We Were Once Kids

Resolution Media

Opeens hangt er een poster in Washington Square Park: ‘Open casting call.’ Gezocht: echte New Yorkse jongeren, van allerlei verschillende achtergronden en kleuren. Jongens en meisjes, tussen de dertien en negentien. Voor de opnames van een film genaamd “Kids”, geregisseerd door Larry Clark en geschreven door een negentienjarige jongen die al een tijdje in de buurt rondhangt, Harmony Korine.

Niet veel later valt het kwartje bij het groepje straatjongeren, dat begin jaren negentig een soort skategroep heeft gevormd. Clark, dat is de oudere jongere, een fotograaf naar verluidt, die de afgelopen tijd nogal eens een jointje met hen is komen roken. Als één van hen, Hamilton Harris, daadwerkelijk naar de casting gaat, blijkt hij auditie te moeten doen voor een personage dat ‘toevallig’ zijn eigen naam draagt.

Tijdens de opnames voor de speelfilm zullen de grenzen tussen fictie en realiteit nog verder vervagen. En als Kids in 1995 wordt uitgebracht, kan ook de buitenwereld nauwelijks onderscheid maken tussen de tieners en hun personages. Ze zijn de verpersoonlijking geworden van ‘de jeugd van tegenwoordig’: volledig oversekst, bijzonder gewelddadig en voortdurend experimenterend met drank en drugs.

In de degelijke documentaire We Were Once Kids (86 min.) van Eddie Martin blikken enkele van die voormalige jongeren terug op hoe hun persoonlijke grenzen flink werden opgerekt tijdens de opnames, de film bij release een fikse controverse veroorzaakte en vervolgens een enorm kassucces werd en de acteercarrière van met name Rosario Dawson en Chloë Sevigny daardoor een pikstart maakte.

Deze hoofdrolspelers, welbekende Hollywood-namen inmiddels, komen overigens niet aan het woord. Net als Larry Clark en Harmony Korine, die allebei voor de eer bedankten. De nadruk komt daardoor automatisch te liggen op wat de film Kids de andere skatejongeren heeft gebracht en gekost. En dan blijkt, enigszins voorspelbaar, dat niet alle betrokkenen het plotselinge succes even goed hebben verwerkt. 

Met enkele ‘acteurs’ is het niet goed afgelopen – waarbij het natuurlijk de vraag blijft of dat rechtstreeks met de film is te verbinden. Dit drama wordt in deze docu in elk geval met dikke muziek aangezet. Daarbij is het ook jammer dat Clark de mogelijkheid om kritiek van zijn voormalige cast te weerleggen – over zijn manipulatieve gedrag op de filmset en uitbuiting van zijn hoofdrolspelers – onbenut laat. 

Daardoor blijft We Were Once Kids een weliswaar interessante, maar ook enigszins gemankeerde terugblik op het maakproces van een omstreden hitfilm.

Een trailer van We Were Once Kids (ook wel bekend als The Kids) is hier te bekijken.

Everything – The Real Thing Story

Een platform was er niet voor bands zoals zij. Groot-Brittannië kende in de jaren zeventig helemaal geen succesvolle zwarte muziekgroepen. En hoewel een voorloper van The Real Thing, genaamd The Chants, een flink duwtje in de rug had gekregen van stadgenoot The Beatles en de vocal harmony-groep zelf ook veel aandacht had getrokken tijdens tournees met de toentertijd populaire zanger en acteur David Essex, was er een wit songschrijversduo nodig om de ban te breken. Ken Gold en Michael Denne leverden You To Me Are Everything, de hitsingle die in 1976 van het kwartet uit Liverpool de eerste zwarte Britse band met een nummer 1-hit maakte.

