Look Away

BBC

De situatie vraagt bijna om misbruik. De relatie tussen rocksterren, aanbeden als goden, en groupies, jonge vrouwen die hen maar al te graag willen aanbidden, is zó ongelijk dat het wel tot grensoverschrijdend gedrag móet leiden. Alsof je een roofdier permanent ogenschijnlijk gewillige – en vaak ook véél te jonge – prooien aanbiedt. Hoe kunnen zulke vrouwen nog een grens trekken of alarm slaan als die rücksichtslos wordt overschreden?

Seks met minderjarige meisjes was sowieso nooit een taboe in de rock & roll en is ook regelmatig verheerlijkt in songs. Sophie Cunningham en Ben Steele starten deze #metoo-documentaire over de rockwereld met enkele treffende voorbeelden. ‘I can see that you’re fifteen years old. I don’t want your ID’, zongen The Rolling Stones in Stray Cat Blues. Ted Nugent nam ook geen blad voor de mond in Jail Bait: ‘Well I don’t care if you’re just thirteen years, you look too good to be true.’ En Iggy Pop pochte over zijn escapades met een tiener in het nummer waaraan deze film zijn titel ontleent, Look Away (87 min.): ‘I slept with Sable when she was thirteen. Her parents were too rich to do anything.’

Daarna komen enkele vrouwen aan het woord over hun ervaringen met beroemde muzikanten, met name in ‘the seventies’, de jaren waarin alles leek te kunnen en mogen. Zo was Julia Holcomb bijvoorbeeld zestien en nét iets te sexy gekleed toen ze in 1973 Aerosmith-zanger Steven Tyler ontmoette. Hij was tien jaar ouder en nam haar mee op tournee. Tyler werd zelfs haar wettelijke voogd. Dat weerhield hem er overigens niet van om haar zwanger te maken. Zij was toen nog altijd maar zeventien. Terwijl hij alweer een ander had. Tyler vereeuwigde haar later, ongevraagd, in het nummer Sweet Emotion en beschreef zijn ‘teen lover’ ook met naam en toenaam in een autobiografie.

Holcombs ervaringen staan bepaald niet op zichzelf. Sheila Kennedy, voormalig Penthouse Pet Of The Year, was wél meerderjarig toen ze Axl Rose ontmoette, maar haar ervaringen met de Guns N’ Roses-zanger waren niet veel beter. Ze merkte al snel dat zij bepaald niet de enige was bij wie de notoire ‘bad boy’, een imago dat hij zorgvuldig cultiveerde, persoonlijke grenzen overschreed. En ook vrouwen die zelf in een band zaten waren niet veilig, volgens Jackie Fuchs. ’Wat mij overkwam was op geen enkele manier rock & roll’, stelt de bassiste van de Amerikaanse meidenrockgroep The Runaways over de man die haar als minderjarig meisje zou hebben verkracht en die ze nog altijd niet bij naam wil noemen – ook al is in deze documentaire glashelder wie ze bedoelt.

Aan de hand van deze slachtofferverhalen, kracht bijgezet door mensen uit de directe entourage van deze rockhelden (die zelf hun vingers overigens niet branden aan hun kant van het verhaal), schetst Look Away de algehele misogynie in de (hard)rocksene. In deze onvervalste mannenwereld – opgeroepen met duistere beelden van clubs, hotelkamers en een stad bij nacht, the city of (broken) dreams Hollywood – zorgt machismo voor status en worden vrouwen, te midden van alle bravoure en drank- en drugsgebruik, nogal eens gereduceerd tot gebruiksvoorwerp. Dat kan – en mag – eigenlijk geen verbazing wekken, maar het wordt in deze #metoo-film nog eens helder uiteengezet en van concrete voorbeelden voorzien.

