Den Sorte Svane

DR Sales

De afspraak is helder: ze mag zich niet schuldig maken aan strafbare feiten. De Deense bedrijfsjuriste Amira Smajic, bijgenaamd De IJskoningin, onderhoudt al jaren nauwe banden met criminele motorbendes zoals de Hells Angels, Bandidos en Satudarah. Ze opereert voortdurend op de scheidslijn van onder- en bovenwereld, heeft intussen al menige dubieuze deal gesloten en wil daarover nu open kaart spelen.

Samen met documentairemaker Mads Brügger, die in The Mole al eens een informant in een zaak rond Noord-Korea runde, heeft de Bosnische vluchtelinge Smajic een nieuwe kantoorruimte geopend, die is volgehangen met camera’s en opnameapparatuur. Een journalistenteam kijkt vanuit een controlekamer mee hoe ze vervolgens criminelen, zwendelaars en corrupte advocaten ontvangt en schimmige zaakjes met hen opzet.

Één van de vaste gasten van Den Sorte Svane (Engelse titel: The Black Swan, 217 min.) is de van origine Pakistaanse crimineel Fasar Abrar Raja. Hij behoort tot de motorbende Bandidos, is actief binnen de illegale handel in verontreinigde grond en blijkt gaandeweg bij nog ernstigere misdrijven betrokken te zijn. Fasar, die zou zijn gediagnosticeerd met een ernstige psychische stoornis, laat zich kennen als een zeer onberekenbaar heerschap.

Tegelijkertijd is ook Jimmy Skjoldborg, een klassieke biker die behoort tot de leiding van de Bandidos, regelmatig bij Amira op kantoor te vinden. Hij draagt een ‘expect no mercy’-badge. Volgens de politie is dat een teken dat hij in naam van de club geweld heeft gebruikt. Skjoldborg heeft volgens eigen zeggen echter geen strafblad. De autoriteiten zijn er nooit in geslaagd om voldoende bewijs tegen hem te verzamelen.

Bij dit gezelschap voegt zich de tamelijk kakkineuze jongeman Martin Malm Hansen, die een ingenieus systeem met valse facturen heeft opgezet om zwart geld wit te wassen. Hij krijgt echter al snel serieuze betalingsproblemen en roept dan de hulp in van advocaat Nicolai Dyhr, partner bij het prestigieuze kantoor Horten uit Kopenhagen. Die moet ervoor zorgen dat er bij een faillissement van Hansen geen lijken uit de kast vallen.

Met verborgen camera’s documenteert deze unheimische vierdelige serie hoe de onder- en bovenwereld eendrachtig samenwerken om de wet te omzeilen of te breken. Amira Smajic betoont zich intussen een vaardige manipulator, die de gasten op haar kantoor verleidt – en soms ook bijna uitlokt – om zich uit te spreken over zaken die het daglicht niet kunnen verdragen en die en passant ook bewijsmateriaal tegen hen verzamelt.

In een soort verhoorsetting probeert Brügger, zelf ook niet vies van een dramatisch opgezet rollen- of dubbelspel, ondertussen te vatten wat Smajic’s motivatie is voor deze waaghalzerij voor de camera, die de hele (onder)wereld straks kan aanschouwen. Waarom is ze bereid om haar eigen veiligheid op het spel te zetten? Ook hij kan De IJskoningin echter moeilijk peilen – al maakt haar dat meteen een intrigerend personage.

Brügger maakt soms echt een ingewikkeld schimmenspel van deze miniserie, maar toont tegelijk ondubbelzinnig aan dat ook Denemarken, in de afgelopen jaren zesmaal gekozen tot minst corrupte land ter wereld, zeker niet vrij is van ondermijning. En dat heeft desastreuze gevolgen voor enkele vertegenwoordigers van de bovenwereld die, zo laten die verborgen camera’s feilloos zien, hun morele kompas hebben uitgeschakeld.

Daarmee ondermijnen ze niet alleen hun eigen positie, maar ook die van al hun integere vakgenoten.

Culiacanazo: Herederos Del Narco

HBO Max

In de straten van de Mexicaanse stad Culiacan staan op 17 oktober 2019 twee legers tegenover elkaar: speciale eenheden van de Mexicaanse overheid en de ‘sicarios’ van het Sinaloa-drugskartel. Op sociale media wordt live verslag gedaan van de veldslag, die ontstaat als de autoriteiten Ovidio Guzman willen arresteren. Dit kopstuk van het Sinaloa-kartel is een Mexicaanse variant op een nepobaby: de ‘narcobaby’ is een zoon van de beruchte drugsbaas Joaquin ‘El Chapo’ Guzman Loera.

En die werd op 9 januari 2016 met veel machtsvertoon ingerekend, het moment waarop Culiacanazo: Herederos Del Narco (Engelse titel: Battle Of Culiacan: Heirs Of The Cartel, 170 min.) enkele jaren eerder in gang werd gezet. Al snel ontstond er daarna een machtsstrijd tussen de andere grote kartelleider Ismael ‘El Mayo’ Zambada en ‘Los Chapitos’. Ofwel: vier zoons van El Chapo, de (half)broers Ivan, Jesus, Joaquin en Ovidio. Onder leiding van de ‘psychopaat’ Ivan ontketenden zij een terreurbewind, dat een kerkhof vol slachtoffers heeft gemaakt, zowel binnen als buiten het criminele milieu.

Deze vierdelige serie van Fátima Lianes reconstrueert hoe de poging om Ovidio aan te houden helemaal escaleert en vervolgens op last van de Mexicaanse president Andrés Manuel Lopez Obrador wordt afgebroken. Probeert hij zo te redden wat er te redden valt bij een volledig mislukte operatie? Of speelt de president het Sinaloa-kartel doelbewust in de kaart? ‘God weet hoeveel doden er hadden kunnen vallen’, zegt Lopez Obradors minister van Buitenlandse Zaken Marcelo Ebrard. Om er een ogenblik later uiterst cryptisch aan toe te voegen: ‘Het bloed aan de handen van politici was je nooit weg.’