Het zoetsappige schuifelnummer zou uitgroeien tot een evergreen op bruiloften en partijen en zorgde er meteen voor dat die vier zwarte binken een enorme schare tienerfans kregen. Witte meisjes, ook dat nog. Die het risico liepen om uitgemaakt te worden voor ‘niggerlover’. Met de bandleden, medewerkers, mensen uit hun directe omgeving en bekende fans als Kim Wilde, Gwen Dickey (Rose Royce) en Billy Ocean tekent Simon Sheridan in Everything – The Real Thing Story (94 min.) zonder fratsen de geschiedenis op van de Britse popgroep en het tijdsgewricht waarin die opkwam en ook weer afging, een periode waarin tevens punk de wereld veroverde en extreemrechtse skinheads zich deden gelden in het Verenigd Koninkrijk.

Met het album 4 From 8 en de signatuursong Children Of The Ghetto wist The Real Thing ook nog iets te vertellen over die wereld, over het leven van zwarte jongeren in Britse achterstandswijken in het bijzonder. Zo snel en onstuimig als het succes kwam ebde het getuige deze degelijke popdocu, waarin verteller Jacob Anderson chronologisch de bandgeschiedenis afwerkt, vervolgens ook weer weg. De kern van The Real Thing staat echter nog steeds op het podium, al meer dan 45 jaar. En de meisjes – van middelbare leeftijd inmiddels – zwijmelen nog altijd ongegeneerd weg bij het suikerzoete You To Me Are Everything.

The Invisible Pilot

HBO Max

Waarom? Die vraag hangt vanaf de allereerste scène boven The Invisible Pilot (168 min.). Waarom? Het is tevens een vraag die de vrouwen en kinderen van Gary Betzner al vanaf 1979 plaagt. Waarom? Een vraag ook die familievriend/filmmaker Craig Hodges sinds 2009 met de regelmaat van de klok aan Betzners nabestaanden voorlegde. Waarom? Waarom sprong Gary op 18 september 1977 in Hazen, Arkansas, van die brug af?

Zijn zelfverkozen dood in de White River heeft nooit een afdoende antwoord gekregen. Ook doordat z’n lichaam nooit werd gevonden. Had zijn zelfdoding te maken met de ‘Dixie Mafia’? Zat Gary in de drugshandel? Of leidde hij misschien een dubbelleven? Het levensverhaal van de Southerner die als piloot van besproeiingsvliegtuigjes halsbrekende capriolen uithaalde en naar verluidt elf ongelukken overleefde, bevat clous te over. Maar antwoorden?

Die komen wel degelijk in deze driedelige serie van Phil Lott en Ari Mark. Ze worden alleen bijzonder slim uitgeserveerd – met veel suspense, slinkse tijdsprongen, toffe humor, een zeer effectieve soundtrack en de verplichte cliffhangers – waardoor je steeds benieuwd bent naar wat er nog komt, dat nooit blijkt wat je had verwacht en tóch correspondeert met wat je eerder op de mouw is gespeld. Als je begrijpt wat ik bedoel.

Na een geweldige eerste aflevering verandert de vertelling in het tweede deel, waarin larger than life-personages zoals de Colombiaanse cocaïnekoning Pablo Escobar, CIA-hotshot John Hull, de Amerikaanse president Ronald Reagan én vrijbuiter Lucas Noel Harmony worden geïntroduceerd, in een ouderwets schelmenverhaal. Waarna de verwikkelingen in de slotaflevering zowaar een geopolitieke dimensie krijgen.

Te goed om waar te zeggen, zeggen ze dan. Net als: een goed verhaal moet je niet dood checken. En, dat ook: de waarheid is vreemder dan fictie. Allemaal waar. The Invisible Pilot vormt het tastbare bewijs: een keten van bizarre gebeurtenissen, die uiteindelijk, alles overziend, een verhaal vormt dat, inderdaad, te goed lijkt om waar te kunnen zijn. De waarom-vraag – als iemand tegen die tijd tenminste nog weet waar die over handelde – is dan allang beantwoord. Dáárom.