Normaal – Ik Kom Altied Weer Terug – Ja Dat Was… Høken! 40 Jaar Normaal

VPRO

Mensen zoals hij – of beter: de mensen die hij tot zijn natuurlijke achterban mag rekenen – doen de laatste tijd duchtig van zich spreken. Bennie Jolink, voorman van de Nederlandse rockgroep Normaal, was echter nooit een reguliere boer. En dus zat dat ene zinnetje in de single De Boer Is Troef (‘De EEG trapt ons weer terug’) uit 1983 hem altijd dwars. ‘Hoe krijg je het uit je pen?’ toonde de Achterhoeker zich deze week, veertig jaar later, zelfkritisch tijdens een interview met het Algemeen Dagblad. ‘Al die mensen die tegenwoordig Europa afwijzen – de boeren van Farmers Defence Force, Wilders en die idioot van Baudet voorop – zouden de globe er eens bij moeten pakken. Denk je nou dat het kleine Nederland het alleen redt in deze wereld?’

Iedereen die zijn ongegeneerde lofzang op de boer aanhoort bij de start van Normaal – Ik Kom Altied Weer Terug (80 min.), de documentaire die Frank van den Engel in 2001 maakte over de helden van het platteland, wordt alleen toch even op het verkeerde been gezet. Bennie Jolink oogt dan als een aan rock & roll verslingerd bastaardkind van Boer Koekoek en Caroline van der Plas. Even later in deze wat onevenwichtige, afwisselend uitzinnig rockende en melancholieke film – uitgebracht in de slipstream van Zij Gelooft In Mij, John Appels baanbrekende portret van André Hazes uit 1999 – werkt de rouwdouwer in alle rust aan een portretschilderij. Want ook dat is Jolink, een in Amsterdam opgeleide beeldend kunstenaar, een onverbeterlijke hardkop, een overtuigde eenzaat en een vermakelijke brompot. Een man van middelbare leeftijd bovendien die het optreden met zijn band fysiek nauwelijks meer trekt. Na de met bier, zweet en boer’nrock doordrenkte Normaal-shows is hij volledig buiten adem en moet hij echt weer opgelapt worden.

Ja Dat Was… Høken! 40 Jaar Normaal (85 min.), constateert Jolink in 2015, als de groep z’n afscheid aankondigt. De film van Frank Wiering begint met een uitvoering van de Normaal-klassieker Vrouw Haverkamp, opgebouwd rond enkele tekstregels die tegenwoordig vast niet meer door de beugel zouden kunnen: ‘Vrouw Haverkamp / Wa he-j toch grote tieten / Hoe we’die da? / Ik heb ze zelf in d’handen gehad’. In deze deurdonderdocu passeert nog wel meer de revue wat met de ogen van nu tamelijk lomp en macho overkomt. Met zichtbaar plezier verhaalt Bennie Jolink bijvoorbeeld over een bezoek aan het televisieprogramma Toppop, dat voor heel wat ophef en schade zorgt en ‘de kannibalen uit de Achterhoek’ definitief bombardeert tot superboeren. In die hoedanigheid zullen ze vier roerige decennia volmaken, die volledig in het teken staan van dat ondefinieerbare en toch uit duizenden herkenbare begrip ‘høken’. ‘Alles wat woest, onbenullig en lekker is’, aldus Jolink zelf. ‘Zolang het maar niks met seks of geweld te maken heeft.’

Als geen ander heeft hij, laat ook deze lekkere bandjesdocu weer zien, in de voorbije halve eeuw de ziel van het Nederlandse platteland weten te vertolken en raken. Ofwel, in vakjargon: ‘Wat de lul is voor de hoeren, is Normaal voor de boeren.’ Als één man dus het verschil tussen platteland en stad kan duiden, dan is hij het. Dat zit hem volgens Bennie Jolink in één enkel woord: assertiviteit. ‘De randstedeling, zeg ik altijd, adoreert assertief gedrag’, doceert hij in Ja Dat Was… Høken!. ‘Een normaal mens, een plattelander, vindt assertiviteit onbeschoft, egoïstisch, brutaal en opschepperig.’ En die heeft afgelopen week, na de enorme verkiezingsoverwinning van de BoerBurgerBeweging, nu eens onbekommerd zijn eigen feestje mogen vieren. Daarbij klonk, en dat zal geen verbazing wekken, ook Normaals allergrootste hit: Oerend Hard.