Culiacanazo’s eerste aflevering reconstrueert het bloedbad in Culiacan, dat van Ovidio Guzman zowaar een volksheld maakt: El Raton, de muis. Die status zal hem nog ernstig opbreken, want de Amerikaanse Drugs Enforcement Agency (DEA) heeft z’n zinnen op hem gezet. Guzman zou behoren tot de aanjagers van de Fentanyl-crisis, de bijzonder gevaarlijke pijnstiller die ongenadig huishoudt in de Verenigde Staten. In de resterende afleveringen schetst Lianes de achtergronden daarvan: de verwording van Mexico tot een narcostaat, de bijbehorende corruptie en het eveneens onvermijdelijke geweld.

Culiacanazo beent die wereld uit met talloze en soms ook geanonimiseerde pratende hoofden, waaronder Mexicaanse en Amerikaanse opsporingsambtenaren, (undercover)agenten, militairen, advocaten, informanten, politici, journalisten én slachtoffers. Hun bespiegelingen worden geïllustreerd met nieuwsbeelden en nogal dikke gedramatiseerde scènes en een bijpassende soundtrack. Zo ontstaat niettemin een onrustbarend beeld: van een land dat geen baas meer is in eigen huis en in epische gevechten verzeild raakt met indringers, die uiteindelijk alles kapot maken.

The Dark Money Game

HBO Max

In het verontrustende tweeluik The Dark Money Game gaat Alex Gibney ‘Citizens United’ te lijf. De zeer kwestieuze beslissing van het Amerikaanse hooggerechtshof uit 2010 geeft bedrijven de mogelijkheid om ongelimiteerd geld te steken in partijen of politici. En dit mogen en kunnen ze nog geheim houden ook. Dat is, niet alleen volgens Gibney overigens, vragen om ‘pay-to-play’. Ofwel: omkoping. Hij verwijst daarbij naar een pijnlijke statistiek: in negentig procent van de Amerikaanse congresverkiezingen wint de kandidaat die het meeste geld uitgaf.

In twee delen levert de befaamde Amerikaanse documentairemaker vervolgens het bewijsmateriaal voor het corrumperende effect van al dat duistere geld. Ohio Confidential (115 min.) start bij de lobbyist Neil Clark, die in 2021 overlijdt door een schotwond aan het hoofd. Clark is betrokken geraakt bij een groot corruptieschandaal en heeft zichzelf ernstig in de nesten gewerkt. Uit geluidsopnames, die in handen zijn gekomen van openbaar aanklagers, valt af te leiden dat hij een sleutelrol heeft gespeeld in een smeergeldaffaire waarmee maar liefst 61 miljoen dollar was gemoeid.

Larry Householder, de Republikeinse voorzitter van het Huis van Afgevaardigden in Ohio en een contact van Clark, zou er een zeer dubieuze schone lucht-wet doorheen hebben gedrukt. House Bill 6 leverde de energieleverancier FirstEnergy een enorme smak gemeenschapsgeld op. En laat dat bedrijf nu net ervoor hebben gezorgd dat Householder überhaupt werd gekozen tot voorzitter. Als House Bill 6 toch weer ter discussie lijkt te worden gesteld, slaan de twee stiekeme partners de handen ineen, om hun tegenstanders een loer te draaien. Onder het motto: Fuck Anybody Who Aint Us.

Na deze ontluisterende case study gaat deel 2, Wealth Of The Wicked (115 min.), verder op de ingeslagen weg. Het is tijd om uit te zoomen. ‘Omkoping vind je overal ter wereld’, constateert Gibney bij de start, ‘maar alleen in Amerika maakten we het legaal.’ Dat gebeurde volgens hem niet zomaar. ‘Het was een zorgvuldig uitgevoerd project, gerealiseerd door een onzalig verbond van rijke zakenmannen en religieuze extremisten die besloten dat het woord van God hetzelfde klonk als het geluid van geld’, vervolgt hij met die karakteristieke stem, die onderkoeld de vinger op de zere plek legt.

Daarna gaat hij te rade bij Jane Mayer, de journaliste die in 2016 het invloedrijke boek Dark Money uitbracht, over hoe het grote geld de Amerikaanse democratie heeft ontwricht. Zij gaan samen terug naar de oorsprong, naar hoe bedrijven zich in de jaren zeventig begonnen te verzetten tegen de alsmaar toenemende macht van gewone burgers, wetten rond campagnefinanciering onderuit gingen halen en hun krachten bundelden met de kerk. Van daaruit ontstond vervolgens de pro-life movement, de slim genaamde anti-abortus beweging. Wie kon er immers tégen het leven zijn?

‘De rijkdom van de zondaar is weggelegd voor de rechtvaardige’, parafraseert de conservatieve geestelijk leider Rob Schenck een Bijbelvers. ‘Waarom niet? Laten we het geld van de miljardair dopen.’ James Bopp wordt de voornaamste jurist van dat verbond tussen God en Geld. Hij verzet zich tegen begrenzing van de hoeveelheid geld in de politiek, want dat zou een inperking van de vrijheid van meningsuiting inhouden. Bopp wil dus ook de Campaign Finance Reform-wet van de Democratische senator Russ Feingold en zijn inmiddels overleden Republikeinse collega McCain uit 2001 ontmantelen.

