Cover-Up

vanaf 26 december op Netflix

‘This son of a bitch is a son of a bitch’, zegt de Amerikaanse president Richard Nixon begin jaren zeventig, op geheime geluidsopnames, tegen zijn nationale veiligheidsadviseur Henry Kissinger. ‘But he’s usually right, isn’t he?’ Ze hebben ‘t over onderzoeksjournalist Seymour Hersh, die zich dan namens The New York Times in het Watergate-onderzoek heeft gemengd. De Amerikaanse krant loopt op dat moment gigantisch achter de feiten van The Washington Post aan, waar Bob Woodward en Carl Bernstein al de ene na de andere primeur hebben gehad. Zij zijn een complot op het spoor, dat Nixon in 1974 ten val zal brengen. Hersh kan daaraan uiteindelijk ook nog bijdragen met enkele onthullingen.

Hersh geldt dan al als een enorme lastpak, de spreekwoordelijke luis in de pels. Met onthullingen over een bloedbad dat Amerikaanse soldaten in 1968 hebben aangericht in het Vietnamese dorpje My Lai brengt hij de militaire top en regering ernstig in verlegenheid. Zoals hij 35 jaar later opnieuw zal doen met berichtgeving over marteling door Amerikaanse militairen in de Iraakse gevangenis Abu Ghraib in 2004. Op dat moment is ‘Sy’ overigens al weg bij The Times. Als hij besluit om het Amerikaanse bedrijfsleven onder de loep te nemen en daarbij ook onwelgevallig nieuws over hooggeplaatsten binnen de krant tegenkomt, heeft hij volgens eigen zeggen z’n langste tijd bij The New York Times gehad.

Want Seymour M. Hersh is ook een ‘character’. Dwars, zéér vasthoudend en met een bijtend gevoel voor humor. Ideaal documentairemateriaal, kortom. Regisseur Laura Poitras (Citizenfour en All The Beauty And The Bloodshed) had hem na het Abu Ghraib-schandaal al op de korrel voor een film. Het zou haar echter nog twintig jaar, veel overredingskracht en de hulp van coregisseur Mark Obenhaus, die eerder enkele onderzoeksfilms met Hersh heeft gemaakt, kosten om de hardkop zelf van het nut en de noodzaak daarvan te overtuigen. En dan moet de tegellichter uit Chicago ook nog zijn aantekeningen, stapels papier op een rommelig kantoortje, met hen delen. Terwijl bronbescherming zo’n beetje z’n hoogste goed is.

In Cover-Up (117 min.) belichten Poitras en Obenhaus via Seymour Hersh de hoogtijdagen van de Amerikaanse journalistiek. Ze hebben hun documentaire een onmiskenbare seventies-feel meegegeven, die herinneringen oproept aan filmklassiekers zoals The Parallax view, Three Days Of The Condor en – natuurlijk – de ultieme journalistenfilm All The President’s Men. Één van de hoofdrolspelers daarvan, Bob Woodward, doet overigens ook nog een bescheiden duit in het zakje voor deze film over zijn al even vermaarde concullega Hersh, die onderweg nog héél even aan een zijden draadje hangt als Sy, omdat ie nu eenmaal Sy is, voor een draaiende camera zijn medewerking aan de documentaire opzegt.

Het spreekt voor de makers ervan dat ze daarin ook Hersh’s grootste canard belichten – een intieme briefwisseling tussen president John F. Kennedy en het sekssymbool Marilyn Monroe, die gefingeerd blijkt te zijn – al hadden ze in feite geen keuze. Met prutsers die zulk nieuws over het hoofd zouden zien en dus van ‘speaking truth to power’ geen kaas hebben gegeten, zou Seymour M. Hersh ongetwijfeld niets van doen willen hebben.

