangs nog vervat in de docu Satan Wants You, is daar beslist niet los van te zien.

En daar, in de exploitatie van die redeloze angst, vanuit ideologische dan wel commerciële motieven, was voor Chris Holt meer te halen geweest dan in het uitdrijven van al dan niet ingebeelde duivels.

Last Call

HBO Max

De term ‘overkill’ vat het treffend samen. De slachtoffers van de onbekende moordenaar blijken begin jaren negentig niet zomaar gedood. Ze zijn afgeslacht, in stukken gezaagd en langs de kant van de weg gedumpt. Dat kan beslist niet los gezien worden van hun seksuele geaardheid. De killer die actief is in de omgeving van New York koestert duidelijk een diepgevoelde haat tegen homoseksuelen.

Daarmee is hij in zekere zin een product van zijn tijd en omgeving. Hoewel New York in die jaren een levendige gayscene heeft, wordt homoseksualiteit in de Verenigde Staten bepaald niet overal geaccepteerd. Homofobie is er aan de orde van de dag. Mannen zoals Thomas Mulcahy en Peter Anderson blijven dus noodgedwongen hun hele leven in de kast en leven ogenschijnlijk een braaf burgermansbestaan. Totdat ze in het uitgaansleven, waarschijnlijk nét voor sluitingstijd, de verkeerde persoon tegen het lijf lopen.

Via de zoektocht naar deze seriemoordenaar belicht de vierdelige serie Last Call (215 min.) van Anthony Caronna en Howard Gertler het onverdraagzame klimaat waarbinnen de LHBTIQ+-beweging, die ook al is geconfronteerd met de AIDS-epidemie, zich eind twintigste eeuw staande moet houden en de impact van de moorden op hun dagelijks leven. Strijdbare belangengroepen zoals het New York City Anti-Violence Project eisen serieuze actie tegen het gruwelijke geweld dat in hun gemeenschap wordt aangericht.

Want erg veel prioriteit lijkt de NYPD in eerste instantie niet te geven aan de ‘pick up crimes’ van de zogenaamde Last Call Killer. Het gaat tenslotte om homoseksuele mannen die zich willens en wetens, op zoek naar seks en vertier, in het gaycircuit hebben begeven. Die houding doet denken aan de attitude van de Rotterdamse politie als er begin jaren negentig enkele homoseksuele mannen worden vermoord in het Kralingse Bos (waarover onlangs ook de thematisch verwante serie De Regenboogmoorden is uitgebracht).

Last Call legt de nadruk op de slachtoffers, hun nabestaanden en de angst binnen de queer-gemeenschap en vermijdt al te nadrukkelijke ‘seriemoordenaarsporno’. Pas in de slotaflevering van deze indringende serie, die getuige recente geweldsincidenten tegen homo’s en transmensen nog altijd actueel is, komt er een verdachte in beeld. Naar zijn motief blijft het gissen. Zou het een vorm van ‘gay panic’, de blinde razernij die bepaalde mannen overvalt als een andere man avances maakt, kunnen zijn? Of toch zoiets elementairs als zelfhaat?

Satan Wants You

Cargo

‘Ik, Michelle Smith, werd op mijn vijfde door mijn moeder overgedragen aan een groep praktiserende satanisten, die me daarna een jaar lang gevangen hielden en me zowel mentaal als fysiek misbruikten als onderdeel van het demonische ritueel The Feast Of The Beast’, start de spreekstalmeester van het televisieprogramma To Tell The Truth, de Amerikaanse versie van Wie Van De Drie, alweer een nieuwe aflevering op.

‘Na deze beproeving leefde ik normaal en gelukkig tot 1976. Toen begon ik me ongemakkelijk te voelen en zocht psychiatrische hulp’, galmt de stem verder. ‘Al mijn verdrongen herinneringen heb ik toen hervonden met de hulp van dokter Lawrence Pazder. En dokter Pazder en ik hebben mijn verhaal nu verteld in een boek genaamd Michelle Remembers.’ Was getekend, Michelle Smith, ‘patient zero’ van de Satanic Panic, die zich uitstrekt van metalmuziek en het fantasyspel Dungeons & Dragons tot geruchtmakende misdaden zoals bijvoorbeeld de West Memphis Three-moorden.