Citizens United markeert in 2010 een belangrijk keerpunt in de verwording van de Amerikaanse democratie, zes jaar later gevolgd door de verkiezing van Donald Trump tot president. Daarmee is de basis gelegd voor een smeergeldcultuur zonder weerga, toont Alex Gibney overtuigend aan in deze verpletterende exegese van een onvervalste pay-to-play natie. De belichaming daarvan is de ‘herkerstening’ van het hooggerechtshof, dat in 2019 natuurlijk levert voor zijn religieuze donateurs: het federale recht op abortus wordt op de brandstapel gegooid. En ook ‘big business’ telt z’n zegeningen.

Gone Girls: The Long Island Serial Killer

Netflix

Toen Liz Garbus in 2020 de thriller Lost Girls uitbracht, met een indrukwekkende rol van Amy Ryan als een moeder die zich vastbijt in de verdwijning van haar dochter, tastte de Amerikaanse politie nog volledig in het duister over wie er verantwoordelijk was voor een serie vrouwenmoorden in Long Island, New York. Vijf jaar later is daarover inmiddels klaarheid gekomen en waagt Garbus, die zich in de serie I’ll Be Gone In The Dark ook al over een vergelijkbare zaak rond The Golden State Killer boog, opnieuw een poging om de schokkende misdrijven te belichten.

De zaak wordt aan het rollen gebracht door Shannan Gilbert. Zij belt op 1 mei 2010 in doodsangst naar de alarmcentrale. ‘Ze willen me vermoorden’, weet de jonge vrouw, die zich via advertenties op Craigslist aanbiedt als prostituee, nog uit te brengen. En daarna verdwijnt ze van de aardbodem. Sekswerkers hebben echter geen enkele prioriteit voor de politie van Suffolk County. Tot frustratie van Shannans moeder Mari Gilbert. ‘Hoe zou jij je voelen als niemand je kwam zoeken?’ houdt ze de toegestroomde media later voor.

Eind 2010 worden de stoffelijke overschotten van vier jonge vrouwen aangetroffen op het nabijgelegen Gilgo Beach. Het blijkt eveneens te gaan om meisjes die actief waren als escort. Shannan Gilbert is er alleen niet bij. Ze zou gemakkelijk te herkennen zijn geweest aan het titanium plaatje in haar mond. Dat heeft ze overgehouden aan een gewelddadig vriendje. Precies een jaar na de vondst van de zogenaamde ‘Gilgo Four’, eind 2011, wordt alsnog duidelijk wat er is gebeurd met de jonge vrouw, die in blinde paniek een hulplijn belde.

Daarmee eindigde zowel het boek Lost Girls: An Unsolved American Mystery (2013) van de journalist Robert Kolker, die ook in deze serie participeert, als de speelfilm die Liz Garbus daarop baseerde. Diezelfde ontdekking vormt nu het startpunt voor de driedelige docuserie Gone Girls: The Long Island Serial Killer (158 min.), waarin Garbus het vervolg van de zaak toont en weer mensen van vlees en bloed probeert te maken van al die gezichtsloze sekswerkers. Kinderen, zussen en moeders. Van gewone Amerikanen die hen nog altijd missen.

Heel veel wijzer is de plaatselijke politie in de jaren sinds hun verdwijning overigens niet geworden. Door interne perikelen heeft het onderzoek naar de verdwenen vrouwen nauwelijks prioriteit gekregen. De conclusie van deze typische true-crime productie, met enigszins opgelegde reconstructies en een nét iets te vet aangezette soundtrack, is ontluisterend: essentiële aanwijzingen zijn gemist en belangrijke sporen nooit fatsoenlijk onderzocht, waardoor er waarschijnlijk méér slachtoffers zijn gevallen dan nodig was geweest.

In de afgelopen jaren is de zaak door een ander onderzoeksteam opnieuw opgepakt en vervolgens vrijwel direct in een stroomversnelling gekomen. In de slotaflevering belicht Garbus de afwikkeling ervan en de persoon die veel te lang z’n gang heeft kunnen gaan – wellicht zelfs véél langer dan iemand vermoedde. Hoe meer ze op deze man inzoomt, met mensen uit z’n directe omgeving en aangetroffen bewijsmateriaal, hoe unheimischer het beeld wordt. Intussen groeit het vermoeden dat de bodem van deze serie gruwelijke misdrijven nog altijd niet is bereikt.

Ook de onrustbarende miniserie Gone Girls zou dus nog wel eens een vervolg kunnen krijgen.

In de driedelige serie The Gilgo Beach Killer: House Of Secrets komen zowaar de vrouw en dochter van de verdachte uitgebreid aan het woord.

The Bibi Files

September Film

De zaak is in wezen redelijk simpel, stelt journalist Raviv Drucker. Benjamin ‘Bibi’ Netanyahu en zijn derde vrouw Sara zouden cadeaus ter waarde van een kwart miljoen dollars hebben gekregen van Arnon Milchan. In ruil daarvoor heeft Netanyahu allerlei hand- en spandiensten verricht voor de Joodse Hollywood-producer. Een eenvoudig geval van omkoping. Het betreft alleen wel de langst zittende premier van Israël.

Voor een man in zijn positie lijkt Bibi zich wel heel goedkoop te hebben laten strikken. Voor sigaren, champagne en juwelen, werkelijk waar. Het goeie leven, dat hem uiteindelijk zwaar is bekomen. Kwestie van ‘L’etat c’est moi’, stelt de politieke insider Nimrod Novik in The Bibi Files (115 min.). Geen onderscheid meer zien tussen de staat en jezelf. Dat zou zijn begonnen bij zijn onverwachte verkiezingsoverwinning in 2015.

Volgens deze krachtige documentaire van Alexis Bloom heeft Netanyahu ook geïntervenieerd voor een andere tycoon, Shaul Elovitch. In ruil voor positieve berichtgeving op Elovitch’s nieuwswebsite Walla. ‘We begonnen ons te voelen als een restaurant dat aan slechts één gast serveert’, stelt voormalig hoofdredacteur Avi Alkalay. Ook hiervoor geldt: corruptie, klip en klaar. Als het tenminste kan worden aangetoond.