It’s A Hard Truth Ain’t It

Op tweederde van de documentaire komen ze bij elkaar om de balans op te maken: is dit de film die we willen maken? De mannen hebben nog drie draaidagen om een passend einde te bedenken voor dit project over hun eigen leven. Welke kant slaan ze daarin op? Eigenlijk is er maar één gepast slot. Dat weten ze zelf ook wel.

En nu staan ze, dertien man sterk, gezamenlijk op de toonaangevende filmwebsite IMDB als coregisseur van It’s A Hard Truth Ain’t It (74 min.), een aangrijpende documentaire over levens die allemaal op dezelfde manier lijken te eindigen: achter de tralies. Stuk voor stuk hebben ze één of meerdere geweldsdelicten achter hun naam staan. De gevangenis is hun thuis geworden.

Daar, in hun eigen Pendleton Correction Facility in de Amerikaanse staat Indiana, maakten ze ook deze film, tijdens een project dat werd geïnitieerd en begeleid door Madeleine Sackler. Zij filmde ter plaatse de speelfilm O.G., een gevangenisdrama waarin enkele gedetineerden hun acteerdebuut maakten. Daarna was de tijd rijp om van die bijrollen een hoofdrol te maken.

Al doende leren de mannen hoe je dat doet: het maken van een film. Maar ook: het vertellen van een verhaal. Sterker: het zien van je eigen leven als een verhaal. Met een inleiding (vrijwel altijd: een beroerde jeugd), kern (de steeds verdergaande ontsporing) en een ellenlang slot (tientallen jaren in de bajes). Een verhaal dat je misschien niet opnieuw mag schrijven, maar wel achteraf kunt proberen te begrijpen.

Ze interviewen elkaar en leren zo ook iets over zichzelf. Hetzelfde geldt voor de fraaie animaties van Yoni Goodman (die eveneens betrokken was bij het voor een Oscar genomineerde Waltz With Bashir) waarmee hun herinneringen indringend zijn verbeeld. Ook die zorgen ervoor dat de mannen meer zicht krijgen op zichzelf. En ze mogen het beeld tevens corrigeren als het hen, op tweederde van de docu, tóch niet helemaal bevalt.

Die vrijheid heb je nu eenmaal als coregisseur. Met die zeggenschap komt ook verantwoordelijkheid: dat eerlijke einde. En dat krijgt deze aangrijpende film, die doet denken aan het eveneens in een Amerikaanse gevangenis gesitueerde The Work. Terwijl in die film confrontatie, amateurpsychologie en catharsis voor vuurwerk zorgden, is It’s A Hard Truth Ain’t It juist bespiegelend van aard: hoe had ik dit leven kunnen voorkomen?

Beide films humaniseren de mensen die schuilgaan achter vreselijke misdrijven. Mensen die wij, brave burgers, simpelweg kennen als ‘dader. ‘We zijn niet zo slecht als het ergste wat we ooit hebben gedaan’, zegt producer Stacey Reiss daarover in de meegeleverde Behind The Scenes-reportage. Zoals we – en dat zou eveneens een sterke film kunnen opleveren – natuurlijk ook niet zo goed zijn als onze beste daad.

Madeleine Sackler is overigens niet onomstreden als filmmaker. Als telg van de beruchte Sackler-familie, die met het ongegeneerd aan de man brengen van de zeer verslavende pijnstiller Oxycontin zo’n beetje aan de basis heeft gestaan van The Opioid Crisis, wordt haar een hoge mate van hypocrisie verweten. Ze noemt zichzelf een sociale activist terwijl ze rijk is geworden door de ellende van anderen, verwijt fotografe Nan Goldin haar in dit Guardian-artikel.