Waarna de uitzending van Wie Van De Drie, waaraan die psychiater natuurlijk ook zijn medewerking verleent, kan beginnen en een schier eindeloze stroom van horrorverhalen over ritueel misbruik, marteling, verminking en – natuurlijk! – het drinken van bloed lanceert. Door geheimzinnige sektes van satanische pedofielen, die talloze kinderlijken op hun geweten zouden hebben. Zulke geruchten veroorzaken maatschappelijke onrust in de jaren tachtig en negentig. En Smith en Pazder hebben die ‘trend’ aangezwengeld, met een boek dat was gebaseerd op hun gezamenlijke therapiesessies.

Opnamen daarvan zijn ook te horen in deze documentaire van Sean Horlor en Steve J. Adams. ‘Laat het maar komen zoals het komt’, zegt Pazder bijvoorbeeld tegen zijn cliënt in november 1976. ‘Oordeel niet.’ Er weerklinkt onheilspellend gekreun. ‘Laat het zijn wat het is’, spoort de therapeut Smith nogmaals aan. Zij begint vervolgens geëmotioneerd te associëren, teksten die in bloedrode letters in beeld worden geprojecteerd: ‘Ik kon niet wegkomen. Niemand was goed. Ze deden me pijn en zorgden maar niet voor me. Ik kan het niet aan om ze daar te zien staan.’

Met hun verhalen over ‘Satanic Ritual Abuse’ worden Smith en Pazder, die er een ongezonde relatie op na blijken te houden, graag geziene gasten in de talkshows van Geraldo Rivera en Sally Jessy Raphael. Met Smiths zus Charyl, Pazder ex-vrouw Marylyn en dochter Theresa, podcaster Sarah Marshall, Blanche Barton (Magistra van de Church Of Satan), psycholoog Elizabeth Loftus en onderzoeksjournalist Debbie Nathan ontleden (en ontzenuwen) Horlor en Adams nu de wilde geruchten en beschuldigingen, die voor direct betrokkenen vaak ernstige consequenties hadden.

Michelle Smith en Larry Pazder waren niet meer dan cynische verkopers, stelt socioloog Jeff Victor, met de angst voor de Duivel als voornaamste product. En zulke handelaars in angst, zo maakt deze duister getoonzette film eveneens duidelijk, zijn van alle tijden. Zij haken aan bij maatschappelijke vrees – de horrorverhalen rond Jeffrey Epstein bijvoorbeeld, of in Nederland Robert M. – en voegen daar vervolgens hun eigen dosis spanning en sensatie aan toe. Ze oreren over pak ‘m beet Qanon, Pizzagate of Bodegraven, scoren daarmee volop aandacht en verdienen er ook nog een dik belegde boterham mee.

De boodschap van Satan Wants You blijft daarmee uiterst actueel. Want het gevaar schuilt niet in de Duivel. Althans niet in de gehoornde versie daarvan, hooguit in de mens die het slechtste in zichzelf aanboort. Teneinde een ander ermee te raken.

Children Of The Underground

FX Networks

Het zogenaamde ‘stranger-danger’-narratief, hoe ongemakkelijk ook, heeft iets comfortabels. De gedachte dat er mannen rondlopen, ongeschoren en in een lange regenjas natuurlijk, die een gevaar kunnen vormen voor onze kinderen is weliswaar doodeng, maar het idee dat ze ook in onze eigen familie of vriendenkring zijn te vinden is helemaal onverdraaglijk. Toch blijkt uit onderzoek dat juist daar vaak seksueel misbruik voorkomt.

Menige Amerikaanse vrouw heeft in zo’n `benarde situatie de hulp ingeroepen van Faye Yager en haar organisatie Children Of The Underground (234 min.). Als het Amerikaanse justitiële systeem niet ingrijpt wanneer vrouwen hun (voormalige) partner beschuldigen van het misbruiken van hun kind, dan neemt zij het recht in eigen hand, laat moeder en kind ondergronds gaan en probeert hen een nieuwe, valse identiteit te bezorgen. Yager heeft daarvoor een heel persoonlijke motivatie. Haar dochter Michelle is als kind jarenlang misbruikt door haar ex-man, een notoire pedofiel die zelfs op de Ten Most Wanted-lijst van de FBI terecht is gekomen. Michelle vertelt daar gedetailleerd over in deze vijfdelige docuserie.