Om haar betoog te stutten maakt Bloom gebruik van uitgelekte beelden van de politieverhoren van Benjamin Netanyahu en andere direct betrokkenen. King Bibi komt er niet goed vanaf. De man die erom bekend staat dat hij het geheugen van een olifant heeft, kan zich opvallend vaak niets meer herinneren. Hij beweert bovendien consequent dat hij zich van geen kwaad bewust is en bijt flink van zich af naar zijn verhoorders.

Ook zijn vrouw Sara, die hele tirades houdt tegen haar gesprekspartners, en hun zoon Yair, een activist/podcaster met zéér rechtse denkbeelden, schminken zichzelf flink af op de verhoorbeelden. Ze ogen als Israëlische varianten op Imelda Marcos of Don Trump Jr., die liegen alsof ‘t gedrukt staat en routineus afgeven op critici en de linkse media. Ook zij kunnen echter niet voorkomen dat er een rechtszaak wordt opgestart tegen Netanyahu.

Door die beschuldigingen komt Bibi ook politiek steeds meer alleen te staan. Andere partijen besluiten hem te boycotten. Om toch premier te blijven – en uit de handen van zijn eigen minister van justitie, die hem in staat van beschuldiging heeft gesteld – wendt Bibi zich tot de extremisten Itamar Ben-Gvir en Bezalel Smotrich, politici die hij enkele jaren geleden nog meed als de pest. Nu zijn ze allebei minister in zijn kabinet.

Met zulke onverzoenlijke lieden aan z’n zijde werd Netanyahu met de terroristische aanslagen van Hamas op 7 oktober 2023 geconfronteerd. De navolgende vergeldingscampagne in Gaza, het eindpunt van The Bibi Files, was in zekere zin dus te voorspellen. Een permanente oorlog, stellen critici cynisch in dit ontluisterende portret, is sowieso een ideaal middel om aan de macht en uit de cel te blijven.

A Dangerous Boy

Siggi Hakkari (l) en Julian Assange (r) / c: Allen Clark

‘Is this the most dangerous man in Iceland?’ schreeuwt de cover van The Reykjavik Grapevine op 19 juli 2013. Op de bijbehorende levensgrote foto staat Sigurdur Thordarson alias Siggi The Hacker, een twintigjarige computernerd die betrokken is geraakt bij het WikiLeaks-schandaal. Als IJslandse rechterhand van Julian Assange, de oprichter van de omstreden klokkenluiderssite (en hoofdpersoon van We Steal Secrets: The Story Of WikiLeaks), was Siggi direct betrokken bij de verspreiding van de beruchte Collateral Murder-video. Hij zou daarnaast echter ook als stiekeme informant voor de FBI hebben gefungeerd en diezelfde Assange hebben overgeleverd aan de Amerikaanse veiligheidsdienst.

De documentaire A Dangerous Boy (89 min.), waarvoor filmmaker Ole Bendtzen negen jaar lang heeft gefilmd met Siggi, start in 2014 als hij in de gevangenis van Reykjavik zit. ‘Ik hoop dat ik een goede ‘bad guy’ blijk te zijn’, zegt hij dan. Thordason is veroordeeld vanwege (betaalde) seks met een minderjarige jongen. Het leeftijdsverschil tussen hen was volgens de hacker echter maar anderhalf jaar. En hij heeft hem ook niet betaald, zegt hij, maar simpelweg enkele geschenken gegeven. De vraag rijst: zijn de beschuldigingen tegen Sigurdur misschien een afrekening, omdat hij via WikiLeaks – en eerder ook al via de reguliere IJslandse media – misstanden aan het licht heeft gebracht?

Julian Assange verblijft vanwege beschuldigingen van seksueel geweld immers ook al jarenlang in de Ecuadoriaanse ambassade te Londen, het onderwerp van de documentaire Ithaka: A Fight To Free Julian Assange, om zo uitlevering naar de Verenigde Staten te voorkomen. Siggi’s moeder Ragnheidur Sigurdardóttir, bodyguard Dan Sommer en advocaat Vilhjálmur Vilhjálmsson sluiten zeker niet uit dat ook hij erin is geluisd. Duidelijk is dat de jeugdige hacker de verkeerde mensen tegen zich in het harnas heeft gejaagd. Maar of dat de aanklachten van negen afzonderlijke tienerjongens verklaart? En in hoeverre is Siggi Hakkari eigenlijk verantwoordelijk voor de suïcide van één van hen?

Zulke suggesties blijven in elk geval niet zonder gevolgen. Als Thordason de gevangenis mag verlaten, staat hij te boek als crimineel en pedofiel. Hij wordt persona non grata in zijn eigen land. Gaandeweg komt er in dit intrigerende portret, naast het slachtoffer van wel hele bijzondere omstandigheden, echter ook een andere Siggi naar voren: een geboren manipulator, die ervoor zorgt dat hij, goedschiks dan wel kwaadschiks, krijgt wat hij wil. Bendtzen weet niet meer wat hij moet geloven – ook omdat WikiLeaks eveneens duchtig twijfel zaait – maar blijft in contact met Siggi, die zijn omgeving bespeelt als The Puppet Master, de oplichter uit een Netflix-docu waaraan hij zich spiegelt.

Een gevaarlijke jongen was hij altijd al. Op de basisschool hackte Sigurdur Thordarson bijvoorbeeld een schoolcomputer om de cijfers te verlagen van klasgenoten die hij niet mocht. Inmiddels lijkt Siggi het kinderspel voorbij en is het steeds de vraag op welke borden hij schaakt, met/tegen wie en wie van hen er dan schaak(mat) wordt gezet.

