Children Of Las Brisas

childrenoflasbrisas.com

Vanuit de aloude verheffingsgedachte is in het Venezuela van de socialistische president Hugo Chávez een bijzonder muziekprogramma ontstaan. El Sistema is het geesteskind van de befaamde Venezolaanse dirigent José Antonio Abreu (1939-2018). ‘Een kind dat het materieel slecht heeft ontwikkelt zich geestelijk door muziek.’ meent hij. ‘En als de muziek ze geestelijk verrijkt heeft zullen hun geest en ziel ze verder brengen.’

El Sistema is bedoeld als ontmoetingsplek voor kinderen van alle maatschappelijke klassen. In de muziekschool van Las Brisas, een achterstandswijk van de stad Valencia, treft filmmaakster Marianela Maldonado in 2009 drie tieners die zich volledig op een muzikale carrière storten. Ze zal deze Children Of Las Brisas (79 min.) tien jaar lang volgen en ondertussen ‘door hun ogen de volledige ineenstorting van Venezuela zien’.

De vijftienjarige Edixon Yánez groeit bijvoorbeeld op met een doofstomme moeder. Sinds de moord op zijn vader woont hij met haar bij zijn oma. Terwijl hij zich beijvert om het gehoor van zijn moeder te laten onderzoeken, bekwaamt Edixon zich verder op altviool. Hij wil professioneel musicus worden. Intussen moet de drie-eenheid echter alle alle zeilen bijzetten om het hoofd boven water te houden. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan.

De moeder van de twaalfjarige Dissandra Viloria, die haar studie ooit heeft moeten afbreken, werkt bij de loterij om het gezin te onderhouden. Dat is bepaald geen vetpot. Ook Dissandra moet met haar geliefde viool een bijdrage leveren. Tegelijkertijd maakt de zeventienjarige Wuilly Moisés Arteaga zich met zijn viool los van het beknellende christelijke milieu waarbinnen hij is opgegroeid. De jongen zal uiteindelijk een symbool van verzet in zijn land worden.

Want terwijl de drie jongeren een plek in een professioneel orkest proberen te veroveren, wordt de economische nood in hun land steeds hoger. ‘Venezuela, het land met de grootste oliereserves van de wereld, verandert in een land zonder benzine’, constateert Maldonado somber. Na de dood van president Chávez in 2013 en de langzame dood van zijn droom ontstaat er oproer in de straten. Die wordt door de Venezolaanse regering met harde hand neergeslagen.

Elk op hun eigen manier raken Edixon, Dissandra en Wuilly dan gevangen in de neerwaartse spiraal van hun land. Deze coming of age-docu toont treffend hoe ze hun muzikale aspiraties steeds vaker terzijde schuiven en simpelweg voor brood op de plank gaan zorgen. De uitweg die muziek hen volgens Abreu had moeten bieden begint een doodlopende straat te worden. Met een beetje pech eindigen ze zelfs precies op dezelfde plek als waar ze ooit zijn begonnen.

Ramboy

IDFA

Het wezen van de relatie tussen de Ierse tiener Cian Kilbane en zijn grootvader Martin Calvey zit vervat in die ene scène waarin de jongen een ram vast moet zetten in een hoek van de stal, om daar zijn hoorns eraf te zagen. Terwijl Cian onhandig aan het werk gaat, voorziet opa hem continu van advies. Het is om moedeloos van te worden.

Uit zijn directieve woorden (‘doe rustig aan’, ‘breek het zaagblad niet’, ‘kop dicht’ of ‘nice and easy’ bijvoorbeeld) spreekt desondanks geduld en onvoorwaardelijke liefde. De schapenboer uit het Ierse eiland Achill leert zijn kleinzoon tijdens de zomervakantie niet alleen de kneepjes van het vak, maar probeert hem ook lessen voor het leven mee te geven. 

Het is wel de vraag of deze Ramboy (30 min.) ooit in het vak terechtkomt. Cians vader verblijft voor zijn baan regelmatig in het buitenland. Misschien is dat wel aantrekkelijker dan het schoonmaken van een stal of het africhten van de schapenhond Thomas. Cian laat het vooralsnog maar op zich afkomen in deze observerende jeugddocu van Matthias Joulaud en Lucien Roux.

Hij zet zich zo goed en zo kwaad als dat gaat aan alle klusjes, speelt tussendoor een partijtje voetbal of gaat met vrienden eens lekker zwemmen. En doordat het decor zo weldadig is, het camerawerk subliem en het verteltempo lekker kalm, voelt deze coming of age-docu als een ontspannen wandeling door het platteland of over het strand.