Met haar opmerkelijke acties wordt Michelles moeder Faye in de jaren tachtig en negentig een graag geziene gast in de talkshows van Geraldo, Oprah en Dr. Phil. Via het praatprogramma van Sally Jessy Raphael maakt ze in 1988 kennis met de voortvluchtige April Curtis en haar vierjarige dochtertje Mandy, de casus die het hart vormt van deze serie van Gabriela Cowperthwaite en Ted Gesing. Zij zijn op de vlucht voor April’s ex. Die ontkent echter ten enenmale dat hij iets heeft misdaan. En dat blijkt een constante in veel kwesties waar Faye Yager zich tegenaan bemoeit: de mannen stellen stuk voor stuk dat ze erin worden geluisd door een wraaklustige oud-partner.

De wijze waarop Yager slachtoffers bevraagt komt al snel onder vuur te liggen. Is ze niet veel te dominant aanwezig in die gesprekken, zodat de slachtoffers vooral zeggen wat ze denken dat zij wil horen? En vliegt ze met haar complotten over bloed drinkende sektes, verhalen die perfect aansluiten bij de ‘satanic panic’ waarvan Amerikaanse media in die jaren maar geen genoeg krijgen, niet volledig uit de bocht? Indianenverhalen zitten de echte getuigenissen immers alleen in de weg. Helder is dat Faye Yagers bijzonder kordate manier van doen continu voor problemen met het gezag zorgt en haar tevens duidelijke voor- en tegenstanders oplevert.

In Children Of The Underground komen alle kampen, inclusief vaderrechtengroepen, uitgebreid aan het woord. Daarmee schetst deze miniserie, die wel wat lang is uitgevallen, een behoorlijk afgewogen beeld van een nog altijd actueel maatschappelijk thema en de vrouw die door riemen en ruiten gaat om dat aan te kaarten. Daarbij maakt ze nogal eens haar eigen regels, zodat anderen zich soms afvragen wat er nu erger is: het middel of de kwaal? In kwesties waarbij je als buitenstaander soms het gevoel krijgt dat je geblinddoekt een mijnenveld wordt ingestuurd, kent Faye Yager echter geen enkele twijfel: kindermisbruik is zo schrijnend dat vrijwel alles geoorloofd is.

Jimmy Is Punk – The Story Of Panic

Veroorzaken zij nu die kolkende massa in de zaal? Of was deze energie er allang en mogen zij ermee vandoor gaan? Feit is dat alle remmen losgaan op die derde mei van 1978 in zaal Kunstmin te Gouda. Springen, beuken, dansen is het parool van de uitzinnige meute. Vuist in de lucht, spuiten met bier en alles wat je in je handen krijgt linea recta naar het podium smijten.

Waar de Amsterdamse punkband Panic, die over niet al te lange tijd de pijp aan Maarten zal geven, het beest berijdt alsof het nu al de allerlaatste keer is. Een professionele cameraploeg is ingehuurd om dat voor het nageslacht – jongelui die die hele punkbeweging niet hebben meegekregen of ouwelui die het sowieso nooit zullen begrijpen – te vereeuwigen.

Natuurlijk wordt er na een stief half uur, als de groep met Requiem For Martin Heidegger zijn grootste ‘hit’ heeft afgeleverd, ‘we want more’ geschreeuwd. Panics boomlange zanger Peter Penthouse heeft bovendien een brandblusser gevonden om de feestvreugde te vergroten. Waarna ’t echt een puinzooi wordt. De tent wordt, bijna letterlijk, afgebroken.

Een medewerkster van de zaal wil daarover wel eens een hartig woordje wisselen met de bandleden. Na een stevige woordenwisseling neemt zanger Peter, die inmiddels normale kleding heeft aangetrokken over zijn speedo, met haar de schade op. Het gaat naar verluidt om zo’n drieduizend gulden, die door de verzekering (!) van de band zal worden opgehoest.

Die ene avond in een Zuid-Hollands jeugdhonk, waar zo nu en dan slim het geluid van Panic-platen onder is gemixt, vormt het hart van Jimmy Is Punk – The Story Of Panic (51 min.). Dat verhaal heeft verder niet al te veel om het lijf. Regisseur Duco Donk geeft het concert, met een punky voice-over van Louise Dunne, nog een mythische proloog en epiloog. Dat is het wel zo’n beetje.

Volgens de humorvolle aftiteling zou één van de figuranten in de film overigens als IKON-journalist worden vermoord in El Salvador, ging een ander gitaar spelen in Doe Maar en zou een derde als blowende dichter in zijn eigen rook op gaan. Waarvan akte.