Breaking Social

Cinema Delicatessen

‘Verandering begint aan de rand en trekt dan naar binnen’, stelt de Nederlandse schrijver/historicus Rutger Bregman, die in Breaking Social (92 min.) als één van de centrale sprekers wordt opgevoerd. ‘Dat is heel tegenstrijdig. Hoeveel George Floyds zijn er geweest vóór George Floyd, die geen massaal protest hebben veroorzaakt?’

De wereld kan ten positieve worden veranderd, is de stellige overtuiging van Bregman, bekend van zijn bevlogen stukken op de Correspondent. ‘Mensen die met nieuwe ideeën komen worden in eerste instantie altijd onredelijk en irritant gevonden’, stelt de opiniemaker, terwijl hij door zijn woonplaats Houten wandelt of fietst. ‘Maar als de utopie werkelijkheid wordt, wordt het iets vanzelfsprekends. “Ja, natuurlijk is de slavernij afgeschaft.” “We hebben een welvaartstaat.” “We hebben een democratie.” Dat zijn mijlpalen van beschaving.’

Dat de mens kan bijdragen aan een betere wereld lijkt uiteindelijk ook de boodschap van deze breed uitwaaierende documentaire van Fredrik Gertten (Push): in alle uithoeken van de aarde komen mensen in opstand tegen onrecht en proberen zij hun wereld bij te sturen, al is het dan maar een klein beetje. Chileense vrouwen verzetten zich bijvoorbeeld met zang en dans tegen het patriarchaat, Amerikaanse leerkrachten trekken samen op voor betere arbeidsomstandigheden en medewerkers van Amazon voeren actie tegen de manier waarop ze worden uitgebuit.

Er is ook alle reden om te protesteren, betoogt Gertten die zijn vertelling erg ruim heeft opgezet. Om zijn betoog te stutten verlaat hij zich, behalve op Rutger Bregman, ook op de Amerikaanse schrijfster Sarah Chayes. Zij spreekt over corrupte elites, die zich niet verbonden voelen met een land of de bewoners daarvan. Volgens haar staat het principe van ‘één burger, één stem’ daardoor onder druk. ‘We leven in een situatie van: één dollar of euro, één stem’, stelt Chayes. ‘En dat geeft rijke, invloedrijke CEO’s een disproportioneel grote invloed op de politiek.’

‘Als je niet boos bent, heb je gewoon niet opgelet,’ stelt Peter S. Goodman van The New York Times zelfs. Hoe kan het bijvoorbeeld dat een miljardair minder belasting betaalt dan degene die zijn wc schoonmaakt? Via een keur aan sprekers stipt Fredrik Gertten nog veel meer voorbeelden van misstanden aan – en initiatieven om die weer te corrigeren. Tot een dwingend narratief leiden al die mensen met hun eigen belangen, strijd en idealen niet. Zoals hij ook geen aangrijpend persoonlijk verhaal in het hart van deze documentaire heeft gepositioneerd.

Zonder zulke houvast – een schrijnend geval van onrecht bijvoorbeeld, waartegen iemand in het geweer komt – wordt Breaking Social vooral een interessante filosofische exercitie over de wereld waarin wij leven. Een Tegenlicht de luxe, zogezegd. Aan de hand van enkele treffende casussen – de moord op de Maltese journaliste Daphne Caruana Galizia, Cambridge Analytica en het ruimtereisje van Jeff Bezos bijvoorbeeld – worden de hedendaagse mores tegen het licht gehouden en van context voorzien. Maar om nu te zeggen dat ’t daarmee ook een héél enerverende film is geworden…

Enron: The Smartest Guys In The Room

Magnolia Pictures

‘What’s he building in there?’, gromzingt Tom Waits, met zijn donkerste stem aan het begin van Alex Gibney’s klassieke witte boorden-docu. ‘What the hell is he building in there?’ bromt de Amerikaanse zanger nog eens als het hoofdkwartier van Enron in Houston, Texas, in beeld komt. Wat zit er in godsnaam in de zwarte doos van zo’n energieconcern?

Journalist Bethany McLean van Fortune Magazine, die later samen met Peter Elkind ook het boek The Smartest Guys In The Room zal schrijven, stelt in maart 2001 de vraag waarop niemand eigenlijk antwoord kan geven: hoe verdient Enron precies zijn geld? Het heeft jaren en onnoemelijk veel bravado, schimmigheid en schelmentrucs gekost om de zeepbel tot opzienbarende proporties op te blazen, zodat Enron een plek kan verwerven in de top tien van grootste bedrijven van de Verenigde Staten. Niet veel later zal het echter slechts een luttele 24 uur kosten om hem lek te prikken.

De financiële crisis van 2008, waarbij zakenbank Lehman Brothers onderuit gaat, ligt dan nog jaren in de toekomst verscholen. En Bernie Madoff is nog gewoon bestuursvoorzitter van de NASDAQ als Enron en plein public voor de bijl gaat. In Enron: The Smartest Guys In The Room (109 min.) tekent Alex Gibney de survival of the fittest en bijbehorende machocultuur binnen het bedrijf op, die daaraan ten grondslag ligt. Het is alsof de topmannen denken dat zij een casino hebben gevonden dat alleen uitkeert. En zo nodig schoppen ze stiekem tegen de speeltafel aan.

Zoals wanneer de energievoorziening in de staat Californië schaamteloos wordt ontregeld, om zelf op slinkse wijze extra inkomsten te genereren. Enrons CEO Jeffrey Skilling grapt in die tijd dat er één verschil is tussen de Titanic en Californië: toen de boot ten onder ging, deed het licht het tenminste nog. Geld fungeert als enige motivator bij Enron. En perceptie is alles. Zolang niemand het merkt – of er iets van zegt – mag alles. Totdat de conclusie onvermijdelijk wordt: ook deze keizers, de zelfverklaarde slimste jongetjes van de klas, hebben echt helemaal geen kleren aan.