The World According To Dick Cheney

Showtime

Het hele lijstje vragen wordt zonder problemen afgewikkeld. Zijn belangrijkste karaktereigenschap? Integriteit. Wat hij het meest waardeert in vrienden? Eerlijkheid. Zijn favoriete eten? Spaghetti. En dan valt ie toch even stil, de man die alles zo zeker weet. Bij de vraag wat zijn grootste fout is. ‘Daar denk ik eerlijk gezegd niet zoveel over na, moet ik eerlijk bekennen.’ En dan kan The World According To Dick Cheney (109 min.) daadwerkelijk van start.

Iedereen die vluchtig aan ‘de machtigste vicepresident die de Verenigde Staten ooit hadden’ denkt, roept bij die vraag waarschijnlijk meteen: de Amerikaanse inval in Irak. De respons van president George W. Bush op de terroristische aanslagen van 11 september 2001 – naar verluidt ingefluisterd door Dick Cheney en minister van Defensie Donald Rumsfeld, die nog een appeltje hadden te schillen met de Iraakse leider Saddam Hoessein – liep uit op een bloedige oorlog.

Gedrieën zouden ze zich ontwikkelen tot de kop van Jut voor links Amerika, de hardliners die hun land in alwéér een nodeloze oorlog hadden gestort, op basis van nepbewijs rond Hoesseins vermeende ‘weapons of mass destruction’. Intussen hadden ze in de Iraakse gevangenis Abu Ghraib en het strafkamp Guantanamo Bay ook nog alle mogelijke mensenrechten geschonden bij krijgsgevangenen. ‘Het was belangrijker om succesvol te zijn dan geliefd’, zegt Cheney over de periode na 911.

Op die turbulente jaren ligt vanzelfsprekend ook de nadruk in deze gedegen film van R.J. Cutler (A Perfect CandidateBelushi en Billie Eilish: The World’s A Little Blurry) uit 2013, waarin behalve de Republikeinse mastodont zelf ook zijn vrouw Lynne, enkele politieke vertrouwelingen en gezaghebbende duiders zoals Bob Woodward, Ron Suskind en Jo Becker aan het woord komen. Zij schetsen een politieke loopbaan waarin het doel vrijwel altijd de middelen lijkt te rechtvaardigen.

En ook zijn trouwe vriend Don Rumsfeld ontbreekt niet in dit politieke portret, waarvoor acteur Dennis Haysbert als verteller fungeert. Zij trokken al samen op in de regering van Richard Nixon, vormden later de zogeheten ‘Praetorian Guard’ van diens opvolger Gerald Ford (die tijdens het beschermen van de president zelf ook aanzienlijke macht verwierf) en fungeerden als kloppend hart van het kabinet van George W. Bush, dat hen tot Amerika’s meest gehate mannen zou maken.

In de halve eeuw voordat Donald Trump de macht greep in zijn partij speelde Dick Cheney (1941-2025) eigenlijk bij elke afzonderlijke Republikeinse regering een sleutelrol. En tussendoor was hij ook nog enkele jaren CEO van de oliegigant Halliburton. Een man met macht, statuur en tegenstanders. Het vertrouwde gezicht van (oer)conservatief Amerika, dat zelf vast ook niet had kunnen bedenken dat hij zich ooit niet meer thuis zou kunnen voelen binnen de Republikeinse partij.

Toch is dat precies wat er in de afgelopen jaren is gebeurd: in navolging van zijn dochter Liz, prominent congreslid, heeft Dick Cheney zich als ‘wise old man’ van de Republikeinse partij publiekelijk afgekeerd van de huidige president Trump. De twee hadden nochtans een gemeenschappelijke vijand: James Comey, de man die als onderminister van Justitie vicepresident Cheney de voet dwars zette, werd later als FBI-directeur een gezworen vijand van Donald Trump.

Die heeft de huidige minister van Justitie onlangs opgedragen om Comey te laten vervolgen. En daar scheiden de wegen van de Republikeinse kopstukken. Want zulke acties lijken zelfs voor een ijzervreter zoals Dick Cheney toch echt een brug te ver.

