Aan John Galliano’s gezicht valt af te lezen dat hij heeft gelééfd – en dat hij daarbij ook duizend doden is gestorven. Hij oogt als een man die geregeld oog in oog met zichzelf heeft gestaan. Zijn drankgebruik onder ogen heeft moeten zien. Zijn pillenverslaving. Zijn vandalisme. Zijn vlijmscherpe tong. Zijn ego. En zijn totale zelfdestructie, uiteindelijk. Op een gegeven moment was de couturier elk gevoel voor realiteit kwijt. Soms letterlijk. Ze vonden hem volgens deejay/muzikant Jeremy Healey bijvoorbeeld eens in een lift. Naakt. Hij zat er al vier uur, vertelde Jan en alleman dat hij een leeuw was en gromde en klauwde naar iedereen die in zijn buurt durfde te komen.
In High & Low – John Galliano (117 min.) schetst regisseur Kevin Macdonald eerst de opkomst van John Galliano in de jaren negentig als ontwerper bij de fameuze Franse huizen Givenchy en Dior, in een modewereld die wordt gedomineerd door stercouturiers en supermodellen. Daarna volgt als vanzelfsprekend ‘s mans ondergang. Die luidt hij uiteindelijk in 2011 hoogstpersoonlijk in tijdens een bezoek aan het Franse café La Perle, waar hij andere bezoekers onthaalt op antisemitische verwensingen. ‘s Mans faux pas wordt toevallig gefilmd en gaat vervolgens de wereld rond. Galliano wordt zo persona non grata in de wereld die hem ooit ongegeneerd als een verlosser heeft binnengehaald.
Zelf zegt hij geen herinneringen te hebben aan het incident. ‘Als je jezelf zo ziet is dat heel eng’, vertelt de modeontwerper tegen Macdonald over de beelden waarmee is vereeuwigd hoe hij zich vergaloppeert. ‘Ik herken die persoon niet.’ Deze schim van een man heeft echter wel degelijk schade aangericht, blijkt uit het verhaal van één van zijn slachtoffers. Philippe Virgitti heeft Galliano tijdens de navolgende rechtszaak nog de hand boven het hoofd gehouden, maar is inmiddels van mening veranderd. Topmodel Naomi Campbell weigert niettemin te geloven dat haar goede vriend John kwade bedoelingen had. ‘Ik heb de video nooit gezien’, houdt ze vol. ‘Zo is hij niet. Dat is niet mijn vriend.’
Galliano is nu eenmaal een man die zeer uiteenlopende reacties oproept. In dit overtuigende portret van de getroebleerde couturier wordt dat geïllustreerd met een brede waaier aan bronnen: van intimi zoals zijn oudere zus Rosemary Husband en levenspartner Alexis Roche tot Diors Joodse CEO Sidney Toledano, de actrices Charlize Theron en Penélope Cruz, schilder David Harrison, stylist Amanda Harlech en de modellen Kate Moss, Marie-Sophie Wilson en Amber Valletta. En natuurlijk zijn er ook enkele quotes gereserveerd voor Anna Wintour, de hoofdredacteur van Vogue die Galliano’s doorbraak ooit mede faciliteerde – en die een verplicht personage lijkt in elke zichzelf respecterende modedocu.
Kevin Macdonald ondersteunt alle herinneringen, opinies en verklaringen met beelden van zijn protagonist in goede en slechte tijden en topt die af met fragmenten uit de klassieke speelfilms Napoleon (1927) en The Red Shoes (1948). Die lijken een natuurlijke bijsluiter voor Galliano’s extravagante modecollecties en zijn persoonlijke werdegang. Na een verblijf in een afkickkliniek kost ‘t de ontwerper nog jaren van ziel zoeken, boete doen en excuses maken voordat hij kan terugkeren in de spotlights. Galliano zou echter Galliano niet zijn als hij ook dan niet even gigantisch uit de bocht zou vliegen. En daarmee zou hij zichzelf wel eens definitief kunnen hebben gecanceld.
Tegelijkertijd blijft ook boven de markt hangen of hij met z’n kwalijke uitlatingen zijn ware aard heeft laten zien of juist heeft aangetoond hoe beschadigd hij door de jaren heen zelf is geraakt. Afhankelijk van het antwoord is het ook de vraag hoeveel kansen zo’n man dan nog moet krijgen om zich te rehabiliteren.