‘Ik heb nooit iets gedaan dat niet in het belang was van onze aandeelhouders’, beweert Skilling niettemin met een stalen gezicht voor een onderzoekscommissie van het Amerikaanse parlement. ‘Bij de Titanic ging de kapitein ten onder met zijn schip’, riposteert de Democratische senator Byron Dorgan vervolgens ijzig. ‘Bij Enron gaf de kapitein zichzelf en zijn vrienden eerst een bonus, stapte daarna met de andere toplui in een gereedstaande reddingsboot en riep tenslotte tegen de rest: o ja, alles komt helemaal goed!’ Jeffrey Skilling probeert geen spier te vertrekken.

Ook Enrons andere topman Ken Lay, een persoonlijke vriend en donateur van de Republikeinse president George W. Bush, zal nooit verantwoordelijkheid nemen voor de wanorde, het opportunisme en de onvoorstelbare corruptie binnen het bedrijf, waaraan alle ‘usual suspects’ van Wall Street, de banken en accountants, ook weer ongegeneerd hand- en spandiensten blijken te hebben verleend. En als Enron dan over de kop gaat, blijft alleen het personeel op de werkvloer berooid achter. Als nietsvermoedende passagiers op een schip dat wel een Titanic moest worden.

Het bankroet van Enron geldt sindsdien als een exemplarisch voorbeeld voor het failliet van een compleet financieel systeem, dat overigens, ruim twintig jaar later, nog altijd vrolijk voortwoekert. En deze ferme film uit 2005, waarin acteur Peter Coyote als verteller fungeert, Enron-medewerkers worden geportretteerd als subjecten binnen het beruchte wetenschappelijke Experiment van Milgram en allerlei smakelijke muziekjes ervoor zorgen dat het geheel nooit té zwaar op de maag ligt, geldt als het ultieme, nog altijd zwaar ontluisterende bewijsstuk daarvoor.

In dit artikel van Investopedia is overigens te lezen hoe het de belangrijkste betrokkenen bij het Enron-schandaal daarna verging.

A Plena Luz: El Caso Narvarte

A plena luz: El caso Narvarte. Cr. Courtesy of Netflix © 2022

Op 31 juli 2015 worden in een appartement te Mexico-Stad maar liefst vijf levenloze lichamen aangetroffen. Het blijkt te gaan om een kritische journaliste, een activistische fotograaf, een Colombiaans fotomodel, een tienermeisje dat wel eens in de prostitutie kan zijn beland en hun enigszins mismoedige huishoudster. Ze zijn van dichtbij doodgeschoten en lijken van tevoren ook te zijn gemarteld.

Al snel worden er drie verdachten gearresteerd. Maar welk motief hebben deze mannen? Of is hun aanhouding juist bedoeld om de ware achtergronden van de meervoudige moord te versluieren? Om wie was het de daders te doen en welke slachtoffers waren dus vooral nevenschade of zelfs onderdeel van een rookgordijn? En ging het dan om een uit de hand gelopen overval, femicide, een criminele afrekening of toch politieke moord?

Voordat regisseur Alberto Arnaut Estrada deze vragen minutieus doorloopt met de advocaten van de slachtoffers en een door hen ingeschakelde criminoloog, forensisch psycholoog en sociaal antropoloog, begint A Plena Luz: El Caso Narvarte (109 min.) bij de nabestaanden van Nadia, Rubén, Mile, Yesenia en Alejandra, die samen op klaarlichte dag de dood hebben gevonden in appartement 401 van Luz Saviñón in de wijk Navarte.

Met een ingenieuze replica van de plaats delict, knap geanonimiseerde acteurs in de rol van de slachtoffers en mogelijke daders en een analyse van belgegevens ontleedt Estrada vervolgens secuur wat er zich in en om dat appartement moet hebben voltrokken. Daarnaast richt hij zich ook op het grotere verhaal: wie hadden er belang bij de moorden? Moeten zij in de drugswereld, de wereldwijde sekshandel of lokale politiek worden gezocht?

Via De Zaak Navarte wordt ook Mexico zelf geportretteerd. Een land dat al decennia wordt geteisterd door stuitende corruptie, nietsontziende drugskartels en gruwelijk geweld, in het bijzonder tegen vrouwen. In dat verband treft zeker een uitspraak van de moeder van Yesenia Quiroz doel. Ze ‘bedankt’ de eveneens vermoorde fotograaf Rubén Espinosa. ‘Dat hij er die dag was. Want anders was dit weer een zaak over dode vrouwen geweest.’

Salvar Al Rey

HBO Max

Don Alfonso de Borbón y Borbón stierf in 1956 op veertienjarige leeftijd. Ruim 65 jaar na dato kunnen enkele oudere Spaanse journalisten nog altijd nauwelijks geloven dat in de berichtgeving over prins Alfonso’s overlijden toentertijd niet de ware toedracht werd vermeld.

‘Dood door tragisch ongeluk’, schreeuwt een krantenkop. ‘Er ging een pistool af bij het schoonmaken’, stelt het bijbehorende artikel. Geen woord over wie de fatale kogel heeft afgevuurd: ‘s mans broer Juan Carlos, de latere koning van Spanje. ‘Dit is heel typisch voor de censuur van de dictatuur’, constateren de journalisten eensgezind. De almachtige generaal Franco hield zulke onwelgevallige berichten stelselmatig onder de pet.