Stans

MTV

Bij een film over de achterban van een goudeerlijke rocker, zoals Springsteen & I (2013), verwacht je ook fans van het type toffe peer. Zoals je bij Eminem nu eenmaal Stans (101 min.) veronderstelt: een variant op de obsessieve fan die hij ooit opvoerde in zijn hit Stan (2000). In deze documentaire, geproduceerd door de Amerikaanse rapper zelf, geeft Steven Leckart een aantal Stans het podium. Onder hen is een rossige Brit die verdacht veel op de singer-songwriter Ed Sheeran lijkt.

Marshall Mathers, alias Eminem, weet wat het is om een voorbeeld, spreekbuis en uitlaatklep te hebben, vertelt hij in deze film, waarin hij via zijn fans wordt geportretteerd. Als ontheemd kind van een alleenstaande moeder in Detroit, een jeugd die werd vervat in een speelfilm waarin hij zelf de hoofdrol speelde (8 Mile, 2002), hing hij aan de lippen van de rapper LL Cool J. Toen hij later zelf een ster werd en stapels fanmail begon te ontvangen, was de vraag onvermijdelijk: ‘Ben ik nu de LL Cool J van iemand anders?’

Zijn Stans blonderen hun haar, dragen witte T-shirts en sturen vol verwachting persoonlijke brieven naar 2131 Woodward Avenue in Detroit, Michigan. Ze zweren in het bijzonder bij zijn vileine alter ego Slim Shady, een vuil gebekt personage dat zo lijkt te zijn weggelopen, ongetwijfeld met veel misbaar, uit The Jerry Springer Show en met sardonisch genoegen alles en iedereen afzeikt of tegen zich in het harnas jaagt. Zoals de vrouwelijke Stan Daniyela ’t uitdrukt: ‘een psychopaat, maar dan op een goede manier’.

Voor het min of meer reguliere deel van dit artiestenportret heeft Leckart verder LL Cool J, MTV-veejay Carson Daly, producer Dr. Dre, platenbaas Jimmy Iovine, Rolling Stone-journalist Anthony Bozza en acteur Adam Sandler gecharterd. Zij plaatsen zijn ontwikkeling als witte rapper – streep door en herstel: white trash-rapper – in z’n context. Ook dan ligt de nadruk echter op Eminems positie als artiest, zijn verhouding tot z’n fanschare en de druk, ongewilde aandacht en eenzaamheid die daarmee gepaard gaan.

Intussen zetten zijn Stans een koptelefoon op om nog eens naar zijn muziek te luisteren, lezen ze voor uit ‘s mans autobiografie en bekijken zijn handgeschreven songteksten. Daarin vinden zij iets van zichzelf, bijna alles soms, en dat drukken ze dan weer op hun eigen manier uit. Katie (sinds 1999) draagt het superheldenpak dat hij in de videoclip van Without Me aanhad. Nikki (sinds 2000) heeft 22 Eminem-portretten op haar lijf getatoeëerd. En Zolt ‘Shady’ (sinds 2001) probeert al een kwart eeuw op Slim te lijken.

Samen bieden ze zowel een boeiende inkijk bij superfans, zonder het sensatierandje waarmee die vaak worden opgeleverd, als bij het object van hun aanbidding, een man die van zijn hart nog altijd geen moordkuil maakt – en zo eraan heeft bijgedragen dat mentale problemen beter bespreekbaar zijn geworden. En waar de ‘echte’ Stan uiteindelijk afknapt op de held die hij een dwingende fanbrief stuurt en zo een iconisch voorbeeld wordt van de stalkende fan, blijven zijn erfgenamen Eminem gewoon trouw.

Watergate: High Crimes In The White House

CBS

‘Mensen hebben er recht op om te weten of hun president een schurk is’, stelde de Amerikaanse president Richard Nixon, in het najaar van 1973, toen het Watergate-schandaal inmiddels zijn gehele tweede ambtstermijn had overgenomen. ‘Welnu, ik ben geen schurk.’