My Gay Life

Channel 4

Het duurde tien jaar voordat Rob en Dee zwanger waren. Er kwamen IVF en een spermadonor aan te pas. En toen had het Britse stel zowaar een zoon: Billy. Die kwam al op zevenjarige leeftijd uit de kast. Moeder heeft daar geen moeite mee, maar vader kan het nauwelijks geloven. ‘Volgens mij is hij niet gay’, meent Rob. ‘Dat kun je pas beslissen als je zestien of zeventien bent.’ Billy riposteert: ‘Hij denkt dat ik het zeg om hem op de kast te jagen.’

En zo staan de pionnen op het bord voor My Gay Life (47 min.), een jeugddocu waarvoor Billy van zijn elfde tot en met zijn achttiende zijn eigen leven filmde. Een periode waarin hij ook op gezette tijden werd geïnterviewd door de filmmakers Mel Beer en Tim Froggat. Het zijn jaren waarin het de tiener in eerste instantie voor de wind lijkt te gaan. Alleen Rob ligt dwars, vinden zijn vrouw en zoon. ‘Ik kan nu volmondig beamen dat m’n vader een enorme eikel is’, vertelt Billy zonder omhaal van woorden aan zijn dagboekcamera.

Terwijl de jongen zich overgeeft aan zijn stoutste dromen, blijft de relatie met zijn vader precair. Bovendien krijgt Billy’s moeder een fikse tegenslag te verwerken. Dan wordt het filmen zelfs even stopgezet. Pas enige tijd later hervat Billy het documenteren van zijn eigen leven voor wat uiteindelijk een vlotte coming of age-docu is geworden. Die graaft niet al te diep, belicht vooral Billy’s eigen perspectief en doet daardoor Rob als bezorgde vader niet altijd evenveel recht, maar brengt wel aardig de ontwikkeling van een zoekende homoseksuele jongen in beeld.

Die verlaat zich daarbij consequent op een motto dat hij heeft ontleend aan zijn grote idool, Lady Gaga: ‘Don’t you ever let a soul in the world tell you you can’t be exactly who you are.’ Waarvan akte.

Lever, Elsker, Savner

Ze had al kanker toen ze werd geboren. En sindsdien is Rosemarie nooit helemaal losgekomen van die K-ziekte. Inmiddels is ze een puber, van het weerspannige type. Terwijl ze een behandeling voor haar aandoening moet ondergaan kan de vijftienjarige Deense ontzettend nurks reageren en dwars doen. Zeker naar haar moeder Katrine, met wie ze een lastige relatie onderhoudt. Ze haalt haar soms echt het bloed onder de nagels vandaan.

Rosemarie fungeert in Lever, Elsker, Savner (79 min.) als de verteller van haar eigen verhaal. Regisseur Sine Skibsholt heeft haar observerende film aangekleed als een videovariant op het dagboek dat de tiener er op nahoudt. Terwijl die opkrabbelt na haar nieuwste aanvaring met de ziekte die haar soms dreigt te definiëren, lijkt de impact daarvan pas echt door te dringen tot haar moeder. En Rosemarie háát dat.

Nu haar haren na de behandeling langzaam maar zeker hun normale lengte terugkrijgen – en zij intussen haar normale tienerleven oppakt, met vriendinnen, uitgaan én sigaretten – moet ze ook haar relatie met Katrine herdefiniëren. Die blijft onverminderd bang dat ze haar kind verliest. Terwijl dochterlief eigenlijk alleen maar vooruit wil. Léven. Carpe diem. Alsof het de allerlaatste dag is.

Skibsholt doorsnijdt het geruzie en de voorzichtige toenaderingspogingen tussen moeder en dochter met korte flashbacks van Rosemaries ziekteperiodes als kind. Zo benadrukt ze hoe nadrukkelijk kanker hun beider levens is binnengedrongen en de impact die de ziekte nog altijd heeft op hun broze relatie. Waarbij Katrine soms wel erg weinig geduld heeft met haar tegendraadse dochter en die op haar beurt in het gevoel blijft hangen dat er echt he-le-maal niets deugt aan haar moeder.

Dat is een even ongemakkelijk als herkenbaar schouwspel, dat in vrijwel elk coming-of-age drama zijn plek claimt. Zoals beide partijen dan meestal ook een keer beginnen te beseffen hoeveel ze eigenlijk van elkaar houden.