Insiders, kenners en critici buigen zich in de scandaleuze miniserie Salvar Al Rey (Engelse titel: Saving The King, 147 min.) over het turbulente leven van de Spaanse vorst Juan Carlos I. Waarbij opvalt dat de monarch zich graag laat fêteren, nooit te beroerd is om naar een extra zakcentje te vragen en een voorliefde heeft voor mooie, jonge vrouwen. Volgens artikel 56 van de Spaanse grondwet is hij nu eenmaal onschendbaar, de enige persoon die werkelijk boven de wet staat.

Dit wil natuurlijk niet zeggen dat het gedrag van Juan Carlos onbesproken blijft. Tijdens zijn regeerperiode stapelen de schandalen zich op. Als hij de actrice Bárbara Rey tegen het bevallige lijf loopt bijvoorbeeld. Zij begint direct opnamen te maken van hun amoureuze ontmoetingen, die natuurlijk ook hun weg hebben gevonden naar deze miniserie van Santi Acosta. Het betere afperswerk dus. Tegen die tijd is er geen dictator meer die elk gerucht met het nodige machtsvertoon afdekt.

En als Bárbara uit beeld is, verschijnt een andere schone. Corinna Larsen schijnt zelfs 65 miljoen euro over te hebben gehouden aan haar contacten met Juan Carlos. Zo blijft de koning tot na zijn min of meer gedwongen aftreden in 2014 steeds onderwerp van gesprek. Want, inderdaad, zelfs mensen zoals hij komen uiteindelijk niet overal mee weg. Salvar Al Rey is desondanks – althans voor diegenen onder ons die niet in sprookjes wensen te geloven – niets minder dan een demasqué van de monarchie.

Anderen zien waarschijnlijk gewoon iemand die zich als een vorst gedraagt.

Amigo Secreto

Cinema Delicatessen

Toen hij in 2018 werd veroordeeld vanwege corruptie en witwassen, was één ding duidelijk: de linkse kandidaat Luiz Inácio Lula da Silva, die op kop ging in de peilingen, zou niet kunnen deelnemen aan de Braziliaanse presidentsverkiezingen van dat jaar. Lula, die van 2003 tot 2010 al president was, ging voor zeker tien jaar de gevangenis in. Intussen werd zijn grote opponent, de (ultra)rechtse kandidaat Jair Bolsonaro, tot president gekozen. En wie selecteerde hij vervolgens als zijn minister van justitie? Juist: Sergio Moro, de rechter die Lula had veroordeeld.

Journalisten van The Intercept Brasil constateren bovendien – het startpunt van de observerende documentaire Amigo Secreto (97 min.) – dat Moro tijdens het zogenaamde Car Wash-onderzoek naar Lula in het geheim contact heeft gehad met openbaar aanklager Deltan Dallagnol en zijn collega’s. Is Lula zo, via een slinks georkestreerde en politiek gedreven aanval, onschadelijk gemaakt? Regisseur Maria Augusta Ramos volgt de journalisten van The Intercept en El País terwijl ze zich, via gesprekken met juristen en het bekijken van bewijsmateriaal, een weg banen door het onderzoeksdossier, om zo de onderste steen boven te krijgen.

Ramos opereert daarbij in klassieke direct cinema-traditie en presenteert het werk van haar protagonisten zonder enige opsmuk en slechts ondersteund door verbindende teksten in beeld. Een no nonsense-benadering die enigszins doet denken aan Alexander Nanau’s gelauwerde documentaire Collective, over gigantische misstanden in de Roemeense gezondheidszorg na een brand in een nachtclub en de manier waarop die door de overheid worden toegedekt. Die film is alleen wel een stuk enerverender. Amigo Secreto bevat erg veel pratende hoofden, die ook nog eens behoorlijk veel ruimte krijgen.

Daarmee slaagt Ramos er weliswaar in om een verrotte politieke cultuur, waarbij bedrijven met steekpenningen partijen van beide zijden gunstig proberen te stemmen, bloot te leggen en vervolgens accuraat de gevaren te schetsen van een volledig gepolitiseerde rechtspraak, maar enorm enerverende cinema levert het niet op. Het voornaamste vuurwerk komt van Lula zelf, als de oud-president zich vanuit de gevangenis zonder meel in de mond uitspreekt over zijn politieke tegenstanders die ervoor hebben gezorgd dat hij achter de tralies is beland en wat die periode hem intussen, zowel persoonlijk als politiek, heeft gekost.

Inmiddels is de populaire linkse leider weer op vrije voeten en doet hij, net als zijn aartsrivaal Bolsonaro, opnieuw een gooi naar het presidentschap. Deze film is in dat opzicht perfect getimed en roept dan ook de vraag op of de Braziliaanse democratie (ditmaal wel) robuust genoeg is voor een faire en eerlijke campagne.

In De Ban Van De Bom

&Bromet

Als hij bij de huidige bewoners van het pand van z’n voormalige werkgever zijn verhaal probeert te doen, zou je Frits Veerman gemakkelijk voor een complotdenker kunnen houden. Hij strooit met allerlei onbekende termen en namen en rept bovendien over spionage: zijn Pakistaanse collega Abdul Khan zou in de jaren zeventig geheime informatie over de verrijking van uranium hebben gestolen. En daarmee zou het Aziatische land, in een soort permanente oorlog verwikkeld met buurland India, een atoombom hebben kunnen testen. De informatie is daarna ook nog terechtgekomen bij schurkenstaten als Noord-Korea.

Jaaaah, Frits, ben je geneigd om te antwoorden, maar hoe gaat het thuis, met je vrouw en kinderen? Zulke reacties heeft de man vast ook vaak gekregen, te beginnen vanuit zijn werkgever FDO waar hij werkte aan zogenaamde ultracentrifuges. Daar hadden ze niets met zijn verhalen. Slecht voor de reputatie van het bedrijf. Frits moest zijn mond houden en werd langzaam maar zeker richting de uitgang gedirigeerd. Er was één klein probleem: hij had gelijk. De notoire complotdenker was in werkelijkheid een klokkenluider.