Het probleem was, stelt Lesley Stahl, destijds een jonge verslaggeefster van CBS News, dik vijftig jaar later in de documentaire Watergate: High Crimes In The White House (89 min.): dat was hij dus wél. Nixon was de man die een smerige lastercampagne tegen zijn politieke rivalen in gang zette, die op 17 juni 1972 uitmondde in de geruchtmakende inbraak bij de Democratische Partij in het Watergate-gebouw. En de man die de ware toedracht daarvan met alle mogelijke middelen probeerde toe te dekken.

Nixon was trouwens ook de man die ondertussen zijn eigen graf groef: hij liet al zijn gesprekken stiekem opnemen en leverde daarmee het bewijsmateriaal voor zijn eigen betrokkenheid bij het schandaal. En de Amerikaanse pers, die hij sowieso al voor een groot deel op zijn persoonlijke ’vijandenlijst’ had staan, rook bloed. Twee jonge verslaggevers van The Washington Post beten zich vast in de zaak en kregen de waarheid uiteindelijk boven tafel. Ze zouden er journalistieke helden mee worden.

Natuurlijk ontbreken Bob Woodward en Carl Bernstein niet in deze gedegen reconstructie van Matthew DeVoe en Adam Goldfried. Behalve uitdagers van ‘Tricky Dick’ Nixon zijn ook medewerkers van de Republikeinse president vertegenwoordigd: zijn persoonlijke assistent Dwight Chapin, stafmedewerker Alexander Butterfield, de boekhoudster van Nixons herverkiezingscampagne Judith Hoback en de financiële topman daarvan Hugh Sloan en zijn vrouw Deborah, werkzaam in het Witte Huis.

Zij verhalen over een tijd waarin de president (nog) niet boven de wet stond. Het verschil met hoe de Republikeinse partij en het Amerikaanse electoraat in de afgelopen jaren de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021 terzijde hebben geschoven, zodat Donald Trump onlangs opnieuw kon worden gekozen tot president, is levensgroot. In 1974 waren ‘t zijn eigen partijgenoten die Nixon uiteindelijk tot de orde riepen en hem de keuze gaven om z’n biezen te pakken – of anders hardhandig buiten gewerkt te worden.

Assistent Stephen Bull herinnert zich nog goed hoe hij de spullen van zijn baas moest gaan inpakken. Een muziekdoosje begon spontaan Hail To The Chief te spelen. En voordat Richard Nixon, met een tandpastaglimlach en een al even ongemeend victoriegebaar, de helikopter naar huis instapte, had hij nóg een klassieke oneliner voorhanden. ‘Vergeet nooit: anderen kunnen je haten’, liet hij zich diep in zijn binnenste kijken. ‘Maar zij zullen pas winnen als je hen begint te haten. Dan vernietig je jezelf.’

The Last Movie Stars

HBO Max

‘Hoe was het om hen te zijn?’ vroeg acteur, regisseur en schrijver Ethan Hawke zich af toen hij als zestienjarige jongen op school in New Jersey het befaamde acteurskoppel Paul Newman (1925-2008) en Joanne Woodward (1930-…) zag lopen. Zij hadden daar ook een kind in de klas zitten. Paul Newman was zo’n beetje alles wat de jonge Hawke wilde zijn: knap, gelukkig, succesvol en bovendien gezegend met een goed hart.

Terwijl de halve wereld vanwege het Coronavirus in lockdown zit, wordt de volwassen Ethan Hawke door Newmans dochter Claire gevraagd om zich in het befaamde koppel te verdiepen. Hij valt bijna van zijn stoel als hij hoort dat Paul Newman zijn vriend Stewart Stern ooit heeft gevraagd om hem, Joanne en enkele sleutelfiguren uit hun leven te interviewen voor memoires, die uiteindelijk nooit zijn verschenen. De tapes daarvan zijn weliswaar vernietigd, maar de gesprekken blijken volledig te zijn uitgeschreven. Hawke begint te videobellen met bekende vrienden: wisten zij eigenlijk wel dat Paul…? En hadden ze enig idee dat Joanne…? Wat herinneren zij zich überhaupt nog van hen?

Die zoom-gesprekken met collega’s als Martin Scorsese, Sam Rockwell, Zoe Kazan, Richard Linklater, Karen Allen, Mark Ruffalo, Paul Schrader, Steve Zahn, Ewan McGregor, David Letterman, Sally Field en Vincent D’Onofrio vormen een terugkerend element in deze zesdelige serie, die demonstreert hoe Hollywood sindsdien (niets) is veranderd. Hawke en z’n vrinden spreken daarnaast ook indringend over of/hoe ze zich herkennen in Newman en Woodward en over acteren in het algemeen. En daarna stelt hij hen de vraag die al een tijd in de lucht hangt: hebben zij misschien zin om die uitgeschreven gesprekken – en daarmee ook The Last Movie Stars (360 min.) zelf – tot leven te brengen? 

En zo wordt George Clooney de klassieke Hollywood-ster Paul Newman, Laura Linney zijn al even gelauwerde grote liefde Joanne Woodward en pak ‘m beet Brooks Ashmanskas een lekker schmierende schrijver/acteur Gore Vidal. Met verve kleuren zij het archiefmateriaal rond de twee iconen en de talloze fraaie en strategisch ingezette fragmenten uit hun filmografie in. Tegelijkertijd gaat Hawke in gesprek met een dochter uit Newmans eerste huwelijk en de kinderen die hij later tijdens zijn relatie met Woodward kreeg. Zij kijken gezond kritisch terug op het leven van hun ouders, die weliswaar langdurig succes hadden maar ook moesten dealen met hun eigen demonen en gezamenlijke issues.

Met deze dubbelbiografie van epische proporties, waarmee hij weer mensen van vlees en bloed maakt van ooit onaantastbaar gewaande iconen, vertelt Ethan Hawke in wezen tegelijkertijd zijn eigen verhaal als acteur, beroemdheid en (ex-)partner van een grote ster. Zo laat hij bijvoorbeeld ook zijn acterende dochter Maya en echtgenote Ryan aan het woord. Met zijn vrouw, die tevens als producer van deze miniserie fungeert, bespreekt hij bijvoorbeeld kritiek op een voorlopige montage van de productie. Daarmee onderstreept Hawke de meta-visie op zijn onderwerp en vak, die hij wil neerleggen in deze serie. Een scène die niet werkt krijgt en passant een duw in de goede richting.

Hoewel The Last Movie Stars in totaal maar liefst zes uur beslaat – en Hawke daarin zelf een aanzienlijke positie claimt en zich het leven van zijn protagonisten soms ook toe-eigent – blijft de serie moeiteloos overeind. Het is een monument geworden voor twee (buiten)gewone mensen, aan wie je je kunt blijven vergapen en die tegelijkertijd zeer aanraakbaar worden.

The Martha Mitchell Effect

Netflix

Martha Mitchell is de vrouw van John. John Mitchell is de minister van justitie van Dick. Tricky Dick is de bijnaam van Richard. Richard Nixon is de president. De president van de Verenigde Staten is afgetreden vanwege Watergate. En het Watergate-schandaal zou er nooit zijn geweest zonder Martha.

Tenminste, dat laatste wordt beweerd door Richard Nixon, de man die er al een halve eeuw mee wordt geassocieerd. Martha Mitchell beweert op haar beurt overigens dat Nixon ervoor heeft gezorgd dat haar huwelijk is stukgelopen. En haar voormalige echtgenoot John kon ze geen van tweeën de baas en moest dat uiteindelijk met enkele jaren gevangenisstraf bekopen.

Terug naar Martha: ze was de traditionele Law & Order-man Nixon al meteen een doorn in het oog, vertellen ooggetuigen zoals politiek journalist Helen Thomas, Nixons campagnemedewerker Jeb Magruder en Witte Huis-jurist John Dean in The Martha Mitchell Effect (41 min.). Véél te luidruchtig. Eigenwijs bovendien. Ongeleid projectiel. Een vrouw, kortom, die haar plek niet kende.