‘Heb je ooit wel eens de behoefte gevoeld om het voor Frits op te nemen?’ vraagt Frans Bromet in de tv-docu In De Ban Van De Bom (82 min.) aan Veermans voormalige collega Gerrit Kleyn. ‘Nu dus’, reageert die. ‘Nu is een beetje laat, hè’, vindt Bromet. Kleyn: ‘Ja, maar wat kan ik eraan doen?’ En dus stond Frits Veerman er tijdens die jaren grotendeels alleen voor. De Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) had weliswaar al snel in de smiezen dat het klopte wat hij beweerde, maar probeerde toch – onder invloed van de CIA? – om hem monddood te maken.

Frans Bromet onderzoekt die pijnlijke kwestie met Veerman zelf, zijn vrouw Marie en diverse deskundigen en bekijkt tevens of zijn poging om ruim veertig jaar na dato, via het Huis voor Klokkenluiders, alsnog te worden gerehabiliteerd kans van slagen heeft. Als blijkt dat de AIVD, de opvolger van de BVD, tevens participeert in dat Huis, wordt ook die hoop de bodem ingeslagen. Frits blijft echter, tegen beter weten in, geloven in een goede afloop. Intussen wordt Abdul Khan in Pakistan op het schild gehesen als een soort redder des vaderlands.

Het is een typische David & Goliath-vertelling over een man die, jawel, een complot op het spoor komt en vervolgens jarenlang dwars wordt gezeten, ook door de Nederlandse staat, bij het naar buiten brengen daarvan. Totdat er van de gedreven idealist alleen nog een roepende in de woestijn over is. Bromet neemt alleen wel heel veel tijd om die eenzame strijd uit de doeken te doen. Een iets strengere selectie van de interviews en dus een hoger verteltempo zouden dit schrijnende verhaal, dat inmiddels een erg tragisch staartje heeft gekregen, goed hebben gedaan.

How To Steal A Country

EO

Hoe kun je de democratie waarvoor je zo hard hebt moeten strijden zo gemakkelijk verkwanselen? vraagt één van de sprekers in How To Steal A Country (56 min.) zich af. Decennialang vocht het African National Congress (ANC), onder leiding van Nelson Mandela, tegen witte overheersing in Zuid-Afrika. Slechts vijftien jaar nadat het ANC in 1994 eindelijk aan de macht kwam, raakte de partij tijdens het bewind van president Jacob Zuma verwikkeld in een groot corruptieschandaal. Van alle vroegere idealen leek weinig meer over.

Juist de mensen die na de afschaffing van Apartheid terugkwamen uit hun ballingschap of de gevangenis bleken gevoelig te zijn voor douceurtjes. Mochten ze misschien, na al die jaren van opoffering en afzien? Vanuit die houding ontstond volgens voormalig minister van Gezondheid en Overheidsbedrijven Barbara Hogan, die net als allerlei andere gewetensvolle overheidsfunctionarissen aan de kant werd geschoven door Zuma, een nieuwe bourgeoisie, een politieke klasse die uiterst gevoelig bleek voor gemak en geld.

Enter Oakbay Investments. Oftewel ‘de Gupta’s’, drie Indiase broers die met een hele smak geld direct toegang kregen tot de Zuid-Afrikaanse regering, tot de zoon van de president in het bijzonder. Met talloze schimmige deals tot gevolg en het op grote schaal wegsluizen van overheidsgeld. Dat is althans de premisse van enkele onderzoeksjournalisten, die zich vastbijten in de kwestie en uitgroeien tot de helden van deze gedegen film van Rehad Desai en Mark Kaplan. Zij worden intussen van alle kanten tegengewerkt en ‘witgemaakt’, neergezet als handlangers van de oude tegenstanders van de anti-Apartheidsbeweging.

Totdat er een enorme hoeveelheid interne communicatie uitlekt, een affaire die al snel ‘Guptaleaks’ wordt gedubd, en het grote graaien van de Zuma-clan en het bijbehorende systemische falen van de Zuid-Afrikaanse staatsinstituties en hun gerenommeerde adviseurs, bedrijven als KPMG en McKinsey, vol in het zicht komen te staan. Dat zorgt voor een verdere escalatie van de vuile oorlog die al in de politiek, media en rechtszaal werd uitgevochten en die het land weer ouderwets verdeelt.

The John Dalli Mystery

VPRO

Afgelopen week maakte de premier van Malta bekend dat hij in januari aftreedt. Hij is de zoveelste lokale functionaris die in de nasleep van de moord op de onderzoeksjournaliste Daphne Caruana Galizia in 2017 het veld moet ruimen.

Galizia speelt ook een prominente rol in The John Dalli Mystery (59 min.) van Jesper Rønde. In deze documentaire onderzoekt het kekke journalistenduo Mads Brügger en Mikael Bertelsen de achtergronden van het corruptieschandaal rond de Maltese politicus John Dalli, die in 2012 moest aftreden als eurocommissaris.

Is Dalli het slachtoffer van een complot of smeedt hij deze complotten juist zelf? Die vraag drijft deze bijzonder vermakelijke film, waarin ook nog de nodige tegels worden gelicht. Gedegen onderzoeksjournalistiek dus, vermomd als absurd theater.

Het is een vorm die Mads Brügger dit jaar ook gebruikte in Cold Case Hammarskjöld, zijn overrompelende zoektocht naar wat er toch is gebeurd met Dag Hammarskjöld. De secretaris-generaal van de Verenigde Naties kwam in 1961 om bij een mysterieus vliegtuigongeluk.

The John Dalli Mystery kan met terugwerkende kracht worden beschouwd als een fijne voorstudie.