In de tijd waarin Martha Mitchell groot werd deelden mannen de lakens uit in het publieke leven. Vrouwen werden geacht om een ceremoniële rol te vervullen en moesten zich in het bijzijn van hun echtgenoot gedragen als een onopvallend decoratiestuk: gedwee positie kiezend achter hun (witte) man, die met zijn Old Boys Network wel eens eventjes de wereld bestierde .

Dat was niets voor Martha Mitchell, een flamboyante verschijning die haar mening nooit onder stoelen of banken stak. Tot afgrijzen van de Republikeinse president, die haar man in 1972 had benoemd tot hoofd van zijn herverkiezingscampagne. Toen de Watergate-affaire losbarstte, werd zij een serieus bedrijfsrisico. Enter Martha Mitchell, ‘politiek gevangene’.

Dit verhaal, dat perspectief op één van de grootste schandalen uit de Amerikaanse politieke geschiedenis, nu precies vijftig jaar geleden, doet er nog altijd toe en wordt door de filmmakers Anne Alverguey en Debra McClutchy puntig opgediend, met smakelijke nieuwsbeelden, televisie-interviews met Martha en offscreen quotes van ‘tout Washington’.

The Martha Mitchell Effect wordt daardoor niet alleen een adequate Watergate-reconstructie, maar ook een treffend beeld van een tijd waarin achter elke succesvolle man een sterke vrouw mocht staan. Tenminste, zolang ze er maar niet achteruit kwam.

The Newspaperman: The Life And Times Of Ben Bradlee

HBO

‘WoodStein!’ Je hoort ’t hem bijna schreeuwen. Met die metersdiepe stem en duistere blik. Ben Bradlee, de legendarische eindredacteur van The Washington Post ten tijde van het Watergate-schandaal. In werkelijkheid zie en hoor je waarschijnlijk acteur Jason Robards, die van Bradlee een Oscar-winnende rol maakte in de ultieme journalistenfilm All The President’s Men. Intussen brachten Robert Redford (alias Bob Woodward) en Dustin Hoffman (alias Carl Bernstein) de Amerikaanse president Richard Nixon (alias Tricky Dick) ten val.

Terwijl Tom Hanks op dit moment in The Post, de enerverende Steven Spielberg-film over de zogenaamde Pentagon Papers, Jason Robards naar de kroon probeert te steken met zijn eigen versie van Bradlee, zet The Newspaperman: The Life And Times Of Ben Bradlee (90 min.) in op het echte leven van de flamboyante alfaman, die als archetypische (kranten)journalist, met voortdurend een sigaret in de mondhoek en een opvallend rechte rug, de geschiedenisboeken inging.

De werkelijkheid is, zoals altijd, gecompliceerder. Want was het niet dezelfde Bradlee, zo blijkt uit deze degelijke biopic van John Maggio, die elke objectiviteit uit het oog verloor bij de Amerikaanse president Kennedy, met wie hij nét iets te goed bevriend was geraakt? En in hoeverre speelde die zielsverwantschap met JFK nog mee, zo vroeg ik me af, toen hij de gestage stroom krantenverhalen begeleidde die uiteindelijk het einde van het presidentschap van Richard Nixon, een aartsvijand van de Kennedys, zou inluiden?

The Newspaperman werpt zulke vragen wel degelijk op, maar is toch eerst en vooral een vakkundig gemaakte biografie van een all american hero, die door diverse journalistieke kopstukken, waaronder zijn vrouw Sally Quinn en natuurlijk ook het WoodStein-duo, nog eens ouderwets op het schild wordt gehesen. En Bradlee zou niet Bradlee zijn als hij zelf, ruim drie jaar na zijn dood, ook niet een duchtig woordje zou meespreken. Via geluidsopnames die hij ooit maakte voor zijn memoires is de gewezen krantenheld nog alom tegenwoordig in zijn eigen postume biografie.

In 2013 maakte Robert Redford (of was het nou toch Bob Woodward?) een interessante terugblik op het Watergate-schandaal: All The President’s Men: Revisited. En onlangs verscheen er weer een nieuwe speelfilm. Over de man die de geheimzinnige bron Deep Throat bleek te zijn: Mark Felt: The Man Who Brought Down The White House.